blog | werkgroep caraïbische letteren

Vonnis Cojo, Mentor en Present

door Carlo Jadnanansing
 
In het zojuist verschenen Surinaams Juristen Blad (SJB 2013 nummer 3) is er een interessant vonnis geplaatst uit 1833 inzake Het Politiek Ministerie ca Cojo of Andries, Mentor of Geluk en Present. Aan laatstgenoemden werd tezamen met nog zes andere beklaagden (verdachten) brandstichting ten laste gelegd. Dit laatste mag als algemeen bekend worden verondersteld. Een voor velen verrassend aspect dat in het vonnis naar voren komt, is dat de brandstichting in verband gebracht werd met een poging om het toenmalige wettige gezag omver te werpen en de staatsmacht over te nemen. Voor zover mij bekend komt dit aspect in de geschiedenisboeken die voor onderwijsdoeleinden op de Surinaamse scholen worden gebruikt niet naar voren.Uit het vonnis blijkt dat Cojo, Mentor en Present samen met Winst en Tom gezamenlijk een kamp hadden opgezet in het ‘Picornobosch’ dat aan de rand van Paramaribo moet hebben gelegen. Hun werd ten laste gelegd dat zij onder het plengen van vloeistoffen op de grond een eed gezworen hadden om overal waar zulks mogelijk was, brand te stichten en zoveel mogelijk goederen te bemachtigen. Hierna zouden zij trachten zich te verenigen met andere weggelopen negers en zich met hen te verenigen en een groter kamp op te richten op een verlaten plantage aan de Boven-Surinamerivier. Op deze plantage bevond zich de bekende weggelopen slaaf Pasop die zich aldaar ophield met andere weglopers. Cojo, Mentor en Present zouden met Pasop hebben afgesproken dat zij na deze vereniging met andere weglopers (bedoeld wordt Marrons; CRJ) tegen de blanken en ‘vrijlieden’ zouden vechten, de stad zouden aanvallen en wanneer zij van voldoende wapens voorzien zouden zijn, zich van het land meester zouden maken. Cojo zou verklaard hebben dat wanneer zij het land hadden overwonnen, hij zich tot opperhoofd daarvan zou laten uitroepen en het land onder zijn mensen zou verdelen.Wellicht zouden Cojo, Mentor en Present de eersten in de geschiedenis kunnen zijn die een couppoging tegen het wettig gezag hebben beraamd. Cojo, Mentor en Present werden echter na de brandstichtingen gevangen genomen en na hun berechting op barbaarse wijze terechtgesteld. Zij werden door het Gerechtshof ter dood veroordeeld en op de wijze dat zij aan palen vastgebonden, levend verbrand moesten worden.
Het vonnis werd uitgevoerd ten overstaan van het voltallige Hof, de procureur-generaal en de griffier.

[van Starnieuws, 2 januari 2014]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter