blog | werkgroep caraïbische letteren

Voortdurende belofte (7 en slot)

Verslag van een verblijf op Curaçao van 9 tot 28 april 2016

door Willem van Lit

IX.
Boeken. Ook daarvoor zijn we hier. Altijd snuffelen tussen de boeken die over Curaçao en aanverwante gebieden gaan. We hadden zelf ook nog wat in onze koffer gestopt. Kruispunt van Jopi Hart en ook zijn Verkiezingsdans. Van Freek van Beetz Uitzicht op zee.

Curacao Michiel van Kempen DSC_0310 (188)

Foto © Michiel van Kempen

Op het eiland gaan we steevast naar Mensing’s Caminada. Bruna ook wel, maar dat is toch niet zo mijn zaak. Daar heb ik mijn redenen voor; misschien dat ik nog wel eens vertel waarom. Ik heb stil gestaan bij de boeken van Marcha en Verweel, die weer een aantal nieuwe titels hebben die ik van belang vind. Nog niet, nee, nog niet gekocht, maar dat komt nog wel. Ik heb wel van Han Jordaan Slavernij en vrijheid op Curaçao gekocht. Een studie over de dynamiek van een achttiende-eeuws Atlantisch handelsknooppunt. Zo luidt de ondertitel. Dat boek heb ik zowat uit nu. Wat in elk geval opvalt, is dat eind achttiende eeuw de revolutionaire geest die was overgewaaid van Frankrijk en de Franse eilanden zeker voelbaar was op Curaçao. Nu ik dit gelezen heb, snap ik de motieven en de geest van de opstand van Tula ook beter. Het was niet zo vreemd dat hij refereerde aan de opstandige en de revolutionaire bewegingen op de Franse eilanden. Dit boek is een doorwrochte studie met veel opmerkelijke feitelijkheden bij de toenmalige gebruiken en gewoonten. Dit werpt toch wel een wat andere kijk op de traditionele kijk op de slavernij op Curaçao. Slaven voeren onder andere – naast gewone bemanningsleden – mee met de plaatselijke schepen, die werden ingezet voor de intensieve handel in het Caribische gebied. Hiervoor werden sommigen tijdelijk gemanumitteerd. Ik wist niet dat dat ooit werd gedaan.

Jordaan slavernij en vrijheid
Naast dit boek hebben we ook Koninkrijksgemeenschap in verscheidenheid aangeschaft. Dit is de bundel toespraken van Jaime Saleh. Hij is een voornaamheid op de eilanden. Saleh was onder andere gouverneur van de Nederlandse Antillen. De titel is al veelzeggend. Saleh gelooft zelf wel in de gemeenschap van het koninkrijk. Dat komt steeds naar voren in zijn geschriften. Ook dit is een idee over hoe het goede leven eruit kan zien; ik zal dit dan ook gebruiken. Deze gedachten zijn deftig, gezaghebbend en hardkaftig gebonden. Dit boek heb ik gekocht uit de ‘Bentana’ (venster) van de Amigoe, een van de Nederlandstalige kranten op Curaçao. Ik ben op de redactie langs geweest, ook met mijn laatste boek onder de arm. De mevrouw die daarover gaat – intussen weet ik dat dat Karin Wooning is – was er op dat moment niet. Ik heb mijn boek met een briefje achtergelaten. Ik kreeg later een mailtje van haar. Ze schreef me dat ze wel geïnteresseerd was om ook mijn boek in de Bentana te leggen. Ik heb haar gelijk gemaild dat dit niet het enige boek was dat ik over Curaçao en omgeving heb geschreven (ik was intussen terug in Nederland). Ik heb haar gevraagd of zij een mogelijkheid ziet een aantal exemplaren op Curaçao te krijgen en of ze mogelijk ook geïnteresseerd was in de andere geschriften. Tot nu toe is het stil gebleven vanaf de overkant. Ik zal haar binnenkort nog maar weer een berichtje sturen. Oh, ja en uit de Bentana hebben we ook nog Contemporary Curaçao, A Caribbean Community onder redactie van Witteveen, Kamps en Rojer aangeschaft. Dit is een algemene gids over het eiland.
Dit doet mij eraan denken dat ik Gerda Willems ook nog wat exemplaren heb beloofd voor de bibliotheek. Dat moet ik ook nog regelen.

 

Saleh Koninkrijksgemeenschap

X.
Met mijn volgende gesprekspartner zat ik bij ons vakantieverblijf op de porch. Een drankje erbij, de wind (alweer) en de tuin met bloemen en wuivende bomen. Hij zei mij dat voor Curaçao van belang is dat de gezondheidszorg betaalbaar en goed is. Dat is steeds moeilijker. Het eiland heeft niet alles zelf in huis voor behandelingen. Mensen moeten naar het buitenland voor behandelingen. Het is duur en omslachtig. Er moet ook meer aandacht komen voor preventie; er moet voorlichting komen over gezonde leefstijlen en voeding bijvoorbeeld. Het gaat vervolgens ook over sociale voorzieningen. Die zijn te krap voor velen om iets te kunnen ontwikkelen. Hij noemde nog meer. De politiek staat te dicht bij de mensen. Politici worden verleid en gedwongen beloften te doen die ze nooit waar kunnen maken. Een gevolg daarvan is dat het politieke landschap enorm versplinterd is. Er komen steeds nieuwe partijen, maar deze versplintering is er niet alleen op politiek terrein. Er zijn ook steeds meer stichtingen en verenigingen. Die zitten elkaar vaak in de weg. Ze proberen steeds voor zichzelf terrein te winnen, maar er is veel overlap. Er zit geen samenhang of samenwerking in. Ieder voor zich. Door die verdeling is men niet in staat kracht te ontwikkelen die nodig is. Alle activiteiten zijn voor de korte termijn. Men moet scoren. Ze lopen steeds vast in hun doelstellingen. Er is geen overkoepelend plan of idee. Ze beconcurreren elkaar. De professionele criminaliteit speelt hier gemakkelijk en handig op in. Dat is bedreigend en levensgevaarlijk. Het is van heel groot belang dat er meer samenhang komt in alle activiteiten, dat de samenleving meer stabiliteit krijgt en hechter wordt. Een gemeenschap waar een grote meerderheid achter kan gaan en wil staan. Een goed leven ontstaat als mensen in staat zijn voor zichzelf én voor anderen onzelfzuchtig keuzes te maken. Het functioneren van deze samenleving is te zeer afgesteld op zelfzuchtig denken en handelen. Dat zijn primaire overlevingsreflexen. Daar moeten we van af.
“We moeten werken aan een collectief levensplan op alle terreinen van het maatschappelijk leven”. Ik zat met haar in de koelte van de airco in een werkkamer. Het gaat niet alleen om de economie of het sociaaleconomische verband. Het gaat des te meer om het lijfelijke en geestelijke verband. Er moet verdieping komen in onze gemeenschap. We moeten leren van het beste dat bestaat om van alles de goede keuzes te kunnen maken. Dat moeten we combineren: gezondheid, ecologie, onderwijs, cultuur, veiligheid, jeugdzorg, enz. We moeten de zaken dan in eigen hand gaan nemen: de beste combinaties zelf gaan inrichten. Niet meer steeds maar vragen. Daar moeten we van af. Als je alleen maar blijft vragen, blijf je ook zwak; je verliest je waardigheid. Het gaat erom in een evenwaardige positie te komen in relatie tot bijvoorbeeld Nederland, maar ook anderen in de wereld. Niet meer als ouder tegenover kind, maar broers en zussen. Dat is evenwaardig en dan kun je groeien in kracht en eigen vermogen. Dan ben je in staat zelf keuzes te maken en dan ben je niet meer in een afhankelijke positie. Wat positief is, is dat mensen hier doorzetters zijn, vindt zij. Men geeft niet op in moeilijke omstandigheden. Mensen zijn bereid te leren. Zij ziet dat de meesten ook best in staat én bereid zijn dingen te veranderen en daardoor aan zichzelf te werken. Zij ziet dat er vertrouwen is, steeds meer en dat het ten goede zal keren.

Ze zei voorts dat er rust en bezinning nodig is. Stiltes. Luisteren naar de omgeving, naar jezelf en naar elkaar. Lezen, willen begrijpen. Leven hier gaat nog te veel met herrie gepaard. Bij bijna alle activiteiten moet het hard, keihard. Muziek en geschreeuw. Mensen zijn te gejaagd. Te onrustig. Men luistert niet naar de natuur. Uiteraard gaan haar ideeën straks mee in mijn analyse. Ze heeft nog veel meer gezegd. Alles telt; het is de combinatie van alle levenssferen die tot ontwikkeling moet komen. Alles heeft betrekking op elkaar; er lopen patronen doorheen of aders, zoals door gesteenten, waardoor hechting in een flexibele samenhang mogelijk wordt: de schoonheid en het goede. Die verbanden.
XI.
We moeten Helena ook steeds vertellen dat we naar Curaçao komen. Zij is lerares op een middelbare school. Ze woont al meer dan 10 jaar op het eiland, een verblijf dat ze heeft onderbroken voor een aantal jaren in Europa. Maar daar hield ze het niet uit. Ze moest terug. Helena is lerares in hart en ziel. Ze praatte afwisselend heel liefdevol over haar ‘kinderen’; dan weer met een diepe zucht en een traan om de verschrikkelijke hoeveelheid moeite die ze steeds moet betrachten om die ‘kinderen’ geïnteresseerd te houden. Het gaat haar aan het hart. Ze ziet het met lede ogen aan hoe deze jongeren vaak reageren met lamlendige gelatenheid en kennelijke vermoeidheid, slechts gericht op het directe effect van vluchtige pleziertjes. Ze treurt als ze zegt dat ze merkt dat ze zo vlug hun aandacht verliezen, dat ze zich niet kunnen of willen concentreren. Ze vergooien zo hun toekomst, zei ze. Vervolgens praatte ze met compassie en medeleven over de argeloosheid en de verbazing die ze steeds weer ontdekt bij de leerlingen. Ze heeft er al veel zien passeren. We zaten met Helena ergens te lunchen. Er zat in die broodjeszaak een oud-leerling. Ze begroetten elkaar uitbundig met een stevige ‘brasa’. Hoe verschrikkelijk leuk dit is en dan de verhalen weer…

 

Curacao Michiel van Kempen DSC_0310 (180)

Curaçao. Foto © Michiel van Kempen

Uitbundigheid en ernst. In die afwisseling. We zien haar genieten en treurig kijken, dan weer gedreven en bozig. Soms om dezelfde dingen. Ze leeft alleen op het eiland, haar eiland. Ze heeft verschillende verloofdes gehad, waarmee ze dan steeds een hartstochtelijke verhouding doormaakte. Het hield nooit stand. Een aantal jaren geleden kon haar dat nog radeloos maken en uit het lood slaan; intussen is er wat berusting gekomen. Ze snapt het nog steeds niet, maar ja… Ik zeg: berusting; de gedachten aan de opwinding die zij bij die verkeringen genoot, komen nog geregeld omhoog; ze veert dan in verrukking omhoog bij de herinnering. Ze liet ons een verhaal lezen – uit haar leven gegrepen – paga lús (dim het licht, Helena). “Dan kan ik naar je toe komen en dan…”. Ze krijgt de glans van de lucide vervoering weer over zich. Een lachende snuit. Helena vertelt met schaters in haar stem. Dat past hier: die pret om het discrete gaan en komen, de voetstappen in het halfduister, de blote voeten op koele tegels, het ritselen van kleding, de half gemompelde aanwijzingen, onrust, de aanrakingen, silhouetten in vage schaduwen, die over de muur en de vloer schuiven.
XII.
Er zijn tientallen redenen waarom we het missen. Dit soort ontmoetingen is er een van. Het is altijd gemakkelijk gezegd dat je iets mist. Ik heb nooit last gehad van heimwee; ik weet niet wat het is. Dat is het hier ook niet. Toen wijzelf nog op Curaçao woonden en we geregeld rondreisden in het Caribische gebied, heb ik dikwijls gedacht dat ik bepaalde momenten moest vasthouden, die moest opslaan en specifiek blijven herinneren. Metadenken over herinneringen. Dat zijn talloze momenten geweest en zeker ook de ogenblikken van ontmoetingen. We hebben veel bijzondere mensen leren kennen. Mensen die indruk op me hebben gemaakt, eenvoudigweg om de dingen die vertelden of deden met een simpel vanzelfsprekend gebaar of op gewone toon in de stem. Helena was er zo een. Natuurlijk zijn ontmoetingen altijd vluchtig, de mensen als personages niet echt aanraakbaar. Ze maken indruk door verhalen, de betekenis ervan in de bijzondere context en de lading van het moment. Helena kennen we intussen beter en we hebben geregeld contact met haar. Dat is telkens weer plezierig, intens of juist ernstig. Het hangt af van de toon en de aanleiding of reden waarom we elkaar zien.

 

Curacao Michiel van Kempen DSC_0310 (108)

Een Maersk-boorschip op de rede van Curaçao. Foto © Michiel van Kempen

Ik denk ook aan de man uit St. Eustatius die we in die jaren toen in het vliegtuig tegen kwamen toen we van dat eiland terugkeerden naar St. Maarten. Hij begon ons spontaan te vertellen dat hij naar St. Maarten ging om palen en draad te kopen om afrasteringen te gaan maken. St. Eustatius had een geitenplaag, zei hij en daar moest iets tegen gebeuren. Hij ging dat regelen. Met diepe ernst in zijn stem. Het moest afgelopen zijn met loslopende geiten overal. We hebben later niet gehoord of het nog iets geworden is met dat plan. Er zijn tientallen voorvallen meer aan te duiden. Ik heb in een bundel weekboekafleveringen een deel van deze herinneringen vastgelegd. “Verhalen uit de Kraalzee” noemde ik ze onder de titel Atlantisch rendez-vous. Ik heb mijn eigen reliëf in het geheugen geslepen, waar ik nu ook weer over vertel.
We zijn ook nog op bezoek geweest bij Gert en Milena. Gert is een collega, die hier nu met zijn eega een aantal maanden geleden naar toe is gekomen. Voor vijf jaar. Ze zijn duidelijk nog aan het wennen. Dat hoor je omdat ze nog met ietwat nieuwe verbazing vertellen over de gewoonten en voorvallen: het nieuwe gidsen. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de snelheid waarmee dingen hier kapot gaan, hoe de lijm van je schoenen oplost of de kunststof verpulvert. Ook over het levensgevaarlijke stuntmotorrijden en de kunst van het grof herrie maken. En de gesprekken gaan over het werk natuurlijk, over de mensen die komen en gaan en hoe werkdingen lopen. Meestal als ik hier op Curaçao kom, is dat voor mijn werk. Deze keer niet en ik heb ook geen contacten gehad over het werk, behalve dan dit ene bezoek bij Gert thuis. Maar dat was ook niet bedoeld als werk. Maar ja, we hebben hetzelfde referentiekader en dan gaat het er wel over. Ik merk dat ik weer gewoon kan aanschuiven bij de onderwerpen die hier spelen. In dat opzicht verandert er eigenlijk niks.
Waarvoor we dan wél hier zijn? Je zegt snel: vakantie. Maar dat heb ik uitgelegd. Dat is het niet. Als we hier zijn, zoeken we steeds; dat is de onrust van de verleiding. Wat is dat andere? Wat we eigenlijk willen, is een voet-aan-de-grond-plek, een pied-à-terre, zoals dat deftig heet. Ook daar kijken we steeds naar. Zou het te doen zijn? Zou het kunnen? Hoe dan? We hebben een locatie bezocht. We hebben een appartementencomplex bekeken. Daar was wind. En uitzicht ook. We hebben ons laten voorlichten en we praten erover met vrienden: het vóór en het tegen, de kosten, de mogelijkheden, de belemmeringen of beperkingen. Je bijt op je lippen en je laat de verleiding aan je geest, je gemoed en je hart rukken. Maar wat moeten ze hier nog met een paar makamba’s meer? En dan nog eentje die wil meedenken en die zich wil bemoeien met het schone van het leven onder de palmen.
Ik schreef ooit in navolging van Tip Marugg: “wanneer zul je leven als je nu niet leeft”? Dat is het dilemma van een voortdurend uitgesteld leven. Dan wordt het nooit compleet. Het is de geest van de migrant, de ziel van de balling, zeker een balling, maar wel een zelfgekozen ballingschap die ook leeft met de voortdurende belofte.
We vlogen terug. We kwamen in de Nederlandse kou terecht. Het was voorjaar, maar het was onplezierig winderig koud. Hier in deze moerasdelta is de wind tocht en daar moet je je tegen beschermen. De eerste dag thuis en ik kon met moeite warm worden. Maar de routine sluipt er ongelooflijk snel in. Je moet weer denken aan volgende week, enz. Betrouwbaar reageren. Alsof het om vakantie ging.

14 mei 2016

1 comment to “Voortdurende belofte (7 en slot)”

  • Met veel plezier gelezen!

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter