blog | werkgroep caraïbische letteren

Veel onbekend over wel en wee slavenschepen

‘De bemanning was gewoon koopwaar’

door Euritha Tjan A Way
 
Paramaribo – Hij windt er geen doekjes om, de moord op 680 gevangenen aan boord van het slavenschip Leusden heeft hem getroffen. Onderzoeker Leo Balai kwam de grootste scheepsramp in de geschiedenis van slavenschepen per toeval tegen. “Het trof mij dat er behalve een paar zinnen niets zinnigs meer is gezegd hierover.” “Waar wel veel correspondentie over is, is de dat de bemanning die het heeft overleefd recht meende te hebben op bergingsloon. Zij zijn namelijk met gevaar voor eigen leven wel op zoek gegaan naar een kistje met een hoeveelheid goud dat zich in het ruim bevond.” Maar over de mensenlevens vind je niets meer dan een paar regels.”
Boeien en vrouwen
Balai hield zaterdagavond een lezing over zijn onderzoek naar de Leusden in de binnenplaats van het Fort Zeelandia. Hoewel de gruwel die de slavernij voorstelde de rode draad was door de lezing, roept Balai vooral op tot meer onderzoek. “Er is al veel onderzoek gedaan naar slavernij zelf, maar heel weinig naar het wel en wee op slavenschepen”, meent Balai. Hij noemt daarbij de boeien en de vrouwen. “Waren de mensen werkelijk de hele reis geboeid? Het zijn ijzeren boeien waar je voeten aan kapot gaan. En werden de vrouwen werkelijk verkracht en zo vaak?”
Hij legt uit dat de algemene veronderstelling was dat de slaven aan boord van zo een schip slecht werden behandeld. “Maar als je kijkt naar de feiten, dan zie je dat maar vijftien procent van de gevangenen het loodje liet. Het was niet in het belang van de eigenaar van de slaven om ze te laten sterven. Dan had je verlies”, legt Balai uit. Hij geeft ook aan dat de gevangenen op de Nederlandse schepen niet verzekerd waren. “Het gemiddeld verlies werd gewoon ingerekend in de prijs.”
Het vermoeden dat het de bedoeling was dat de slaven bleven leven, wordt versterkt door de journalen van de schepen die aangeven wat er allemaal werd ingeladen vanuit Afrika. “Zakken limoenen om in het water te zetten van de slaven en zakken tamarinden om op te zuigen om scheurbuik te voorkomen. In het ruim bevonden zich ook levende kippen en varkens voor voeding”, doet schrijfster Cynthia McLeod een duit in het zakje.
Kapitein
Waarom dan de onverschilligheid van de West Indische Company (WIC) wanneer zoveel ‘koopwaar’ verloren gaat? “De kapitein heeft het goed kunnen verkopen. Hij gaf de volgens mij volstrekt absurde reden dat hij de luiken deed dichtspijkeren terwijl het schip aan het zinken was omdat hij vreesde voor een aanval op de bemanning”, legt de onderzoeker uit. Saillant detail is dat de kapitein van de Leusden wel is aangesproken door de WIC voor een twijfelachtig verblijf thuis bij een ongetrouwde weduwe.
De lezing van Balai was onderdeel van de tentoonstelling Smart van een slavenschip. Scheepsramp in de Marowijne georganiseerd en opgezet door de Nederlandse Ambassade. Hoeveel het geheel heeft gekost wil de Nederlandse Ambassade niet kwijt aan de Ware Tijd. Duidelijk is wel dat het budget van 70.000 euro voor het jaar 2013 in verband met de herdenking van 150 jaar afschaffing slavernij, voor een groot deel hieraan is besteed.
Balai is verrast dat de tentoonstelling die na zijn onderzoek is gekomen ook werkelijk zo groot in Suriname is opgezet. Dat toont volgens hem dat Nederland werkelijk iets goed te maken heeft met Suriname. “Ze willen de zwarte bladzijde volgens mij ook werkelijk schoonvegen.” Tijdens de lezing werd ook de gepopulariseerde versie van het proefschrift van Balai ter verkoop aangeboden.
[uit de Ware Tijd, 05/11/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter