blog | werkgroep caraïbische letteren

Transitie naar een milieuvriendelijker openluchtcrematie

door Bish Ganga

Voor traditionele openluchtcrematies is veel hout nodig, heel veel hout. Bovendien is de luchtvervuiling enorm. Vinod Kumar Aggarwal, een Indiase ingenieur, heeft een nieuwe crematiemethode ontwikkeld onder de naam Mokshda. Cremeren volgens deze methode betekent een grote vooruitgang.

Crematie in Suriname

Tijdens een van onze vakanties in Suriname zijn we met de bus van Paramaribo naar Leonsberg aan de Surinamerivier gereden. Ons reisdoel is Nieuw Amsterdam, aan de overkant van de rivier. We staan op de steiger te wachten op een particuliere motorboot om de oversteek te maken.

Een groep mensen van Hindostaanse afkomst loopt naar de aanlegsteiger. Aan de kleding van het gezelschap en aan de bagage die ze bij zich hebben, is duidelijk te zien dat ze in rouw zijn en dat ze op weg zijn om de as van een overledene uit te strooien in de rivier. Een van de leden van het gezelschap draagt een jutezak met vermoedelijk de overblijfselen van een recent uitgevoerde crematie of lijkverbranding. In enkele draagtassen zitten de ingrediënten die gebruikelijk zijn bij een crematie volgens de hindoeritus: bloemen, kransen, een blik ghee (geklaarde boter) en pakken melk zijn duidelijk zichtbaar.

De groep rouwenden stapt in een gereedliggende motorboot. Die vaart straks naar het midden van de samenvloeiing van de Suriname- en de Commewijnerivier. Na een korte rituele plechtigheid zal de inhoud van de jutezak met de resten van de brandstapel aan het water worden toevertrouwd.

Ook wij nemen plaats in een motorboot. Omdat beide boten bijna gelijktijdig vertrekken en dezelfde richting op gaan, kunnen wij hun tocht volgen. Hun boot stopt inderdaad op een gegeven moment in het midden van de samenvloeiing van de twee rivieren. Doordat de buitenboordmotor is gestopt, dobbert de boot op de rivier en omdat het kentering[1] is, blijft de boot min of meer op dezelfde plek. Onze boot vaart verder naar de steiger van Nieuw Amsterdam, waar wij uitstappen en onze reis vervolgen.

In Suriname is cremeren vandaag de dag naast begraven een veel voorkomende vorm van lijkbezorging. Dat is niet altijd zo geweest. Tot circa 1960 was cremeren in Suriname bij wet verboden. Suriname was immers een kolonie van Nederland en daar werd pas rond 1950 cremeren wettelijk toegestaan. De eerste Nederlandse crematie was zelfs illegaal. Pas sinds 1991 is in Nederland cremeren gelijkgesteld aan begraven.

Crematie en hindoeïsme

Met de wetswijziging om in Suriname te mogen cremeren, ging een lang gekoesterde wens van de Hindostanen in vervulling. Eindelijk konden zij – zonder in overtreding te zijn – overledenen cremeren zoals in India, het land van herkomst. In India cremeren hindoes sinds mensenheugenis hun doden. Deze gewoonte stamt al uit de Vedische tijd.

Cremeren is verbonden met de levensfilosofie en het geloof van hindoes. Volgens het hindoeïsme is het menselijk lichaam opgebouwd uit vijf hoofd- of oerelementen. In het Sanskriet, de taal van de heilige boeken van hindoes, worden de vijf hoofdelementen aangeduid met de term pañca-mahā-bhūta (पञ्चमहाभूत: ). Deze hoofdelementen zijn water (अप:), vuur (अग्नि), lucht (वायु:), aarde (पृथ्वी:) en ether (आकाश). Na het overlijden valt het lichaam – na langere of kortere tijd – uiteen in de genoemde hoofdelementen.

De verschillende elementen die na de dood vrijkomen, worden opnieuw één met de oorspronkelijke elementen. Dat betekent dat het vrijgekomen water van het lichaam opgaat in het overige water op de planeet. Hetzelfde geldt voor de hoofdelementen vuur, lucht, aarde en ether. Een mooi (levens)einde van een schepsel. In de Bijbel wordt overigens ook aan dit fenomeen gerefereerd met de uitspraak: ‘Van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’ (Gen.3:19).

Voor het uiteenvallen van het dode lichaam in de vijf componenten maakt het niet uit of er begraven of gecremeerd wordt. Bij begraven duurt dat proces van uiteenvallen enkele tientallen jaren of zelfs langer, terwijl bij cremeren het gehele proces in één of anderhalf uur een feit kan zijn als de verbranding plaatsvindt in een crematieoven. Wat na de verbranding uiteindelijk overblijft, is een kleine hoeveelheid as, die in een urn beschikbaar wordt gesteld aan de nabestaanden. Dit kan worden gezien als het laatste overgebleven hoofdelement, aarde (पृथ्वी:).  De as wordt in de regel uitgestrooid over land of (stromend) water.

Sommige nabestaanden geven aan de overgebleven as een andere bestemming door die bijvoorbeeld te verwerken in een sieraad. Weer anderen bewaren de as thuis op een zorgvuldig gekozen plek, waardoor de overledene als het ware nog steeds deel uitmaakt van de familie.

Hoe het ook zij, vroeg of laat komt de as op een of andere manier in de natuur terecht en wordt zo één met de aarde.

Ovencrematies en crematies in de open lucht

Ovencrematies vinden plaats in crematoria, waar een of meer elektrische of gasovens geïnstalleerd zijn. De ovens zijn technisch zo ingericht, dat er gedurende het hele proces controle is op de oventemperatuur en op de toevoer van gas en elektriciteit. Ook zijn schoorstenen geïnstalleerd met filters, waardoor de lucht gefilterd naar buiten wordt geleid. Intussen bestaan er crematieovens die gebruik maken van zonne-energie. Die zouden voor Suriname heel bruikbaar zijn.

Suriname kent in Paramaribo een indoorcrematorium, waar de lijkverbranding in een crematieoven plaatsvindt. Daarnaast vinden openlucht-lijkverbrandingen plaats in Weg naar Zee en in de districten Saramacca en Nickerie. Een crematie in de open lucht ziet er als volgt uit.

Afb: Chan Choenni. Uit Hindorama; jaargang 5, nr 6; nov-dec 2004

Een crematie in de open lucht met familie, vrienden en kennissen, zoals hierboven, wordt door Hindostanen zeer gewaardeerd. De familie heeft samen met de pandit, de hindoegeestelijke, de hele gebeurtenis in de hand. Ook is er ruimte voor extra individuele wensen bij de verrichting van de rituelen. De aanwezigen ondersteunen elkaar. Dat alles komt de rouwverwerking ten goede.

Helaas zijn er ook een aantal nadelen aan een dergelijke openluchtcrematie verbonden. Allereerst is er het vele hout dat nodig is en het grote verlies van de warmte die door het vuur van de brandstapel wordt opgewekt. Dan is er de luchtvervuiling door zowel de vele ingrediënten die gebruikt worden als de onvolledige verbranding van de brandstapel. Vervuilde lucht, waterdamp en rook worden zo zonder enige filtering de lucht in geblazen.

De wereldgemeenschap kampt met het probleem van de CO2-uitstoot en de opwarming van de aarde. Duurzaamheid is daarbij van belang. Het is dus tijd om in het kader van die discussie ook naar het onderwerp crematies kritisch te kijken. De vraag rijst welke verbeteringen mogelijk zijn bij openluchtcrematies in het kader van de duurzaamheid. Gezocht moet worden naar maatregelen die het mogelijk maken om de openluchtcrematies te kunnen laten voortbestaan omdat de hindoes daaraan om eerder genoemde redenen gehecht zijn. Die maatregelen moeten leiden tot een substantiële vermindering van houtgebruik en luchtvervuiling en een aanzienlijke daling van de CO2-uitstoot.

De Mokshdamethode

Twee aspecten zijn bij crematies heel belangrijk. Enerzijds moet de wens om traditionele waarden van de mensen te behouden, gerespecteerd worden. Anderzijds is het essentieel om in verband met ontbossing en luchtvervuiling de grote hoeveelheid stookmateriaal fors terug te dringen. Indiase ingenieurs hebben berekend dat per gemiddelde crematie wel 400 kilogram hout verstookt wordt. De Mokshdamethode echter lijkt wel een oplossing te bieden en wordt al gedurende ruim 10 jaar toegepast in India.

Crematieoven volgens de Mokshdamethode

De Nederlandse journaliste Marianne Wildschut van het dagblad Trouw schreef destijds voor het blad OneWorld het volgende over de Mokshdamethode:

‘De Mokshdamethode werkt als volgt. In plaats van het hout op de grond te leggen worden het hout en de overledene op een soort ijzeren rooster [red] gelegd. Hierdoor kan de lucht beter bij het hout komen en brandt het beter. Daarnaast staat er boven de Mokshdabrandstapels een schoorsteen. In de schoorstenen zitten filters die de rook filteren.

Onder de brandstapel zit bovendien een plaat die de as opvangt. Hierdoor smeult de stapel minder lang na en kan de plek sneller door een ander gezin worden gebruikt. De as wordt ook niet in de rivier gegooid maar op het crematieterrein uitgestrooid.

Voordelen

Met deze nieuwe methode is nog steeds 100 kilo hout per crematie nodig. Dat is echter wel een besparing van 75 procent op een gangbare crematie. Een belangrijke voordeel aan deze methode is dat deze rekening houdt met de hindoegebruiken. Dit in tegenstelling tot de crematoria op gas en stroom die de Indiase regering gebruikt om doden te verbranden waarvoor niemand zich meldt.

Bij de Mokshdamethode kan de familie om het lichaam komen te staan om volgens de hindoetradities afscheid te nemen van hun geliefde.

“Het is moeilijk om oude gewoontes te veranderen”, zei Aggarwal onlangs in de Indiase krant ‘The Hindu’. We kregen heel wat tegenwerking toen we het systeem twaalf jaar geleden introduceerden.”

Inmiddels wordt zijn methode op zeven crematiegebieden in Vadodara en eentje in Faridabad toegepast. Er zijn plannen om de milieuvriendelijke crematietechniek op nog tachtig andere plaatsen in te voeren. Het Indiase ministerie voor Milieu en de UNDP, het ontwikkelingsfonds van de Verenigde Naties subsidiëren de Mokshdamethode.’

Uitgebreide informatie is te vinden op de website Mokshda

Het is aan te bevelen om ook in Suriname ideeën te ontwikkelen voor een transitie naar een milieuvriendelijker openluchtcrematie.


[1] Kentering is het korte moment, waarbij in een getijdenrivier eb overgaat in vloed en omgekeerd. Even staat de stroming helemaal stil om daarna langzaam over te gaan in de tegengestelde stroomrichting.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter