Vergeten strijders van Oranje
Op dinsdagavond 4 mei toon het Sarnami Instituut Nederland in Den Haag de filmspecial De vergeten strijders van Oranje. 4 mei en 5 mei herdenken Nederlanders de Tweede Wereldoorlog. Veel mensen realiseren zich niet dat ook Suriname ernstig geleden heeft in de Tweede Wereldoorlog. De niet eerder op televisie vertoonde film ‘De Vergeten Strijders van Oranje’ toont de bijdrage die Surinamers hebben geleverd aan de bevrijding van Nederland.
Het wrak van het Duitse koopvaardijschip Goslar in de Surinamerivier is nog steeds een stille getuige van WO II. Er was een directe dreiging voor het land door aanvallen op de bauxietmijnen, het eten was er op de bon en zeker vijfduizend Surinamers hebben meegevochten onder Nederlandse vlag om in Suriname doelwitten te beschermen. Suriname voorzag indertijd in ruim zestig procent van de bauxietproductie in de wereld en was daarmee van groot strategisch belang voor de Verenigde Staten. Voor de bouw van Amerikaanse vliegtuigen werd bauxiet uit Suriname gebruikt.
Regisseur Ramdjan Abdoelrahman filmde getuigenissen van oud-strijders, afgewisseld met het relaas van mensen die de oorlog op een andere manier hebben meegemaakt, plaatsen die historisch een speciale betekenis hebben en archiefbeelden. Het Sarnámihuis herdenkt deze vergeten strijders van Oranje en de Tweede Wereldoorlog met een bijzondere filmavond. (tekstbron: www.filmfestival.nl)
Programma
19.00 – 19.15 Inloop
19.15 – 20.00 Interview met Ramjan Abdoelrahman & Surinaamse oud-schutter
20.00 – 20.02 Twee minuten stilte
20.03 – 21.30 Film ‘de vergeten strijders van oranje’
21.30 – 22.00 Nabeschouwing & slot
Aanmelden via lezing@sarnamihuis.nl
Entree: gratis (inclusief een kleine versnapering)
Visie van de regisseur
“De vergeten strijders van Oranje – elke dag valt er een blad van de boom”
(speelduur 85 min.)
In november 2006 zat ik op een bankje aan de oever van de Surinamerivier, achter Fort Zeelandia en staarde ik naar het wrak van het Duits koopvaardijschip de Goslar. Toen mijn blik afdwaalde naar het verweerde standbeeld van Koningin Wilhelmina, weggezet naar een onopvallende plek, leek het me alsof ze van daar uit wakend naar de Goslar kijkt. Eenzaam op die verlaten plek en met een trieste, maar o zo fiere blik kijkt zij in de richting van de Goslar, die daar nog altijd ligt in de vaargeul van de Surinamerivier. Een koud en bizar gevoel ging door me heen; dit zijn de laatste twee verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog hier in de West, daar het scheepswrak, moedwillig door zijn kapitein tot zinken gebracht in mei 1940 en hier de trieste blik van de koningin, symbool van het koninkrijk, haar koloniën en hun onderlinge verbondenheid.
En ik dacht terug aan mijn jonge kinderjaren en mijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Ik heb als peuter van vier op – om precies te zijn – 10 mei 1940 dit schip zien zinken. Ik heb, weliswaar met kinderogen, voor een groot deel gezien hoe het Suriname is vergaan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Later, toen Koningin Wilhelmina de troon overdroeg aan haar dochter Juliana en toen dit standbeeld nog glorieus op het Oranjeplein stond, in het kloppend hart van het land, heb ik daar samen met duizenden anderen in de regen gestaan en uit volle borst het Nederlands volkslied meegezongen.
Op dat moment, in november 2006, voelde ik een zekere drang om als documentairemaker dit geschiedkundig verhaal verder uit te diepen en vast te leggen. Ik kreeg daarbij ook een gevoel van ‘nu of nooit’, want nu leven er nog Surinamers die deze periode met oudere ogen dan kinderogen hebben meegemaakt, mensen aan wier leven plotseling een soms zeer ingrijpende wending is gegeven, omdat zij geheel onverwacht onder de wapenen werden geroepen om te dienen in de Schutterij. Zij werden met spoed getraind om de kust te bewaken en de grenzen te beschermen en met name de grens met Frans-Guyana, alsmede de beauxiet-winplaatsen tegen Duitse invallen, tevens werden zij ingezet om geïnterneerden (veelal Duitsers, soms ook Nazi-sympathisanten) achter de hekken van hun kamp te houden.
Als filmer heb je wel vaker zo’n aanvechting. Soms loopt die vanzelf ook weer weg, maar deze bleef bij mij, ook toen ik allang weer terug was in Nederland. Ik ontdekte dat de mensen in Nederland denken dat de Tweede Wereldoorlog ongemerkt voorbij is gegaan aan Suriname en ik ontmoette veel verbazing wanneer ik hen met de feiten confronteerde. Uit peilingen is gebleken dat zowel Nederlanders als Surinamers (jongere generaties) weinig tot niets afweten hieromtrent.
Ik startte een zoektocht naar nog levende veteranen en hun getuigenverhalen, naar hetgeen zij zouden kunnen vertellen.
Tijdens verdere research werd het mij steeds duidelijker dat vooral in Nederland, maar ook in Suriname, de betrokkenheid van Suriname tijdens de Tweede Wereldoorlog in vergetelheid is geraakt. Suriname is tijdens deze periode van groot strategisch belang geweest vanwege de export van bauxiet ten behoeve van de strijd van de geallieerden. Ruim zestig procent van de vervaardigde vliegtuigen tijdens deze oorlog, is gemaakt van aluminium uit Surinaams bauxiet. De Duitsers waren zeer alert en probeerden deze bauxietexporten te verhinderen. Duitse duikboten waren daarom zeer actief in de Caraïbische wateren en hebben een aantal van deze transportschepen tot zinken gebracht. Op hun beurt was de Amerikanen er alles aan gelegen de aanvoer hiervan veilig te stellen. Deze kwestie vooropgesteld heeft President Roosevelt zich in een persoonlijk schrijven gericht aan Koningin Wilhelmina en heeft haar onder grote druk gezet om Amerikaanse troepen toe te laten op Surinaamse bodem.
Gouverneur Kielstra heeft er, binnen zijn mogelijkheden, alles aan gedaan om het aantal Amerikanen te beperken om hun aanwezigheid zo onzichtbaar mogelijk te maken als hij maar kon.
Een belangrijk middel om zijn doelen te bereiken was uitbreiding van de reeds bestaande Surinaamse troepenmacht door het instellen van de Schutterijplicht. Mede door de invoering van deze dienstplicht en de economische groei tijdens de Amerikaanse aanwezigheid ontstond er een landbouwcrisis toen de jonge mannen van de akkers wegtrokken.
De hele geschiedenis en haar verloop begon mij, tijdens voorgesprekken met de persoonlijke verhalen en belevenissen van het aantal overgebleven hoogbejaarde oorlogsveteranen – met diverse etnische achtergronden – in Suriname en in Nederland, steeds meer te intrigeren. Van sommigen kreeg ik zeer indrukwekkende en ontroerende ervaringen te horen. Van Surinaamse dienstplichtigen en vrijwilligers (schutters, militairen, mariniers, zeelieden, burgerwachten) die voor het koninkrijk en moederland hun plichten zijn nagekomen en hun strijd hebben geleverd tegen de onderdrukkers in Suriname, Nederland, Australië, Nieuw Guinea, voormalig Nederlands-Indië en Korea voor vrijheid in de wereld. Helaas zijn er ook velen gesneuveld.
Zo groeide een nog vage en betrekkelijk losse gedachte uit tot een steeds ambitieuzer plan. Het roestige wrak van de Goslar en het gepatineerde brons van Koningin Wilhelmina zijn, hoe je het ook wendt of keert “dode monumenten”. Met het vastleggen van de geschiedenis van Suriname aan de hand van hen die het allemaal aan den lijve hebben ondervonden wil ik – nu het nog kan – met hun herinneringen en ervaringen een levend monument samenstellen.
Ramdjan Abdoelrahman
Producent/regisseur
Rahman Films International