Toneelschrijfster Kamala Sukul overleden
Vandaag, zaterdag 6 augustus 2022, is in Den Haag overleden de toneelschrijfster, dichteres en omroepster Kamla Sukul. Zij was de moeder van dichter Rahi (Raj Ramdas) en journalist Anil Ramdas. Zij werd 86 jaar.

Kamala (of Kamla) Sukul werd geboren op 10 januari 1936 in La Grange, Brits-Guyana, volgde lager onderwijs aan de St. Thomas’s school in Bagotville, West Bank Demerara, en voortgezet onderwijs aan het African Auditorium in Georgetown. Na het overlijden van haar moeder, werd zij op 16-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan een onderwijzer in Nickerie. Met hem kreeg zij zes kinderen van wie Raj en Anil Ramdas zouden gaan schrijven. Na haar scheiding zette zij een advertentiebureau op en vertegenwoordigde de Indiase Lux Movies in Suriname. Zij begon als uitbaatster van de discotheek Bottoms Up in Paramaribo. Bekendheid verwierf zij van 1967 tot 1987 met radio- en televisieprogramma’s in het Engels en Hindi. Eind 1987 ging zij naar Nederland, waar zij de SAR oprichtte (Stichting Social-Cultural Art and Literature Research Foundation) en met Amit Shaan de groep Shaan Creations, die vanaf 1990 een tiental toneelstukken van Sukul opvoerde. Haar levensloop vormde de basis voor Where The Lotus Blooms (2011), dat ook in Nederlandse vertaling verscheen als Waar De Lotus Bloeit.

In 1989 verscheen Wandana [Eerbiedige groet, Verering]; op het omslag prijkt Mira, een waarschijnlijk zeventiende-eeuwse dichteres, die geïnspireerd werd door devotie voor Krishna. Wandana bevat enkele gedichten in het Engels, Sranan en Nederlands die betrekking hebben op de vliegtuigramp bij Zanderij op 7 juni 1989, maar het overgrote deel van de gedichten is in het Hindi-Urdu, enkele in het Sarnámi (alle in romaans schrift en met Nederlandse vertaling). De poëzie is sterk gekleurd door de beeldtaal van het hindoeïsme:
aurat, kabhie Lakshmie
aurat, Doerga-Kaalie
Djies roop méin oensé
mielna hai…
oes roep kie poedja karna.
De vrouw is soms Lakshmi.
De vrouw is soms Doerga-Kali.
In welke gedaante u haar
wilt ontmoeten
in die gedaante moet U haar aanbidden.
Hier refereert Sukul aan twee van de bekendste hindoegodinnen, Lakshmi, de godin van fortuin en rijkdom, de moeder die zegent, en Doerga, de `moeilijk bereikbare’, de moedergodin die de verpersoonlijking van de materiële energie is. In een gedicht over een verleidelijke heupdans herkende Theo Damsteegt de combinatie van wijn en sensualiteit die in de traditie van de Urdu literatuur veel voorkomt. Niettemin is kennis van het hindoeïsme veelal niet noodzakelijk voor een goed begrip van de poëzie. Sukuls gedichten thematiseren liefde, scheiding, eenzaamheid en de positie van de moeder en de vrouw – voor wie met nadruk een onafhankelijke positie wordt opgeëist. Soms wordt het eenzaamheidsmotief geplaatst binnen een context van migratie, zoals in het gedicht `Nahi lautegá/Geen terugkeer’:
tanháyi men
yád ayegi
áwáz dekar
buláyegi
bhulá fasáná
yád ayé gá
laut ke magar
ná áyegá
In de eenzaamheid
zullen herinneringen weerkeren
de dingen zullen
aan het geweten gaan knagen
de vergeten geschiedenis
zal herinnerd worden
maar wie weggaat
komt nooit meer terug.

Het vocabulaire van Sukuls poëzie toont vaak verwantschap met dat van Indiase filmliederen (hart, nacht, smart, ontluikende bloem, zonsopgang). Theo Damsteegt meende dat de bundel veel van hetzelfde soort liefdesgedichten gaf, met vaak afgesleten metaforen, maar ontwaarde daarnaast `verschillende gedichten in deze bundel die de lezer raken, bijvoorbeeld door hun originele beelden of door hun kernachtigheid.’ Damsteegt betoogde voorts dat Sukuls gebruik van het Hindi-Urdu te ver afwijkt van de standaardnorm in India en dat de vertaling die tot stand kwam in samenwerking met Michiel van Kempen het origineel vaak geen recht doet. Kamala Sukul reageerde op die kritiek met de opmerking dat zij een massapubliek wilde bereiken, `de Surinaams-Hindustani, [die] voortdurend beïnvloed worden door de dialogen en liedteksten van de films van de Bombay Film Industrie, waar een combinatie van Hindi, Urdu, Bhojpuri en Engels gebruikelijk is.’ En wat de vertaling betreft, bracht Van Kempen redding `toen onverschillige, opgeblazen en jaloerse zogenaamde vertalers de schrijfster […] in de steek lieten. Deze pompeuzen zijn Surinaamse Hindustani zonder verantwoordelijkheidsbesef, die opvallend onverschillig zijn met afspraken, en leven zonder het minste besef van tijd.’ Michiel van Kempen `was door God gezonden’, wist Kamala Sukul.
Van Kamala Sukul werden vanaf 1990 in Den Haag jaarlijks moralistische drama’s opgevoerd in het Hindi en Sarnami, soms met Nederlandstalige fragmenten. Aurat ghar ki billi nahin [De vrouw is geen huisdier] (1991), Anokha daan [Het speciale cadeau] (1994) en Khattarnaak [Bijzonder gevaarlijk] (1995) brachten de problematiek van traditionele rolpatronen, vrouwenmishandeling en het herwinnen van zelfrespect op de planken. Meetha zahar [Het zoete gif] (1992) ging over de gevaren van het hebben van verschillende seksuele relaties in een tijd dat aids veel slachtoffers maakte. Overigens werd in alle stukken de ernstige maatschappelijke boodschap met zang, dans en muziek voor het publiek beter toegankelijk gemaakt.
Andere stukken van Sukul: Dil khilona nahin [Het hart is geen speelgoed] (1991), Saathi saath nibhana [Blijf bij me] (1993), Zindagi ek naatak hain [Het leven is een schouwtoneel] (1996), Samai barra balwaan [De tijd is machtig] (1998), Sachayi chahup nahin sakti [De waarheid zal overwinnen] (1998), Atoet pratigya [Onherroepelijke eed] (2000), Krishna (2000) en Main Tulsi tore aangan ki [De Tulsi plant die alleen in de tuin groeit] (2000). Voorts waren er de eenakters: Ramai kaka [Oom Ramai] (1990), Biwi yaa BMW? [Een vrouw of een BMW?] (1990), Balwa pheink khel dekh [Actie reactie] (1990), Shyam tere kitne naam [Krishna jouw daden zijn groot] (1991) en Sampat aur Ganpat [Sampat en Ganpat] (1995). Anokha daan, Khattarnaak en Sachayi chahup nahin sakti werden ook in Suriname opgevoerd.
[Voor dit IM is materiaal ontleend aan Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur (2003) van Michiel van Kempen.]
RIP dear Kamla
Sterke vrouw met een geweldige dramatische inslag. Mooie stukken gedaan. Aan Meetha zahar heb ik nog meegewerkt.
Rest in peace.
Zij heeft een grote bijdrage aan ons hindoestaans gemeenschap geleverd.
Met haar toneelstukken en om ons zover te krijgen waardering te krijgen voor het toneel.
Ik heb haar van dichtbij gekend en heb haar altijd als mens gerespecteerd.
Groot verlies🙏🏼
Prachtig in memoriam. Familie Ramdas, gecondoleerd.