blog | werkgroep caraïbische letteren

Voortdurende belofte (1)

Verslag van een verblijf op Curaçao van 9 tot 28 april 2016

door Willem van Lit

I.

“Hoe kan ik u van dienst zijn?” Maar dan in het Engels. We (dat is mijn vrouw en ik) werden onthaald door een aantal Curaçaose jongejuffrouwen die deze tekst op hun poloshirt dragen bij het binnenlopen van de aankomsthal. Het is altijd een belevenis en zeker als je over het vliegveldasfalt mag lopen; dat eerste stukje Curaçao onder je voeten.

Je hoort dan weer de bezigheden en je voelt de warmte, de wind die dwars over de landingsbaan staat. Je ruikt de zee. We zijn niet de enigen die aangekomen zijn. Drie vliegtuigen uit Europa waren kort na elkaar geland. Wij als laatste. Dat heb je niet zo gauw in de gaten totdat je de aankomsthal binnen loopt.

hato-airport-curacao1

Hato, Curaçao

Voor vertrek heeft de reisorganisator aangegeven dat het beter is alvast thuis achter de PC het immigratieformulier op te maken. Dan kom je sneller voorbij de immigratie. Als Nederlander moet je je hier nog altijd melden bij de immigratiedienst. Je krijgt een beperkte verblijfsvergunning op de eilanden. We hebben dat formulier dan thuis alvast maar gemaakt. Kijken of het helpt.
Drie grote vliegtuigen. Dat waren toch al snel zo’n zeshonderd mensen. De capaciteit van de immigratiedienst is beperkt. Men heeft in de hal poortjes gemaakt voor elektronische verwerking van de toegang tot het eiland, maar die waren nog niet in werking. Dat betekent dat je nog niks hebt aan die vooraf PC-matig gemaakte inkomformulieren. Dat begrijpen we heel snel. De stroom reizigers voor de loketten van de beambten was lang. Men heeft met banden aan paaltjes zigzag paden aangelegd om de stroom te sturen. Er hing een opgewekt gelaten schuifelstemming in de hal. Men verwerkte de wachttijd roezemoezig monter, moet ik zeggen.
De onthaaldames met de vriendelijke tekst op de schouders van hun shirt probeerden nog een nieuwe lijn van wachtenden te formeren. De laatst aangekomen reizigers werden verzocht een van hen te volgen een trap op. Wij stapten achter haar aan. We dachten dat ze daarboven mogelijk extra immigratieloketten hadden ingericht. Dat is dan een meevaller. Bovenaan de trap maakten we een bochtje van 180 graden. Ze voerde ons door een gang. We kwamen bij een volgende trap. Weer 180 graden draaien. We liepen de trap af. Wat denk je? We kwamen in dezelfde aankomsthal waar de collega’s van onze trap- en ganggids ons verzochten weer in de rij aan te sluiten. Men heeft de stroom gestructureerd! Is dit slim of is dit slim?

 

HatoCUR1950-2

Hato in 1950

Dan nog door de douane. Daar is ook een bottleneck met deze aantallen aankomers natuurlijk. Het oponthoud bij de grens heeft lang geduurd. De bagage was al lang over de band gelopen. Anderen hadden de band vrij gemaakt en de koffers er op een kluitje langs gezet. Dat is dan weer snel. De douane scant normaal gesproken elk stuk bagage, maar als ze dat nu zouden doen, wordt het een kleine ramp. Men beperkte het, onder andere door streng en belangrijk naar de reizigers kijken bij de passage. Een enkeling werd nog gescand.
Dan staan we buiten. Het eiland is weer even aan ons!

Dat schitterende licht van hier!

 

[wordt vervolgd, klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter