blog | werkgroep caraïbische letteren

Van Indianen en Arubanen (3)

door Fred de Haas

Verstoord evenwicht
Aruba begon in veel opzichten te veranderen toen de olie-industrie zich in 1924 op het eiland vestigde. Amerikanen kwamen wonen op Lago Heights en de Amerikaanse Colony werd een afgesloten terrein. Zwarte arbeiders van de Bovenwinden, Suriname en de Engelse eilanden gingen wonen in San Nicolas en The Village. Arubanen die al jaren op het eiland woonden begonnen zich in meerdere opzichten achtergesteld te voelen. Immers, de LAGO had een voorkeur voor Engelssprekenden en het Nederlandse Bestuur had een voorkeur voor Nederlanders en Surinamers vanwege het feit dat de taal van de Regering nu eenmaal het Nederlands was en de Surinamers beter Nederlands spraken als de Arubanen vanwege de in Suriname gevoerde taalpolitiek.

Aruba Lago 1929

Aruba, San Nicolas en de Lago-raffinaderij in 1929

 

In 1948 waren er zo’n 12.000 donkere migranten op Aruba op een bevolking van 30.000 en dat veroorzaakte spanningen in de maatschappij. De autochtone Arubanen begonnen zich bekneld te voelen en zouden dit hardhandig kenbaar gaan maken. Het nationalisme en de openlijke discriminatie deden hun intrede op het eiland.

De Arubaanse onderwijzeres Laura Paskel schreef (Ons eilandje Aruba, 1944) dat in de jaren 30/40 de nationalistische groepering op Aruba al openlijk discrimineerde. Letterlijk schrijft ze: ‘Ik geloof dat zelfs de Amerikanen met hun ingeboren donkere rassenhaat niet zo’n grote afkeer hebben van negers als de Arubanen’. Merk op dat de onschuldige, van racisme totaal onverdachte, lieve Laura Paskel gewoon over ‘negers’ schrijft!

Federico Oduber was een fel criticus van de Arubaanse discriminatie van de zwarte bevolking en de Arubaanse dichter Henry Habibe heeft zich meermalen in zijn werk veroordelend over die discriminatie uitgesproken. Een voorbeeld uit 1985 (Un mucha rubiano pretu promé ku e drumi / Slaapliedje voor een zwart Arubaans kind):

Mañan nos ta bai
Mi n’sa pakiko
Ma nan ta bisa ku mi tata
No ta rubiano
Den su sanger tin hopi kos
Ku ta parse di Corsou
Kosnan indesente
Asina nan ta bisa
Morgen moeten we dus gaan.
Men zegt:
‘Je vader is geen Arubaan,
zijn bloed heeft dingen die ons storen
en op Curaçao thuishoren.
Je vader is dus ongewenst,
want hij heeft iets
indecents.

 

Alwin Toppenberg, Quito Nicolaas, Ramon Todd Dandaré, Adi Martis and Henry Habibe.

V.l.n.r. Alwin Toppenberg, Quito Nicolaas, Ramon Todd Dandaré, Adi Martis, Henry Habibe

Quito Nicolaas schrijft nog in 1990:

Afro-Arubiano

Nan a lubida bo
semper a tene bo atras
mantene bo ignorante
e voto si nan mester
pa sigui djodjo.
Afro-Arubaan

Ze hebben je vergeten,
altijd en eeuwig achtergesteld,
steeds dom gehouden, maar
als stemvee was je niet te min
voor lage profiteurs.

Olga Orman herinnert ons in haar gedicht ‘Mi Cuenta/Mijn verhaal’ (2011), waarin het Papiaments sprekend wordt opgevoerd, aan de tijd dat Afrikanen als gevangenen de verschrikkelijke oversteek moesten maken van Afrika naar de Amerika’s (merk op dat die lieve Olga het over ‘Indianen’ heeft!):

Barco di Calaboso
mi a sobrevivi
yega tera topa algun Indjan
cu a duna mi algun palabra na secreto
Den tambu catibo a canta mi
pa saca nan rabia y angustia
De bajesboten
heb ik overleefd; eenmaal aan land,
kwam ik wat Indianen tegen die
– stiekem – mij wat woorden gaven.
Om hun woede en hun angst te uiten
hebben slaven op hun feesten mij gezongen

Het Arubaanse nationalisme omarmde in de jaren ’40 als een soort bovennatuurlijke interventie het vermeende Indiaanse verleden als tegenwicht voor de Afrikaanse invloed van buiten. In 1949 was er zelfs een nieuwe partij opgericht, de Partido Patriótico Arubano die ostentatief in haar wapen een Indianenhoofd voerde. De afbeelding was trouwens het hoofd van een typische Noord-Amerikaanse Indiaan en niet dat van een Caiquetío.

De Indiaan gekoesterd door de politiek
Het geloof in de Indiaan nam zodanige proporties aan dat men zich helemaal Indiaans ging voelen. In 1951 maakte de politiek leider van die tijd, de heer Henny Eman sr plannen om het stemrecht voor – voornamelijk Curaçaose en Surinaamse – migranten te beperken. Hij had twee zeer teleurstellende verkiezingsuitslagen achter de rug en daarvan gaf hij de schuld aan de migranten. In de Staten zei hij (letterlijk):
‘Hieraan hebben wij het te danken dat de echte Indianen van Aruba niets meer te vertellen hebben […]. Er moet eenheid van ras komen, zonder die eenheid blijft het een eiland van twist en van haat.’ Zou de heer Eman zich ook hebben geïdentificeerd met de Indianen? Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Zijn voorouders kwamen uit Duitsland en daar vind je alleen Indianen in de boeken van Karl May…

Ook in de Arubaanse literatuur van die tijd begonnen de Indianen aan een frisse opmars. Men heeft aan die Indianenmythe in de letterkunde de naam ‘Indianismo’ gegeven, een naam die ontleend was aan een stroming in de literatuurgeschiedenis van Latijns-Amerika. Helaas was het Indiaanse verleden op het eiland nauwelijks tastbaar.

 

[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter