blog | werkgroep caraïbische letteren

Vaders in de (jeugd)literatuur van Curaçao

door Diana Lebacs

In het jaar 2007 kreeg ik van het Black Magic Women festival een uitnodiging voor een lezing in Amsterdam met een speciaal thema over de afwezigheid of aanwezigheid van vaders in onze literatuur. Nou, ik heb me wat afgezocht. Voor zover ik wist had ik nooit een titel gezien dat in die richting wees, maar ik kon me natuurlijk vergissen.

In 1975 verscheen mijn tweede jeugdboek Nancho van Bonaire (bekroond met de Zilveren Griffel 1976) waarvan het thema in één kernzin beschreven kan worden als: ‘Van kleine jongen af herinnerde Nancho zich één ding heel duidelijk: onverwacht kwam zijn vader thuis op Bonaire en even onverwacht verdween hij weer’.

Op de een of andere manier is de gedichtenbundel van Nydia Arvelo, Un regalo pa tata / Een geschenk aan vader (1988) mij ontgaan. De bundel van 19 gedichten – waarvan enkele in het Nederlands – is een ode, opgedragen aan haar geliefde overleden vader die duidelijk een leegte in haar leven achter liet.

De Zoon, de Man, de Vader

Zij
Keek door de gleuf
Zag hem liggen
Zij
Riep, schreeuwde, zij schrok
Want hij,
Hij antwoordde niet
Hij lag met zijn hoofd tegen de doucherand
Hij reageerde niet
Zij heeft haar zoon verloren.

Nydia Arvelo, Un regalo pa tata (1988)

De telefoon rinkelde
Zij nam op
Gilde
Zij geloofde het niet
De man die zij lief had
Is heengegaan.

Een brief
Uiteindelijk een brief
Zij las
WAS BLIJ
Doch tegelijkertijd verdrietig
Het is niet zijn handschrift
Had hij zelf niet kunnen schijven?
Of wilde hij niet?
Voelde zij iets?
Voelde zij het aankomen?
Vreemd gevoel
Nog geen twee uren waren voorbij
De telefoon ging
Overzee’s call
Slecht nieuws
Zij kon en wilde het niet geloven
Echter zij voelde het
Het is waar
En haar verdriet was erg
Haar lieve vader
Heeft voorgoed afscheid genomen.

Titelblad Un regalo pa tata

En ook de eerste strofe uit het gedicht ‘Ta un tata tin’:

Den boka di pueblo tin papiá                            In de volksmond zegt men
Tur hende ta un mama so e tin                        een moeder, dat is er maar één
Siendo tata si tin hopi                                        vaders zijn er vele
Ami no  ta di akuerdo ku esei                  Daar ben ik het niet mee eens
Pa mi ta un tata tin.                                            en vader…. dat is er maar één

Uit: Nydia Arvelo, Un regalo pa tata (1988, in eigen beheer). Vertaling in het Nederlands: Een vader, dat is er maar één. Diana Lebacs, 2021.

Deze vader-dochterband wilde ik graag uitbreiden in mijn lezing met meerdere en verschillende vaderbanden in onze literatuur om mijn lezing een aparte inhoud en Caribische identiteit te geven. De zoektocht was tevergeefs en van lieverlee, met de naderende datum en het vertrek naar Amsterdam, zocht ik mijn heil bij het klassieke verhaal uit de Caribische Indiaanse oudheid ofwel ‘Het volk van de grote Manaure’. Het betrof een Bonaireaanse legende, getiteld ‘Mamparia Kutu’ (= Zeemeermin). Het verhaal over het onverslaanbare opperhoofd Banaure, die de erestrijd voor zijn twee dochters verloor tegen het Kwaad.

Welton ‘Papi’ Esprit, Ken ta mi tata? (2012)

Op de een of andere manier bleef dit ‘gemis’ aan vaderfiguren in onze literatuur mij parten spelen. Gedurende de jaren ’80 en ’90 waren wij nog volkomen in de ban van de vrouwenemancipatie en de bewustwording eromheen, getuige de optredens van volkstheatergroepen van o.a de Union Muhénan Antiano (UMA) gedurende de jaren ’80 en stukken zoals bijvoorbeeld Seis den Un/Zes in Één, Un Kayent’Un Friu /Opvliegers en Monólogonan di Vágina/De Vaginamonologen.

De UMA inspireerde vele vrouwen tot schrijven. Vaak, niet meer dan één inspiratie. Maar het waren stemmen die aangroeiden en zich lieten horen.

Tegelijkertijd groeide het besef dat, indien men het in onze cultuur en maatschappij, over emancipatie heeft, men het ook over de vaders en de zonen moet hebben. Er ontstonden mannenpraatgroepen maar tot een theatrale mannenmonoloog is het niet echt gekomen. Toch had de bewustwording in de mannenpraatgroepen effect.

In 2012 publiceerde Welton ‘Papi’ Esprit zijn lijvige roman Ken ta mi tata?/ Wie is mijn vader? Het verhaal van een afwezige vader over zijn eigen afwezige, problematische maar toch zo liefdevolle, berouwvolle vaderfiguur in zijn gebroken familie. Papi Esprit benaderde mij als schrijfcoach voor zijn eersteling en dit deed ik met ‘ku mil amor’ (met duizend liefdes).

Het boek is nu opgenomen in de boekenpakketten die de Fundashon pa Idioma (FPI) / Taalstichting verspreidt voor lees- en taalbevordering in de Papiamentse taal in het voortgezet onderwijs (VSBO).

Schrijfster/Uitgever Denise de Jongh-Rekwest volgt in 2016 met haar jeugdboek Lanta sin tata/Opgroeien zonder vader, dat zij samen schreef met psycholoog Stephen Ebecilio.

Op Denises verzoek schreef ik het jeugdboek Grandesa di Amistat (2018). Het gaat op een andere manier over de zoektocht naar vader, nadat deze en zijn tienjarige zoon elkaar kwijt raken in volle zee als vluchtelingen naar een betere toekomst en zoon Nolan aanspoelt op een eiland waar hij moet onderduiken als ongedocumenteerde.

Genoemde boeken voorzien in een grote behoefte bij onze opgroeiende jeugd.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter