blog | werkgroep caraïbische letteren

V.S. Naipaul herlezen

Van de redactie van de Ware Tijd Literair

Zowel deze Literaire pagina [van de Ware Tijd, 3 november 2019 – red. CU] als die van vorige week staat in het teken van V.S. Naipaul. Zijn werk is belangrijk, ook voor de Surinaamse lezer. Het wordt nog steeds herdrukt, ook in series, wat een bont scala aan al dan niet bij elkaar horende kaften oplevert. Tijdens de literatuurlessen bij het vak Nederlands op de lerarenopleiding IOL,  hebben vele studenten het boek De mystieke masseur gelezen, als tekenend voorbeeld van Caribische literatuur.  Jerry Egger komt aan het woord over The Middle Passage, waarin Suriname prominent voorkomt.

Naipaul was een grote inspiratiebron voor Anil Ramdas. Dat blijkt wel uit wat hij over hem schreef in diverse essays die laatstelijk zijn gebundeld, en waar we nader op terug zullen komen, op een andere Literaire Pagina. Ook  is hier een bibliografie opgenomen met alle werken van deze grote schrijver, zowel fictie als non-fictie. En een deel uit een overlijdensbericht dat op de BBC verscheen.

We nemen een gedicht op van Ruth San A Jong waarvan de inhoud boekdelen spreekt.


Fragmenten over V.S. Naipaul uit het essay ‘Een schijn van waardigheid’ van Anil Ramdas, uit de bundel Ik had me de wereld anders voorgesteld, samengesteld door Kawita Ramdas en Pieter Hilhorst (Querido, 2017).

Daar zat ik dus op een middag, om halfvijf, onder de tl-buizen van de openbare bibliotheek, en vond het boek van V.S. Naipaul, getiteld Een huis voor Mr. Biswas. Het was het levensverhaal van zijn vader, maar het frappante was dat het evengoed leek te gaan over mijn moeder. […]

Ik zei al, het is als het leven van meneer Biswas. Met dit verschil dat Biswas afwachtend en indolent was en als een donquichot zijn windmolens najoeg. Maar Naipaul had dat beeld nodig voor de komedie die hij wilde schrijven. In zijn voorwoord op de Nederlandse vertaling zei hij dat hij Een huis voor Mr. Biswas rekent tot zijn beste komedie, wat het boek volgens mij geen recht doet. Ik moest er wel om lachen, maar het was een reine lach, zonder een spoor van valsheid of leedvermaak. Want Naipaul was niet hatelijk of sadistisch, niet eens smadelijk of honend, omdat hij geen verachting koesterde voor de personen over wie hij schreef. Natuurlijk is er een element van verloochening in zijn boek, wat ik maar al te goed herkende. Misschien is er zelfs wel sprake van trouweloosheid, maar is trouw niet het slechtste motief om over te schrijven? Trouw leidt tot de nobele sentimenten die we maar al te goed kennen van de zogenaamde ‘geëngageerde ‘literatuur’, van de nationalistische literatuur en van veel van de ‘derdewereldliteratuur’. Trouw leidt tot zelfverheerlijking en zelfs tot arrogantie en daarom steevast tot onwaarachtigheid. […]

Natuurlijk kan men beweren dat het verhaal van Biswas een mes in de rug van de Hindoestanen in West-Indië is geweest, door de onthulling van de innerlijke wreedheid in hindoefamilies en de anekdotes over roddel en achterklap, domheid, kortzichtigheid en pure hebzucht. Maar juist door Biswas begonnen we iets te begrijpen van wat ons dreef. […]

Het was hier in Nederland, vele jaren later, dat ik mij bewust werd van mijn eigen schoorvoetende zoektocht naar de waardigheid in de eerder gegeven definitie. Het gebeurde tien jaar na mijn komst, toen een vriend mij vroeg om een essay te schrijven voor de Groene Amsterdammer over niemand minder dan V.S. Naipaul. Het leek mij een onmogelijke opgave, omdat zijn werk zo persoonlijk was – voor mijzelf welteverstaan. Het boek Een huis voor Mr Biswas had mij ooit een schijn van waardigheid geschonken, niet om wát er geschreven was, maar omdát het geschreven was. […] Maar het was een schijn van waardigheid, omdat de waardigheid waar het echt om gaat alleen zelf kan worden veroverd. En die kans kreeg ik… (p. 41-45).


Naipauls Caribische reis

door Jerry Egger

Het eerste reisboek van V.S.Naipaul, The Middle Passage, gepubliceerd in 1962, heeft zijn reputatie direct gevestigd. Op bladzijde 29 komt een van zijn beroemdste/beruchtste zinnen voor: ” History is built around achievement and creation; and nothing was created in the West Indies.”. Deze zin is vele malen gebruikt om te laten zien hoe geringschattend hij deze regio acht. Hij mocht dan zijn geboren in dit werelddeel, veel hoop had hij niet dat er ooit iets zou worden bereikt.

Een andere zin heeft hem niet erg populair gemaakt bij grote delen van de bevolking uit zijn geboorteland Trinidad en Tobago. In zijn reis door de Cariben bezocht hij dit eiland eerst. Hij zette voet aan wal en de oude angsten kwamen direct weer bij hem naar boven. Hij wilde altijd zo snel mogelijk weg van dit eiland. Dan zegt hij het volgende over een van de culturele uitingen van dit land…. “but the steelband used to be regarded as a high manifestation of West Indian culture, and it was a sound I detested” (bladzijde 43). Dit fragment van een langere zin en de vorige die is aangehaald, geven aan hoe hij dacht over het gebied. Niet bepaald observaties die hem geliefd zouden maken in de regio.

De ontstaansgeschiedenis van dit reisverhaal is ook interessant. Naipaul woonde in Engeland na zijn studie, publiceerde enkele romans, begon naam te maken met zijn boeken en dat viel op in Trinidad. De toenmalige minister-president, de bekende historicus, dr. Eric Williams, bood hem aan om een reis te maken door delen van het Caribische Gebied en daarover te schrijven. De suggestie en de financiën voor dit boek kwamen dus uit de regio. Het vergt veel moed om dan op zo een manier te schrijven. Het is in elk geval heel duidelijk dat hij maximaal gebruik heeft gemaakt van het feit dat hij helemaal niet verplicht werd, op welke manier dan, te schrijven over het gebied.

Toch is The Middle Passage een belangrijk boek over het Caribische Gebied. Naipaul durfde te zeggen wat hij wilde, bedekte niks met de mantel der liefde en had een scherp oog voor details waar de lokale mensen waarschijnlijk graag overheen zagen. Herlezing van dit boek na heel wat jaren – het lezen van het hele boek dus en niet fragmenten van sommige delen – maakt duidelijk dat hij analyses maakte die voor een deel ook terug te vinden zijn in Fanon. Frantz Fanon werd een ‘bijbel’ voor velen terwijl Naipaul weinig goeds kon doen in de ogen van sommige  intellectuelen en academici uit het Caribische Gebied, India en Afrika. Nu kunnen we echter andere vragen stellen aan dit boek. Bijna het hele Caribische Gebied is onafhankelijk, het dekolonisatieproces vordert (hoewel sommigen dit betwijfelen) en in toenemende mate wordt de wereld ‘kleiner’ en ‘bereikbaarder’ voor delen van de Caribische bevolking. Fanon kijkt naar de gekoloniseerde mens niet alleen omdat hij zelf tot die categorie behoort. Vanwege zijn achtergrond als psychiater kan hij ook op professionele manier analyses maken. Naipaul kijkt naar de gebreken van de gekoloniseerde mens die erg getekend is door de geschiedenis. Fanon kijkt ook naar de geschiedenis in die zin dat de rol van de kolonisator wordt blootgelegd. Die ketenen moeten worden doorbroken om daadwerkelijk een vrije mens te zijn. Naipaul ziet weinig ruimte om die vrijheid te bereiken. In messcherpe bewoordingen legt hij de tegenstelling tussen zwart en blank in Jamaica bloot. Hij had toen al oog voor factoren die alles nog gecompliceerder maakten zoals de blanke toeristen die de beste stranden ter beschikking hadden en in logeergelegenheden bleven die meer kostten per dag dan de doorsnee Jamaicaan per maand verdiende.

Het beste gedeelte van het boek is in mijn ogen zijn verblijf in Guyana (toen nog Brits- Guyana). Dit is ook het gedeelte waar je bewondering kan opbrengen voor Naipaul omdat hij heel helder de dilemma’s van de twee politieke leiders, Burnham en Jagan, beschrijft. Hij praat met beiden en geeft aan wat de achterban van hen verwacht en laat zien waar idealisme en de tijd toen zij nog samen werkten naar toe had kunnen leiden. Het is niet gelukt want de twee grootste groepen stonden toen al tegenover elkaar hetgeen onaangename gevolgen had voor het hele land. Hij bezocht ook Suriname waar al meer over is gezegd en Martinique. Deze reis en het vastleggen van de waarnemingen werd het begin van Naipaul als schrijver van verhalen over andere landen en gebieden. In alle gevallen liepen de reacties uiteen van bewondering tot verguizing.

V.S. Naipaul (1975). The Middle Passage The Caribbean Revisited. Impressions of Five Soceities – British, French and Dutch – in the West Indies and South America. Harmonthsworth: Penguin Books. ISBN 0 14 00 2920  6.                                      


Colin McPherson schrijft voor de BBC, 12 augustus 2018, in een overlijdensbericht over V.S. Naipaul:

‘De Nobelprijsacademie vergeleek Naipaul met Joseph Conrad (auteur van Heart of darkness) en prees zijn vermogen om boosheid om te zetten in precisie. Naipaul gaf zelden interviews, en als hij dat al deed, bleken ze steeds bijzondere kopij op te leveren: zo noemde hij Tony Blair een piraat, en diens socialistische revolutie haalde de cultuur neer tot volkser dan ooit. De schrijver Dickens was volgens hem gestorven aan zelfparodie. En E.M. Foster (auteur van A Passage to India) zette hij weg als een man die niets wist over India, behalve dat hij de tuinjongens wilde verleiden.

We zullen ons V.S. Naipaul  herinneren als een magische maker van Engels proza, die zelf op een moment geloofde dat de roman dood was. Hij laat een complex oeuvre na dat, ondanks de beperkte grenzen van de literatuur om de werkelijkheid te beschrijven, een plaats inneemt tussen fantasie, reisbeschrijvingen en autobiografische gegevens, waarin hij trachtte de complexiteiten van de moderne wereld te vatten. Hij zag zichzelf als een eenzame, stateloze observator, vrij van ideologie, politiek en illusies. Hij had weinig gelijken, volgens zijn bewonderaars. De Turkse schrijver Ohran Pamuk (ook een Nobelprijswinnaar voor literatuur) vertegenwoordigde Naipaul de derde wereldmens: zonder suikerzoet magisch realistisch laagje, maar wel met hun demonen, hun misdaden en hun gruwelijkheden, en dat maakte hen minder tot slachtoffers en meer tot mens. In de ogen van zijn criticasters blijft Naipaul toch essentieel politiek: getuigenis afleggen tegen de postkoloniale wereld met prachtige boeken, maar wel zich verschuilend achter het gegeven dat hij ‘een van hen’ was.


Fictie van Naipaul

Non-fictie van Naipaul


Ruth San A Jong – Gedicht

Laat mijn dood niet een zijn op het grove asfalt
van vergeten ingedrukte pedalen
aanschouwd door sensatie-ogen
die veroordelen of ik
wel of niet uitkeek
bij de overgang

Laat mijn dood niet een zijn
van het digitaal gokken over mijn diepste geheimen
waar ik duizend RIPs en duimpjes omhoog krijg

Laat mijn dood niet een zijn waar
men leedvermaak viert om
schandalen die alleen dan te zien zijn

Laat mijn dood niet een zijn op het hete asfalt
met vreemde omstanders die de oversteek weten
vóór mijn naasten

Laat mijn dood niet een zijn
die kranten doet verkopen
om de triomf die prijkt op de koppen
als het eerste nieuws

Laat mijn dood niet een zijn
op het hete asfalt in oktober.

oktober 2018

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter