blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Van Krepi, via wi tot un en unu

Variatie en standaardisatie

door drs Hein Eersel
met inleiding van: Carlo R. Jadnanansing

Inleiding:
Op mijn artikel Krepi of Crépy (verschenen in DBS en De West d.d. 01 oktober 2014) heb ik tot mijn verrassing meer reacties gekregen dan ik gewend ben. Één van deze reacties was van een lezeres genaamd Rachel Gonsalves, die mij vertelde dat ze tijdens haar jeugdjaren te Charlesburg heeft gewoond. Op een vraag aan haar oom naar de betekenis van het woord Krepi antwoordde deze dat de betekenis begraafplaats zou zijn. De lezeres was dan ook verrast met de andere verklaring die in mijn artikel te lezen was. Ik antwoordde haar dat ik voor begraafplaats alleen het woord berpe ken en dat graf in het Sranan grebi is dat wel een beetje lijkt op Krepi.

surinamerivier4

Verder deed de lezeres een beroep op mijn kennis van het Sranan m.b.t. de woorden un, unu en unsrefi. Naar haar mening kunnen deze woorden zowel ons als jullie betekenen.
Ik vul dit aan met wij (Sranan: wi). Aangezien ik mijzelf geen deskundige acht op het gebied van het Sranan heb ik de vraagstelling voorgelegd aan “oom” Hein Eersel. De uitleg van laatstgenoemde vond ik zo helder en leerrijk dat ik hem gevraagd heb dit in de vorm van een krantenartikel te gieten. Het resultaat kunt u zelf hieronder lezen, met dank aan “oom” Hein en ook aan Rachel, daar haar vraagstelling geleid heeft tot de geboorte van het onderstaande artikel.

Vooruit dan maar, een babbeltje over taal.
Elke taal zit vol variatie. Je kan kiezen uit veel mogelijkheden om je hart te luchten. Je hebt regionale variaties, sommige mensen noemen die variaties dialecten, je hebt sociale variaties, je kan ‘ bekakt ‘ praten tegenover volks of plat om je sociale stand te laten horen, en je hebt nog persoonlijke variaties: sommige mensen hebben moeite met de /r/-klank, andere slissen, en weer anderen gebruiken bij voorkeur bepaalde woorden of zinsconstructies.

stagiaires14

Maar er is iets, dat onze keuzevrijheid tot op zekere hoogte afremt, vooral in de sfeer van regionale variaties. Dat is standaardisatie. Op de een of andere manier bepalen ‘ taalbazen’, dat sommige vormen niet mogen: ze zijn fout. Die bazen bepalen wat in de taalboeken op school geleerd moet worden, op elk gebied van de taal: spelling, zinsbouw, betekenis enz. In veel landen worden die ‘ taalbazen’ door de regering aangesteld. De clubs waarin ze samenkomen heten meestal academie. De beroemdste( berucht vanwege haar strenge taalregels) is, denk ik, de Académie française, maar onderschat de Nederlandse Taalunie niet, die ook zo een taalbaas is in haar Groene Boekje. Ze wordt ondersteund door haar futuboy de dikke Van Dale. En niet vergeten mag worden de Real Academia Española uit 1713, die met haar motto/opdracht: limpia, fija y da esplendor (zuiveren, vastleggen en schittering geven) heel duidelijk maakt waar ze voor staat. En toch heeft deze Koninklijke Academie de variatie in de Spaanssprekende wereld niet kunnen tegenhouden. Meer dan twintig landen hebben nu een eigen Spaanse Academie die in eigen land taalzaken moet ordenen. Zelfs de Verenigde Staten heeft er één. Ze zijn verenigd in de Asociación de Academias de la Lengua Española.

sexy suriname

De meeste Europese talen zijn gestandaardiseerd, sommige door en door, andere gedogen enige variatie. Merkwaardig is, dat het Britse Engels vooral in de uitspraak door en door gestandaardiseerd is, de ‘juiste’ en enige geaccepteerde uitspraak wordt soms Queen’s English genoemd. In Amerika is men toleranter. En toch hebben deze beide landen geen taalautoriteit, die door de overheid is aangesteld. In Engeland geven de woordenboeken en andere publicaties van de Oxford University de norm die algemeen wordt gevolgd door de Britten. In alle landen zijn vooral schoolmeesters informele ‘taalbazen’ en vormen vooral geestelijke voorgangers rolmodellen voor goed, mooi en correct taalgebruik. Politieke figuren krijgen weleens volgelingen in spreekbeurten. Iets anders is de standaardisatie in de religieuze taal. Vooral voor de heilige geschriften en de taal in de liturgie bestaan er strenge en heel oude voorschriften. Ik zou nu een bloemlezing van voorbeelden uit verschillende talen moeten geven. Ik doe dat nu niet.

koerswest

Het Sranantongo is nauwelijks gestandaardiseerd. Er zijn wat officiële regels op het gebied van de spelling, meer niet. We hebben veel variaties om uit te kiezen. Neem Krepi. Een buurtnaam, zo ongeveer de wijk tussen de Wanicastraat (nu Pengelstraat) en de Van Idsingastraat. Er waren daar vroeger ook kerkhoven. Dus niet verwonderlijk dat: ‘ go na Krepi ‘ ook de bijbetekenis van ‘naar het kerkhof gaan’ kan hebben gekregen. Het woord kerkhof zelf betekent tuin bij de kerk en kreeg de betekenis van begraafplaats. Een kerkhof ligt nu niet meer bij een kerk. Ook de betekenissen van woorden van een taal veranderen. Het woord ‘heerlijk ‘ betekende vroeger gelijkend op, zoals een ‘heer‘. Maar je kan in de 21ste eeuw echt niet meer zeggen : “Kijk die man daar, hij is echt heerlijk “, al is het waar dat hij zich altijd als een heer gedraagt. Ik denk, dat Krepi de bijbetekenis van begraafplaats niet meer heeft.

Zangkoor uit Gansei ca. 1890

Zangkoor uit Ganzee, ca. 1890

Voornaamwoorden zijn in veel talen een echte ‘werêde’. Het Franse ‘on‘ (=men) wordt in het alledaagse Frans ook gebruikt als persoonlijk voornaamwoord. Het Nederlandse ‘u‘ uit Uwe Edelheid wordt tegenwoordig in de tweede persoon gebruikt. Het werkwoord dat erbij hoort geeft problemen: hebt u al gegeten of heeft u al gegeten? ‘ Gij/ge ‘ (tweede persoon enkelvoud) is uit het algemeen Nederlands verdwenen. Misschien hoor je het nog in Brabant. In gebeden en kerkliederen leeft het voort. En, luister naar wat de Nederlander doet met ‘zij/ze’, ‘ hun‘ en ‘hen ‘. Het Sranantongo ‘wi‘ ( eerste persoon meervoud) wordt wisselend gebruikt met un/unu. ‘wi‘ schijnt meer exclusief te zijn terwijl un/unu inclusief lijkt in de functie van eerste persoon meervoud. Maar ‘un/unu’ is in ieder geval zeker tweede persoon meervoud, en ‘wi‘ zeker eerste persoon meervoud. Het schema ziet er dus zo uit: enkelvoud 1st persoon ‘mi ‘, 2de persoon ‘yu ‘, 3de persoon ‘a / en (object en bij emfase (nadruk bij het spreken: CRJ) ook subject )’; meervoud 1ste persoon ‘wi‘ (exclusief), ‘un/unu‘ ( inclusief ), 2de persoon ‘un/unu‘ , 3de persooon ‘den ‘.

00513R-3

Mijn persoonlijke keuze. Ik gebruik ‘wi‘ en de samenstellingen daarvan, zoals ‘wisrefi‘ uitsluitend als eerste persoon meervoud en ‘unu‘ uisluitend als tweede persoon meervoud. De vorm ‘un‘ heb ik gereserveerd voor het bezittelijk voornaamwoord tweede persoon meervoud en in samenstellingen als ‘unsrefi‘ en ‘untrawan‘. Voorbeeld: “Pe un brada e libi ?” , “Na unsrefi ben wani dati”, “Unu no mu taki: ‘nèks no fout‘ “. Standaardisatie heeft als gevolg een normatieve grammatica, waardoor orde gebracht wordt in het taalgebruik. Ik denk, dat het tijd is voor een beetje meer standaardisatie van het Sranantongo.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter