blog | werkgroep caraïbische letteren

Thea Doelwijt – Hai gudu Sranan

Klopt, mi doro! Een jaar geleden ook, hoor. Maar dat was meer een vakantie… behalve een actie op het Kinderboekenfestival in Commewijne. Eigenlijk moet ik gewoon zeggen: ‘Wi doro’. ‘Juf’ Marijke van Geest is natuurlijk mee. Sinds 51 jaar… en zij ontmoet tientallen (honderden) oud-studenten… oud geworden, ja, maar ik bedoel van vroeger toen zij hier les gaf, van 1964 tot 1983. Boi, ik was hier al in 1961. Ik begon bij het oude dagblad Suriname. Ai Sranan, en nu… nu zegt iedereen (nou ja, bijna iedereen) dat ze mijn boeken hebben gelezen.

Thea Doelwijt. Foto © Michiel van Kempen

 

Gisteren nog… zaten we even met een wijntje op een terrasje. Ik zal geen namen noemen, geen reclame maken… die oude(re) man komt op mij af en als hij wegloopt, zegt hij dat zijn naam begint met BH. Klopt, dat vergeet ik niet. De titels van mijn boeken wel… BH wist ze ook niet meer. Daar hebben wij juf Marijke voor: Wajono, Toen Mathilde niet wilde… en verzamelboeken. Enfin, ik ga hier geen reclame maken. Daar ben ik te oud voor. Boeken schrijven doe ik niet meer (Ik moet er wel nog een paar afmaken), maar theaterstukken schrijven en maken, dat wel… dat is en blijft een van mijn echte/grote liefdes. Daarom ben ik hier.
Ai misi Sranan, nu weet je het: er komt weer een Doe-stuk… nu in de stijl van 2016. Geen nieuwe teksten, hoor, wel nieuwe/jonge spelers en muzikanten en een nieuwe/jonge regisseur. ‘Mijn’ muzikant Harto heeft heerlijke muzikale herinneringen opgehaald en ‘mijn’ juf heeft heerlijk cabaret- en musicalles gegeven. Ja, dat was nodig… cabaretles. Met ironie wordt over huidige situaties gepraat. Nou ja, huidig… dit was dus 1970 tot 1983. Ze werken nog steeds, ze slaan aan, die oude teksten… ergens denk ik: ik moet iets nieuws maken. Maar dat is niet de bedoeling. Misi Karin Refos zag het Doe-Theater-Boek Lachen, huilen, bevrijden van Annika Ockhorst, een Nederlandse studente Geschiedenis die hierop is afgestudeerd. Zij kwam bij ons huis en zocht naar en vond alle teksten van vroeger. En onderzocht jouw geschiedenis, misi Sranan.
Wat een toestanden! Wat een leuke! Wat een spannende.! Wat een verdrietige! Een laatste les. Ik, wij ouderen hebben ‘PHPD’. Dat weet een vriend van vroeger, de letterkundige deskundige Hein Eersel. ‘Wat is dat in godsnaam?’, vraag ik hem. ‘Pijntje Hier Pijntje Daar.’ Dat heb ik ook. Dat leer je niet in Nederland. Ik heb nog een lijstje van hier. Zoveel mensen, vrienden van vroeger dus, leren mij dingen… . Oké, het wordt te veel. Een andere keer, misi.
Brasa,
Yu Thea Doelwijt

 

[eerder verschenen in de Ware Tijd Literair, 5 maart 2016]

 

 

Leven en werk van Thea Doelwijt in het kort

Theadora Christina Doelwijt werd geboren op 3 december 1938 in Den Helder, Nederland. Thea heeft een Nederlandse moeder en een Surinaamse vader. Thea volgde in Amsterdam een journalistieke opleiding. Daarna ging zij werken bij twee dagbladen tegelijk: het Zutphens Dagblad en het Deventer Dagblad. In 1961 ging Thea naar Suriname waar ze werkte als journalist onder meer voor het dagblad Suriname. Ze debuteerde met De speelse revolutie (1967) waarin zij verhaalt hoe jongeren met veel elan een ‘omwenteling’ teweegbrengen. Sobere poëzie bevat Met weinig woorden (1968). Zij was redactielid van het tijdschrift Moetete (1968-69). Thea schreef twee veelgelezen boeken, de thriller Toen Mathilde niet wilde … (1972) en de novella Wajono (1969). Het laatste boek beschrijft de problemen van een indiaan die naar de stad gaat, maar uiteindelijk weer terugkeert naar het bosland. ln de jaren zeventig en tachtig schreef Thea een groot aantal toneelstukken, musicals en cabaretteksten, vooral voor het Doe Theater, onder meer Land te koop (1973). Centraal stonden daarin een zelfbewust Surinamerschap met behoud van alle rijkdom aan culturen maar zonder etnische scheidslijnen en een beleving van de menselijke vrijheid zonder koloniale repressie of knellende tradities (met name ook voor de vrouw). Fel is haar verzet tegen militarisme in het stuk Iris (1987). Thea stelde enkele belangrijke bloemlezingen samen: ‘Kri! kra! Proza van Suriname’ (1972), ‘Geen geraas of getier’ (1974) en met Shrinivási: ‘Rebirth in words‘ (1981) en ook bracht zij veel literair werk naar boven, onder meer van Sophie Redmond. Thea heeft ook verschillende kinderboeken geschreven, onder andere het op indiaanse vertellingen gebaseerde ‘Kainema de Wreker en de menseneters’ (1977) en ‘O Sekoer’ (2000). Na 1970 ging Thea Doelwijt freelance werken en richtte ze het eerste professionele Surinaamse theatergezelschap op. Haar stukken waren kritisch en na de decembermoorden in 1982 bleek het te gevaarlijk om in Suriname te blijven. Sinds 1983 is Thea in Amsterdam woonachtig en verbeeldt ze ook de situatie van migranten, zoals in het kinderboek ‘Op zoek naar Mari Watson’ (1987) en in de Saramaccaanse musical ‘Cora-o’ (1988). Over haar verhaal ‘Ere wie ere toekomt’ (gepubliceerd in ‘Verhalen van Surinaamse schrijvers’, 1989) oordeelde Hannemieke Stamperius dat het tot het mooiste en meest bijzondere proza behoorde dat in 1989 is gepubliceerd. Als writer-in-residence verzorgde Thea belangrijke workshops in Suriname (voordien verzorgde zij ook workshops in Nederland). In 1974 ontving zij de Gouverneur Currieprijs. In 1989 kreeg zij de Damsko Award voor haar verdiensten voor de Surinaamse cultuur in Nederland. Sinds 1998 is ze lid van de Maatschappij der Nederlands Letterkunde. In 2009 werd zij door de Surinaamse regering onderscheiden als Officier in de Ereorde van de Gele Ster. In 1998 en 2003 liet zij in Suriname Du-spelen, oude slavenspelen, herleven, in samenwerking met Christine van Russel-Henar (koto’s en angisa’s), Ruben Muringen (composities) en Wilgo Baarn (regie-assistentie). ‘Na Gowtu Du’ en ‘Na Dyamanti Du’ gingen ook naar Nederland. ‘Na Bigi Du’ kwam in 2008. Begin 2006 verscheen ook een nieuw kinderboek: ‘Stop je hoofd nooit in een spinnenweb’. Elk hoofdstuk heeft een odo als titel, in het Nederlands vertaald. Het boek werd in maart 2006 gepresenteerd op het Kinderboekenfestival te Paramaribo. In 2011 werd de cabaretmusical ‘Ons kent ons’ opgevoerd en in verband met 150 jaar afschaffing van de slavernij werd in 2013 de musical ‘Op weg naar vrijheid’ aan het Nederlands publiek getoond.

 

[Jerry Dewnarain, overgeschreven uit Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur, van Michiel van Kempen]

 

Werk van Thea Doelwijt
– ‘Grootvaders klok’ [scenario voor televisiespeelfilm] (1965)
– ‘Vrouwen van Suriname’ [fotoboek met foto’s van onder anderen A. Parmanand] (1967)
– ‘De speelse revolutie’ (1967)
– ‘Ballade in klank en kleur’ [theater; klank- en lichtspel] (1967)
– ‘De Vlucht’ [bundel opstellen onder redactie van B. Ooft en Thea] (1968)
– ‘Met weinig woorden’ [poëzie] (1968)
– ‘Wajono’ [novelle] (1969)
– ’13 spelen met land’ [hoorspel] (1969)
– ‘De nacht van de winti’ [toneel] (1969)
– ‘Frrrèk’ [cabaret; regie: Henk Tjon] (1970)
– ‘Mijn droomhuis’ [kinderen over hun droomhuis] (1971)
– ‘Toen Mathilde niet wilde’ [thriller] (1971)
– ‘Kri, kra! Proza van Suriname’ [bloemlezing] (1972)
– ‘4 Toneelstukken’ [van Sophie Redmond] (1972)
– ‘Hare Lach’ [cabaret] (1972)
– ‘Land te koop!’ [cabaret-musical; in Suriname en Nederland] (1973)
– ‘Libi span ini na ati foe Sranan’ [toneel] (1974)
– ‘Geen geraas of getier’ [bloemlezing] (1974)
– ‘Herinneringen rondom Oma Nassy’ (1974)
– ‘Fri’ [toneel] (1974/’75)
– ‘Sis en Sas de ruziestrooiers’ [jeugdboek] (1975)
– ‘Wi na Srananman’ [toneel] (1975)
– ‘Broko sweti’ [toneel] (1975)
– ‘Fri libi’ [rockmusical] (1975)
– ‘Anansi kontra Masra Bobo, Masra Babari, Misi Fes’koki, Misi Sabiman nanga Masra Kon-flaw’ (1976)
– ‘Kainema de Wreker en de menseneters’ [jeugdboek] (1977)
– ‘Lafu a no sjen’ [eerbewijs aan cabaretier Johannes Kruisland] (1977)
– ‘Prisiri stari/De pretster’ [theaterspel voor kinderen, in 1981 naar België en Nederland] (1977)
– ‘Keskesi sani’ [toneel] (1978)
– ‘Na krakti foe Mama Sranan’ [toneel, regie H. Tjon] (1978)
– ‘Omdat hij een tollie heeft’ [vrouwencabaret] (1979)
– ‘Ik hoor, ik zie, ik zwijg’ [cabaretspel] (1979)
– ‘Ba Uzi’ [cabaret] (1980)
– ‘Ba Uzi’ [cabaret; nieuwe bewerking; ook naar Nederland] (1981)
– ‘Rebirth in words’ [bloemlezing; onder redactie van Thea en Shrinivási] (1981)
– ‘De grote Caraïbische familie’ [ooggetuigeverslag Carifesta IV in Barbados] (1981)
– ‘Rebirth/Wedergeboorte’ [toneel] (1981)
– ‘Prisiri stari’ [boek; theaterspel voor kinderen] (1981)
– ‘Linkse Lucie’ [cabaret] (1982)
– ‘Trawan prakseri/Tussen twee vuren’ [toneel] (1982)
– ‘Roi nanga den fufuruman’ [toneel] (1982/’83)
– ‘Een dikke, zwarte vrouw als ik’ [toneel over Sophie Redmond; verfilmd door J. Venema] (1984)
– ‘In de huid van een ander’ [theaterspel] (1984)
– ‘Mi kondre tru, mi lobi yu’ [theater, met choreograaf P. Muntslag] (1984)
– ‘Ik vang, ik vang… wat jij niet vangt’ [toneel] (1984)
– ‘Roi, mi boi’ [muzikaal stuk voor kinderen, ook in video-versie] (1985)
– ‘Egoli’ van Matsemela Manaka [toneel; vertaald en bewerkt samen met M. van Geest] (ca. 1986)
– ‘Moeders en dochters’ [filmscenario bedoeld voor Turkse en Marokkaanse vrouwen] (1987)
– ‘Iris’ [toneel: het trauma van het gewelddadige militarisme in Suriname; ook als boek] (1987)
– ‘Op zoek naar Mari Watson’ [jeugdboek] (1987)
– ‘Peter en Dino, een verhaal over taal’ [onderwijsproject] (1988)
– ‘Cora-o’ [saramakaanse musical] (1988)
– ‘Ere wie ere toekomt’ [tegen decor militair schrikbewind; ook in ‘Sirito’ (1993)] (1989)
– ‘Zoals het vroeger was… wordt het nooit meer’ [eerbewijs aan J. Kruisland] (1989)
– ‘Loekoeman’ [jeugdtheaterstuk, regie J. Leerdam] (1991)
– ‘Wat doen we met gisteren’ [dansvoorstelling] (1991)
– ‘Post uit Suriname’ [ontwikkelingseducatie voor 6 tot 8-jarigen] (1991)
– ‘Ma, er zit een muskiet in mijn klamboe!’ [voorleesboek basisscholen (6 tot 8-jarigen)] (1992)
– ‘Het lot van de schrijver’ [toneel] (1992)
– ‘Marake I’ [toneel] (1992)
– ‘Al(lochtoon) gaat met Au(tochtoon)’ [cabaret-musical; in ’95 in Suriname] (1994)
– ‘Trow-oso’ [toneel; samen met anderen geschreven] (1998)
– ‘Na Gowtu Du’ [volksopera, vervaardigd in Suriname; ook naar Nederland] (1998)
– ‘Moi boi’ [toneel] (1999)
– ‘O sekoer! Help!’ [jeugdboek] (2000)
– ‘En toen en toen en toen’ [verhalen geschreven door kinderen op KBF-Paramaribo] (2002)
– ‘Na Dyamanti Du’ [volksopera, vervaardigd in Suriname; ook naar Nederland] (2003)
– ‘Misi Bethania’ [zangspel] (2004/’05)
– ‘Stop je hoofd nooit in een spinnenweb’ [jeugdboek] ([Paramaribo], 2006)
– ‘Na Bigi Du’ (volksopera, 2008)
– ‘Ons kent ons’ [cabaretmusical] (Nederland, 2011)
– ‘Op weg naar vrijheid’ [musical] (Nederland, 2013)

– Tenslotte, bovenstaande lijst is lang niet compleet: er staat werk van Thea in talloze verhalenbundels. Ook schreef zij recensies voor de literaire pagina van dWT en voor andere bladen en periodieken.

[Samenstelling: Jerry Dewnarain. Bron: Jan Bongers, archivaris. De Ware Tijd Literair, 01-04-2006]

 

Thea Doelwijt

de nacht is gekomen
zolang ik het verkies
ben ik niet, niet meer alleen
zoek ik moeizaam
naar mijzelf te midden van
bloemen die rood van liefde zijn
klamp ik mij vast aan
het huis met de muziek
van toen ik eens verlangde
naar alles dat ik nu heb

(uit: De speelse revolutie, 1967)

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter