Truman Capote: Kinderen op hun verjaardagen
door Cobi Pengel
Behalve grote romans als Other Voices, Other Rooms, In Cold Blood en Breakfast at Tiffany’s bevat het werk van de Amerikaanse schrijver Truman Capote (1924-1984) ook prachtige, veelgelezen korte verhalen. Children On Their Birthdays (Kinderen op hun verjaardagen) wordt als een der beste beschouwd. Het verscheen in 1949 in de bundel A Tree of Night and Other Stories.
In een saai, klein stadje in de Amerikaanse staat Alabama, zo’n stadje waar nooit iets gebeurt, verschijnt op een namiddag ‘met de bus van zes uur’ een tienjarig, wat raadselachtig kindvrouwtje dat zich gedraagt als een volwassene en die houding ook het hele verhaal volhoudt. Ze stelt zich voor aan enkele mensen die op hun balkon een verjaardag vieren als ‘Lily Jane Bobbit’, maar laat zich gedurende het hele verhaal ‘Miss Bobbit’ noemen. Ze draagt gedurende haar verblijf van precies een jaar in het stadje alleen maar feestjurken en maakt zich op als een ‘ster’. En dat wil ze ook worden, zoals zal blijken. Haar moeder is een kleurloze vrouw die nooit praat en de kost verdient als wat wij ‘modiste’ zouden noemen. Zij blijft het hele verhaal een ‘flat character’. Miss Bobbit, echter, lijkt te zijn weggelopen uit een sprookje of een feeërieke, andere dimensie. Ze veroorzaakt nogal wat ophef in het stadje waar nooit iets gebeurt…, want in het jaar dat Miss Bobbit er verblijft, gebeurt er een heleboel. De schrijver windt er geen doekjes om dat Miss Bobbit na een jaar door dezelfde ‘bus van zes uur’, als die waarmee ze gekomen is, verongelukt. De eerste zin al van het verhaal luidt: ‘Gistermiddag werd Miss Bobbit overreden door de bus van zes uur.’ En de laatste zin: ‘Dat was toen ze werd overreden door de bus van zes uur’. Wie van mening is dat aan het begin van een verhaal de afloop niet reeds onthuld (zelfs niet vermoed) mag worden, krijgt bij dit verhaal bij uitstek ongelijk, hoewel ik nog meer bekende verhalen en romans zou kunnen noemen waarbij dit stijlelement heel functioneel is. Tussen de eerste zin en de laatste, twee simpele, maar toch dramatisch geladen zinnetjes met vrijwel gelijke inhoud, wacht de lezer een door de komst van Miss Bobbit niet langer saaie wonderwereld, die vooral diegenen zal boeien die het geheim kennen van het lezen van de magie tussen de regels.
Is het in het dagelijks leven helaas maar al te vaak zo dat kinderen die er een aparte stijl op na houden wat kleding, uiterlijk en gedrag betreft, door ‘de groep’ worden gepest, Miss Bobbit echter dwingt vanaf haar aankomst in het stadje ieders respect af door haar zeer aparte persoonlijkheid. Vooral op de wat oudere jongens (maar ook op de meisjes) maakt zij diepe indruk. Tussen de twee reeds jaren gezworen kameraden Billy Bob (zoon van tante El en neef van de verteller ‘Mr. C.’) en Preacher Star ontstaat er zo’n wedijver om Miss Bobbits aandacht dat er zelfs een vechtpartij ontstaat en de twee het hele verdere jaar gezworen vijanden blijven. Miss Bobbit wil echter geen van beiden: ze verklaart dat ze geen ‘boerenpummels’ wil!
Billy Bobs moeder, tante El, kweekt een bijzonder soort rozen die dat jaar zo schitterend zijn dat tante El van plan is ze naar de bloemententoonstelling in Mobile te zenden. Als ze haar rozen op een middag komt begieten, is er echter geen enkele roos meer! De sheriff komt er aan te pas, maar wat blijkt…? Billy Bob heeft alle rozen afgesneden om ze aan zijn aanbeden Miss Bobbit te schenken. Het is eigenlijk een kwajongensstreek, maar eentje die toch beslist een ongenadig pak slaag waard is! Als tante El precies een jaar later opnieuw haar bijzondere rozen klaar heeft voor verzending naar de bloemententoonstelling in Mobile, zullen de nieuwe rozen een dramatische rol spelen bij het tragisch eindigende verhaal. Mogen de rozen van tante El een leidmotief genoemd worden? Ik dacht het wel.
Symbolisch voor de titel van het verhaal is de het hele jaar door raadselachtige verschijning van Miss Bobbit met haar make-up, haar feestkleding en haar vrolijkheid. Is ze even uit haar sprookje of haar andere feeërieke dimensie ontsnapt om in het slaperige, saaie stadje een jaar lang van elke dag een feestdag te maken? Als kinderen op hun verjaardagen? Miss Bobbits respect afdwingende persoonlijkheid uit zich o.a. ook in haar kordate optreden tegen een groep jongens die een gekleurd meisje de weg versperren en haar pas willen doorlaten als ze ‘tol betaald heeft’. Als het arme kind vraagt wat die ‘tol’ dan wel is, blijkt het ‘een poosje lekker vrijen in de schuur’ te zijn. Miss Bobbit grijpt in en ontfermt zich over Rosalba, zoals het meisje heet, en vanaf die dag zijn die twee onafscheidelijk. Ze noemen elkaar zelfs ‘Sister Bobbit’ en ‘Sister Rosalba’.
Op een dag verschijnt er in het stadje een figuur die zich ‘Manny Fox’ noemt en van wie elke lezer onmiddellijk begrijpt dat hij een oplichter is. Maar niet de mensen van het stadje die geen vertier gewend zijn. Hij zal een voorstelling organiseren die tegelijkertijd een wedstrijd is. Alle bewoners van het stadje mogen meedoen en de hoofdprijs is een filmtest in Hollywood. De toegangsprijs is 1 dollar, een aardige opbrengst als je bedenkt dat niemand in het stadje de voorstelling wil missen. Ook beweert dit heerschap via zijn ‘plaatsingsbureau’ jobs te kunnen regelen voor de jongemannen van het stadje. Ze moeten hem dan wel 150 dollar betalen. Velen trappen erin. De voorstelling is een groot succes en natuurlijk is het Miss Bobbit die de hoofdprijs wint. Behalve dansen kan ze ook zingen en ze brengt haar nummer met de flair die haar eigen is. De oplichter vertrekt en laat niets meer van zich horen. Na enkele spannende weken van wachten, onderneemt Miss Bobbit actie: ze stuurt een signalement (er waren aanplakbiljetten verspreid!) naar bijna alle sheriffs in de zuidelijke staten en krijgt ook enkele kranten zover over het schandaal te schrijven. Manny Fox belandt binnen no-time achter de tralies. De jongemannen die hem 150 dollar hadden betaald, krijgen hun geld terug en dat brengt de plotseling ook gewiekst blijkende Miss Bobbit op een idee: als de mannen haar die 150 dollar schenken, heeft zij genoeg geld om toch naar Hollywood te gaan om te proberen een ster te worden. Ze belooft ze elk hun leven lang 10% van de opbrengst van haar verdiensten zodra die er zijn. Opnieuw blijkt dat niemand weerstand kan bieden aan Miss Bobbit. Zelfs tante El niet, want op de dag van Miss Bobbits vertrek (met de bus van zes uur) maakt tante El een genereus gebaar: wetende hoe verliefd haar zoon Billy Bob nog steeds is en hoe verdrietig, omdat zijn aanbeden Miss Bobbit vertrekt (misschien ook nog een beetje wroeging over het niet eenvoudige pak slaag van het jaar ervoor…) geeft ze hem ruimhartig toestemming om al haar rozen te plukken om er een afscheidsboeket voor Miss Bobbit van te maken.
Als Billy Bob het boeket gemaakt heeft, gebeurt er iets groots. Preacher Star – na de vechtpartij nog steeds Billy Bobs vijand – die op een afstand heeft staan toekijken, loopt schoorvoetend naar Billy en zijn rozen en van het ene boeket worden er twee gemaakt: één voor Billy en één voor Preacher om aan Miss Bobbit te schenken. Is dit kleine wonder te verklaren door een gedeelde verliefdheid of door de romantische, misschien wel verzoenende geur van tante Els’ bijzondere rozen? De vijandschap is vergeten en het sprookje lijkt een happy end te krijgen. Ze lopen samen naar het trottoir om de straat over te steken om Miss Bobbit hun boeketten aan te bieden. Miss Bobbit ziet ze aankomen en wat er dan gebeurt, is tragisch, maar voorspelbaar en zo eenvoudig maar toch zo mooi beschreven dat ik de drie slotzinnen letterlijk citeer, in plaats van een fragment uit het verhaal te kiezen.
‘Aan de overkant van de straat zoemde het van het gebabbel, maar toen Miss Bobbit hen zag, twee jongens met gezichten die als gele manen door de bloemen heen schemerden, rende ze met uitgespreide armen de trap af. Je kon zien wat er zou gaan gebeuren en we gilden het uit, onze stemmen als bliksem in de regen, maar Miss Bobbit die naar die mannen van rozen toe rende, scheen het niet te horen. Dat was toen ze werd overreden door de bus van zes uur.’
Truman Capote, Kinderen op hun verjaardag. 1948. Uit: A Tree of Night and Other Stories. New York: Random House, Inc.