blog | werkgroep caraïbische letteren

Vier puzzelstukjes

door Michiel van Kempen

voor Kenneth Herdigein

Voor een moment van nadenken bestaat er een mooie uitdrukking: het hoofd leegmaken. Maar nadenken is nu juist níet het hoofd leegmaken, maar het hoofd laten vollopen. En met alles wat we moeten, met alle pingetjes van Whatsappjes, Messenger-berichtjes en mailtjes: hoe vaak lukt ons dat nog?

De coronacrisis bracht me naar mijn berging en uit die berging kwam iets wat jaren onuitgepakt was gebleven: een legpuzzel. Sinds mijn 15de had ik er geen meer gelegd, dus zeg maar: voor het laatst zo’n anderhalve eeuw geleden. Maar het bleek een ideale hoofdleegmaker tussen alle dagelijkse beslommeringen, taken en appjes door: duizend stukjes om een scène van krioelend strandleven te reconstrueren – in een tijd van lege stranden. Avond na avond de luxe van de onbenulligheid, nee, van het gedachtenloos draaien, keren en inpassen met duizend keer de kleine vreugde van het passende stukje. Na een week was het strand bomvol, het hoofd bomkraterleeg. En wat bleek: tot mijn stomme verbazing waren er nog vier stukjes over, tesamen een klein uitroepteken in een ruimte van betekenisloosheid.

De ervaring bracht me vijfendertig jaar terug naar het Paramaribo van 1985. De motor van mijn auto had een grote beurt nodig, moest worden overhauled heette dat, en ik had een paar sympathieke jonge mensen gevonden voor wie dat een kolfje naar hun hand was, zeiden ze, ze vroegen ook veel minder dan mijn eigen peperdure vakman. Ze zouden de motor eruit halen en binnen een week kreeg ik hem compleet gereviseerd terug, no worries.  Ik belde na een week op, maar het zou nog een paar daagjes langer gaan duren, no worries. Dat had ik al zo’n beetje verwacht, maar ik ging er toch maar eens langs en geloofde mijn ogen niet: op het grote erf overhuifd door twee majesteitelijke manjabomen lagen op plastic zeilen alle onderdelen van mijn auto, álle. Ik kon er geen systeem in ontdekken, het grootste hoopje telde iets van 3 schroeven. Er was gewerkt, dat was zeker. En ze waren al bezig ‘m weer in elkaar te zetten, zeiden ze, komt goed, maître, over twee daagjes brengen we die auto terug, klari keba.

Twee weken en ettelijk telefoontjes later – no worries – hoor ik in de verte een pletwals komen aanrijden, u weet zo’n kolos die over het dampend asfalt van een nieuwe weg rolt, terwijl de chauffeur uit de cabine hangt en zich het zweet van het gezicht veegt met een grote zakdoek. De pletwals naderde en draaide mijn straat in en mijn oprit op: míjn auto maar dan met het geluid van een metalen nijlpaard dat net vijf kilo moerbouten heeft ingeslikt! De jongelui waren trots en ik kreeg nog een plastic zak erbij met onderdelen die ze niet meer hadden weten terug te zetten. Ja, hoe zal ik dit noemen: een win-winsituatie – zíj een hoop ervaring rijker, en ík een rijdende auto plus een zak met onderdelen die blijkbaar niet nodig waren want het ding reed toch wel.

We zijn het ontwend om onze zegeningen te tellen. We zijn nog minder gewend aan het onverwachte. We hebben geen oog meer om te zien dat uit tegenslag méér kan voortkomen dan we hadden voordat we die tegenwind kregen. Na vijf jaar verwoestende wereldoorlog kregen we 75 jaar vrede en welvaart. Na drie weken auto-onderhoud bleef een zak met onderdelen over. Na het ineenvoegen van duizend stukjes van een legpuzzel houden we er nog vier in de hand. Als we even stilstaan en ons hoofd hebben leeggemaakt, laten we dan eens nadenken over die vier puzzelstukjes.

1 comment to “Vier puzzelstukjes”

  • Eerst hoofd gevuld met Pronk en daarna gelachen met de o zo bekende ‘ automonteurs’ van Suriname. Nu hoofd leegmaken en daarna weer ….filosoferen over het nieuwe tijdperk.
    Bedankt!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter