blog | werkgroep caraïbische letteren

Waar zijn de voetballers?

door Peter Douma

Wat een leuk idee: laat meer dan vijftig bekende Surinamers ter ere van de viering van 35 jaar onafhankelijkheid kort verwoorden wat dit land voor hen betekent. Een feestelijk, gemengd boeket. Maar hoe gaat dat met leuke ideeën, de uitvoering valt soms wat tegen.

‘Persoonlijke verhalen van bekende Surinamers over hun vaderland’ luidt de ondertitel van Suriname en ik, dat onder redactie van John Leerdam en Noraly Beyer verscheen. ‘Persoonlijke verhalen’? Dat klopt voor het merendeel van de bijdragen. Veel herinneringen aan het Suriname van de vorige eeuw, over spelen op straat, schaafijskarren en de decembermoorden. ‘Bekende’? Leerdam en Beyer maakten hun eigen selectie, waardoor vooral (soms niet zo) bekende Nederlandse Surinamers uit progressief-culturele hoek zich tot de lezer richten. Waar zijn bijvoorbeeld de voetballers?

‘Surinamers’? Ja, maar Surinaamse Surinamers vinden we nauwelijks terug. Wel heel veel Surinaamse Nederlanders en Nederlanders. Hadden Leerdam en Beyer meer in Suriname woonachtige Surinamers opgenomen, dan was dit een heel ander boek geworden. Nu is het een boek van de afwezigen. Zo’n boek vol heimwee zal dus niet zo interessant zijn voor Surinaamse Surinamers en ook niet voor (bijvoorbeeld Nederlandse) buitenstaanders. Die vinden hier geen reëel beeld van de jarige, wat je misschien wel zou verwachten. Daarvoor staan er veel te veel manja-bomen, ANWB-borden, kankantries, wijze oma’s en beschrijvingen van de geur die je beleeft als je op Zanderij landt in. Na lezing kun je echt geen manja meer zien…

Het boeket kent ook een aantal fraaie bloemen: Sandew Hira over Fred Derby, Anil Ramdas, zoals altijd helder en scherp, Beyer zelf over haar tijd als jonge journaliste ten tijde van de coup, Nederlander Dirk Kruijt over hoe lastig Surinaamse ambtenaren kunnen zijn tegen bakra’s. Karin Amatmoekrim natuurlijk. Maar de meeste bijdragen zijn als die van Gerda Havertong: oprecht, concreet, zelfs ontroerend, maar ook clichématig en niet al te best geschreven.
Toch is dit boek leerzaam. Het laat zien dat Nederland voor Suriname de komende jaren echt niet alleen ‘dat landje aan de Noordzee’ kan zijn. Als echtelieden scheiden, blijven ze, als er kinderen zijn, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Die kinderen staan tussen hun gebrouilleerde ouders in, met een boel herinneringen. Dit is een boek van hen.

Suriname en ik, redactie John leerdam & Noraly Beyer, 2010, uitgeverij Meulenhoff, ISBN 9029087196

[overgenomen uit Parbode]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter