blog | werkgroep caraïbische letteren

Trefossa – Sranan/ Suriname

brudu f’afo
ben dopu ju doti.
iu santi ben soidji,
ben dringi den dropu,
sranan,
te kramnari f’afo
ben boro

na yu gron wi mu gro.

fajalobi
a dinamit d’e opo ju prodo so nja,
mu koti hen faja,
mu bron na wi brudu;
dan bromtji sa monjo na wi libi
fu njan na bidji frijari,
di Sranan nanga wi de fruwakti,
so langa.

Suriname

bloed van onze voorouders
doopte jouw aarde
jouw zand zoog,
en dronk de druppels,
Suriname,
als de ribbenkast van de voorouders
werd doorboord.

Op jouw veld moeten wij groeien.

fayalobi-bloem,
het dynamiet dat met een klap jouw pracht ontsluit,
moet bliksemen,
moet branden in ons bloed;
dan zullen de bloemen ons leven bedekken
om het grote feest te vieren,
dat Suriname met ons, zo lang reeds
verwacht

Vertaling: John Leefmans

[Verschenen in: Présence africaine (no 57) 1966, p. 551; ook opgenomen in andere spelling in Trefossa, Trotji. Puëma. Met een stilistische studie over het gedicht ‘Kopenhagen’, vertaling en verklarende aantekeningen door Jan Voorhoeve. Amsterdam: NV Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij, 1957, Publications of the Bureau for Linguistic Research in Surinam (University of Amsterdam), p. 26. Zie voor een alternatieve vertaling Caraïbisch Uitzicht, 23 augustus 2013.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter