blog | werkgroep caraïbische letteren

Vertrouwen en duurzaamheid (5)

door Willem van Lit

1. Psychodynamische complexen

Hierna noem ik een vijftal complexen die vorm geven aan de sociale structuren en die mede bepalen hoe vertrouwen eruit ziet in een samenleving.

jaloezie
1) Jaloezie, na-ijver of oprechte waardering
Een eerste complex is dat van de jaloezie of na-ijver. Dit complex betreft de manier waarop groepen in de samenleving met elkaar verkeren in ongelijke situaties en posities met de intentie elkaar oprecht voorspoed te gunnen of – andersom – juist afbreuk te willen doen. Het voortdurend beroep doen op de gunst van de ander speelt hierbij een grote rol. Dit laatste gebeurt onder andere in de situatie dat men zich steeds berekenend of dwingend afhankelijk opstelt: ‘zolang je succes hebt, heb je vrienden’ met alle varianten daarop. In de politiek komt dit fenomeen naar voren bij het cliëntalisme. De intenties van de betrokken partijen zijn niet altijd helder. De reactie op (veronderstelde) jaloezie is steeds wantrouwen en het veroorzaakt quasi-onherstelbare breuken in menselijke relaties. Na-ijver schaadt het geloof in de werking van oprecht bedoelde systemen; het tast dus het systeemvertrouwen aan. Het schaadt tevens het geloof in het goede bij de ander. De tegenhanger is waardering voor de werking van sociale structuren, instituties en systemen én het succes van anderen; als basis veronderstelt dit een welgemeende en constructieve houding. Hierbij is men bereid tot versterking van de onderlinge verhoudingen te komen op basis van een welbewust eigenbelang. Het complex van jaloezie leidt uiteindelijk tot verdachtmakingen en het geloof in complotten, die de werking van constructieve sociale processen kan vernietigen. Het geloof in samenzweringen is een fatale inbreuk op het elementaire vertrouwen, zoals hierboven besproken. Het leidt ertoe dat je constant reflecteert op gerichte en ongerichte voorvallen en interacties die je waarneemt. Het veroorzaakt fundamentele angst, zoals in samenlevingen die beheerst worden door totalitaire systemen (waar ‘de macht’ álles wil beheersen). Maar ook in zogeheten collectivistische samenlevingen werkt dit zo. Hierbij moet men voortdurend op de hoede zijn voor de invloed van ‘het boze’, dat door waarschijnlijke na-ijver of wrok van mensen uit je directe omgeving bewust op je wordt uitgezonden (Willem van Lit, Cariben, pag. 270 – 274 en 287 – 295).

 

koningshuis le roy c'est moi rudy henriquez

Rudy Henriquez – L’état c’est moi

2) Wrok, woede of moed en trots
Het tweede psychodynamische complex dat invloed heeft op vertrouwen, is de werking van een latente kracht die plots en bruisend aan de oppervlakte kan komt. Deze kracht kan zowel een positieve als negatieve uitwerking hebben. Boosheid kan maatschappelijke dimensies hebben door onderdrukking of krenking (beschaming). Dit kan liggen aan ongelijke sociale verhoudingen maar kan ook gevonden worden in religieuze, racistische of nationalistische gedachten en praktijken. Woede kan in latente vormen eeuwen trotseren en bij een bepaalde aanleiding oplaaien. Hierbij wordt het principe van wederzijdsheid geweld aan gedaan. Wrok leidt ertoe dat men met vooringenomenheid leeft, waarbij verschijnselen niet meer zijn gebaseerd op kennis of aanwijzingen van echte gedragsmotieven van anderen. Er is sprake van vooroordelen en stereotyperingen met achterdocht en cynisch wantrouwen. In Cariben, laten we het onmogelijke vragen staat het complex van woede centraal. Het is de oorzaak van de ziekmakende omhelzing – zoals ik dat noem – tussen De Nederlands Caribische eilanden en het Europese Nederland. Woede en manie komen onder andere voort uit beschaming en dit heeft diepgaande gevolgen voor intermenselijke verhoudingen en het functioneren van een samenleving. “Onbehagen is een bron van eruptieve woede en op de Caribische eilanden is er van deze brandstof veel voorradig. Het komt onder andere voort uit wat ik noem de pathetische omhelzing van schuld en schaamte, een omhelzing in hoogdravende en hartstochtelijke bewogenheid die van wrevel en boosheid is doortrokken”. (pag. 139). Er zijn andere schrijvers die zich ook met dit thema hebben bezig gehouden. Ik noem in dit verband Aart G. Broek, die diverse publicaties op zijn naam heeft staan die betrekking hierop hebben. In zijn Terreur van de schaamte verbindt hij schaamte en woede en zegt dat dit de grondslag is voor terreur. Ook hij plaatst dit complex binnen de verhoudingen van het Koninkrijk der Nederlanden. De tegenhanger van woede of boosheid is trots of eergevoel, waarbij oud zeer op een bepaalde manier is verwerkt en omgezet in een constructieve kracht (tenzij nieuwe krenking van eer optreedt). Trots kan leiden tot moed en de bereidheid naar elkaar toe te groeien. Men spreekt ook wel over burgermoed in dit geval.

3) Arrogantie, hooghartigheid of zelfbewustzijn en gevoel van eigenwaarde
Arrogantie en hooghartigheid zijn maatschappelijke krachten die egocentriciteit benadrukken en dit leidt tot ongeloof in sociale gelijkheid. Hiertegenover staat dat een uitgewogen zelfbewustzijn en stabiel gevoel van eigenwaarde de basis zijn voor de goede werking van tolerantie. Dit zijn de krachten die het ontwikkelen van het wederzijds vermogen in menselijke relaties versterken. In mijn boek Cariben laten we het onmogelijke vragen (pag. 245 – 249) heb ik het complex van hebzucht en hoogmoed beschreven. Ik heb me daarbij gebaseerd op de ideeën van de psycholoog Paul Verhaeghe. In onze huidige westerse samenleving komen in het neoliberalistische denken en handelen deze twee complexen bij elkaar. Hebzucht, schraapzucht en egocentrisme zijn in toenemende mate kenmerken geworden van ons sociaaleconomisch systeem. Het wordt steeds meer een ‘fait social’, een sociaal feit. De onderlinge solidariteit lijkt af te nemen, doordat een aantal sociale instituties en systemen (coöperaties, nutsinstellingen, onderwijs, zorg, politie en krijgsmacht, enz.) steeds meer aan de ‘werking van de markt’ worden toevertrouwd, d.w.z. vertrouwen in concurrentie en het zogeheten utiliteitsbeginsel, die een ‘garantie’ zouden moeten leveren voor kwaliteit en een faire prijs. Verhaeghen betoogt dat deze ‘vermarketing’ van het sociale functioneren samen gaat met het impliciete idee van een modern opgetuigd sociaal darwinisme. Het is de overtuiging dat als men als individu of groep niet kan meekomen in de ratrace die hieruit ontstaat, alleen nog ’de besten’ in deze moderne vorm van competitie voorrang zullen krijgen. De rest wordt weg geselecteerd. Ik schreef: “De combinatie van beide krachten, de hebzucht en arrogantie heeft in de dynamiek van de eigenwerking tot resultaat dat er binnen de maatschappelijke verhoudingen bij de lagere (maatschappelijke) groepen een schaamtecomplex tot ontwikkeling komt; men moet constant ervaren dat men heeft gefaald”. En zoals ik zei: het is een complex, een sociaal feit en dat heeft een structureel effect op de sociale betrekkingen. Dat heeft weer gevolgen voor de werking van het vertrouwen tussen die maatschappelijke lagen, maar ook op de systemen die op de bestendiging van die structuren in het leven zijn geroepen: het banksysteem, de inrichting van het sociale leven, de instituties die zorgen voor rechtvaardigheid en solidariteit, economische structuren en het politieke leven. Zowel het persoonlijk vertrouwen als het systeemvertrouwen zoals Abts dat noemt, komen dan onder grote druk te staan.

4) Achterdocht of integriteit en discretie
Achterdocht is wantrouwen. Dat kan menig oorzaak hebben, zoals leugens, incompetent gedrag en uitingen daarvan, misverstanden of regelrecht bedrog. “Wantrouwen voedt (…) de onzekerheid en zelftwijfel” (Abts pag. 16). Indien dit doorschiet, dan is achterdocht een rem op de ontwikkeling van (nieuwe) sociale verbanden en handelingen. Men keert terug naar veiligheid van beschreven procedures en contracten; op deze manier worden er kansen gemist. Overdreven waakzaamheid vertraagt het maatschappelijk handelen en functioneren in het algemeen. Wantrouwen leidt in eerste instantie tot stilte in menselijke verhoudingen, leegte, verzet en verstoringen van andermans activiteiten. De drang tot voortdurend verifiëren neemt toe. In structureel opzicht gaat men ook hier complotten vermoeden. Bij vertrouwen is er steeds sprake van een zekere mate van geloof en dit veroorzaakt een ‘sprong tussen interpretatie en verwachting’ (Abts, pag. 7). Na interpretatie van een situatie zet men de onzekerheid en onwetendheid voor onbepaalde tijd opzij. Men neemt tijdelijk aan dat de situatie zekerheid geeft. Men interpreteert, overtuigt zichzelf en men handelt (of men gaat het engagement aan). Bij persoonlijk vertrouwen gaat het om geloof in oprechtheid, goede bedoelingen en de competenties van die ander. Integriteit en gevoel van eigenwaarde zijn de krachten die hier tegenin gaan en leiden tot versterking van menselijke relaties.

 

In de inleiding tot de bespreking van deze psychodynamische complexen heb ik het verschil besproken tussen gevaar en risico met de daarbij horende discussie over de vrije wil met het zelfverantwoordelijk gedrag. Bij de bespreking van achterdocht als complex is een verdere toelichting op zijn plaats. Het gaat dan om het verschil tussen vertrouwen enerzijds en hoop en confidentie anderzijds. Ik volg hierbij de redenering van Abts (pag. 9). Hoop is een “vaag, passief en niet rationeel gerechtvaardigd gevoel” dat dingen in het leven goed zullen verlopen. Bij vertrouwen gaan we ervan uit dat er kritieke momenten zullen komen, die we zelf kritisch in de gaten moeten houden en dat daarbij wel nadeel of schade of teleurstelling zullen optreden. Dit is ons deel; het is risico-inschatting waarbij we het resultaat op onszelf betrekken. Dat wil zeggen dat vertrouwen kritisch zelf beschouwen, het zelf nadenken en contingentie beoogt. Contingentie wil zeggen dat toekomstige veranderingen in alle situaties aanpassing van gedrag vergen. Hoop is een oriëntatie op de toekomst tegen beter weten in en het is vrijblijvend. Vertrouwen veronderstelt wederzijdse investering en is het gevolg van positieve en negatieve signalen waarop we ons moeten beraden, waar we op anticiperen en waarbij we naargelang handelen. “Hoop veronachtzaamt contingentie” en het veronderstelt onvoorwaardelijk geloof, waarbij men zich overgeeft aan het onveranderlijke. Zo is er ook verschil tussen vertrouwen en confidentie. Als men in de beoordeling (perceptie) en bij de evaluatie van een situatie niet denkt aan veranderingen die waarschijnlijk zullen optreden en dat dit aanpassing van gedrag vergt, dan ben je confident. Je bent zelfverzekerd over de stabiliteit van de relaties, de omstandigheden en de vast continuïteit van de werking van het systeem. Áls er dan iets verandert, dan is dat te wijten aan een oorzaak buiten jezelf. Het is dan het lot, pech, iemand anders die het doet en soms ook ‘het boze oog’. Het kan dan zijn boze opzet, verraad en moedwillig gedrag van personen of de manipulatie van systemen. Er is geen sprake van wederkerigheid. Men betrekt het voorval niet op zichzelf en voelt geen eigen verantwoordelijkheid. Men ervaart zichzelf als overgeleverd aan de gebeurtenissen. Men noemt dit dan: externe toewijzing. Confidentie heeft te maken met perceptie (onvoorwaardelijke geloof) en externe toewijzing (oorzaken buiten zichzelf). Externe toewijzing van oorzaken is een bron voor achterdocht: men trekt de integriteit van anderen voortdurend in twijfel.
Er zijn samenlevingen waarin dit complex structureel van aard is. Dit is veelal het geval in zogeheten collectivistische samenlevingsvormen, waarvan ultranationalistische varianten ook deel van uit maken. Hierbij is sprake van georganiseerde achterdocht en wel in politieke en sociale systemen. Ik heb hierover uitvoerig geschreven in Cariben, laten we het onmogelijke vragen (pag. 219 e.v.).

 

 

5) Angst, onzekerheid of geloof en spontaneïteit.
Angst en onzekerheid hebben ook vele oorzaken en verschijningskenmerken. Het leidt tot terughoudendheid en vluchtgedrag of juist woede en geweld. In maatschappelijke proporties leidt het tot apathie, massale onverschilligheid en desinteresse in menselijke verhoudingen. Bij het ontbreken van angst treedt spontaneïteit en constructief initiatief nemen op de voorgrond. Het versterkt het onderling vertrouwen.

 

[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter