blog | werkgroep caraïbische letteren

The legacy of Slavery and Indentured Labour (2)

Deel twee: Moslims onder de Hindostanen

door Jerry Egger

Er worden steeds meer boeken, artikelen en andere publicaties gewijd aan de Hindostaanse immigratie in het Caribische gebied. De groep wordt vaak gezien als een geheel, zonder dat wordt stilgestaan bij het feit dat het om verschillende groepen mensen ging met andere culturele achtergronden en tradities. India is tenslotte een enorm groot land met vele groepen met hun eigen taal en cultuur.

moskee Paramaribo

Moskee aan de Keizerstraat in Paramaribo. Foto © Johan Atmodimedjo

De laatste decennia wordt steeds meer aandacht besteed aan de religieuze diversiteit die werd geïntroduceerd bij de komst van deze contractarbeiders uit India. Moslims behoorden tot een minderheid, maar langzaam kwamen zij op en wisten zich steeds meer te manifesteren in de nieuwe thuislanden. In dit boek onder redactie van Maurits Hassankhan, Goolam Vahed die verbonden is aan de Universiteit van KwaZulu-Natal in Zuid Afrika en Lomarsh Roopnarine, staan 9 artikelen gebundeld. Twee artikelen gaan over Suriname, en verder zijn er hoofdstukken over Guyana, Trinidad, Zuid Afrika, Mauritius en Fiji. Tenslotte is er een heel goed inleidend stuk over de situatie van moslims in India ten tijde van het sturen van contractarbeiders naar diverse delen van de wereld (Goolam Vahed: Islam and Muslim in South Asia in the Nineteenth Centuries). Het laatste artikel analyseert in verschillende gebieden het populaire Moslim festival van Muharram, ook bekend als Hosein in Trinidad en Taziya in andere landen (Goolam Vahed: Muharram in Diasporic Settings in the twenty-first Century). Mederedacteur Goolam Vahed is met drie verschillende artikelen prominent aanwezig in dit boek. Naast de reeds genoemde twee schreef hij verder een boek over Zuid Afrika (Indian Muslims in South Africa 1860-2013).

Goolam-Vahed

Goolam Vahed. Foto © Lizeka Maduna

Dit boek is een waardevolle bijdrage geworden aan de historiografie van de Brits-Indische contractarbeid omdat alle artikelen een vrij nieuw perspectief bieden op de geschiedenis van contractarbeid in de wereld. Bovendien is het in het Engels waardoor een veel groter bereik mogelijk is.
In het boek zijn er een aantal constanten aan te wijzen. De islam werd niet door de arbeiders uit India geïntroduceerd, maar is meegekomen met slaafgemaakten uit Afrika. Ten tijde van de slavenhandel had de islam zich al verspreid langs de kust van West Afrika. De meeste auteurs wijzen er ook op dat in de beginfase van contractarbeid onderlinge relaties bij de contractanten heel goed waren. Dus op het gebied van religieuze gebruiken en gewoonten liep alles meestal zonder problemen. Het is niet zo vreemd, zegt Vahed, want ook in India waren er minder spanningen en over het algemeen vrij vreedzame relaties. Dat begint pas langzaam te veranderen in de 19de, maar vooral in de 20ste eeuw. Onder invloed van het kolonialisme en de verdeel-en-heerspolitiek worden tegenstellingen vergroot. Politieke macht en politiek prestige in India veranderen voor de moslims. De andere individuele landenstudies laten zien dat spanningen tussen hindoes en moslims in de 20ste eeuw zullen toenemen onder de nazaten van contractarbeiders. Tegelijkertijd is het weer Vahed die erop wijst dat afhankelijk van de omstandigheden in die landen deze spanningen groter worden of juist onder controle zijn en minder gevolgen hebben.

Maurits Hassankhan

Maurits Hassankhan

Het is zonder meer verheugend dat er twee stukken over Suriname gaan. Meestal ontbreekt ons land in dergelijke publicaties omdat er van deze zijde weinig mensen bereid zijn, of de vaardigheden hebben, om een degelijk stuk te schrijven. Als die er toch zijn, komt het van de andere kant van de oceaan. Redacteur Maurits Hassankhan schreef over Surinaamse moslims onder de Hindostanen die moesten strijden om te overleven (Islam and Indian Muslims in Suriname. A struggle for Survival). Hij wijst erop dat er godsdienstvrijheid was in Suriname en dat contractanten en hun nazaten hun religie konden beleven zonder daarin te worden belet. Er werd zelfs rekening gehouden met bepaalde feestdagen op de plantages. Ongeveer 18% van de arbeiders uit India was islamiet. In de contractperiode ontstonden nieuwe verwantschapsvormen zoals de band tussen mensen die in hetzelfde depot zaten te wachten om te worden weggebracht, of verwantschap gebaseerd op de overtocht op hetzelfde schip waarbij mensen soms maanden achtereen in het ruim moesten doorbrengen voordat zij op de plaats van bestemming aankwamen. In Suriname kwam erbij dat na de contractperiode mensen in dorpen gingen wonen en ook daar weer onderlinge relaties ontstonden. Hassankhan noemt dit het begin van het gemeenschapsleven en het reconstrueren van het sociale leven, gebaseerd op diverse instituten zoals die van de jamaat. Moskeeën werden gebouwd en dat werd een belangrijke basis in de gemeenschap. Elkaar helpen onder alle omstandigheden was een andere belangrijke peiler. Volgens Hassankhan ging het toen om vrij homogene gemeenschappen waarin geen andere etnische groepen waren. Toch was niet alles koek en ei. De islam werd geïnstitutionaliseerd maar de tegenstellingen tussen soennieten en ahmadiyya (de ahmadiyya werd rond 1934 in Suriname geïntroduceerd door een moulvi uit Trinidad), werden steeds groter. Maar ook de spanningen tussen hindoes en moslims werd groter toen de Arya Samaj, een hervormingsbeweging binnen het hindoeïsme, invloed kreeg in Suriname. Zij begonnen met aanvallen op de Sanatan Dharma, tot dan toe de belangrijkste en meer conservatieve hindoeïstische stroming, en op het christendom en diens pogingen Hindoestanen te ‘bekeren’ en tenslotte ook op de islam. In de jaren dertig van de 20ste eeuw waren op sommige plaatsen zelfs volledige boycotten over en weer tussen hindoes en moslims. Verder gaat de auteur in op het dagelijkse leven en de praktijk van de islam, de splitsingen in diverse organisaties vooral onder invloed van wat er buiten de grenzen gebeurt binnen deze religie. Zo wordt in het stuk van Hassankhan de sluier gelicht. Hij geeft genoeg aanzet voor verder en diepgaander onderzoek.

 

Surinaamse Javanen

Besneden jongetje in Koewarasan, gekleed in traditioneel Javaanse dracht met een peci, het hoofddeksel van moslims. Uit Sranan, cultuur in Suriname.

Een ander belangrijk artikel in dit boek is van Stanley Soeropawiro, The development of Islam amongst the Javanese in Suriname waarin hij een analyse maakt van de ontwikkelingen binnen deze groep. Vooral dit laatste is belangrijk omdat vaak vergeten wordt dat Javanen ook een voorname rol hebben gespeeld binnen de islam in Suriname. Er is weinig over hen in het Engels geschreven. Dit feit alleen al geeft het stuk een meerwaarde. Wie weet bijvoorbeeld buiten Suriname wat voor splitsing de gebedsrichting teweeg heeft gebracht binnen de groep Javanen? Soeropawiro gaat uitgebreid in op de gevolgen toen in de jaren 30 van de 20ste eeuw nieuwkomers in Suriname met hun gezicht naar het noordoosten begonnen te bidden en niet meer naar het westen zoals gebruik was. Vanuit Suriname moest het gezicht inderdaad naar die kant – van Mekka – worden gericht. De meer traditioneel ingestelde Javanen waren dat niet gewend in Java, vandaar dat zij de hun bekende richting aanhielden. Dit op het eerste gezicht simpele gegeven werd een bittere strijd binnen de groep, want een andere richting betekende heel wat (pre-islamitische) tradities loslaten. Soeropawiro gaat ook in op diverse aspecten van het sociale leven van de Javanen in Suriname, die zich in een andere omgeving moesten zien te handhaven. Verder besteedt hij aandacht aan de hedendaagse situatie waarbij de verschillende mantelorganisaties binnen de Javaanse moslims kort worden besproken. Hij wijst ook op de afname van het aantal Javaanse moslims door de grote stroom van Javanen die Suriname verliet kort voor de onafhankelijkheid en door het toenemend aantal gemengde huwelijken onder deze groep.
Het zou een hele lange recensie worden als ontwikkelingen in de andere landen ook uitgebreid worden besproken. Nog een voorbeeld is van onze westerburen. Raymond Chickrie en Bibi Halima Khanam schrijven over Hindustani Muslims in Guyana, 1838 to the Present. Bij hen gaat het om de manier hoe de islam werd geïnstitutionaliseerd in Guyana. Conflicten tussen traditionalisten en hervormingsgezinde moslims hebben gezorgd voor spanningen. Verder noem ik nog Amenah Jahangeer Chojoo met Social Transformation among Muslims in Contemporary Mauritius. En Halima-Sa’adia Kassim Identity and Acculturation of Trinidad Muslims. Ook Fiji komt aan bod in het artikel van Zakia Ali-Chand et al. Islam in Fiji: Continuity and Change.
De bundeling van artikelen in dit boek maakt het mogelijk om overeenkomsten en verschillen te registreren in diverse landen waar de islam door contractarbeid naartoe is gebracht. Dit boek is een zeer welkome aanvulling op de geschiedschrijving van groepen migranten die in de diaspora gezorgd hebben voor een verrijking van de religieuze beleving.

Hassankhan, M., G. Vahed en L. Roopnarine (eds.) 2016. Indentured Muslims in the Diaspora. Identity and Belonging of Minority Groups in Plural Societies. New Delhi: Manohar. ISBN 978-93-5098-131-3

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter