Tropenkolder, een recensie (I)
Op 7 juni werd in Boekhandel Huyses in Delft de debuutroman Tropenkolder van auteur Marcel de Jong gepresenteerd. In de afgelopen jaren zijn tal van Nederlanders op Bonaire neergestreken, om het strak omlijnde leven in Europa te ontvluchten. Alle reden dus om een roman over het Flamingo-eiland te schrijven. Als lezers aan de roman Tropenkolder beginnen, dan kunnen ze de neiging hebben om het boek ongelezen dicht te klappen. Daar het onnodig suggestief en grievend is. Desondanks is het een roman geworden die de discussie moet aanzwengelen over een gedragscode voor rijksgenoten in de Caribische samenleving. De auteur is in dat opzicht er in geslaagd om aan te tonen dat uitgezonden krachten die overwegen zich op Bonaire te vestigen, eerst een inburgeringcursus moeten volgen.
Het verhaal
De roman speelt zich af op Bonaire tegen de achtergrond van de naweeën van een economie, zonder volwassen gegroeide instituties en een weinig politiek bewuste volk. De uitgezonden leerkracht Frans wordt vanaf de eerste schooldag tegengewerkt. Naast zijn dagtaak als leraar schrijft hij leerzame artikelen over het eiland en komt in contact met Benita, die in bezit is van documenten aangaande een omkoopaffaire. Deze belastende documenten en schoolrapporten worden bij een inbraak door nalatigheid van de leraar meegenomen en worden na een oproep in het lokale dagblad dagen daarna terugbezorgd.
“Dan zou ik [Frank Andeweg] de wreedheid van mijn voorouders mee moeten dragen. Hun gebrek aan geweten, hun neerbuigendheid jegens andere rassen. Nee, ik kan me daar weinig bij voorstellen, Minny.” [p. 139]
Na al zijn escapades en bezoekjes aan de dames van de nacht, raakt Frank Andeweg verliefd op Minny Abraham. Het is in deze relatie dat Frank enigszins leert relativeren. Maar hij bleef gaandeweg steriel in zijn opvattingen en wist geen flexibele houding aan te nemen. Zijn eigen kliek vormde zijn uitvluchtbasis en bood hem enige bescherming en steun. Enige toenadering naar de gemeenschap is er niet en bleef Frank samen met Wiebe en de arts Viola optrekken. In dat verband geeft de auteur een aardige schets hoe het denkgedrag, gevoelswereld, waarneming en minachting van andere culturen bij de uitgezonden krachten zich manifesteren.
Context
Na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen op 10-10-2010, zal Bonaire als een BES-eiland een rechtstreekse band met Nederland aangaan. Het eiland Bonaire is sinds de jaren ’90 in feite een transitiemaatschappij met een samenleving die achteraan holt. De bewoners lijken de veranderingen in de maatschappij niet te kunnen bijbenen. Door het verlammende effect van het staatsverband de Antillen, heerst er een onderontwikkelde politieke cultuur. Een groep burgers richten een partij op en de meest populaire onder hen die komt dan d.m.v. verkiezingbeloftes aan de macht. Er is weliswaar een parlement, maar dan met ontoereikende middelen en een gebrek aan lef om hun controlerende taak afdoende te kunnen uitoefenen. Zodoende ontstaat er een vacuüm dat zich meestal uitleent voor corruptiepraktijken.
De arbeidsmarkt wordt door de schijnwelvaart overspoeld door werknemers uit Aruba, Curacao, Suriname, Nederland en de omringende eilanden. Dit kan tot enorme spanningen op de werkvloer leiden, die zich eventueel in vormen als tegenwerking, pesterijen kunnen manifesteren en soms uitlopen tot persoonlijke confrontaties. De uitgezonden leerkrachten Frank en zijn collega’s Wiebe en Glenn beseffen niet dat dit aan de hand was. Men plaatste het geheel al te gauw in een beperkt denkkader van ‘Ze moeten ons niet’, een denkpatroon dat voortvloeit uit het zichzelf isoleren in plaats van het integreren in die nieuwe gemeenschap.
Deel II van de recensie verschijnt zondag 22 augustus 2010