blog | werkgroep caraïbische letteren

To be or not to be, that’s the question

door Jerry Dewnarain

Zelfdoding wordt al heel vroeg in de wereldliteratuur besproken. Pyramus en Thisbe waren twee Babylonische geliefden, die door een misverstand allebei zichzelf doodden voor hun liefde. Ovidius schreef in 1 na Chr. over hen in de Metamorfosen. Shakespeare bewerkte een Italiaanse versie van het verhaal voor Romeo en Julia in 1591/1596. Ook bevat zijn Hamlet (1603) in act 3, scene 1 een beroemde monoloog over zelfdoding, die begint met de woorden ‘To be or not to be, that’s the question’. Schopenhauer, een Duitse filosoof, schreef in Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) een commentaar op deze monoloog, waarin hij betoogt dat de keuze tussen ‘zijn of niet zijn’ een gemakkelijke is. De ellende in de wereld maakt niet-zijn verkieslijk, maar dat zelfdoding niet de garantie biedt op het totaal niet-zijn. In De goddelijke komedie (eerste helft van de 14de eeuw) beschrijft Dante hoe hij verdwaalt in een duister woud, dat wel gezien wordt als allegorie voor plannen tot zelfdoding. Tijdens zijn reis door de hel komt hij door een bos waar zelfdoders gestraft worden. In zijn tijd zag de christelijke kerk zelfdoding als een zonde en een belediging van God. Zelfs in deze tijd wordt dat nog zo gezien binnen bepaalde gemeenschappen.

In Azijn in mijn aderen bespreekt de Haagse schrijver van hindostaanse komaf, Orchida Bachnoe, eveneens dit eeuwenoude thema uit de wereldliteratuur. Met haar boek wil zij de problematiek van zelfdoding bespreekbaar maken onder jongeren. Dit onderwerp is namelijk een groot taboe binnen de hindostaanse gemeenschap, zowel in Nederland als in Suriname en komt veel voor in deze bevolkingsgroep. Het is zelfs algemeen bekend dat hindostanen het verdelgingsmiddel grammoxone gebruiken bij zelfdoding. Hierdoor heeft dit gevaarlijke middel tegen onkruid de naam ‘koeliecola’ gekregen. Ook onverdunde azijn blijkt een favoriet middel te zijn om de ‘aderen te verdunnen’ en vervolgens de pijp uit te gaan.

Met Azijn in mijn aderen heeft Bachnoe vastwel de gevoelige snaren van velen binnen deze gemeenschap geraakt. Deze roman is gebaseerd op waar gebeurde verhalen en bestaat uit twee delen. In deel 1 is Anjani aan het woord en in deel twee Teela. De ruimte is Den Haag en Mumbai, de stad van de Bollywood-filmsterren. Deze twee hoofdfiguren zijn allebei gek op Bollywood-filmsterren die grote invloed hebben op deze hindostaanse meisjes. Een van de filmsterren, Tara Ishara, doodt zichzelf en dat schopt Anjani’s leven behoorlijk in de war. Tara Ishara’s geest blijft in Anjani’s hoofd voortleven. De meisjes zijn klasgenoten op een middelbare school in Den Haag. Anjani is enig kind van haar ouders. ‘Papa verdiende fortuinen bij een investeringsbedrijf en mama zat thuis te poetsen, te koken en te roddelen aan de telefoon of Bollywoodfilms te kijken’ (p. 13). Haar vriendin Teela woont met haar moeder in bij oom Katahar die haar seksueel misbruikt. ‘Vaak had ik me afgevraagd of mama wel beseft wat er aan de hand was. Had ze me dan nooit horen schreeuwen als oom Katahar aan me zat?’ (p. 83). Anjani en Teela delen elkaars problemen: ze worstelen met de dood en vinden hun toevlucht in drank, drugs en seks.

Veel hindostaanse problematiek komt aan bod. Zo ook incest, waarbij de moeder Teela weigert te geloven dat haar dochter door oom Katahar seksueel wordt misbruikt. ‘Ik wil niet dat je zo praat over je oom. Hij is een goede man. Hij heeft vrouw en kinderen. Wat denk je dat ze met ons gaan doen als ze horen hoe ondankbaar je bent?’ Bachnoe ziet de Bollywood-film als een van de boosdoeners in de problematiek van zelfdoding. Volgens haar wordt zelfdoding in bepaalde Bollywood-films verheerlijkt: zelfdoding wordt voorgesteld als de oplossing voor problemen. Ook Anil Ramdas had kritiek op de Bollywood-filmindustrie, doch ook hij doodde zichzelf. Geen wonder dat dit boek aan hem is opgedragen.

Bachnoe hangt met haar Azijn in mijn aderen de vuile was van een gesloten gemeenschap dapper genoeg buiten. Voor mijn part mag zij nog een paar keer een wasje draaien, want de was is vuil genoeg! Dat is dus de meerwaarde van dit boek. Ook bespreekt zij een serieus onderwerp dat jongeren bezighoudt: ze verbreekt taboes door jongeren zelf als hoofdfiguren te gebruiken om hun eigen kommer en kwel aan de lezer kenbaar te maken. Dat doet zij heel knap door in deel twee van het boek haar hoofdfiguren te beschrijven alsof ze de acteurs zijn in een Bollywood-film. Azijn in mijn aderen is daarom een aanrader voor de literatuurlijst van middelbare scholieren. ‘To be or not to be, that will still be a question.’

Orchida Bachnoe: Azijn in mijn aderen. Haarlem: In de Knipscheer, 2012. ISBN 978 90 6265 693 6

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter