Vrijheid met een schaduwzijde – De ongemakkelijke erfenis in Ellen Neslo’s familiegeschiedenis
In *De schat van de vrijheid* duikt Ellen Neslo diep in haar familiegeschiedenis en stuit op een verhaal dat de koloniale geschiedenis van Suriname op indringende wijze tot leven brengt. Centraal staat Paulina, een voormoeder van Neslo, die in de 19e eeuw van slaaf tot vrije en welgestelde burger in Paramaribo uitgroeide. Maar haar vrijheid kent een wrange keerzijde: Paulina werd zelf eigenaar van slaven.
Neslo’s reconstructie is gebaseerd op archiefonderzoek en haar persoonlijke betrokkenheid als nazaat van zowel slaven als slavenhouders. Ze schrijft niet alleen als historicus, maar ook als iemand die haar eigen familiegeschiedenis onder de loep neemt. Die dubbele positie maakt het boek tot een gelaagde en moreel complexe vertelling. Paulina wordt niet neergezet als heldin, maar als een vrouw die laveerde binnen de mogelijkheden en beperkingen van haar tijd.
Geen heldenverhaal, maar een spiegel
Wat het boek onderscheidt, is de manier waarop Neslo de lezer confronteert met ongemakkelijke vragen. Hoe verhoudt vrijheid zich tot bezit? Kan emancipatie bestaan zonder het overnemen van onderdrukkende structuren? Paulina’s leven laat zien dat de koloniale samenleving niet in zwart-wit te vatten is. Neslo kiest bewust voor nuance en laat moraliserende oordelen achterwege, wat het boek des te krachtiger maakt.

Opvallend is ook haar taalgebruik: Neslo kiest er bewust voor om het woord *slaven* te gebruiken in plaats van *tot slaaf gemaakten*. Daarmee wil ze de historische realiteit benoemen zoals die destijds werd beleefd en geregistreerd, zonder deze te verzachten of te herformuleren. Die keuze maakt haar benadering direct en confronterend, en nodigt uit tot reflectie over hoe taal onze kijk op het verleden beïnvloedt.
Een genuanceerde reconstructie met open eindes
De verhalende stijl van het boek maakt de geschiedenis invoelbaar en toegankelijk, maar roept ook vragen op. De balans tussen persoonlijke betrokkenheid en historische distantie is niet altijd strak. Paulina blijft deels ongrijpbaar; haar motieven en gevoelens zijn vaak slechts te raden. Dat maakt het boek niet minder waardevol, maar benadrukt wel de grenzen van wat archieven kunnen onthullen en wat op basis van feiten kan worden gereconstrueerd.
Toch is *De schat van de vrijheid* een belangrijke bijdrage aan het publieke debat over slavernij, identiteit en postkoloniale erfenissen. Het boek nodigt uit tot reflectie, niet alleen over het verleden, maar ook over hoe dat verleden doorwerkt in het heden.