blog | werkgroep caraïbische letteren

Vernieuwd naslagwerk over uitstervingsklok

‘Als je terugkomt van deze reis naar onze schrikwekkende toekomst’, schrijft Naomi Klein nadat ze Zes graden las, ‘zal je vastbesloten zijn de loop van de geschiedenis te veranderen.’ Ik hoop dat ze gelijk krijgt, want Mark Lynas schreef een uitdagend boek. Wetenschap én journalistiek samen in één hand: dat is de grote sterkte van Zes graden waar je als lezer die per hoofdstuk een graad extra opwarming van de aarde krijgt opgediend klamme handjes van krijgt.

Markermeer. Foto © Michiel van Kempen

door Walter Lotens

In coronatijden zou je het haast vergeten dat er een en ander mis is met het klimaat op deze aarde. Covid-19 heeft de gesloten rangen van de vele klimaatbetogers uit elkaar gespeeld en naar de politieke achtergrond geduwd. Ondanks hun mondmasker zullen traditionele politici daardoor wat geruster kunnen ademhalen, want die sterke beweging van onderuit ontsnapte grotendeels aan de klassieke politieke schema’s. Het virus zorgt ervoor dat er andere katten te geselen vallen, maar ondertussen tikt de uitstervingsklok geruisloos verder. Om ons bij de les te houden komt de Engelse schrijver, journalist van The Guardian, gespecialiseerd in klimaatverandering in volle coronacrisis uit met een nieuw boek Zes graden.

Nu en toen

Mark Lynas is niet aan zijn proefstuk toe. Al in 2007, lang dus voor het VN-akkoord van Parijs, pakte hij uit met Zes graden. Van die plechtige belofte uit 2015 om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot 1,5 en maximum 2 °C schijnt niets in huis te komen en daarom vond Mark Lynas het hoog tijd om opnieuw het zwaar wetenschappelijk geschut boven te halen om deze kantelende wereld nog maar eens op de tikkende uitstervingsklok te  wijzen. Vandaar deze volledig nieuwe, compleet bijgewerkte versie van Zes graden waarin hij zeer uitvoerig de allerrecentste wetenschappelijke onderzoeken verwerkt. En weer is de auteur niet over een dag ijs gegaan. Van de 375 pagina’s zijn er ongeveer vijftig nodig geweest om zijn geraadpleegde bronnen te vermelden. Laat je daar als lezer echter niet door afschrikken: de journalist slaagt erin om dit monnikenwerk in een zeer toegankelijke mensentaal te gieten. Felicitaties ook voor de uitgeverijen EPO en Jan van Arkel die een uitstekende en betaalbare Nederlandse uitgave van deze nieuwe publicatie verzorgden. Wetenschap en journalistiek samen in één hand: dat is de grote sterkte van dit boeiende boek waar je als lezer die per hoofdstuk een graad extra opwarming van de aarde krijgt opgediend, klamme handjes van krijgt. Ondanks de ‘thermische traagheid van de planeet’ komen de science-fictionachtige zes graden opwarming steeds meer in beeld als een dreigende realiteit. En dat de vervuilende mensenhand daarbij een grote rol speelt daarover laat ook het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN geen twijfel bestaan. Dat de huidige opwarming een natuurlijke oorzaak zou hebben – wat door Trump en consorten beweerd wordt – blijkt slechts voor 0,00003 % ernstig genomen te moeten worden. Te verwaarlozen dus.

Donald Trump op de militaire academie, tweede van links

Ondertussen tikt de uitstervingsklok echter onverbiddelijk verder. In de oorspronkelijke Zes graden van Mark Lynas – vijftien jaar geleden dus – lag de 1°C-wereld nog in de toekomst. ‘We zijn als het ware een hoofdstuk opgeschoven: wat toen nog de toekomst was, is nu het verleden.’ (p. 22)  

Gradenwerelden

De feiten zijn wat ze zijn en die brengt de auteur netjes op een rij in zes forse hoofdstukken. Voor elke graad hoger duiken we wat dieper weg in de danteske hel die deze en toekomstige aardbewoners  te wachten staat, want ook de jongste, huidige generaties gaan getuigen én slachtoffers zijn van de klimaatopwarming. Een voorbeeld: in een wereld die 2 graden warmer wordt, zal  op een gegeven ogenblik het Arctische Zee-ijs volledig verdwijnen en dus schrijft Lynas: ‘Het is inmiddels vrij waarschijnlijk dat de meeste mensen die nu van middelbare leeftijd of jonger zijn, deze historische mijlpaal zullen meemaken.’ (p. 86) (1) De gevolgen van 2 graden opwarming: het hele Amazonegebied tot in de oostelijke Andes wordt compleet weggevaagd als gevolg van de heftigste droogterespons waar ook ter wereld. Bolsonaro heeft daarop een antwoord klaar: toen het hoofd van het Braziliaanse Nationale Instituut voor Ruimteonderzoek cijfers vrijgaf die een dramatische toename van de ontbossing lieten zien, werd hij zonder pardon ontslagen.

Beeld van Dante’s hel in de Divina Comedia, door Sandro Botticelli

Waar de 2° C-wereld de veerkracht van veel ecosystemen al tot het uiterste belast, zal 3° C een massa-extinctie van ongekende proporties inluiden. Nog een graad erbij drijft onze beschaving echter naar de rand van de afgrond en dan moeten we onze geologische klok ongeveer drie miljoen jaar terugdraaien om in een wereld terecht te komen, vóór de definitieve komst van het geslacht homo dus, waarin de temperaturen gemiddeld 2 tot 3° C hoger lagen dan aan het begin van de 20ste eeuw. En zo gaat het maar verder. Bij 5°C naderen we het einde van het leven op aarde zoals we dat gewend zijn: de polen zijn in meltdown, complexe samenlevingen al lang ingestort. En bij 6° C? Lynas merkt op dat er nauwelijks wetenschappelijke studies zijn die pogen te begrijpen of te simuleren hoe de wereld er precies uit komt te zien als het 6 ° C warmer wordt. Misschien moeten we daarvoor inderdaad te rade gaan bij Dante, want Lynas vermoedt dat klimaatwetenschappers, ook maar mensen zijnde, liever niet nadenken over die worst case-scenario’s.

Het eindspel

‘Het grote plaatje is intussen helder, de tijd voor smoesjes is voorbij,’ schrijft Lynas in zijn laatste hoofdstuk. Ondanks de beloftes van de wereldleiders in Parijs is 3° C in sommige opzichten nog het meest optimistische scenario, want, zo schrijft hij, vasthouden aan het huidige beleid betekent dat we het 1,5 °C-doel in 2035 voorbijschieten en in 2053 het  doel van 2° C. Zo zijn we vrolijk op weg naar die wereld van 4° C.

Kan Mark Lynas dan weggezet worden in de hoek van de doemdenkers? Helemaal niet. Hij schrijft zelf: ‘Dit boek bied ik aan als waarschuwing, als toelichting op de keuzes waarvoor we staan, niet als onheilstijding van een onvermijdelijke apocalyps.’ (p. 304) Het gaat inderdaad over keuzes maken zoals de Amerikaanse sciencefictionschrijver Kim Stanley Robinson schrijft: ‘De toekomst is niet in beton gegoten. Integendeel, we kunnen de zesde massa-extinctie in de geschiedenis van de aarde veroorzaken, of we kunnen een bloeiende op de lange termijn duurzame beschaving creëren. Zowel het een als het ander is nu direct mogelijk.’ (2)

Foto Anya van Toorn

Volgens Mark Lynas is het niet te laat. ‘In feite zal het nooit te laat zijn. Net zo goed als 1,5 ° C beter is dan 2° C, zo is 2° C beter dan 2,5° C, 3° C beter dan 3,5° C  enzovoort. We moeten het nooit opgeven. We moeten op geen enkele moment bij de pakken neerzitten en de hoop op een betere toekomst opgeven.’ Er resten ons nog enkele decennia waarin onze keuzes een enorme impact zullen hebben op hoe snel de opwarming van de aarde in de loop van deze eeuw gaat. Hij pleit er echter voor om de gebrachte offers die daarvoor moeten geleverd worden eerlijk te verdelen. We mogen geen emissiereductie eisen die ten koste gaan van het bestendigen of zelfs verergeren van de menselijke armoede en ongelijkheid.

Dat is een politieke uitspraak van de eerste orde die eerder uitzonderlijk is in dit boek dat in de eerste plaats een minutieuze inventaris is van het wetenschappelijk onderzoek naar de voortschrijdende uitstervingsklok van deze planeet. Zes graden is daardoor een onmisbaar naslagwerk om de grootte van ons ecologisch verlies en verdriet te meten.

Wie echter ook een politieke strategie zou verwachten om die race naar de afgrond te counteren moet niet bij Mark Lynas zijn, maar eerder bij auteurs als Paul Mason, George Monbiot, Kate Raworth, Murray Bookchin, Rik Pinxten, Dirk Holemans, Ludo De Witte, Thomas Decreus en nog zovele anderen die op zoek zijn naar roodgroene paden in de richting van een sociaalecologische samenleving. Dat deed Naomi Klein onlangs in Brand! waarin zij een vurig pleidooi hield voor een nieuw groene politiek, voor een nieuw Green New Deal. Mark Lynas levert echter zeer nauwkeurig de harde feiten van de gevolgen van de klimaatopwarming aan die zeer dringende een radicaal politieke vertaling nodig hebben.

Keeling Curve en Akkoord van Parijs

Een van die harde feiten wordt aangeleverd door de ‘Keeling Curve’. De wetenschapper Charles Keeling had gemerkt dat het meten van CO² onderin de atmosfeer zinloos was. De niveaus schommelden daar voortdurend als gevolg van de uitlaatgassen van auto’s, de uitstoot van fabrieken, het effect van de plantengroei, enz.  Daarom construeerde hij op de hoge top van de Mauna Kea (4207 meter) het Mauna Loa-observatorium. Door zijn hoogte stak Mauna Loa boven die ruis uit en daarom kon Keeling met zijn metingen aantonen dat de concentratie CO² toeneemt en wel in de vorm van een zaagtandpatroon dat bekend staat als de ‘Keeling Curve’, de beroemdste klimaatgrafiek aller tijden.

Lynas schrijft dat de Keeling Curve lacht met het Akkoord van Parijs: ‘Al die lachende staatshoofden, die elkaar de hand schudden, de diplomaten die na nachtenlang onderhandelen elkaar op het podium omhelzen – het maakt allemaal geen verschil uit voor de Keeling Curve.’ (p. 24)  Ondanks alle retoriek van zogenaamd historische akkoorden blijft deze curve in steiler oplopende lijn gaan. (2) De Keeling Curve houdt ons bij de les en omzeilt alle ruis en verwarring van het klimaat- en energiedebat. 

Mark Lynas, Zes graden, EPO, Berchem/ Jan Van Arkel, Utrecht, 382 blz., ISBN 9789462672543, prijs: 19, 95 euro


(1) Als toemaatje: terwijl ik aan deze recensie werk, lees ik in MO* Magazine dat in de komende tachtig jaar overstromingen wereldwijd met de helft zullen toenemen in de komende tachtig jaar.De studie, geleid door de Universiteit van Melbourne in Australië, toont aan hoe de overstromingsgevoelige oppervlakte wereldwijd zal toenemen met meer dan 250.000 vierkante kilometer, een groei met 48 procent. Daardoor worden in de volgende tachtig jaar 77 miljoen mensen meer bedreigd door overstromingen, een stijging met 52 procent.

(2) Geciteerd in Naomi Klein, Brand!, De Geus, Amsterdam, 2019

(3) ‘Sinds de industriële revolutie hebben we 2 biljoen ton CO² in het planetaire systeem gedumpt. Als we het klimaatakkoord van Parijs ernstig nemen, rest ons wereldwijd nog 420 miljard ton die we mogen uitstoten. Iedere ton meer, lijdt tot meer opwarming.’

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter