Waar is het lam?
door Jerry Dewnarain
Waar is het lam? (2022) is de vijfde dichtbundel van Mustafa Stitou. Het is een indringend onderzoek naar de betekenis van het offer; een intrigerende verzameling gedichten waarin het persoonlijke en politieke, droom en werkelijkheid, vrees en verlangen continu op elkaar ingrijpen.
Structuur
De bundel is verdeeld in zes hoofdstukken. De eerste twee bestaan uit verschillende verhalen uit de Bijbel, steeds in een ander perspectief, gevuld met gedachten van de verteller over zijn angsten en geesten. De titel van de bundel is ontleend aan de passage uit het Oude Testament dat als motto dient: ‘We hebben vuur en hout, zei Isaak, maar waar is het lam voor het offer?’ (Genesis 22:7)
‘Zie het vuur en het hout, maar waar is het lam tot het brandoffer?’, vraagt in Genesis 22:7 Isaak aan Abraham vertwijfeld. Dat is een buitengewoon dramatische vraag, want Ishaak is het lam. Hij weet natuurlijk niet wat zijn vader weet. Ook kan gesteld worden dat Abraham op zijn beurt niet weet wat God weet. Met andere woorden er zitten veel lagen in dit vers. Daarom is dit offerverhaal erg aangrijpend. Dit verhaal is door de ouders van Stitou aan hem verteld, want dit verhaal komt ook in de Koran voor, maar in een ietwat gewijzigde versie.
Zijn geloof wordt door God op de proef gesteld. Is Abraham in staat zijn zoon te offeren? Als blijkt dat hij het offer kan volbrengen, grijpt God in. De Heere geeft Abraham een lam en Isaak is gered. De vraag is of we wel allemaal in staat zijn om Abraham te zijn. Durven wij zo dapper te zijn? Stitou geeft geen antwoord op deze vraag, maar door zijn gedichten laat hij wel zien wie de mens is, wat wij allemaal in staat zijn te doen, hoe gewelddadig we zijn en hoe hypocriet als het gaat om onze godsdienstbeoefening en -beleving. Het is allemaal fake, het is allemaal gi sma ai.
Afrekening
Stitou is altijd gefascineerd geweest door godsdienst met name meer in de psychologische functie van het gebed. In deze nieuwste bundel rekent hij echter af met het geloof en geweld. Neem nou eens het vierde gedicht Offerdier. Dit gedicht bestaat uit dertien verzen, die de dichter geordend heeft in zes verzen. De dichter laat zien hoe de mens als het meest beschaafde zoogdier de lagere diersoorten als hulpmiddel of product of huisdier gebruikt.
Wil je hem verwennen? /Knip met een snoeischaar zijn dikke vinger- en teennagels./Lees hem voor: naar genesis 22 luistert hij graag/of zing hem in slaap met soera’s en psalmen./Slaat hem op de dag van de slacht/alsnog de schrik om het hart/moet hij herhaaldelijk kotsen/terwijl je de spullen klaarlegt/de mensen de emmers de teiltjes het touw/heb geduld kalmeer hem ruim het braaksel op/geef hem antistresskorrels/om op te knabbelen hij weet/wat er van hem wordt verwacht/zal eenmaal tot rust gekomen/sprakeloos op zijn rechterzij gaan liggen/de kop richting Mekka. Het dier is zo afgericht dat het luistert naar zijn baasje. De dichter wijst ons nog de details. Let op zijn verschrompelde/balzak, de non-descripte pik./Let op zijn kop, rank en recht/en hooggedragen. Bevoel de roomwitbewolde/wangen, wrik gerust zijn mond wat open/discreet slaat hij zijn ogen neer/
Nadat het dier zijn ogen dichtdoet, gebiedt de slager:
Tel zijn ondertanden, tel zijn kiezen/hij heeft ze goed verzorgd./Knijp zacht in zijn onbeholpen tong./Glimlach om zijn zijwaarts uitstaande oren: ze geven hem iets ontegenzeggelijk/monters. Mooi om te zien is hij, /schofthoogte: een meter elf/Een kind maar slachtrijp/bespierd en bevleesd en van buitengewone/vleeskwaliteit. Soms blijt hij/ (een toegift) zijn naam: i-sàààààk
Hebt u nog moed om verder te lezen? Stitou gaat verder met het offerdier. Om zijn bewolde bovenbenen niet te bevuilen/pist hij staand en poept gehurkt/maar om jou een plezier te doen/drinkt hij op handen en knieën de liksteen/eet op handen en knieën hooi uit de ruif/en ander lekkers dat je hem brengt/liefst op vaste tijden/hij is een gewoontedier net als jij).
Ik hoop dat u niet geschrokken bent door deze laatste versregel.
Waar is het lam? roept verschillende vragen op: wie zijn wij, wie ben ik, zijn we martelaars of juist verraders? Of zijn wij juist het offerdier van deze tijd? In het gedicht Het offerdier is de dichter zelf het offerdier. Kortom, in Waar is het lam? reageert Stitou enerzijds scherp op religieuze tradities en geweld en anderzijds is het lam gebruikt als hallucinante metafoor voor een innerlijk proces. Deze thematiek van het offerlam is ook relevant voor in de wereld waarin we nu leven, want wie is bereid wat te offeren, en hoe lijdt het lam, waartoe dient het geweld en brengt het beloning of bezweert het alleen de angst?
Mustafa Stitou, Waar is het lam? Gedichten. Amsterdam: De Bezige Bij. 2022. ISBN 9789403176116.
Mustafa Stitou
Mustafa Stitou (1974) werd geboren in Tetouan, Marokko, en groeide op in Lelystad. Hij woont en werkt in Amsterdam, waar hij aan de Universiteit van Amsterdam filosofie heeft gestudeerd. In 1994 debuteerde hij met de dichtbundel Mijn vormen, die genomineerd werd voor de C. Buddingh’-prijs. Daarna volgden Mijn gedichten (1998), Varkensroze ansichten (2003), onder meer bekroond met de Jan Campertprijs en Tempel (2013), bekroond met de Awater Poëzieprijs. Zowel in Zweedse als in Engelse vertaling verscheen een bundel met een selectie uit zijn werk. Stitou heeft opgetreden op tal van festivals in binnen- en buitenland, en was in 2009 stadsdichter van Amsterdam. Ook schreef hij enkele teksten voor toneel, en gaf hij poëzieles op basisscholen, middelbare scholen en op schrijfopleidingen. In 2018 ontving hij voor zijn poëzie de A. Roland Holstprijs.