Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Wat is Nederlands-Caraïbische literatuur?
Eén vraag, meerdere antwoorden
door Michiel van Kempen
Het eenvoudigste antwoord op de vraag wat Nederlands-Caraïbische literatuur is, luidt: alle literatuur uit de voormalige Nederlandse koloniën in het Caraïbisch gebied, dat wil zeggen uit Suriname en de zes Nederlands-Caraïbische eilanden. Toch is de kwestie veel complexer. Suriname is onafhankelijk van Nederland sinds het in 1975 een onafhankelijke republiek werd. De eilanden behoren nog tot het Koninkrijk der Nederlanden: Aruba, Curaçao en Sint Maarten als landen, Bonaire, Saba en Sint Eustatius als bijzondere gemeenten.
read on…Anil Ramdas: de tragiek van brandende ambities
door Hans Ramsoedh
Een dag na het overlijden van de schrijver/essayist Anil Ramdas (16 februari 1958 – 16 februari 2012) stond premier Rutte na afloop van de ministerraad tijdens het Gesprek met de minister-president op de televisie stil bij zijn overlijden: ‘Er is een man heengegaan die niet alleen een groot schrijver is, maar ook iemand met een opvatting. Een uitgesproken persoonlijkheid. Wij zijn met z’n allen wat armer door zijn overlijden’.
Caribische literatuur in het onderwijs
door Quito Nicolaas
Met een stagnerende economie en een onderwijs dat geen stuwende kracht is voor de concurrentiepositie van Nederland, verzwakt men de eigen rol binnen de EU. Afgelopen vijftien jaar zijn tal van onderwijsvernieuwingenprocessen in gang gezet, met steeds weer niet het beoogde resultaat (SCP,2008). In een klimaat waar de sociaal-culturele tegenstellingen steeds groter worden en de tolerantiegraad onder jongeren verder afneemt, vergt dit vraagstuk onze aandacht. Het onderwijs kan in dezen als instrument dienen voor de economische groei, het adaptievermogen van het individu en als emancipatie van migrantengroepen. Vooral via het literatuuronderwijs kan een bijdrage worden geleverd aan de verbinding in de samenleving. read on…
Brouwers’ troost
Schrijver Jeroen Brouwers wordt 75 jaar. Collega en bewonderaar Joost Zwagerman vertelt hoe Brouwers hem door een inktzwarte periode heen sleepte.
. read on…
Schrijver Joost Zwagerman pleegt zelfmoord
Schrijver, essayist, columnist, dichter en publicist Joost Zwagerman heeft zelfmoord gepleegd. Zijn uitgeverij De Arbeiderspers heeft dat laten weten aan de Volkskrant, waarvan Zwagerman medewerker was. Hij is 51 jaar geworden.
Hij zou vanavond om 22.30 uur te gast zijn in het Radio 4-programma Opium op 4, waar hij zou komen praten over zijn nieuwe boek De stilte van het licht. De redactie zat te wachten, maar hij kwam niet opdagen. read on…
Anil Ramdas, kleine professor uit Nickerie (6 en slot)
door Coen Verbraak
De hoofdfiguur in Badal is van plan een essay te schrijven over de politieke verwording van Nederland, en de verwildersing van normen en waarden. Dat ging evenzeer op voor Ramdas. Op de Belgische website De Buren schreef hij in september 2010 een fel epistel tegen wat hij white trash noemde. ‘Kijk nu eens naar het Nederland van vandaag. Lees de reacties van lezers bij artikelen in De Telegraaf. Zie het aanbod op de Nederlandse televisie, die wordt gedomineerd door de commerciëlen. En zie de aanhang van de PVV, die almaar groeit, en nu al staat op meer dan twee miljoen. Die Hollanders die in eigen huizen wonen en een eigen auto hebben en met vakantie kunnen, zijn voor een groot deel white trash. Het zijn tokkies, het zijn families Flodder, met achterlijke ideeën en onbeschofte omgangsvormen. Wat kun je anders zeggen van de meesteTelegraaf-lezers, SBS-6- en RTL-kijkers en PVV-stemmers, dan dat ze boers, onbehouwen, ruw, plat, vulgair, ordinair en ongemanierd zijn?’
Vijf dagen later werd er op diezelfde site op het stuk gereageerd door Joost Zwagerman. ‘Anil Ramdas, die in de jaren negentig de gewoonte had achter iedere boom een fascist te ontwaren, bereikt in dit stuk nieuwe dieptepunten – zelfs voor zijn doen. Ramdas zet alle stemmers op Geert Wilders weg als “achterlijk” en inferieur. Natuurlijk. Dat zich links noemende intellectuelen de gemiddelde Jan Modaal als “achterlijk” wegzetten, gebeurt niet voor het eerst. Hoezo, opkomen voor de onderklasse? Maar zelden gebeurde het zo haatdragend als bij Ramdas. Wie maar lang genoeg door types als Ramdas voor achterlijk wordt uitgescholden, wendt zich uiteindelijk tot Wilders. Anil Ramdas is geen haar beter dan de man wiens ideeën hij wenst te bestrijden. Sterker: hij is erger. Verblind door withete haat jegens white trash meent hij dat anderen hem hierom vooruitstrevend zullen vinden. Die taxatiefout zal zelfs Wilders niet maken.’
Ramdas en Zwagerman hadden in 1997 al eens hard gebotst, nadat Ramdas in NRC Handelsblad kritiek uitte op de manier waarop Zwagerman in De Buitenvrouw een zwarte lerares neerzette: ‘Iemand met de mentaliteit, de denkwijze en het taalgebruik van een zwarte bediende of een zwarte hoer.’ ‘Een pijnlijk misverstand,’ aldus Joost Zwagerman. ‘De inzet van het boek was juist om de zelffelicitatie van mensen die beweren vrij te zijn van xenofobie aan de kaak te stellen. Ramdas stelde mij klakkeloos gelijk aan de hoofdpersoon. Alsof ík een racist zou zijn. Dat vond ik uitermate vervelend. Die white trash-column was in feite een herhaling van 1997. Ik vond het een zeer destructieve bijdrage aan een zinvolle discussie: hoe gaan we om met de PVV.’
Ramdas reageerde direct daarna: ‘Eerlijk gezegd had ik op Joost Zwagerman, een mastodont in kringen van White Trash, niet gerekend. Hij kwam als een geschenk uit de hemel.’ Zwagerman schreef het voorjaar daarop, na het verschijnen van Badal, een vlammend opiniestuk in de Volkskrant. ‘Badal is het hele boek lang nijver bezig aan “een belangrijk essay over white trash”. Alleen al dit voornemen tot het schrijven van “een belangrijk essay” maakt Badal tot een potsierlijke hoofdfiguur en Ramdas tot een schertsfiguur. Hij is hoe dan ook geen echte schrijver. Hij imitéért er hoogstens een.’
Zwagerman is achteraf bepaald niet trots op de polemiek. ‘Door wat er nadien is gebeurd, komt alles in een heel ander, tragisch licht te staan. Natuurlijk zit het me dwars. Als ik had geweten hoe zijn geestestoestand toen was, dan had ik het laten rusten. Hij was niet meer de man met dezelfde wapenuitrusting als voorheen. De ironie wil dat ik de polemiek voerde op het moment dat het ook met mij niet goed ging. Daar zit toch een verontrustende parallel in.’
Sjoerd de Jong van NRC Handelsblad: ‘Ik heb het altijd jammer gevonden dat deze twee generatiegenoten zo enorm met elkaar gebotst hebben. Als ik zijn columns las, dacht ik soms ook: kom, Anil, een beetje minder mag ook. We zitten toch nog niet helemáál in het land van de stampende laarzen. Hij leed aan de tijd, aan de keiharde polarisatie. Beschreef hij dat hij op de avond van de moord op Theo van Gogh op de Dam een klap van een omstander had gekregen, dan verscheen er meteen een stuk van Max Pam dat dat wel gelogen zou zijn. “Lompheid als morele deugd”, zoals Buruma dat noemde, was aan Anil niet besteed.’
En toch kan het belang dat Ramdas had voor jonge allochtonen nauwelijks overschat worden, vindt De Jong. ‘Voor veel Surinamers was Anil hét voorbeeld van een geslaagde landgenoot. Een man die iemand gewórden was.’ Sheila Sitalsing: ‘Suriname is net een dorp; als een Surinamer elders in de wereld beroemd wordt, dan is dat een gebeurtenis. Maar er was ook inhoudelijke waardering voor zijn schrijverschap, voor het feit dat hij dingen zo goed kon verwoorden. Aan de andere kant kon Anil ook heel scherp zijn over Suriname. Hij wist feilloos bloot te leggen wat er allemaal niet aan het land deugde. Daar kunnen Surinamers niet zo goed tegen. Die directheid is vrij on-Surinaams. Dat leverde hem felle kritiek op. Maar hij bleef een grote zoon van het land, die het in het grote boze Nederland toch maar mooi had gemáákt.’’
Dat tinkelende
Ramdas’ gezondheidstoestand verergerde in het najaar van 2011. Hij was al meermalen gedotterd wegens hartklachten, en zijn conditie was nadien steeds verder verslechterd. De laatste keer dat Stephan Sanders hem zag, was op de begrafenis van Ramdas’ vader, in oktober 2011. Sanders schrok van het weerzien. ‘Anil zag er erg slecht uit: mager, ingevallen. De dag erna heb ik hem gebeld: “Je zag er zo verzenuwd uit. Was je soms dronken?’” Kort daarna belde hij op: “Stephan, we moeten Het blauwe licht weer gaan maken. Dan wordt het weer net als vroeger.” Een echte wanhoopskreet: laten we doen alsof er niets gebeurd is en teruggaan naar toen het nog goed was. Ik zei: “Nee, Anil, dat kan niet meer. Dat is geweest.”’
Zijn programma ZOZ werd ondertussen nog wel steeds uitgezonden. Ramdas schreef begin februari 2012 aan VPRO-directeur Karen de Bok dat hij zelfs nieuwe televisieplannen had: ‘Een prachtige brief, eigenlijk heel optimistisch. Ik had toen helemaal niet in de gaten dat het zo slecht met hem ging.’ Al vond ze het wel raar dat Ramdas de afspraak die ze met hem maakte om over het nieuwe programma te praten op het allerlaatste moment afzegde. Zijn moeder lag in het ziekenhuis. Vandaar. ‘Maar het werd pas echt vreemd toen ik hoorde dat hij op de redactie had verteld dat ík de afspraak had afgezegd, omdat míjn moeder ziek was.’
Suzanne Holtzer van De Bezige Bij zag wel dat Ramdas het moeilijk had. ‘Hij schreef me kort voor zijn dood hoe zwaar de opkomst van Wilders en de slechte ontvangst van zijn boek op hem drukten. Ik zag dat hij onthecht raakte. Dat tinkelende wat hij ooit had, was weg. Hij was een angstige man geworden. De emoties hadden zijn ratio overgenomen. Maar ik bleef hopen dat hij zichzelf kon herpakken.’ Holtzer maakte zich grote zorgen toen Ramdas begin februari 2012 op de nieuwjaarsreceptie van De Bezige Bij verstek liet gaan. Al hield ze met het allerergste toch geen rekening. ‘Dat einde van Badal die de zee inloopt en verdrinkt, vond ik juist nog zo prachtig. Ik heb werkelijk geen seconde gedacht dat hij dat ook zo zou doen.’
‘Wóédend. Ik was wóédend op hem,’ zegt Stephan Sanders, op een manier waarbij de ontzetting nog altijd voelbaar is. ‘Ik dacht: mijn God, Anil, hoe is het mogelijk dat jij, uitgerekend jij, een punt achter alles hebt gezet. Je wist zo goed wat de fuiken zijn voor de Hindoestaanse man. En je loopt er godverdómme zelf in. Ik had er verschrikkelijk last van. Hij spookte in mijn kop. Twee, drie maanden na zijn dood had ik zelfs het idee dat ik ’m hóórde: “broertje, broertje…” Als ik in de supermarkt een biefstuk kocht, hoorde ik Anil zeggen hoe ik ’m het beste klaar kon maken. Toen ben ik over hem gaan schrijven. Om het te bezweren.’ Inmiddels is de boosheid bij Sanders geweken. ‘Zijn dood leek alle mooie herinneringen bezoedeld te hebben. Nu is er vooral verdriet om het gemis. Inmiddels ben ik onze vriendschap weer aan het opdelven. Ik probeer me weer dat daverende begin te herinneren. Ik ben meer dan ooit doordrongen van het besef dat ik een heel, heel bijzondere man gekend heb.’
Spoken XL en RE: Definition
Op 14 september presenteert Double Talk een poëzie/rap-evenement in Paradiso. Met Jules Deelder, Joost Zwagerman, Michaela Coel (UK), Pete Philly, Howard Komproe en PAX (Kyteman Orchestra). Live music van April Alice (feat. Blaxtar) en Kern Koppen met live band.
Spoken is een evenement waarin artiesten zichzelf bloot geven en het publiek de baas is. Na korte voordrachten worden de artiesten scherp bevraagd over hun werk en mag het publiek met ze in gesprek. Eerlijkheid is key bij Spoken.
RE: Definition in kleine zaal met Poets: Mahogany L. Browne (Brooklyn), Izzy, JNM, Smita James, Warsan Shire (Londen), UnknownEye en Earl Longwood.
Locatie: Paradiso, Amsterdam
Tijd: 19.30-11.30, zaal open 19.00 uur
Entree 15,- excl. lidmaatschap (3,50 p.m. / 25,- p.j.)
Voorstelling het Engels en Nederlands
Eenakter voor twee heren
door Anil Ramdas
Voor wie de wekenlange twist tussen Joost Zagerman en mij van vorig jaar op deze site heeft gemist, hierbij een weergave als eenakter voor twee heren.
Ramdas: Paul Scheffer was nauwkeurig, op het lastige af. Toch beging hij in zijn essay Het Multiculturele Drama een dramatische onnauwkeurigheid: hij deed alsof de achterstand van migranten op het gebied van werk en onderwijs, het gevolg was van de achterstand op het gebied van cultuur. Daarmee suggereerde hij impliciet dat de blanken geen achterstand hebben op het gebied van cultuur. Dat ze naar Mahler luisteren, Dostojevski lezen, zondags naar het museum gaan. Terwijl ze met André Hazes meezingen, de Telegraaf serieus nemen en alle dagen voor de buis hangen met programma’s van SBS-6 en RTL-4. Aan de PVV-aanhang zie je dat de blanken evengoed een achterstand hebben op het gebied van cultuur. Het is White Trash.
Zwagerman: U kunt de PVV-aanhang niet wegzetten als ‘achterlijk’ en inferieur’. Juist omdat u de PVV’ers achterlijk noemt, gaan ze zich achterlijk gedragen en dus PVV stemmen. U bent haatdragend, door blanken ‘White Trash’ te noemen. En een detail: u noemt Scheffer lastig. Zullen wij het een en ander onthullen over uw eigen reputatie?
Ramdas: U lijkt niet inhoudelijk in te gaan op mijn stelling. Bent u nog steeds boos om mijn constatering in 1997 dat u als schrijver niet in staat bent om een zwart personage te creëren, omdat u waarschijnlijk geen zwarten in uw vriendenkring hebt? U laat een zwarte ontwikkelde vrouw denken en spreken als een zwarte hoer. Dat vond ik veelzeggend.
Zwagerman: U bent een lamentabele en woordverdraaiende querulant. In het boek waar u naar verwijst was de blanke hoofdpersoon racistisch, wat niet wil zeggen dat de schrijver racistisch is. We hebben daar een debat over gehad, en in mijn herinnering gaf u toen toe ongelijk te hebben. En mag ik u vertellen dat de zwarte lezers in Suriname dol zijn op mijn boekje?
Ramdas: Ik geef toe dat tienerporno een populair genre is.
Zwagerman: Waarom begint u daarover te zemelen? Om de aandacht af te leiden van mijn weerwoord dat u op grond van een paar hufters niet alle PVV-stemmers mag wegzetten als ‘White Trash’? Bovendien laat u de vraag onbeantwoord waar die White Trash op stemde toen de PVV nog niet bestond. Op de PvdA waarschijnlijk.
Ramdas: Niet omdat je White Trash bent, stem je PVV, maar je wordt White Trash, als je PVV stemt.
Zwagerman: Ooit zeiden de sociaaldemocraten te streven naar volksverheffing. Maar in feite keken ze net als u neer op die ‘achterlijken’. Daarom wenden die zich nu tot een rancuneuze obsessionado als Wilders. In al uw neerbuigendheid en weerzin lijkt u meer op Wilders dan u denkt. U bent geniepig en kleingeestig, gezien uw bescheten ad hominem-reactie op mijn ontmaskering van uw haatdragendheid. Wilders wordt vervolgd door het OM, en u krijgt van de VPRO een wekelijks tv-programma. De scheefgroei en morele verdooldheid van Nederland in een notendop. U bent een racist. Een hardcore racist.
Ramdas: Meneer Zwagerman, het is laat. U vertoont verschijnselen van onnadenkendheid, als gevolg van geestelijke uitputting. Ik begrijp dat u het in uw studietijd ook al moeilijk had, dat u vanwege gedragsproblemen geen academische opleiding kon volgen. Maar toch bent u niet helemaal mislukt: hoe harder u roept, hoe meer bijval u krijgt van mensen met diep treurige meningen. De internet-hooligans dragen u op handen. In die zin is mijn experiment geslaagd: White Trash bestaat.
Zwagerman: Was het een experiment? Suggereert u dat u reacties als de mijne wilde uitlokken? Dat is een leugen. U bent zich een hoedje geschrokken van de felheid van de reacties en u probeert zich nu te verschuilen achter een experiment.
Ramdas: De moderator van dit gesprek kan bevestigen dat ik hem van tevoren waarschuwde voor felle reacties als die van u, maar dat dat deel uitmaakt van het experiment: aantonen dat White Trash, waar u kennelijk een belangrijk woordvoerder van bent, bestaat. Het zou u sieren om uw excuses aan te bieden voor het feit dat u mij voor leugenaar uitmaakt.
Zwagerman: Ik peins er niet over. Met u valt geen polemiek te voeren. U zet een grote groep mensen klakkeloos weg in de rechts-extremistische hoek, en u doet dat in bewoordingen die qua moraal en fatsoen in niets verschillen van de huftertaal die u aan de kaak zegt te stellen. Spijtig.
Ramdas: Weet u wat spijtig is? Dat u vooral de term ‘White Trash’ hufterig vindt, maar niet de taal van Wilders, als hij zegt dat rassenrellen nodig kunnen zijn, de familieleden van criminele allochtonen ook moeten worden gedeporteerd, de Koran de Mein Kampf is van een fascistische ideologie, migranten barbaren zijn die zich hier ongestraft komen voortplanten. Over zulke uitspraken kunt u zich niet echt opwinden. Wel als ik de mensen die ze onderschrijven beschrijf als White Trash. Hoe zou dat toch komen?
Zwagerman: De uitspraken van Wilders onderschrijf ik niet. Maar u vindt een stemmer op Wilders iemand die achterlijk, primitief, extreem-rechts en zonder moraal is. Als minderwaardig aan uzelf. En u brengt die principiële minderwaardigheid van de ander in verband met diens huidskleur: blank. Voor het leggen van dit verband tussen principiële minderwaardigheid en huidskleur bestaat een woord: racisme. Ikzelf zou mij gaarne aansluiten bij de strijd om beschaving, maar niet met de haatzaaiende woorden die u eraan verbindt.
Ramdas: Uw strijd om beschaving kan mij helaas niet overtuigen. Dagelijks worden wij overspoeld met de hufterigheden van de PVV en zijn aanhang, maar nooit hoor ik u en uw trouwe vrienden daarover. Boos wordt u pas als ik de aanhang van Wilders een naam geef: ze zijn blank en het is tuig, kortom White Trash. Het spijt mij, maar het is in de geschiedenis van dit land eerder gebeurd: dat de Hollandse meerderheid een bevolkingsgroep in de steek liet. De andere kant opkeek. Mensen met uw houding, heer Zwagerman, zijn banaal, en dat zie ik als het allergrootste kwaad.
[geschreven op 8 februari 2011; overgenomen van de website van DeBuren]
Zwagerman wilde niet met Ramdas aan tafel
Schrijver Joost Zwagerman heeft zware kritiek op over hoe er volgens hem onder links kader wordt gedacht over kiezers die op de PVV stemmen. Hij noemt de intellectueel Anil Ramdas die de PVV-kiezer in een column honend ‘white trash’ noemde exemplarisch voor het linkse denken in Nederland en dan met name de PvdA. Ramdas was wel uitgenodigd door Pauw&Witteman, maar Zwagerman wilde niet met hem aan tafel.
Lees hier verder, met beelden van You Tube