blog | werkgroep caraïbische letteren

Verloedering En Onvervulde Dromen

door mr.dr. W.R.W.Donner

Leitmotiv
De voorstanders van de onafhankelijkheid droomden destijds ervan dat wij als klonen van de Hollanders net zo belangrijk zouden worden op het continent als zij in de wereld (splitsing van een jong embryo in meerdere identieke organismen). Wat is daarvan terechtgekomen?

Schoorsteenveger. Foto © Anya van Toorn

 

In onze jonge jaren leerden we op de lagere school: 800 n.Chr. de Batavieren komen in ons land. Met ons land werd bedoeld Nederland. De Batavieren waren een groot aantal barbaarse volksstammen uit Duitsland, die na het vertrek van de Romeinen op houtvlotten en korjalen de Rijn waren komen afdrijven op zoek naar betere woonoorden. Ze noemden zichzelf Friezen, Franken, Saksen, Longobarden etc. Ze hadden blauwe ogen, zwarte ogen, bruine ogen, grijze ogen en groene ogen en spraken een veelheid van talen. Ze hadden zwart haar, bruin haar, blond haar. Ze waren herkenbaar voor elkaar. Je had lange, middelmatig grote en korte. Toch herkenden zij elkaar. Zo iets als onze marrons. Je hebt Saramaccaners, Aloekoes, Djoeka’s, Aukaners, Paramaccaners, Bonni negers etc.
Ze kwamen met hun traditioneel gezag die titels droegen als hertog, baron, ridder etc. die bepaalden wat ze doen en laten mochten. (Hier hebben wij opperhoofden en basjas etc). Ze kwamen terecht in braak land dat vaak onder de zeespiegel lag. Bij stukjes en beetjes werd hun nieuwe omgeving door hen bedwongen en leefbaar gemaakt. Hun menselijke natuur werd in rustiger vaarwater geleid. De weinige schatten die de Schepper voor hen had achtergelaten, in de grond, boven de grond, in het water etc. werden zoveel mogelijk benut. De houtvlotten en korjalen die hen hadden gebracht evolueerden tot zeilschepen, de zeilschepen tot stoomschepen, de stoomschepen tot dieselschepen, de dieselschepen tot atoomschepen, cruiseschepen, vliegtuigmoederschepen en raketten naar de maan. Hun hutten evolueerden tot wolkenkrabbers. De talen die ze hadden meegenomen uit het stamland evenals hun klederdrachten verdwenen stuk voor stuk naar het tweede plan om plaats te maken voor nieuwe vindingen.
In het jaar 1000 telden ze gezamenlijk zowat 200 000 personen. In het jaar 1500 was hun aantal gegroeid naar 950.000. Ondanks dat kleine aantal waren ze in staat op de vuist te gaan met grote landen als Spanje, Engeland en Frankrijk.
Ze hadden al vroeg koloniën. Zowel voor de uitbuiting zoals ons land als voor de vestiging, zoals Zuid Afrika. Er zijn landen die hun naam dragen zoals Tasmanië en Nieuw Zeeland.
Ze werden tijdens hun bestaan ook twee maal bezet en mishandeld. Door Frankrijk in 1800 en Duitsland in 1940. Hun koning is van Duits bloed. Hij zingt nog steeds: de koning van Spanje heb ik altijd geëerd zonder dat iemand daar aanstoot aanneemt. Je hoort ze nooit praten over genoegdoening.
Ze nemen vandaag de dag een plaats van gezag in de wereld der belangrijke landen in. Als het nou gaat over sport, economie of wetenschap. Hun ontwikkeling is bijna steeds crescendo geweest. Nieuwe dingen van elders werden met graagte ingebouwd in het eigene en in veredelde vorm aan de wereldgemeenschap teruggegeven.
Het kan ze geen fluit schelen als de meerderheid van de spelers in het Nederlands elftal uit zwarte spelers bestaat, zolang ze maar winnen voor de eer van Holland.

 

De haven van Scheveningen. Foto © Michiel van Kempen

 

Tewaterlating

Zowat zestig jaar geleden besloten zij een boot van hun creatie genaamd Suriname te water te laten. De bemanning bestond uit mensen die al dan niet vrijwillig waren gerekruteerd in alle landstreken van de wereld. Hun enige bindmiddel was de Nederlandse taal. Die werd met kracht en geweld ingepompt. Die was niet alleen belangrijk voor de onderlinge verstandhouding. Ze gaf ook toegang tot het magazijn, waarin de totale kennis van de mensheid vanaf de schepping in boeken is opgeslagen. Als de bemanning in dubio zou komen te verkeren hoe verder te handelen, zou die slechts in het magazijn behoeven te duiken op zoek naar oplossingen en niet steeds weer het wiel behoeven uit te vinden. Voetnoot: het wordt hen vandaag de dag door domoren kwalijk genomen dat ze straf kregen als ze een andere taal op school durfden te spreken.

De bemanning kreeg de vrije hand over een land dat werd omschreven als een van de potentieel rijke landen van de wereld.

 

Commewijne, Suriname. Foto © Michiel van Kempen

Het resultaat

Het is misschien nuttig een onderzoek in te stellen naar de belevenissen van de bemanning gedurende de afgelopen zestig jaar.
We hadden een vliegende start. De optimisten die hadden voorspeld dat wij een belangrijke rol zouden gaan spelen in dit deel van de aarde, bleken gelijk te krijgen. We waren per slot van rekening pupillen van de Hollanders die het ver geschopt hadden.
Binnen een luttel aantal jaren kregen we een Brokopondo-dam voor de energievoorziening, we kregen een bauxiet- en aluminiumindustrie, we kregen een Picus Pont voor de houtexport, we kregen een Billiton voor de bauxietindustrie, we kregen een garnalenindustrie (Sail), een bacovenindustrie, een kledingindustrie (Ramakers) en een rijstindustrie (Wageningen) die de bewondering oogstte van de hele wereld. We kregen een fabriek die pre fab-woningen leverde aan het buitenland.
Onze mensen werden waardig bevonden om de leiding over de multinationals over te nemen. Onze doctoren maakten furore in het buitenland. Onze mulo-afgestudeerden werden vaak goed genoeg bevonden om rechtstreeks op Nederlandse universiteiten te belanden.
Onze mensen werden tot ambassadeur voor het nieuwe koninkrijk aangesteld in het buitenland. Onze voetballers versloegen het gehele Caribische gebied en een van onze mensen drong zelfs door tot het bestuur van de FIFA. De schepen van de KNSM kwamen helemaal naar ons land om gerepareerd te worden. Ons inkomen per hoofd van de bevolking lag hoger dan dat van Costa Rica en Barbados. De Nobelprijswinnaar-economie Jan Tinbergen kwam naar ons land om ons te manen het een beetje rustiger aan te doen wegens het gevaar van oververhitting.

 

Rijstdistrict Nickerie. Foto © Michiel van Kempen

Vrije val

Plotseling begon een vrije val. De richting van de val kan worden afgeleid van het kaliber van onze regeringsleiders. De eerste regeringsleider was Julius Caesar de Miranda (1906 – 1956). Na de MULO in Suriname ging hij naar het gymnasium in Den Haag, en behaalde in 1928, het doctoraal rechten aan de Universiteit van Amsterdam.
Hij was van 1932 tot 1946 lid van ons parlement. In 1946 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de rechten. In 1948 werd in ons land het algemeen kiesrecht ingevoerd. Hij werd namens de NPS de eerste premier van Suriname.
Johannes Buiskool (1899 – 1960) werd de tweede regeringsleider. Hij werd geboren als zoon van Hendrik Buiskool die dominee in ons land was. Het gezin vertrok weer naar Nederland. Hij deed eerst zijn HBS in Den Helder en vervolgens zijn gymnasium rond 1918. In juli 1925 behaalde hij het doctoraal examen Nederlands Recht om in juni 1929 benoemd te worden tot kantonrechter. In 1935 promoveerde hij tot doctor in de rechten op een proefschrift over de onafhankelijkheid van de Filipijnen waarin de positie van Suriname een ruime behandeling kreeg. Hij werd 1941/1942 door de Duitsers opgesloten in het concentratiekamp Sachsenhausen. In 1945 werd hij benoemd tot lid van het Hof van Justitie in ons land en maakte in 1948 deel uit van de Surinaamse delegatie bij de Eerste Ronde Tafel Conferentie in Den Haag. In 1951 werd hij door de NPS voorgedragen als premier van ons land. Dat bleef hij tot 1952.
Toen volgde als derde Severinus Emanuels.(1910-1981). Hij werd geboren in Rotterdam en studeerde rechten letteren en wijsbegeerte in Utrecht. Hij werkte van 1934 tot 1950 als rechter in Indonesië. Hij was minister president van 1958 tot 1963.
Opvallend is dat de eerste minister-presidenten allen jurist waren stammend uit de betere families. Toen nam Johan Adolf Pengel het roer in handen en begon de toer bergafwaarts.

Marlene Dumas – Desiré Delano Bouterse

We zijn nu vijftig jaar verder. De regeringsleider heet Desiré Delano Bouterse geboren in 1945. Na een niet afgemaakte opleiding aan de middelbare handelsschool vertrok hij in 1968 naar Nederland waar hij zijn militaire dienstplicht vervulde en werd opgeleid tot onderofficier en leider van het basketbal- en voetbalteam. Via een militaire coup kwam hij in 1980 aan de macht samen met een klein aantal onderofficieren. Om in stijl te blijven voorzag hij zichzelf van de militaire titel van kolonel. Zijn kornuiten werden ruimschoots van titels voorzien.
In de ruim zestig jaar sinds wij het zelf mochten doen is er veel voorgevallen in dit land. In 1975 toen de volledige onafhankelijkheid in zicht kwam vluchtten velen naar Nederland uit vrees voor elkaar. We kregen een inflatie om u tegen te zeggen.
Half-ontwikkelde militairen die nooit de binnenkant van een hogere opleiding hadden gezien, zagen kans de wettig gekozen regering opzij te schuiven, de leden in te sluiten, het roer over te nemen, intellectuelen die van grote betekenis zouden kunnen zijn tijdens de reis, zonder vorm van proces ter dood te brengen. Ze werden beloond met hoge militaire rangen plus een monument waar elk jaar hulde kon worden gebracht aan de daders. Ze maakten maatschappelijke en financiële sprongen die geen van hen in hun stoutste dromen ooit had verwacht en zetten de toon van de kwalificaties die benodigd waren om in de samenleving een hoge positie te kunnen bekleden.
We kregen een staatsleider die door de Nederlandse justitie en Interpol gezocht werd om een straf uit te zitten wegens gepleegde delicten en die opdrachten van de plaatselijke rechterlijke macht om berecht te worden wegens moord aan de laarzen lapt en zich boven de wet verklaarde.
Het staken om meer loon en arbeidsvoorwaarden af te dwingen werd een gewoonte. Het werd een volksgewoonte om periodiek de straat op te gaan om te eisen dat de zittende regering opsodemietert. Er werden nieuwe termen bedacht om andersdenkenden te verwensen en voor rotte vis uit te maken.

Op economisch gebied werd het een ramp. We kregen een geldontwaarding om u tegen te zeggen.
De term wij eisen werd een stopwoord. We eisen dat de talen van het oerwoud een officiële status krijgen. Via de t.v. worden de binnenlandse stammen dagelijks opgeroepen tot eenheid om een grotere vuist te kunnen maken tegen het gezag. In speeches in het parlement verklaren zij zich de eigenaren van de bodemschatten die zich in hun territoir bevinden. We kregen een binnenlandse oorlog. Velen van hun vestigden zich in de bewoonde wereld om beslag te kunnen leggen op de sociale voorzieningen van de staat.

 

Demonstratie Paramaribo, 2017. Foto © De West

De verkrotting van de binnenstad nam een aanvang. Veel erven zijn al overwoekerd door onkruid. De corruptie ontwikkelde zich tot een way of life. De regering weigert een wet geldig te verklaren die daartegen een dam moet opwerpen. Dr. Frits Bolkestein, de vroegere Nederlandse liberale voorman, duidde ons land aan als rovershol en zijn huidige partijgenoot, de minister van buitenlandse zaken Steve Blok zei kortgeleden dat ons land was verworden tot een failed  state, afwijkend van wat een beschaafd land geacht wordt te zijn.

De naam van de nieuwe universiteit, die bestemd was geweest om de kennis van de pupillen van de Hollanders over het continent uit te dragen, werd veranderd in Anton de Kom Universiteit. Dat was de naam van een bekende communist die nooit iets gepresteerd had op wetenschappelijk gebied, puur om gestalte te geven aan het nieuwe denken van de huidige generatie, neerkomend op verzet tegen de maatschappelijke orde. Daarbij werd veronachtzaamd dat zelfs een man als Che Guevara nergens die eer te beurt is gevallen en dat de naam van een dito revolutionair als Patrice Lumumba snel werd geschrapt als boegbeeld van een Russische universiteit. Vervolgens dat steden als Leningrad en Stalingrad snel hun naam verloren om plaats te maken voor namen van mensen die werkelijk iets nuttigs hebben betekend voor de samenleving.
De ambtenarij werd omgebouwd tot werkverschaffing, om mensen die bereid waren voor de machthebbers te stemmen, aan een goed betalende baan te helpen waar men niet veel behoefde te doen of te weten. Om hen en de mensen uit het binnenland te kunnen betalen wordt er à la dol geleend in het buitenland. De huidige minister van Financiën die bij zijn aantreden voorgaf een tegenstander te zijn van leningen, reist nu dagelijks de wereld rond op zoek naar cash om alle monden gevuld te houden en om aan alle eisen die gesteld worden, hoe absurd ook, te voldoen.

 

 

Billboard Coronie. Foto © Michiel van Kempen

Wat nu!

Over ongeveer een jaar vinden nieuwe verkiezingen plaats. De campagne is al in volle gang. Mensen komen helemaal uit de bossen om te vertellen hoe zij het zullen doen als ze de macht in handen hebben. Op zich is dit een geweldige prestatie. Hoe mensen die opgegroeid zijn in een hut kunnen menen anderen te kunnen leren, hoe ze een kasteel of een wolkenkrabber kunnen bouwen, dingen die ze de gehele dag op de televisie kunnen bewonderen, is toch wel een hele prestatie.
Dit doet me denken aan een film die ik in mijn jeugd zag over een Boeiing die in een woestijn wegens een of ander mankement gecrashed was. De kapitein en de bemanning maakten pakketten van de meest noodzakelijk geachte spullen, inclusief het kompas en gingen daarmee te voet op weg naar de bewoonde wereld. Een paar Hottentotten die vanuit de verte alles hadden zien gebeuren kwamen op het toestel af. Een paar moedigen drongen naar binnen. Overmoedigen gingen de cockpit binnen en keken met verbaasde blikken naar al die knoppen en hendels. Ze raakten ze aan. Er gebeurde natuurlijk niets. Na verloop van tijd werden ze bij de lurven gevat door stamgenoten en vervangen door andere. Die bereikten precies hetzelfde. Dus nada. Uit pure balorigheid en verveling werd het meubilair gesloopt om als verwarming te dienen en sloegen ze bij elk wissewasje aan het vechten. De lucht was steeds zwanger van hun klikklaktaal.

Velen zien de toekomst met angst en beven tegemoet en lijken wel radeloos, reddeloos en redeloos. Krijgen wij een voortzetting van het beleid dat ons de afgelopen zestig jaren slechts in neerwaartse richting heeft geleid?

De zittende regering heeft haar hoop gevestigd op de vondst van olie in Guyana die zich hopelijk zal uitbreiden naar ons land. Uit de opbrengst daarvan zullen wij, wordt gehoopt, de grote schulden die wij nu maken om de boot drijvende te houden, aflossen. Een grote industrie, instaat om een steeds verder groeiende bevolking, die thans wordt opgevoed in het niets doen, te voeden, wordt echter niet van de ene dag op de andere uit de grond gestampt. Hoelang zal de ‘gestation period’ duren? Voetnoot: dat is de tijd die nodig is om tot wasdom te komen. Daar gaan veel jaren overheen.
Wat gebeurt er in de tussentijd? De geldstroom met de miljoenen, die nu nog naar ons vloeit uit de diaspora om familie te helpen, zal opdrogen naar mate de ouderen uitsterven, en hun kinderen opgroeien met weinig banden met ons land. De landen die veel olie afnemen gaan in toenemende mate over op het gebruik van andere energiebronnen. Windenergie, zon energie, aardgas, kernenergie. Terwijl het gras groeit, sterft het paard.

 

Oud paard. Foto © Michiel van Kempen

De tegenpartij belooft op gezaghebbende toon verbetering te zullen brengen. Ze hoopt dat een ieder al zal zijn vergeten dat zij in het verleden plenty mogelijkheden heeft gehad om welvaart te brengen. Een van hun voormannen werd zelfs aangezien als goeroe of leerling van de legendarische Al Capone. Kapers zitten zich te verdringen om te kunnen graaien in de pot voordat die helemaal zal zijn opgedroogd. Je ziet ze al bezig op de politieke podia. Mensen die niet verder zijn gekomen dan de lagere school die omstandig vertellen wat ze zullen uitrichten, maar wier enige verstandelijke vermogen is te vertellen hoe de tegenpartij stinkt.

Zelfs de marrons melden zich dagelijks. In de meer dan twee honderd jaar dat zij de alleen heerschappij hadden over het binnenland hebben ze niet een school, een behoorlijk bouwwerk of straat tot stand gebracht. Ze kennen noch god noch gebod. Ze kennen geen wetboeken. Ze lezen niet. Hun traditionele leiders bieden geen perspectieven. Men kon een schril contrast zien met de koning van Ghana die kortgeleden op bezoek was. Die man gaat de wereld rond om lezingen te houden op universiteiten. Kunnen onze granmans dat ook? Ze zitten te drammen om hun talen die ongeschikt zijn voor een schrijfwijze een officiële status toe te kennen. Ze kennen geen boeken en lezen ook niet. Waar naar toe zullen ze ons land voeren?

 

 

Kaapster, Algarve, Portugal. Foto © Michiel van Kempen

We hebben jeugdambassadeurs en jeugdparlementen die regelmatig vertellen hoe alles moet. De jongelui die thans aanwijzingen rondstrooien over hoe alles zal moeten, hebben nog nooit een trein in een tunnel zien verdwijnen en weten weinig meer dan de Hottentotten die boven werden genoemd.

De vraag is hoe wij als pupillen van de Hollanders niet de instelling hebben kunnen opbrengen om ons land op het spoor te zetten van vooruitgang. Onze voetballers in Europa demonstreren wat velen van ons op wetenschappelijk en economisch gebied op dit continent verwacht hadden. Een klein land als Holland, brengt, dank zij de inbreng van onze mensen meer bekwame voetballers voort dan Amerika, of China of Rusland of India bij elkaar.
Waar en wanneer is het eigenlijk misgegaan? Waar komt de arrogantie vandaan van mensen, die in hun hutten op de televisie zitten te kijken naar de moderne wereld, dat ze een land vooruit kunnen brengen? Een van de dames uit het bosland die het had gebracht tot minister, maar wegens het graaien in de staatskas met congé was gezonden, verklaarde kortgeleden in volle ernst dat ze een voorstandster was van dollarisatie van de Surinaamse munteenheid. Het zal wel aan mij liggen maar ik moet bekennen dat ik na meer dan zestig jaar beoefening van de economie geen flauw idee heb hoe je dat zou moeten doen.
Het kan de Hollanders geen fluit schelen als de meerderheid van de spelers in het Nederlands elftal uit zwarte spelers bestaat, zolang ze maar winnen voor de eer van Holland. Hier zeggen we wie eegie sanie. We doen het op onze manier.
Bij belangrijke internationale voetbalwedstrijden zit ik steeds met genoegen te kijken en te luisteren naar de commentaren van de experts die vol gezag vertellen wat de trainers verkeerd doen en hoe ze het zouden moeten doen.

 

Vitrine voor Barack Obama in het African American Museum, Washington. Foto © Michiel van Kempen

De vrouwen schreeuwen om het hardst dat er meer vrouwen op belangrijke posities moeten. Kijken ze wel goed naar de beelden van de vergaderingen van de groten van deze aarde en vragen ze zich wel af hoe het komt dat slechts een klein aantal vrouwen daar deel van uitmaakt? De Verenigde Staten, een machtig land, heeft een stuks of vijftig presidenten voortgebracht waarvan niet een enkele vrouw. Een geweldige vrouw als Hillary Clinton heeft het moeten afleggen tegen een zwarte als Barack Obama en een domoor als de huidige president Donald Trump. Geeft dat niet te denken? In Nederland is elke politieke partij die met een vrouw als lijsttrekker de verkiezingen is ingegaan achteruit in plaats van vooruitgegaan en steeds weer vervangen. Geeft dat niet te denken? We hebben een vrouw al als voorzitter van het parlement. Een vuurspuwende berg. Wie had gedacht dat ze wat rust zou brengen in de tent is wel bedrogen uitgekomen. Ze zorgt juist voor steeds meer olie op de golven.

April 2019
Wordt vervolgd – klik hier


 

Bericht voor de ontvanger:

Het stuk dat u te lezen krijgt, heeft tot doel u aan het denken te zetten over de toekomst van ons land. Ik schrijf niet zomaar dingen maar denk daar eerst diep over na.

Andrew Blackman, een Britse (roman)schrijver die verschillende awards gewonnen heeft voor zijn werken, schreef in een recensie van een van mijn boeken in The New York Times onder meer: “Coruscating look at the world of politics. If you’ve ever looked at the politicians in your country and wondered why they’re all so bad, this novel goes a long way to explaining it. It’s a powerful lesson, and an enjoyable read. Sadly this book appears to be out of print and hard to find, but I’d recommend it if you can track it down anywhere.”

Mr. dr. Carlo Jadnanansing een van onze bekende recensenten, heeft in een artikel in een plaatselijk dagblad, dat ook bij Google kan worden geraadpleegd, ook het een en ander daarover geschreven.

Ik vraag u daarom, met mij na te denken over hoe het verder moet met ons land. Achterover leunen en menen dat alles wel sal reg kom, is, dacht ik, geen goede optie. Het beeld van duizenden Venezolanen, voornamelijk intellectuelen, die het land thans ontvluchten, zou een ieder met nog een beetje denkvermogen, aan het denken moeten zetten. Daar hebben we al een portie van gehad in 1975 toen duizenden van ons de benen namen naar Holland.

April 2019

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter