blog | werkgroep caraïbische letteren

Tekst Anton de Komlezing 2019 door Kathleen Ferrier

Uitgesproken op 18 juni 2019 in het Verzetsmuseum Amsterdam

Introductie
“Wie is je vader, wie is je moeder?”. Sinds presentator Jörgen Raymann Tante Es in het leven riep, weet heel Nederland hoe een kennismaking in Suriname verloopt. Want zo gaat het als je geïnteresseerd bent in de identiteit van een ander: je voorgeslacht vertelt een verhaal.

Kathleen Ferrier bij het uitspreken van haar lezing. Foto © Michiel van Kempen

Kathleen Ferrier bij het uitspreken van haar lezing. Foto © Michiel van Kempen

Mijn vader was Johan Ferrier en mijn moeder was Edmé Vas. Mijn ene overovergrootmoeder kwam als acht jarig meisje aan in Suriname, met de Lalla Rookh, het eerste schip dat contractarbeiders uit India naar Suriname bracht. Ze was alleen, haar ouders hadden de overtocht niet overleefd en waren overboord gegooid. Mijn andere overovergrootmoeder, was een tot slaaf gemaakte vrouw uit Afrika. Mijn ene overovergrootvader stamde af van Portugese Joden en de ander van Groningse boeren. En dan zijn er ook nog de banden met Schotland, de afstamming van opgejaagde Hugenoten uit Frankrijk en mijn verwantschap met de beroemde zangeres naar wie ik ben genoemd. Toen mijn vader eens door een Nederlandse journalist gevraagd werd waar zijn wortels lagen, in Suriname of in Nederland, antwoordde hij dat die over de hele wereld verspreid liggen.

Kathleen Ferrier bij het uitspreken van haar lezing. Foto © Michiel van Kempen

 

Lees hier verder

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter