blog | werkgroep caraïbische letteren

Vuijsje en de samenleving: er is geen eenduidige kijk

door Hilde Neus

Robert Vuijsjes debuut sloeg in als een bom. Alleen maar nette mensen deed het ook in Suriname heel goed in 2008. Toen won dit boek de Libris-literatuurpijs in 2009, en werd als beste Inktaap-boek verkozen in 2010, ook hier. In het boek ging het vaak over Surinaamse vrouwen, dus dat sprak aan. Vuistje kwam zelfs voor de boekpresentatie naar Paramaribo, en gaf een sessie op het IOL, bij de afdeling Nederlands.

Robert Vuijsje signeert een boek

Dit gesprek met de studenten was geheel anders van toon dan een van de presentaties in Nederland, waar Surinaamse vrouwen heel erg fel reageerden op de wijze waarop hij hen had neergezet in zijn roman. Citaten uit het boek zoals: ‘Ik wil een echte negerin, […] Een die nog nooit met een blanke man heeft gepraat. De bounty moet ik niet.’, vielen daar niet goed. Om daar bovenop ook nog te schrijven ‘Ik hou van zo donker mogelijk, […] Hoe donkerder ze is, hoe dichter ze bij de natuur staat.’ Het beeld dat Vuistje schetste van de Surinaamse vrouwen was volgens de geëmancipeerde feministische groep denigrerend en neerbuigend en zij waren absoluut niet blij daarmee. Het zou geen afspiegeling zijn van de realiteit. Omdat de auteur zijn hoofdpersoon had geschreven als hemzelf – een op een Marokkaan lijkende Joodse jongen van goede huize – werd de vertaalslag gemaakt naar de vrouwen, die dan ook wel echt zouden zijn. Veel vrouwen konden niet voorbij de karikaturen zien die hij had neergezet: in hemzelf, zijn ouders en de vrouwen die hij ontmoette. De opmerking dat hij een comedy had geschreven over de multiculturele samenleving maakte weinig indruk. Voor alle studenten die literatuur leren analyseren, was hier de belangrijkste les te leren en wel van heel dicht op de huid: een roman hoeft helemaal niet perse een autobiografisch verhaal te zijn. Gedeelten kunnen een waargebeurd verhaal vertellen, maar fictie is fictie. Er werd een film gemaakt, die ook in de Surinaamse bioscoop veel bezoekers trok en heel wat tongen losmaakte. 

De Marokkaans uitziende Joodse jongeman houdt van zwarte vrouwen met grote billen. Hij komt uit een elitegezin uit Amsterdam Zuid-Oost en volgt zijn schoolvrienden naar de andere kant van de stad, Zuid-Oost om daar in de Bijlmer op zoek te gaan naar zijn ideale schatje. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde, omdat hij naast een lekker lichaam ook een slim verstand wil. Omdat hij zijn school niet heeft afgemaakt, sturen zijn ouders hem uiteindelijk naar Amerika, en ook daar rust hij niet voordat hij zich in het circuit van zijn ideaalbeeld bevindt, maar ook hier vindt hij niet de vrouw die hij zoekt. Uiteindelijk eindigt hij met de assistente van zijn vader, die heel dicht in de buurt komt van zijn ideaalbeeld, en vrijwel alles wat hij wil in zich verenigt.

Robert Vuijsje bleef bezig met het multiculturele Nederland. Hij schrijft columns voor de Volkskrant over identiteit en identificatie: waar behoor ik en wie ben ik? Hij gaf in 2016 de Anton de Kom-lezing in het Verzetsmuseum, waarin aandacht wordt gevraagd voor de strijd tegen intolerantie en discriminatie in heden en verleden en die sinds 2007 jaarlijks wordt gepresenteerd. De gemengde afkomst van zijn kinderen leerde Robert Vuijsje anders naar Nederland kijken. ‘Wat zegt het over mij dat ik een inschatting maak over de scholing van jongetjes met wie mijn zoon speelt, alleen omdat hun ouders ze Jamario of Tyrell hebben genoemd?’ Dit zegt hij in een interview – klik hier.

Ook in de nieuwe roman schuilt het gevaar van verregaande identificatie. In begin 2019 kwam de langverwachte  opvolger van ‘Alleen maar nette mensen’ uit, de roman Salomons oordeel. Het boek behandelt dezelfde thematiek als zijn voorganger: een jonge jongen, Salomon, geboren uit de Surinaamse Alissa en de joodse Max, gaat in Oud-Zuid op zoek naar zijn eigen identiteit. Tien jaar na zijn bestseller Alleen maar nette mensen schrijft Robert Vuijsje een opvolger: Salomons oordeel. De man in het boek komt uit Amsterdam-Zuid, de vrouw is zwart en komt uit de Bijlmer. Ze hebben elkaar leren kennen op de universiteit. Hun zoon Salomon is zeventien jaar en staat voor de keuze: hoor ik bij de mensen die op mijn vader lijken of bij de kinderen die zwart zijn, net als ik? Wat is mijn identiteit, wat is mijn positie binnen de tegenstelling zwart en wit.
Salomon wordt opgepakt door de politie, omdat hij zijn vriendinnetje verkracht zou hebben. Bij de vraag hoe de vader zich opstelt, of hoe de moeder zich opstelt, blijkt dat hun relatie niet zo eenduidig, simpel en stevig is als ze hadden gedacht. Het boek heeft twee stemmen: de ‘witte stem’ van vader Max en de zwarte stem van moeder Alissa. De auteur wil met zijn boek bereiken dat de blik twee kanten opgaat. Ze hebben beiden een ander, verschillend verhaal over hun zoon. Er zijn meerdere werkelijkheden. 

Dit is een moderne roman, die zeker met moderne middelen werkt, zoals social media. Ook de veranderingen bij deze media zijn een schaduw van de veranderingen in de Nederlandse maatschappij. Wie is een ‘echte’ Nederlander, en wie niet. Welke kleur emoji moet je gebruiken als je boodschappen verstuurt? De taal is ook een factor van belang. De Surinaamse opvoeding speelt een rol, omdat Alissa typisch in die traditie is opgegroeid. Met Tjoerie, de riem als straf, en je schoenen uitdoen als je een huis binnengaat. Deze elemenen zijn onderdeel van de grotere discussie: alle verschillende soorten Nederlanders zouden elkaar beter moeten leren kennen en zo waardering voor elkaar opbrengen. En datzelfde geldt natuurlijk voor alle soorten Surinamers.

Vanwege de thematiek spreekt deze roman mij enorm aan. Van de andere kant hef ik ook af en toe mijn handen omhoog in wanhoop. In de relatie met mijn zwarte man hebben  hij en ik (witte vrouw)  al in een vroeg stadium besloten dat we de conflicten niet zullen onderbrengen in culturele of etnische hokjes. Als wij ruzie maken, komt dat omdat we een verschillend karakter hebben. Alissa en Max maken na 20 jaar nog steeds ruzie om kleur. Een beetje vemoeiend wel soms.


De titel Salomons oordeel slaat terug op koning Salomon uit de Bijbel. Een salomonsoordeel is een uitspraak in een lastig geschil die getuigt van wijsheid en spitsvondigheid. Geen van de strijdende partijen heeft ogenschijnlijk een voordeel bij deze uitspraak. Uit de reactie van de strijdende partijen leidt de rechter af welke partij in haar recht staat. De uitdrukking is ontleend aan een Bijbelverhaal waarin koning Salomo op een spitsvondige manier een oordeel velt in een moeilijk juridisch vraagstuk.

Het is het verhaal waarin twee vrouwen voor de koning komen omdat ze een probleem hebben: beiden beweren dat een zeker kind van hen is. Maar ze kunnen niet bewijzen dat het zo is. Uiteindelijk neemt de koning zijn zwaard en deelt mee dat hij heeft besloten om het kind in tweeën te kappen en de twee vrouwen, dus beiden, een helft van het kind te geven, dan is de ruzie over. Een van de vrouwen smeekt de koning om dat niet te doen, omdat het kind dan dood zal gaan, en dat wil ze absoluut niet. Koning Salomon is dan overtuigd: als een vrouw zoveel van haar kind houdt en het af wil staan om het in leven te houden, dan moet zij wel de echte moeder zijn.


De bijbel, het Oude Testament: (1 Koningen 3:16-28).

Fragment uit ‘Salomons oordeel’

Een andere bril

[…] Boven de keukentafel hing een klok. Max zag dat het kwart over een was. Ze aten rijst met kip en groente. ‘Je moet in gesprek gaan’ zei Alissa tegen Max. ‘Verdiep je in zijn cultuur. Dan begrijp je hoe moeilijk Salomon het heeft. Hoe ingewikkeld het voor hem is om hier te wonen, in deze buurt.’ Max vroeg of hij even hardop zijn gedachten mocht ordenen. Hij wilde checken of hij het goed had begrepen. Dus het was vanzelfsprekend dat zijn eigen zoon een andere cultuur had dan zijn vader. Max? Dat moest hij maar accepteren? Hij had gedacht Salomon een plezier te doen door hem te laten opgroeien in deze mooie, welvarende buurt. Maar in werkelijkheid had hij hem opgezadeld met een afschuwelijk probleem? Voor Salomon was het beter geweest om ergens anders op te groeien, ver weg van mensen zoals Max?

‘Ik geloof niet dat ik zin heb om me te verdiepen in zijn cultuur’, zei Max. Wanneer verdiept iemand zich een keer in mijn cultuur?’ Alissa was verdergegaan met eten.

‘Waarom word ik steeds aangevallen door mensen die ik niets heb misdaan.’ vroeg Max.

‘Is dit het juiste moment voor deze vraag? ,‘zei Alissa. ‘Terwijl onze zoon de nacht doorbrengt in een politiecel?’

‘Dus omdat Salomon de nacht doorbrengt in een politiecel mag ik over niets anders praten?’ ‘Waar wil je over praten?’, zei Alissa. ‘Door wie word je aangevallen?’

Joan begon borden naar het aanrecht te brengen. Ze had al een paar minuten niets gezegd.

Jij was het toch met me eens’?’ vroeg Max aan Alissa. Jij vond Safara toch ook een aansteller, met die Movement van haar?’

‘Jij beschrijft hoe jij het hebt beleefd. Ik ging nooit met je mee naar Safara. Ik weet niet wat daar gebeurde. Wat ik weet: iedereen kijkt naar de wereld door een andere bril.’

Max vertelde wat hem zo gestoord had aan De Movement. De gemiddelde Nederlander woonde in een groter of kleiner dorp buiten de Randstad. Het was logisch dat de mensen daar nooit nadachten over wat het betekende om er niet bij te horen in Nederland. Je kon het ze niet kwalijk nemen. Alleen was De Movement de hele dag met niets anders bezig. Steeds weer legden ze aan iedereen uit dat de invloed van de slavernij nog overal aanwezig was in Nederland. Maar het sentiment dat leidde tot het wegsnijden van alle Joden uit dit land – daarvan was volgens De Movement vreemd genoeg niets meer te merken. ‘Dus?’, vroeg Alissa. Max vond dat ze empathie en inlevingsvermogen opeisten, terwijl ze dat omgekeerd zelf op geen enkele manier konden opbrengen. Het was een wonderlijke combinatie: je hele identiteit bestond eruit dat je jezelf een antiracist noemde en tegelijk was je zelf een racist, in de vorm van een Jodenhater. [p. 199]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter