blog | werkgroep caraïbische letteren

Tango Karibeño (5 en slot)

door Fred de Haas

De leraar-schrijver-boekhandelaar-boer Alexandre Biyidi-Awala (1932-2001) is beter bekend onder zijn schrijversnaam Mongo Beti. Die naam betekent ‘kind van de Beti’, een Bantoestam in Kameroen. Het doet denken aan het Antilliaanse ‘Yiu di Tera’.

Mongo Beti kan worden beschouwd als de aanklager van het misdadige Franse kolonialisme en neokolonialisme in het land Kameroen dat in 1960 zijn ‘pseudo-onafhankelijkheid’ kreeg. Hij was de man die in 1978 zei dat het kapitalisme de doodsvijand was van Afrika. Vier maanden voor zijn dood heeft hij nog gesproken op een symposium van AIRCRIGE (Association internationale de recherche sur les crimes contre l’humanité et les génocides, 1997). Laten we hemzelf aan het woord laten:

‘Tussen 1955 en 1970 hebben er bloedige gebeurtenissen plaatsgevonden in Kameroen. […] De bevrijdingsoorlog in Kameroen is bijna onopgemerkt gebleven in de internationale gemeenschap. Van 1954 tot 1962 wordt de aandacht van de wereld en in het bijzonder van de Fransen in feite helemaal in beslag genomen door het overweldigende geraas van de oorlogen die elkaar opvolgen van Indochina tot de Maghreb (Noord-Afrika). De Afrikaanse stuiptrekkingen zijn te verscheiden en te uiteenlopend om de geesten te boeien. Trouwens, de soorten onafhankelijkheid die vanaf 1960 werden verleend aan de gaullistische leerlingetjes uit die kolonies, de toekomstige dictators, sussen het geweten van de zeldzame delen van het Franse volk die zich nog ongerust maakten. Na 1962 maakte de Gaulle met gemak de mensen wijs dat de dekolonisatie van Afrika beëindigd was en de sfeer idyllisch. Als er hier en daar nog wat onrust was, zoals in Kameroen (je kan immers niet alles verborgen houden) dan was dat een zaak van Afrikanen onder elkaar in een land dat als eerste zijn onafhankelijkheid had uitgeroepen.
[…]
Tot 1970, het jaar waarin de laatste grote leider van de beweging (Ernest Ouandié, FdH) gevangen werd genomen, zal het parool zijn: maak ze allemaal dood.
Er zijn genoeg getuigenissen van die moordpartijen, ondanks een meedogenloze censuur op al het geschrevene, beeld en geluid. Ik (= Mongo Beti, FdH) heb er een paar van vastgelegd in een boek dat ik heb gepubliceerd in 1972 bij François Maspéro onder de titel Main basse sur le Cameroun (Kameroen in de houdgreep, FdH) dat me de woede van President Pompidou, vertegenwoordigd door zijn minister van Binnenlandse Zaken, Raymond Marcellin, op de hals heeft gehaald’.

main basse sur le cameroun

Processen tegen de Franse Staat
Minister Marcellin liet het boek direct in beslag nemen, waarop Beti een proces begon tegen de Franse Staat. Na vier jaar won hij het proces. De Franse pers keek de andere kant uit. De intimidaties bleven komen en op een dag werd hij op het politiebureau van Rouen ontboden en werden hem zijn documenten ontnomen. Ineens was hij statenloos geworden. Wéér begint hij een proces en wint ook ditmaal. Ook nu verschijnt geen woord hierover in de Franse kranten. Het boek was er de oorzaak van dat hij door alle media werd genegeerd. Ook aan zijn romans werd geen aandacht meer geschonken. Je kan alleen maar spreken van een laffe boycot.

Teleurgesteld
Beti neemt, na een langdurige stilte, de pen weer ter hand, publiceert romans en richt met zijn vrouw in 1978 het tijdschrift Peuples noirs, peuples africains (Zwarte volken, Afrikaanse volken, FdH) op dat onvermoeibaar de wandaden van de neokoloniale regeringen in Kameroen aan de kaak stelt. Dat bezorgde hem natuurlijk veel vijanden, vooral van de kant van oud-kolonialen die het liefst verhalen schreven en lazen van ‘hoe goed het wel was in Kameroen’, zoetsappige verhalen dus waar de honden geen brood van lusten en die van domheid en hypocrisie aan elkaar hangen. Maar daar leende Beti zich niet voor. Hij vond dat het niet de taak van een schrijver was om de wereld te verheerlijken, maar om de samenleving een ongemakkelijk gevoel te geven en een slecht geweten. Dat maakt vooruitgang mogelijk.

 

peuples noirs peuples africains

Beti keert in 1991 terug naar Kameroen waar hij een boekhandel sticht: ‘La librairie des Peuples noirs’ (Boekhandel van de zwarte volken, FdH). Hij gaat ook terug naar zijn dorp om daar de dorpelingen te helpen bij het organiseren van landbouwactiviteiten. Maar hij wordt zwaar teleurgesteld door de mentaliteit van de bevolking. De mensen willen eigenlijk alleen maar lekker leven op kosten van Mongo Beti die zich voor hen uitslooft. Dat is een bekend fenomeen: doe iets grootmoedigs voor het volk en ze zullen je vaak niet dankbaar zijn. Voor ‘Vadertje Drees’ maken we een uitzondering.

In 1993 beschrijft hij nog eens de grote mislukking van het neokoloniale systeem in ‘La France contre l’Afrique, retour au Cameroun (Frankrijk tegen Afrika, terugkeer naar Kameroen, FdH). De grote bananenplantages zijn in handen van het Franse kapitaal, de dorpen zijn arm, de arbeiders werken 60 uur in de week voor een schamel loon en blijven leven onder de armoedegrens. Het land wordt beroofd. Het hout wordt geëxporteerd. Er worden geen producten van gemaakt anders komen de Franse meubelfabrikanten in opstand. Multinationals als Péchiney strijken de winsten op en betalen geen belasting. Enfin, de gebruikelijke streken die we allemaal zo goed kennen en die nog steeds worden uitgehaald als corrupte regeringen een oogje dichtknijpen of als er – tegen vergoeding – belastingfaciliteiten worden gecreëerd. Beti zag dat het volk waarvoor hij zich inzette helemaal niet zo graag geëmancipeerd wilde zijn, dat journalisten niet onafhankelijk waren en dat er compromissen werden gesloten, dat er werd gedraaid en geschipperd. Hij heeft daaronder geleden en hij heeft het zijn eigen mensen niet in dank afgenomen.

 

Wie de Franse taal een beetje machtig is kan eens op YouTube luisteren naar wat ooggetuigen te vertellen hebben op Cameroun: autopsie d’une pseudo-indépendance. U vindt daar ook koppelingen naar beelden van de Franse wandaden. Zoekt u zelf maar. Ik vind het niet mijn taak om u de weg te wijzen in dat labyrint van misdaad. De Fransman van de beschaving is daar ver te zoeken.

Toen Beti stierf in 2001 wilde de regering van Kameroen hem publiekelijk eer betuigen, maar de familie heeft daar even publiekelijk voor bedankt.

Ruimere context
Het was de bedoeling van dit artikel om in het kader van de bewustwording het denken op en over de Caribische eilanden in een wat ruimere context te plaatsen. Er is meer onder de zon dan alleen het eigen huis, de eigen straat, buurt en nationale omgeving, hoewel dat de plaatsen zijn waarop je als burger direct invloed kan uitoefenen.

Het is echter ook voor het Caribisch gebied van belang om te weten dat er ook op andere plaatsen in de wereld mensen zijn die worden geconfronteerd met een specifieke problematiek die o.a. zijn oorsprong vindt in het koloniale tijdperk.
Als je kennis neemt van de gruwelijkheden die er in bepaalde oud-koloniale gebieden van, bijvoorbeeld, Frankrijk (Algerije!), België (Congo!) en Nederland (Indonesië!) hebben plaatsgevonden, dan zijn de Antilliaanse eilanden bepaald bevoorrecht te noemen, hoewel het natuurlijk niet ‘politiek correct’ is om dit zo te stellen. Terwijl de Antilliaanse eilanden onder het Statuut (1954) geruime tijd in betrekkelijke welvaart verkeerden moest de feitelijke, vaak met slachtpartijen gepaard gaande dekolonisatie van andere gebieden nog beginnen.

We hebben bij het opvoeren van de verschillende rolmodellen in het kort stilgestaan bij de houding en actie van het Westen. Die manier van handelen gaat op verhullende wijze en in andere vorm tot op de dag van heden nog steeds door. In De grote Desillusie (2002) legt Joseph E. Stiglitz, Nobelprijswinnaar economie, uit hoe de politiek van de Wereldbank en vooral die van het IMF de onderdrukking bevorderen die de belangen dient van een bepaald aantal overheersende landen. ‘Het IMF wordt altijd geleid door een Europeaan (Nu door de Française Christine Lagarde, FdH), de Wereldbank door een Amerikaan (Nu door de heer Jim Yong Kim, een veramerikaniseerde Zuid-Koreaan, FdH). De bestuurders worden achter gesloten deuren gekozen en men heeft het nooit nodig geacht hen te vragen of ze eerdere ervaring hebben opgedaan met ontwikkelingslanden’.
Je kan je echter ook niet aan de indruk onttrekken dat heden ten dage de Westerse landen en Amerika ook ingrijpen met menslievende bedoelingen. Maar hun politieke analyses zijn naïef en de gevolgen hiervan zijn rampzalig.

Curacao De gezelligheid

Curaçao: sociëteit De Gezelligheid

 

 

Nederland
Het Afro-Curaçaose deel van de bevolking der Benedenwinden is sinds 1954 aan een gestage politieke opmars bezig die nog steeds wordt gekenmerkt door tal van ‘struikelingen’ op de ‘Boeliaanse’ rots, veroorzaakt door bestuurlijke incompetentie en laaggeschooldheid van regering en ambtenaren.

Langzaamaan begint bij alle politieke partijen het besef door te dringen dat het, gezien de kleinschaligheid van de gemeenschap, verstandig is om in vele opzichten samen te werken met de koninkrijkspartner Nederland, niet in de laatste plaats omdat de bedreiging van de internationale misdaad op de Antillen zeer groot is. Alleen in samenwerking met Nederland kunnen gewelddadige criminele organisaties worden aangepakt en tal van misstanden effectief worden bestreden (bestuurlijke corruptie, fraude bij verkiezingen etc.). Om nog eens te citeren uit de toespraak van de Procureur Generaal G. Schram: ‘Deze ondermijnende criminaliteit is een veelkoppig monster. Gewelddadig, gewetenloos, uitsluitend gericht op macht en financieel gewin, vretend aan de fundamenten van de rechtsstaat, buitengewoon goed georganiseerd en door een deel van de samenleving min of meer geaccepteerd’.
De eilanden zijn zelf nog niet in staat om door zelfreinigend vermogen en een deugdelijke justitiële infrastructuur misdaad en corruptie tegen te gaan. De voor de tweede maal dreigende ondercurateleplaatsing van Sint Maarten is hier een duidelijk voorbeeld van, evenals de recente financiële ‘Aanwijzingen’ voor Aruba en Curaçao.

 

 

Dreiging Venezuela
Ook is er de dreiging van mogelijke invloeden uit het tweede gewelddadigste land van de wereld: Venezuela. In de woorden van Freedom House: ‘Vandaag de dag is Venezuela een giftig mengsel van corruptie en wanbestuur […] met schaarste, stijgende inflatie, toename van onderdrukking, persbreidel en slechts gedeeltelijk vrij Internet’. Human Rights Watch wijst op de ernstige verslechtering van de mensenrechten in Venezuela, het intimideren, censureren en vervolgen van mensen die kritiek leveren op de regering. Ook op het feit dat de Justitie niet onafhankelijk is. Er is geen scheiding van machten in Venezuela:

‘Members of the Supreme Court have openly rejected the principle of separation of powers, publicly pledged their commitment to advancing the government’s political agenda, and repeatedly ruled in favor of the government, validating the government’s disregard for human rights’ (World Report 2014, vertaling: Leden van de Hoge Raad hebben openlijk het beginsel van de scheiding der machten verworpen, in het openbaar plechtig beloofd de politieke agenda van de regering te zullen bevorderen, en herhaaldelijk vonnissen uitgesproken ten gunste van de regering daarbij de minachting van de regering voor de mensenrechten bekrachtigend).

Het jaar 2015 is een belangrijk jaar waarin de afgelopen vijf jaar op het scherp van de snede zullen worden geëvalueerd. Een masterplan voor de Beneden- en Bovenwinden zou te wensen zijn.
Het Curaçaose volk is inmiddels wat rijper en de ‘Last Tango’ van sommige politici met hun goedkope praatjes is begonnen. Laten we in dit verband de volksdichter Elis Juliana citeren:

‘Ma dia pueblo realisá
ku b’a usa mal astusia
pa b’a hòrta su konfiansa,
probechá di su kariño,
habuzá di su simplesa
o sea hunga ku su kurason,
dia e kuminsá na kastigá
e no konosé pordon’.

(Maar de dag dat het volk beseft
dat je het vuil hebt behandeld,
dat je zijn vertrouwen hebt gestolen,
voordeel hebt getrokken uit zijn vriendelijkheid,
misbruik hebt gemaakt van zijn eenvoud
of gespeeld hebt met zijn hart,
als het volk begint te straffen
kent het geen pardon).

We dienen in de komende tijd degenen die meer aan het land denken dan aan zichzelf veel wijsheid en sterkte toe te wensen. De Caribische tango met Nederland kan beginnen.

Let wel: ‘it takes two to tango!’

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter