blog | werkgroep caraïbische letteren

Verschraling tegengaan

door Paul Comenencia
Strekking van dit verhaal is dat Curaçao, gegeven de eigen realiteit en die van de wereld om ons heen, zijn zegeningen moet tellen, het Statuut, de Koninkrijksrelaties en de aansluiting bij de Europese Unie moet koesteren en deze de komende jaren veel meer moet benutten dan de afgelopen decennia het geval is geweest, wat de EU betreft niet zo zeer vanwege mogelijke subsidiegelden maar vooral als beschermend rechtsstatelijk kader.

Paul Comenencia [bij gelegenheid van een presentatie in Nederland] – foto Aart G. Broek

Het succes van kleine landen is tegenwoordig sterk afhankelijk van hun bereidheid om te integreren en samenwerken met grotere verbanden. Van soevereine, van niets of niemand afhankelijke staten –als die al ooit hebben bestaan– is lang geen sprake meer. De keus is steeds vaker: meedoen aan een grensoverschrijdende rechtsorde en daarop (bescheiden) invloed uitoefenen of autonomie bewaken en (daardoor) steeds vaker overgeleverd zijn aan wat andere, meer invloedrijke, staten eenzijdig of gezamenlijk beslissen. De eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen behoren nu tot de grensoverschrijdende rechtsorde van het Koninkrijk der Nederlanden met aansluiting bij de Europese Unie. Uiteraard belet niets de eilanden zich toch af te scheiden van het Koninkrijk, als de bevolking daarvoor zou kiezen. Maar een dergelijke keus heeft voor de eilanden weinig zin als zij vervolgens toch verstrikt kunnen raken in een web van andere belangen. Bovendien blijft daadwerkelijke staatkundige onafhankelijkheid voor kwetsbare, kleinschalige samenlevingen als Aruba, Curaçao en Sint Maarten, hoe dan ook een project van zeer lange termijn zolang bestuur en parlement zelfs aan de meest basale taken zodanig hun handen vol hebben, dat zij aan grotere thema’s niet toekomen. Thema’s zoals de ontwikkeling, met deelname van alle geledingen in de maatschappij, van een breed gedragen, regeerperiode-overstijgende ontwikkelingsvisie. In de tussentijd is het advies aan Curaçao om geen tijd te verliezen met heronderhandeling van de huidige rechtsorde maar te concentreren op betere benutting ervan.

Paleis gouverneur van Curaçao, in Willemstad / foto Aart G. Broek

Het Statuut biedt de Caribische rijksdelen, ondanks de ingebouwde Nederlandse doorzettingsmacht, voldoende ruimte om, vanuit een eigen visie, een voorspoedige ontwikkeling na te streven, de beperkingen van extreme kleinschaligheid te overbruggen en effectief invloed uit te oefenen op de besluitvorming van het Koninkrijk en Europa. Deze ruimte is de afgelopen decennia helaas onvoldoende benut. Even succesvol als Curaçao is geweest met toeristische promotie in Nederland, zo laks is men geweest met relatiemanagement richting politiek Den Haag. Willen Curaçao en de andere Caribische rijksdelen voorkomen dat de Koninkrijksbanden, door gebrek aan aandacht, verder verschralen en zij de komende jaren –onbewust- ‘afdrijven’ van de rest van het Koninkrijk, dan zullen zij zich veel actiever moeten interesseren voor de Koninkrijksrelaties.

Lees de voordracht die Staatsraad Comenencia hield op 14 december 2019 in Willemstad, Curaçao, bij gelegenheid van de viering van 65 Jaar Statuut, georganiseerd door de Kamer van Koophandel Curaçao, hier [in pdf]:

Statuut 1954 / Nationaal Archief Den Haag

10 comments to “Verschraling tegengaan”

  • Een voortreffelijke tekst van de voormalige gevolmachtigd minister van Curaçao en huidige Staatsraad Paul Comenencia. Met deze tekst kan het Koninkrijk voorlopig vooruit en een begin maken met het concentreren op (fragment uit het artikel van Comenencia):

    ‘•verlichting van armoede en sociale achterstanden,
    . verbetering van het decennialang door de lokale politiek verwaarloosde onderwijs (uitzonderingen daargelaten, natuurlijk),
    • professionalisering van door politieke patronage verzwakte overheidsdiensten en toezichtsorganen (uitzonderingen daargelaten)
    • en bijstand bij de oplossing van lokale of internationale vraagstukken die door de kleinschaligheid van onze landen een uitdaging vormen (premier Rhuggenaath was hier laatst, tijdens zijn toespraak voor de VBC, gelukkig ook heel duidelijk over).

    Mito Croes kijkt mee!

    • @ Fred / Het Statuut is een fikse hindernis om deze idealen te realiseren, omdat er zo gemakkelijk misbruik gemaakt kan worden van de mogelijkheid om verantwoordelijkheid (voor wat dan ook) af te schuiven – aan beide zijden van de oceaan.

      • Waar verantwoordelijkheid wordt afgeschoven moet de schandpaal worden opgericht. Ook de media kunnen daar een handje bij helpen.

  • Ik snap Aarts punt wel; verheffing van meer zaken tot aangelegenheid van het Koninkrijk zal de aanpak van vraagstukken als onderwijs, armoedebestrijding en sociale ontwikkeling aanzienlijk vergemakkelijken. Daar moeten echter alle betrokken landen mee akkoord gaan. En vooral de Caribische landen hebben, tot 2017 nog (in het geval van Curaçao), zo vaak -te pas en te onpas- tegen Den Haag geroepen dat het van hun autonomie af moet blijven, dat zij zelf de ‘zoek het maar uit’ sfeer hebben helpen creëren die een Koninkrijksaanpak van deze vraagstukken bemoeilijkt. Vandaar dat ik mij aansluit bij de eerdere oproep van de Raad van State om ruimdenkender, creatiever en positiever met (de bepalingen van) het Statuut om te gaan, waardoor ook die onnodig negatieve sfeer op termijn kan omslaan en samenwerking weer makkelijker wordt.

    • Ik denk dat Paul volkomen gelijk heeft. Als Aarts goed bedoelde suggesties zouden worden verwerkelijkt, dan zal er onherroepelijk een zodanige vernederlandsing van de eilanden plaatsvinden dat er ernstige neo-koloniale verhoudingen zullen ontstaan waarvoor de inwoners van de eilanden zich – terecht – weer gaan schamen.
      Ook zou het Papiaments weer in de verdomhoek terechtkomen en zou er een aanslag worden gepleegd op de eigen, Antilliaanse identiteit. Laat Bonaire dienen als afschrikwekkend voorbeeld. En Bonaire is nog niet eens een ‘echte’ Nederlandse gemeente.
      Als Nederland nu eens eindelijk begint aan het vervullen van haar zorgplicht voor de eilanden (zoals verwoord in de Preambule van het Statuut) en daarbij een genereus begrip opbrengt voor de zwakkere en kwetsbare positie van de (ei)landen, dan zijn we al een heel eind.
      De bestuurskracht van de (ei)landen wordt niet groter als je erop blijft schelden.
      Maak goed onderwijs tot een speerpunt.

      • @ Fred / Met het appelleren op ‘zorgplicht’ en een ‘genereus begrip’ bestendig je de koloniale gunstrelatie tussen ‘moederland’ en ‘onderhorige eilanden in de Cariben’. Plicht? Steunend op eigen kracht [sic!] en met de wil [sic !] elkander bij te staan. ‘Plicht’ en ‘autonomie’ verhouden zich verrekte moeizaam tot elkaar.
        Het is juist die ‘gunst’ die wij moeten wegwerpen en moeten vervangen door wat we – aan beide zijden en van elkaar – kunnen ‘eisen’.
        In dezen moet evenzeer met heel andere ogen gekeken gaan worden naar ‘zwakkere en kwetsbare positie van de [ei]landen’, waaronder de beperkte bestuurskracht. Dat wordt als excuus [!] gebruikt, al decennia lang, have a heart! Een verklaring voor falen is daarmee nog geen rechtvaardiging voor het voortbestaan van de gang van zaken.

        • Papier is geduldig en je kan er veel ideeën op kwijt….
          Wat ik graag zou willen is dat de mensen te goeder trouw met elkaar samenwerken en elkaar geen streken leveren.
          Maar ik begrijp dat dit een vrome wens is.

          • @ Fred / ‘vrome wens’ – inderdaad; we werden het paradijs uitgestuurd (vanwege het beschamen van vertrouwen), weet je nog?

  • Kreunend op eigen kracht en met de wil elkander te dwarsbomen lijkt het huidig devies. Dat kan anders. Dat moet anders.

Your response at Aart Broek

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter