Visuele en literaire kunst ondersteunen elkaar
door Ismene Krishnadath
Hoewel de laatste editie een smet van verspilling op zich heeft gekregen, moet gezegd worden dat de verschillende Carifesta’s waar Suriname aan deel heeft genomen, zeker positieve kanten hebben gehad. Een belangrijke daarvan is de band die is ontstaan tussen kunstenaars van verschillende disciplines.
Het werd makkelijker voor een schrijver om naar een schilder of podiumkunstenaar toe te stappen en het kwam regelmatig voor dat literaire presentaties werden opgeluisterd door dans en dat dansen werden geïnspireerd door poëzie. Schilders verwerkten poëzie in hun werk en schrijvers vroegen tekenaars hun werk te illustreren. Het is dus niet gek dat de beeldende kunstenaar Reinier Asmoredjo twee vertegenwoordigers van de literaire wereld vroeg zijn negende solo-expositie te openen. Die eer kwam toe aan dichter Jeffrey Quartier en ondergetekende, schrijfster en uitgeefster. De opening vond plaats op 17 november laatstleden in Readytex Art Gallery.
Toen ik Reinier leerde kennen was hij student op de Academie voor Hoger Kunst en Cultuuronderwijs, samen met Gerold Slijngard, momenteel een bekende illustrator en Steve Ammersingh, nu een bekende cartoonist. De kennismaking met Reinier en zijn werk verdiepte zich tijdens de verschillende Carifesta’s en de evenementen en producties van de Federatie van Beeldende Kunstenaars in Suriname, waarin hij actief participeerde. In die periode heb ik een kijk gekregen op en heel veel waardering voor Surinaamse schilderkunst. Surinaamse kunst wordt gekenmerkt door veel kleur en een uitbundige verbeelding van de natuur. Onze culturele identiteiten zijn vaak een bron van inspiratie en qua stijl ligt het tussen het figuratieve en het abstracte. Reiniers schilderijen passen in dit raamwerk. Zijn beeldtaal sprak me aan. Ik heb twee van zijn werken gebruikt als cover voor mijn boeken. Beide boeken worden gelezen door onze schoolgaande jongeren. Zij krijgen met deze boeken behalve Surinaamse literatuur, ook Surinaamse beeldende kunst mee. Een jongedame die beide boeken had gekocht, zei tegen me: ‘Wat een mooie kaften. Het lijkt wel kunst.’
De negende expo van Reinier laat zien dat het mogelijk is twintig jaar lang kunst met een eigen signatuur te ontwikkelen zonder saai te worden. In zijn nieuwste schilderijen gebruikt hij nadrukkelijk een rechte lijntechniek. Het lijnenspel creëert ook langwerpige vormen en hoekige vormen, wat de vormgeving een grafisch effect geeft en strakker maakt. Overigens kan je de overgang ook in deze expo zien door de werken te vergelijken, bijvoorbeeld ‘Morning dance’ met ‘Blue mirror’.
Het eerste werk heeft ronde vormen en vloeiende lijnen. Het tweede werk oogt veel strakker met rechte lijnen, die op de nek nadrukkelijk herhaald worden. Deze belijning maakt het ook mogelijk de nekken uit te rekken, wat een surrealistisch beeld creëert. Belangrijk voor verzamelaars is dat een kunstenaarshand herkenbaar blijft door de tijden heen en een uniek stempel drukt op al het werk. Reinier herken je in zijn symboliek van ‘vruchtbaarheid’ en ‘leven’: rondborstige vrouwen, de zon, fruit, vogels, dieren. Sterk kleurgebruik. Ook hier laat dertig jaar ervaring zich gelden. Sterke, maar evenwichtige kleurcontrasten hebben vanaf het begin zijn werk expressief gemaakt, maar je ziet steeds meer nuances, het resultaat van veel experimenteren met mengkleuren.
‘Lobiwan’ bijvoorbeeld heeft een reeks schakeringen in blauw, waardoor het blauw blijft boeien. Mijn favoriet in deze expo is ‘Jealousy’. Je ziet ogen, die schijnen te zeggen ‘San yu’e luku mi?’ Maar het zijn ook ogen die je het schilderij vanuit talloze perspectieven laten bekijken. Je raakt er niet op uitgekeken. Reiniers werk is zeker de moeite waard voor schrijvers die een sprekend beeld zoeken voor de kaften van hun literaire producties.