blog | werkgroep caraïbische letteren

Uzi

door Sharda Ganga

“Waar vlucht je naartoe”, vraagt iemand aan de hoofdpersoon in de roman Vernon God Little van schrijver DBC Pierre. “Suriname”, antwoordt Vernon zonder blikken of blozen. Hij is op de vlucht want de politie heeft een klopjacht op hem geopend vanwege zijn vermeende medeplichtigheid aan het bloedbad op zijn school waarbij zestien doden vielen. Zijn vriend Jesus had op een dag een geweer gepakt en begon in de wilde weg te schieten. Ik barstte uit in lachen toen ik die zin over Suriname las. Ik vraag me af hoe de schrijver erbij kwam om Suriname te noemen, mailde ik in een opwelling naar de uitgever van de schrijver. En tot mijn grote vreugde mailde Pierre me zelf terug met een uitgebreid, hilarisch antwoord.

DBC Pierre heeft langere tijd op Trinidad gewoond en gewerkt met onder andere Surinamers. Maar waarom hij Vernon juist Suriname liet kiezen als einde van zijn wereld? Ach, zegt de van oorsprong Australische schrijver, je moet zo denken: een jongen als Vernon die niet al te slim is, heeft waarschijnlijk van al zijn aardrijkskundelessen op school alleen dat ene land onthouden dat voor hem het meest onwerkelijk leek. Suriname dus, waarschijnlijk ooit behandeld tijdens een les over Zuid-Amerika. Voor Vernon is alles buiten Amerika exotisch en veraf, dus alles is Suriname; Vernon’s Suriname land strekt zich uit van Mexico tot Vuurland. Maar Suriname heeft ook de mooiste landennaam, vindt Pierre. Ik heb gisteren mijn exemplaar weer tevoorschijn gehaald. Het was het eerste waar ik aan dacht toen ik hoorde dat twee jongens, nauwelijks de luiers ontgroeid, gewapend met een Uzi een supermarkt wilden beroven, en toen op de fiets wegvluchtten.

Ik was vervuld van afgrijzen: tienerjongens en een uzi gewoon zo op straat, gewoon op de hoek bij omoe! Maar daar was ook die fiets, en het beeld van die twee jongens hard trappend op hun fietsen met een uzi die het besturen wel erg bemoeilijkte leek zo gehaald uit een klucht. Pijnlijk, afgrijselijk en wrang is dit voorval. Net als het boek. Pijnlijk is het boek, verschenen in 2003, omdat het de gruwelijkheid van de Columbine schoolmoorden uit 1999 weer in herinnering bracht. Maar ook pijnlijk vanwege de haarscherpe satirische kijk op een Amerika waar mediageilheid, verwaarlozing van kinderen, en algehele stupiditeit de dienst uitmaken. Tegelijkertijd is het boek vol wrange humor door de niet bepaald scherpe geest van Vernon. Een beetje sukkelig, en vooral onnozel is Vernon, met een bloemrijke vuile bek. Maar ik dwaal af, dit is niet de literaire pagina. Vernon dus, die het product én het slachtoffer isvan zijn omgeving. En dan die twee niet al te slimme, maar wel levensgevaarlijke jongens op de fiets met hun Uzi.

Ook producten van hun omgeving, denk ik dan, want de uzi lag blijkbaar zo voor het oprapen bij één van de jongens thuis. Had pa meegenomen toen hij uit het leger vertrok, is normaal toch? Als pa het gewoon ongestraft mag meenemen, dan mogen wij er toch ook ongestraft mee gaan fietsen en roven? Een soort exdienstwapen is die Uzi dus. Intussen ben ik banger geworden voor dienstwapens dan voor wapens van criminelen. Ik hoop dat pa voor heel lang niet meer naar huis mag. En dat we ook eens horen hoe het kan dat een Uzi meer of minder geen alarmbellen laat rinkelen daar in de kazerne.

[uit de Ware Tijd, 14/01/2012]

on 16.01.2012 at 11:35
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter