blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Woortman Rob

De ‘Cotton Club’, een kroeg met kleur

door Tessa Leuwsha

Cotton Club, de bewogen geschiedenis van een café is het tweede boek van Alice Boots en Rob Woortman die eerder de knappe biografie over Anton de Kom brachten. Is die biografie een helder verhaal over het leven van Anton de Kom van wieg tot graf, ‘Cotton Club’ over een café in Amsterdam waar ook veel Surinamers kwamen, laat zich lezen als een verzameling anekdotes van mensen die de wereld rond die kroeg bevolken. En dat is een aardig ruig stelletje: pooiers, hoeren, kroegbazen en dealers. Ze komen pagina voor pagina voorbij, maar het café als verbindende factor biedt tussen al die vertellingen soms een maar erg dun draadje. read on…

Drie biografieën over Surinamers

door Hilde Neus

Sophie Redmond was een auteur die met haar voeten diep in de Surinaamse klei stond. De biografie die over haar werd geschreven door Sylvia Marie Kortram, wordt elders op Caraibisch Uitzicht besproken. Het is goed te constateren dat er steeds meer biografieën verschijnen over Surinamers die een rol gespeeld hebben in hun tijd. Eerder verschenen biografieën die over Wim Bos Verschuur, Dobru en Anton de Kom, waarover in het kort hieronder. read on…

Biografen geven college over Anton de Kom

Alice Boots en Rob Woortman, de biografen van Anton de Kom, geven op vrijdag 28 februari een college aan de Universiteit van Amsterdam over Anton de Kom. Hun omvangrijke biografie verscheen in 2009 en kreeg in de pers een bijzonder goed onthaal. In 2010 werden het biografenechtpaar bekroond voor hun werk met de E. du Perronprijs. De rechten van de biografie zijn inmiddels verkocht voor verfilming van het levensverhaal van De Kom.

Het college is publiek toegankelijk en vindt plaats in de collegereeks Caraïbische Dromen en wordt ingeleid door prof. Michiel van Kempen. Het vindt plaats in het PC Hoofthuis, Spuistraat 138 te Amsterdam, in zaal 4.04 (4de verdieping) en begint om 13.00 uur. De toegang voor belangstellenden is gratis en vooraf aan melden hoeft niet.

Colleges Surinaamse en Antilliaanse literatuur

 
Op vrijdag 7 februari begint de nieuwe collegereeks Caraïbische dromen – De literatuur van Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen die prof. Michiel van Kempen geeft aan de Universiteit van Amsterdam. Er is een gloednieuwe reeks samengesteld, waarbij zo wel klassieke als de allernieuwste teksten worden gelezen. Vele gasten maken hun opwachting: schrijvers en gastdocenten van beide zijden van de oceaan. De colleges worden gegeven in zaal 4.04 van het PC Hoofthuis, Spuistraatc 138 te Amsterdam. Het vooraf gelezen hebben van de te behandelen tekst is voorwaarde om aan het college te kunnen deelnemen.
Wie graag de reeks of enkele coleges bijwoont kan zich per mail aanmelden:
M.H.G.vanKempen@uva.nl
Aanbevolen voorkennis
Jos de Roo, ‘Hollandse hovaardij; Moderne Surinaamse schrijvers over Nederland’.
Wim Rutgers, ‘De Nederlandse Antillen en Aruba’. Het gaat om 2 hoofdstukken uit: Theo D’haen (red.), Europa buitengaats; Koloniale en postkoloniale literaturen in Europese talen. Deel I. Amsterdam: Bert Bakker, 2002, pp. 199-246,  resp. 247-288.
Colleges
  1. vrij 7 februari 2014: Algemene inleiding I
  2. vrij 14 februari 2014: Algemene inleiding II, boek: Jacco Hogeweg – Een donjuan in de West
  3. vrij 21 februari 2014: Albert Helman elke student leest een ander boek van Helman
  4. vrij 28 februari 2014: Wij slaven van Suriname van Anton de Kom, in aanwezigheid van de biografen van Anton de Kom, Alice Boots en Rob Woortman
  5. vrij 7 maart 2014: Mijn zuster de negerin van Cola Debrot
  6. vrij 14 maart 2014: Onsterfelijk van Guillermo Rosario, in aanwezigheid van de vertaalster, en dochter Libèrta Rosario
  7. vrij 21 maart 2014: we lezen gezamenlijk een tekst van Derek Walcott en bezoeken in Den Haag de onthulling van een muurtekst met een gedicht van Walcott
  8. vrij 28 maart 2014: roostervrij
  9. vrij 4 april 2014: Rubber van Madelon Szekely-Lulofs. Gastcollege door Dr Gabor Pusztai (Universiteit van Debrecen Hongarije) – ‘Antikoloniale concepten in het werk van Madelon Lulofs en Laszlo Szekely’
  10. vrij 11 april 2014: Dubbelspel van Frank Martinus Arion. En vertoning van de film Yu di Korsóu in aanwezigheid van cineaste Cindy Kerseborn
  11. vrij 18 april 2014: collegevrij (Goede Vrijdag)
  12. vrij 25 april 2014: ‘Praatjes voor de West, de invloed van de Wereldomroep op jonge schrijvers in het Caraibisch gebied’, door Jos de Roo. Te lezen tekst: De rots der struikeling van Boeli van Leeuwen
  13. vrij 2 mei 2014: Hoe duur was de suiker? van Cynthia Mc Leod, met vertoning (fragmenten van) van de film van Jean van de Velde. Gastcollege over Surinaamse en Antilliaanse talen door dr Annelies Roeleveld
  14. vrij 9 mei 2014: De zwarte Lord van Rihana Jamaludin, in aanwezigheid van de auteur
  15. vrij 16 mei 2014: Het hiernamaals van Doña Lisa van Eric de Brabander, gastcollege door Prof. Wim Rutgers (Universiteit van de Nederlandse Antillen)
  16. vrij 23 mei 2014, laatste college, publiekscollege: De man van veel van Karin Amatmoekrim, in aanwezigheid van de auteur,

Ter verdediging van Karin Amatmoekrim

door Sandew Hira    

Er is een hetze aan de gang tegen een jonge Surinaamse schrijfster, Karin Amatmoekrim, naar aanleiding van haar roman over Anton de Kom. In die hetze heeft de familie van Anton de Kom zich gemengd. Daarmee heeft de familie haar neutraliteit opgegeven en positie gekozen in een discussie over hoe je de geestelijke erfenis van Anton de Kom moet beoordelen. Waar gaat het over?  

read on…

Roman over Anton de Kom leidt tot ophef

door Patrick Meershoek

Paramaribo – Het is niet de gedroomde reclame voor het boek. Met een advertentie in het Surinaamse dagblad De Ware Tijd namen de drie kinderen van Anton de Kom deze week afstand van de roman die Karin Amatmoekrim schreef over hun beroemde vader.
Onwaardig en kwetsend, luidde het harde oordeel van Ad, Cees en Judith de Kom over De man van veel. En, voor alle duidelijkheid: “Wij distantiëren ons nadrukkelijk en volledig van de inhoud van dit boek.” De kinderen van de Surinaamse activist zeggen pijnlijk getroffen te zijn door het boek dat met een mengeling van feiten en fictie het verblijf beschrijft van De Komin een psychiatrische kliniek in Den Haag.
Amatmoekrim nam deze donkere periode als uitgangspunt voor wat zij omschrijft als een literaire ode aan de volksheld. “Ik heb inderdaad zijn twijfels en zijn zwakte beschreven, maar ook zijn liefde voor zijn gezin en zijn idealen voor een betere wereld. Jammer dat nu alleen over de zwakte wordt geklaagd, alsof het boek alleen daar over zou gaan.”
In Suriname heeft het boek veel stof doen opwaaien. Cynthia Mc Leod, bekend van historische romans als Hoe duur was de suiker, las tijdens de presentatie van De man van veel in Paramaribo een passage uit de roman voor, maar zei later in De Ware Tijd begrip te hebben voor de teleurstelling bij de familie. “Het is verdrietig en pijnlijk voor Anton de Kom, voor zijn nageslacht en voor Suriname als de held Anton de Kom zo zou moeten blijven.”
Steun krijgt Amatmoekrim van psychiater en dichter Antoine de Kom, zoon van Cees, die stelt dat een schrijver vrij moet zijn. “Het is aan de lezers te beoordelen of  Karin in haar opzet is geslaagd. Anton de Kom is van iedereen. De familie hoeft niet te worden geraadpleegd, behalve als het gaat om dingen waar ze zeggenschap over hebben. Denk aan auteursrechten. Denk aan zijn stoffelijke resten.”
Met die laatste woorden refereert De Komaan de oproep van president Desi Bouterse om de stoffelijke resten van zijn grootvader naar Suriname over te brengen, een initiatief dat voor veel ophef zorgde, net als de onthulling van het standbeeld in Zuidoost voor Anton de Kom. “Je kunt niets doen met Anton de Kom zonder opschudding te veroorzaken,” zegt Rob Woortman, met Alice Boots de schrijver van de in 2009 verschenen biografie van De Kom.
Woortman zegt zich het ongemak van de familie te kunnen voorstellen. “Anton de Kom is een historische figuur, maar de kinderen zijn dat niet. Zij staan met naam en toenaam in het boek. De op zich spannende vermenging van feiten en fictie wreekt zich met name waar de kinderen worden opgevoerd in pijnlijke passages, zoals het moment van de opname van De Kom. Zij herkennen zich niet in het geschetste beeld. Natuurlijk is dat pijnlijk.”
[uit Het Parool, 14 november 2013]

De man van veel, een literaire roman

door Jerry Dewnarain en Els MoorKarin Amatmoekrim is een Nederlandse romanschrijfster met roots in Suriname. Ze heeft vijf romans geschreven. De vierde, Het gym, over een meisje van Surinaamse komaf uit een achterstandswijk dat veel te verduren krijgt op een elitair gymnasium, en veel succes heeft in multicultureel Nederland. Haar recente vijfde roman heeft een titel die raadselachtig klinkt: De man van veel. Wie is die ‘man van veel’?… Anton de Kom! De Surinaamse en Nederlandse verzetsstrijder, bekend geworden in de jaren dertig van de vorige eeuw door zijn vreedzaam verzet tegen de mensonvriendelijkheid van het kolonialisme in Suriname en later – terug in Nederland – ook door zijn boek Wij slaven van Suriname (1934), dat de Surinaamse geschiedenis weergeeft vanuit eigen perspectief. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam De Kom in verzet tegen Hitler-Duitsland. Hij belandde in een concentratiekamp, waar hij in 1945 overleed, een vrouw en vier kinderen achterlatend. Anton de Kom is, met name in Suriname, een voorbeeldfiguur.

Nu is hij hoofdpersoon in een roman. Karin Amatmoekrim heeft als belangrijkste verhaallijn de periode in 1939 gekozen, toen Anton de Kom – zwaar overspannen door alle wanbegrip met betrekking tot zijn sociale visie, door de discriminatie vanwege zijn zwarte kleur en zijn sympathie voor de ideeën van het communisme – werd opgenomen in een psychiatrische inrichting in Den Haag en daar maandenlang verbleef.Bij de presentatie in Suriname, 19 oktober op de pier van Torarica, vroeg iemand aan de schrijfster wat haar bronnen zijn. ‘Mijn fantasie’, antwoordde ze. Wie de roman leest en de knappe biografie van Anton de Kom door Rob Woortman en Alice Boots kent, ziet dat dit maar gedeeltelijk waar is. Veel gegevens in de roman kloppen met de werkelijkheid, zoals die is vastgelegd. Dat schrijfster en uitgever de bronnen niet hebben vermeld, is een grote misser, terwijl het boek op zich goed is. Er zijn natuurlijk ook levende bronnen, zoals de drie nog levende kinderen van De Kom, maar zij zijn niet geraadpleegd. De verhouding tussen Anton en zijn gezin, vooral tijdens de periode dat hij opgenomen was in de inrichting, moet dus wel ‘fantasie’ zijn. Is dat geoorloofd? We besteden er een apart artikel aan (zie hieronder). Er zijn verschillende opvattingen over. In dit artikel bekijken we de roman met een literaire bril.

De structuur van de roman is uitstekend, volgens literaire wetten. Plaats, tijd en handeling vormen een eenheid in verband met de thematiek, verlatenheid, opgesloten zijn in jezelf. De plaats is de gesloten inrichting, Anton op een zaal, aanvankelijk vastgebonden op een bed en voornamelijk slapend. De tijd omvat al de dagen en nachten in de inrichting, de geslotenheid van de patiënt naar anderen toe en de handeling ontbreekt bij de hoofdfiguur die juist zo doelgericht en actief was tijdens zijn periode in Suriname. Tijd, plaats en het ontbreken van handeling ondersteunen de trieste thematiek van verlatenheid en eenzaamheid van een man die zichzelf verloren heeft. Maar het boek heeft twee delen en in deel II krijgt Anton zichzelf langzaam maar zeker terug. Dat is het deel waarin menselijkheid steeds belangrijker wordt als thema. Naast de hoofdfiguur functioneren enkele het thema ondersteunende figuren, zoals de Anton behandelende arts die maar heel langzaam tot hem doordringt en, een paar keer slechts, zijn vrouw Nel. Pas in deel II, als zijn genezing op gang komt, komen er ook meer personages met wie Anton communiceert. Het boek is in veel, vaak korte hoofdstukken ingedeeld. Die indeling maakt, ondanks de benauwenis van plaats en tijd, dat we als lezers toch een beeld krijgen van het totale leven van Anton de Kom. De hoofstukken wisselen elkaar af, Anton op zijn bed of later lopend door de inrichting, Anton met zijn arts, allemaal binnen de inrichting, maar dan is er ineens een hoofdstukje met een terugblik, of een herinnering of droom. Zo krijgen we toch een beeld van de persoon en het leven van de patiënt. Prachtig is bijvoorbeeld nummer 7 van deel I, waarin de Surinaamse jongen Anton thuis in de luie stoel van zijn vader een boek over de ‘vaderlandse geschiedenis’ leest, waaruit broeder die ochtend in de klas verteld heeft en waarnaar ze ‘ademloos’ geluisterd hebben: over ‘helden’ zoals Piet Hein en Michiel de Ruyter. Dan komt oma binnen, ze ziet wat hij leest en neemt hem mee naar een vroeger galgenveld niet ver van hun huis. Dan komt een ander stuk geschiedenis: galgen waaraan slaven werden opgehangen, slaven die ook helden waren, omdat ze in vrijheid geloofden. Hier wordt de nieuwe Anton geboren, de vechter voor vrijheid en strijder tegen koloniaal onrecht…

Zo komen er steeds weer episodes uit het leven van Anton de Kom, door elkaar, tussen de hoofdstukken over zijn situatie in de inrichting. Ook de kennismaking in Nederland met de witte Nel, die zijn geliefde wordt en die hij een ketting schenkt van Surinaamse pitten. Op hun trouwerij draagt ze die. Altijd zien we twee kanten, positieve en negatieve: in dit geval de ware liefde tussen de zwarte man en de witte vrouw, maar ook de discriminatie vanuit de omgeving.

De man van veel is een boek dat volgens de regels van de literaire kunst in elkaar is gezet. De soberheid van plaats en tijd geven ruimte aan diepte, psychologische diepte. Die vind je niet in een biografie, een boek dat de waarheid moet volgen. De psychische gesteldheid van Anton de Kom komt uit ‘de fantasie’ van Karin Amatmoekrim. Maar als je geen concrete trap hebt met treden, kun je niet diep gaan. Via de concrete werkelijkheid komt Karin Amatmoekrim dichter bij een kern, een thematiek, krijgt het werk psychologische diepgang. En die is zeker in het geval van Anton de Kom in deze moeilijke periode van zijn leven niet altijd positief. De roman past tevens in de huidige moderne Europese/Nederlandse literatuur: het individu staat centraal met alle positieve en negatieve aspecten vandien. En hoe sociaal en heldhaftig Anton de Kom ook was, hij was zeker ook een individu. De beelden daarvan zijn niet altijd prettig, maar wel menselijk. Zijn het leugens of maken ze een stuk geschiedenis tot een ‘roman’? Daarover verschillen de meningen!

De Franse schrijver Céline zegt het in zijn roman Reis naar het einde van de nacht en Amatmoekrim zet het citaatje bij deel II: ‘We vergeten gauw,/ dat is onze grote ramp bij alles,/ en we vergeten vooral waaraan we kapot zijn gegaan,/ zonder ooit door te hebben hoe smerig de mensen zijn.’
Karin Amatmoekrim: De man van veel, roman. Amsterdam: Prometheus, 2013. ISBN 978 90 446 2126 6

Fantasie over de werkelijkheid van het verleden

door Jerry Dewnarain en Els Moor

 
Karin Amatmoekrims vijfde roman. De man van veel, is gebaseerd op een deel van het leven van Anton de Kom, de Surinaamse verzetsheld die na een strijd tegen de koloniale overheersing in Suriname en de nazi’s in Nederland omkwam in concentratiekamp Neuengamme-Duitsland. De Kom heeft niet alleen geschreven en gestreden, hij was ook een tijd in een inrichting opgenomen.
De aanleiding voor het schrijven van De man van veel voor Amatmoekrim was haar bespreking van de biografie van De Kom voor het Nederlandse weekblad de Groene Amsterdammer. Deze dikke biografie, geschreven door Rob Woortman & Alice Boots, vermeldt heel kort de periode toen De Kom overspannen raakte na zijn verbanning uit zijn geboorteland. Werkloosheid en armoede eisten ook voor het gezin De Kom hun tol tijdens de crisis van de jaren ’30 van de vorige eeuw. Anton de Kom kreeg het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. Het lukt de schrijver van Wij slaven van Suriname ook niet meer zijn tweede boek Ons bloed is rood te publiceren. Deze teleurstelling maakte ‘de man van veel’ die boven alles schrijver wilde zijn, in toenemende mate een verbitterde persoon. Zijn woedebuien werden voor het gezin ondraaglijk. Op doktersadvies belandde deze mensenrechtenactivist drie maanden in een psychiatrische kliniek in Den Haag.
Amatmoekrim schreef juist over deze periode. Dat maakt het boek bijzonder, want over deze periode is bitter weinig bekend. De auteur heeft haar fantasie de vrije loop gelaten. Op een aangrijpende en hartverscheurende manier beschrijft zij bijvoorbeeld het moment wanneer De Kom gehaald wordt door ‘mannen in witte uniformen’ om naar de inrichting te gaan. Zij staan buiten voor de huisdeur van De Kom. Hij wordt angstig en radeloos, en doet de deur niet open. Echter, de kinderen doen dat wel… en papa De Kom wordt afgevoerd naar de psychiatrische inrichting. De schrijver laat op verrassende wijze de zwakte van De Kom als vader, maar vooral als mens zien.
Gedurende zijn verblijf in de inrichting was De Kom het kwetsbaarst. Dit is te lezen in deel I van het boek. Het geeft een mooi beeld van hoeveel De Kom heeft opgegeven voor zijn strijd. De auteur liet tijdens de presentatie van haar boek in Suriname het publiek naar aanleiding van een vraag weten dat zij dankzij haar fantasie de zwakte van De Kom in alle facetten heeft laten zien. Dit kan zij alleen hebben gedaan door afstand te hebben genomen van De Koms reputatie als historische figuur. Maar dan schuilen er enkele gevaren die als vragen opdoemen: in hoeverre houd je rekening met de status van een historische (voorbeeld)figuur? Welke bronnen gebruik je als schrijver, behalve je fantasie, indien de romanfiguur voor een deel non-fictie is. En wat is feit en wat niet en hoe zou de lezer dat herkennen? Had de schrijver de familie niet om toestemming moeten raadplegen? Amatmoekrim heeft de familie De Kom niet geraadpleegd, en dat is een andere, brandende vraag. Dienen de bronnen wel of niet vermeld te worden?
Na het lezen van haar boek, vinden wij echter dat Amatmoekrim, ondanks deze missers (het niet raadplegen van de familie en het niet noemen van de bronnen), geslaagd is in haar opzet om van De Kom een man van vlees en bloed te maken, omdat zij zich juist of bewust heeft weten af te sluiten van druk of invloeden van buiten. Dat zij de biografie van De Kom heeft gelezen is duidelijk merkbaar. De feiten kloppen en worden prachtig verweven met fantasie. En dat mag: van een historische figuur een romanfiguur maken. Dat is het mooie van literatuur! Zij is overigens niet de eerste die dat doet.
Clark Accord deed dat ook met zijn debuutroman De koningin van Paramaribo (1999). Surinames bekendste prostituee, Wilhelmina Rijburg, wordt in zijn boek ook als een persoon met al haar goedheden en gebreken neergezet! Maar Accord schrijft in een noot het volgende: ‘Deze roman is gebaseerd op het leven van Wilhelmina Rijburg alias Maxi Linder. Behalve een aantal historische figuren als Anton de Kom, president Roosevelt et cetera zijn alle personages in wat hier volgt fictief.’
Ida Does (documentaire filmmaker. Zij maakte in 2012 de bekroonde documentaire Vrede, herinneringen aan Anton de Kom) geeft op de vraag ‘Wat is feit en wat niet en hoe zou de lezer dat herkennen?’ haar mening: ‘Ik moest denken aan een discussie, jaren geleden, naar aanleiding van het boek Lucifer van de Nederlandse schrijver Connie Palmen. Daarin bracht zij de bekende componist Peter Schat in verband met de noodlottige dood van zijn vrouw. Palmen gaf haar personages andere namen, maar schreef op de flaptekst en in het nawoord dat het ging om Peter Schat en Marina Schapers. Deze handelwijze maakte haar boek omstreden en leverde haar veel (ethisch-literaire) kritiek op en navenant prima verkoopcijfers.’ In Amatmoekrims boek heet de hoofdpersoon wel gewoon ‘Anton de Kom’. Fictie? Al bladerend kom je bekende namen tegen, zoon Ad, dochter Judith, zonen Ton en Cees. De man van veel blijkt ook vaak te gaan over Petronella, de echtgenote van Anton. Voor het gevoel kom je terecht op een hellend vlak tussen fictie en werkelijkheid: het presenteren van ‘fictie’, met echte mensen, echte namen, echte data, echte gebeurtenissen. Waren ze allen allang dood, dan was het misschien anders, maar drie van hen leven nog.
Amatmoekrim maakt ook gebruik van een aantal prachtige literaire trucs. Een voorbeeld: De Kom maakt in de kliniek de balans op van zijn leven. Door de injecties droomt hij vaak. Via de dromen komt de lezer achter veel informatie. Deze literaire truc heeft Louis Couperus al in de 19de eeuw toegepast bij zijn Eline Vere. Na de dood van haar ouders gaat Eline inwonen bij haar zus Betsy en haar man Henk in Den Haag. Ze leeft in de gegoede kringen van de Haagse burgerij en hoeft niet te werken voor geld. Die omgeving werkt voor haar verstikkend. Ondanks alle ontevredenheid onderneemt Eline niets om verandering in haar leven te brengen of om zich aan te passen aan haar omgeving. Met haar dromen maakt Louis Couperus de werkelijkheid mooier dan die is, met als gevolg dat ze, eenmaal wakker geschud, steeds meer teleurgesteld raakt in het leven. De lezer wordt door deze truc (vertelwijze) van Couperus meegesleept in de dromen van Eline Vere. Amatmoekrim doet dat ook door de gesprekken met de arts in de inrichting. De schrijver laat de lezer ‘deelnemen’ aan de gesprekken, maar dan als observator. De lezer ziet De Kom als een dromer die moeite heeft met zijn idealen die niet tot de gewenste resultaten hebben geleid. Ze haalt in De man van veel het mens-zijn van De Kom naar voren en eert hem als een gewone man die ook zijn gebreken heeft.
De man van veel laat in ieder geval zien dat ook ‘groten in de geschiedenis’ veelzijdige karaktereigenschappen hebben en kwetsbaar zijn; dat wij ons niet moeten blindstaren op vooral hun faam!

Familie De Kom, tussen werkelijkheid en fictie

door Ida Does
.

Nieuwsgierig was ik naar het nieuwe boek van Karin Amatmoekrim De man van veel over Anton de Kom. In interviews vertelden de schrijfster dat het fictie was. De periode dat Anton de Kom opgenomen werd in een Haagse psychiatrische kliniek had haar aandacht getrokken. In de biografie van De Kom (Rob Woortman en Alice Boots – 2009) was dat summier behandeld, vertelde zij, en zij besloot die setting te nemen voor haar nieuwe roman. Met een werkbeurs van het Letterenfonds werd het boek mogelijk gemaakt.In mijn vorige romans kon ik leunen op mijn talent om een verhaal te vertellen, nu moest ik het biografische verhaal van een historische figuur naar mijn hand zetten. En ook: Ik wilde hem los zien van de feiten, deze pinnen je te veel vast. Natuurlijk heb je wel feiten nodig, ik kan niet hele grote dingen verzinnen die niet zijn gebeurd. Zijn leven spreekt heel erg tot de verbeelding, maar wil je echt in de roman gezogen worden, dan moet je je losmaken van de werkelijkheid.

 
 
Afspraak 
Deze redenering hield me bezig. Dit was geen historische roman dus, er was nauwelijks research gedaan, vertelde de schrijfster. (Abusievelijk vermeldt Amatmoekrim dat de kliniek waar De Kom was opgenomen in Scheveningen was. In werkelijkheid was dat in Loosduinen, Den Haag. Onzorgvuldigheid of fictie?) Geen historische roman, maar wat dan wel? Hoe moest ik het lezen? Waarom wel bepaalde historische feiten gebruiken en andere niet? En wat was feit en wat niet en hoe zou ik dat als lezer weten? Wat was de afspraak dan tussen lezer en schrijfster? Ik moest denken aan een discussie, jaren geleden, naar aanleiding van Connie Palmen’s boek Lucifer. Daarin bracht zij de bekende Nederlandse componist Peter Schat in verband met de noodlottige dood van zijn vrouw. Palmen gaf haar personages andere namen, maar schreef op de flaptekst en in het nawoord dat het ging om Peter Schat en Marina Schapers. Deze handelswijze maakte haar boek omstreden, leverde haar veel (ethisch -literaire) kritiek op en navenant prima verkoopcijfers.
In Amatmoekrim’s boek heet de hoofdpersoon wel gewoon ‘Anton de Kom’. In haar proloog schrijft de auteur: Anton de Kom (1898-1945) was de schrijver van het boek Wij slaven van Suriname. Hij woonde in Den Haag en was getrouwd met de Hollandse Petronella Borsboom. Ze kregen vier kinderen. … De Kom werd uiteindelijk verbannen naar Nederland, waar hij door de economische crisis en zijn roemruchte verleden in grote financiële problemen kwam. In de winter van 1939 werd hij, zwaar overspannen, gedwongen opgenomen in een gesloten psychiatrische inrichting. Dit is zijn verhaal.
Fictie?Verwarring 
Verder bladerend kom ik bekende namen tegen, zoon Ad, dochter Judith. Zonen Ton en Cees. De man van veel blijkt ook zeer te gaan over Petronella, de echtgenote van Anton en moeder van… Voor mijn gevoel kwam ik terecht op een hellend vlak tussen fictie en werkelijkheid. Ik raakte in verwarring. Was ik overgevoelig omdat ik mij verbonden voel met de geschiedenis van Anton de Kom en met zijn familie? Wilde ik niet weten van de overspannenheid van een bekende Surinaamse held ? Miste ik de souplesse om te hoppen tussen fictie en werkelijkheid in een mij bekend verhaal? Ik ging diep bij mezelf te rade. Nee, hij viel niet van zijn voetstuk, want nieuws was het niet. Dat hij overspannen was geweest en drie maanden opgenomen in een kliniek, dat hoort bij het bekende narratief van Anton de Kom. Zijn kinderen Ad, Cees, Ton en Judith hebben dat in de loop der jaren vaak verteld aan mediamensen, publicisten en documentairemakers, waaronder ikzelf. Maar iets klopte niet bij dit boek.
Het presenteren van ‘fictie’, met echte mensen, echte namen, echte data, echte gebeurtenissen. Waren ze allen al lang dood, was het misschien anders, maar drie van hen, zijn nog springlevend. Ad, de oudste zoon van Anton de Kom, is 87 jaar oud. Toen zijn vader gedwongen werd opgenomen was hij 13. Hij kan zich het nog goed herinneren, die avond. In Amatmoekrim’s verhaal gaat dat zo: De buurtbewoners stroomden met tientallen uit hun huizen om getuige te zijn van het spektakel met de gestoorde buurman die meegenomen werd als een dolle hond. Vanuit de diepte zag hij wat zij zagen. Ze stootten elkaar aan en wezen naar hoe hij wanhopig van angst en woede werd afgevoerd. Moet je nou eens kijken, zeiden ze tegen elkaar, hoe hij moet worden opgetild omdat hij weigert te lopen. Zijn benen trapten wild in de lucht terwijl ze hem onder zijn oksels grepen en meevoerden. De broeders waren wel wat gewend, dat zag je aan de routine waarmee ze hem in bedwang hielden. Er stond een ambulance op hen te wachten. Er was een brancard, ze hadden leren banden nodig om hem op zijn plaats vast te binden. De deur van de wagen bleef te lang openstaan, iedereen kon hem zo zien zitten. Hoe hij brulde en vloekte en aan de banden rukte.
Ik vraag het Ad, volledig overbodig, nog maar eens expliciet: “Werd uw vader vastgebonden?” “Welnee, dat is helemaal niet waar.” Hij vertelt er even vrij als feitelijk over. Geen sprake van vastgebonden worden, geen sprake van als een ‘dolle hond’ weggevoerd worden. Veeleer een uitgeputte, verslagen man, die zich, na aanvankelijk kort verbaal protest, boos liet meevoeren omdat hij niet anders kon. Geen sprake van tientallen buren die openlijk naar buiten stroomden, wel stiekem glurende buren…wie kent ze niet. Ik kreeg er een ongemakkelijk gevoel over.
 
 
In ongewisse 
Ik zocht, behalve met Ad, ook contact met Judith (82). Ik was verbijsterd over wat ik te horen kreeg. Volledig overrompeld waren zij allen door de publicatie van dit boek. Zij wisten, zonder uitzondering, van niets. Hoorden erover op de radio, soms via een telefoontje van een kennis of familielid. Ze lazen hun eigen naam en dat van hun ouders in een boek, waar ze niet over geïnformeerd waren. Een boek dat over hen ging, maar ook weer niet. Het kwam als een klap in het gezicht. Gevoelens van frustratie, woede, verdriet en onmacht maakten zich van hen meester. Cees de Kom (85) las verbaasd en boos een aankondiging in de Surinaamse kranten dat hij het boek in Paramaribo in ontvangst zou nemen uit handen van de schrijfster. Hoe pijnlijk prematuur en fictief dat bericht was, bleek wel bij de presentatie in Torarica. De familie De Kom was opvallend afwezig.

Ik vroeg me af wat de afwegingen van de schrijfster waren geweest om de naam van Anton de Kom, zijn kinderen en zijn vrouw, te verbinden aan dit gefantaseerde verhaal. En waarom juist de kinderen van De Kom niet erover geïnformeerd waren. Geen briefje vooraf, geen briefje achteraf. Ik vroeg het aan de auteur. Zij antwoordde dat ze het “een beetje een vreemde vraag vond”. Ze had geen overleg met hen gezocht, omdat het een roman betrof en geen biografie. Of dat haar goed recht is, weet ik niet echt – dat zou voer voor juristen kunnen zijn – maar respectvol is het zeer zeker niet. De kinderen van Anton en Petronella de Kom hebben de oorlog meegemaakt en na arrestatie van hun vader jarenlang in het ongewisse geleefd over zijn lot. Hun sensitiviteit voor verhalen over hun vader zou invoelbaar moeten zijn.

In de gedeelde geschiedenis van Suriname en Nederland neemt de familie een bijzondere plek in. Niet alleen door wat ze heeft meegemaakt in de jaren dertig in Suriname en in de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Zij onderscheiden zich ook doordat zij zich, na de dood van hun vader, actief inzetten voor het levend houden van de narratief van De Kom. Met name dochter Judith de Kom heeft een groot deel van haar leven ten dienste gesteld van die nagedachtenis. Het is niet in de laatste plaats aan haar inspanningen te danken dat het leven van De Kom zo goed gearchiveerd is. En zo liefdevol is doorverteld. 

 
Vergetelheid 
Uitgever Prometheus prijst het boek aan: In deze opzienbarende nieuwe roman van Karin Amatmoekrim wordt het waargebeurde verhaal van Anton de Kom, die zijn leven gaf voor het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog, eens en voor altijd uit de vergetelheid gehaald. Een aantrekkelijke gedachte als het om marketing gaat. Een pompeuze en pretentieuze zin, maar vooral: niet waar. Anton de Kom is de bekendste Surinaamse verzetsman. Er zijn, in Paramaribo en in Den Haag straten naar hem vernoemd. Een plein in Amsterdam Zuidoost draagt zijn naam, een eigen standbeeld daarop. Toets Anton de Kom in op je Tomtom naar Amsterdam en Den Haag en het systeem brengt je ernaar toe. Er is een lesbrief over hem gemaakt voor basisscholen in Zuidoost. Er zijn decennialang diverse conferenties aan hem gewijd, de Surinaamse Universiteit draagt zijn naam, er zijn tv-documentaires over hem gemaakt, die de aandacht trekken van een internationaal publiek. Er liggen plannen voor een tv-serie. Zijn biografie werd in 2010 bekroond met de Eduard du Perronprijs. Thematijdschriften zijn aan hem gewijd, musea nemen zijn beeltenis op, vele sites verwijzen naar hem en zijn werk. Hij ligt begraven op het ereveld Loenen en zijn levensverhaal is uitgekozen voor publicaties over de gevallenen die daar begraven liggen.De Kom is postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis. Eerder dit jaar werd in Zaandam een brug naar hem vernoemd. En last but not least lijkt De Kom er zelf voor te zorgen, dat zijn werk absoluut niet in vergetelheid is geraakt. Een telefoontje naar Uitgeverij Atlas Contact leert mij snel dat het boek Wij Slaven van Suriname de twaalfde druk beleeft. We hebben het eigenlijk altijd in druk vertelt de woordvoerster. Vanaf 1934. [Dit is niet waar: het boek werd na 1934 pas in 1971 weer herdruk. – red. CU]  Was het dan toch, zoals Ad vermoedde, dat er met dit nieuwe boek meegelift wordt op juist de bekendheid van zijn vader?
 
 

Ethisch

Ethische afwegingen en dilemma’s zijn voor alle kunstenaars en verhalenvertellers heel herkenbaar. Je moet er een weg in vinden. Mij bleef in dit verband dit citaat van Toni Morrison altijd bij:

Making a little life for oneself by scavenging other people’s lives is a big question, and it does have moral and ethical implications. In fiction, I feel the most intelligent, and the most free, and the most excited, when my characters are fully invented people. That’s part of the excitement. If they’re based on somebody else, in a funny way it’s an infringement of a copyright. That person owns his life, has a patent on it. It shouldn’t be available for fiction. Toni Morrison, Nobel Laureate in Literature (Paris Review-The Art of Fiction- 1993)
Morrison maakt haar afweging helder. Andere afwegingen zijn denkbaar. Het antwoord op de literair-ethische vragen van fictie over echte (nog levende) mensen, ligt niet in het genre (‘roman’) an sich, maar in de literair-ethische afweging. Daardoor wordt zichtbaar hoe de belangen van alle betrokkenen zijn meegewogen.

Ida Does is documentaire filmmaker. Zij maakte in 2012 de bekroonde documentaire ‘Vrede, herinneringen aan Anton de Kom’.

[van Starnieuws, 2 november 2013]

Belangrijke bijdrage

door Sandew Hira  

Met veel plezier heb ik de roman van Karin Amatmoekrim over Anton de Kom gelezen. Amatmoekrim is net als Clark Accord een vertegenwoordiger van een nieuwe generatie Surinaamse schrijvers die zich ontworstelt uit de koloniale geest. Als Cynthia McLeod een roman zou schrijven over Anton de Kom, dan zou het grootste deel van het verhaal gaan over de liefdesperikelen van gouverneur Rutgers, zoals het verhaal Hoe duur was de suiker niet gaat over de totslaafgemaakten, maar over de liefdesperikelen van hun onderdrukkers. Amatmoekrim daarentegen kruipt in de geest van Anton de Kom, toen hij eind 1939 werd opgenomen in de Ramaerkliniek in Den Haag. Adek is overspannen en depressief. Zijn vrouw Nel had geregeld dat hij kon worden opgenomen, tegen zijn zin overigens.

De roman behandelt de ervaringen en emoties van Adek in de kliniek met flashbacks naar zijn jeugd, zijn strijd en zijn belevenissen in Suriname en Nederland. De schrijfster doet dat op een knappe en gevoelige manier. Zo gebruikt ze het verhaal van de tekening uit het boek van Stedman, waarin een zwarte man is opgehangen aan een vleeshaak die zijn ribben doorboort. Ze laat Adek de man in zijn fantasie bezoeken en zijn verdriet en verontwaardiging voelen. Ze gebruikt de kinderliedjes die Adek gehoord heeft van zijn grootmoeder en het verhaal vertellen van willekeur en moord tijdens slavernij: faja siton no bron mi si.

Ze voert de grootmoeder van Adek ten tonele, toen Adek haar vertelde over wat hij op school leerde over Nederlandse helden als Willem de Ruyter. Zijn grootmoeder neemt hem mee naar het galgenveld waar de zwarte helden werden opgehangen. Zo krijg je een idee hoe de emoties van Adek gegroeid zijn vanuit zijn ervaringen en familieverhalen. Ze vertelt over de woede en het verdriet dat Adek voelt als hij in een rapport leest hoe een totslaafgemaakte die zijn meester tegensprak gestraft werd met het afhakken van zijn vingers die hij vervolgens onder dwang moest opeten:
“Toen hij het uitschreeuwde van de pijn, irriteerde hij zijn meester zodanig dat deze hem de tong uittrok. Anton las het, en de afstand in tijd en ruimte verhinderde niet dat zijn hart bloedde omwille van het lijden van een broer.” Een van de mooiste onderdelen van de roman is de verhouding die Amatmoekrim schetst tussen Adek en zijn witte vrouw Nel. Daarin laat zij zien hoe goed zij is in het beschrijven van menselijke relaties. Adek, de zwarte internationalist die strijd voor de bevrijding van de zwarte mens, is verliefd op een witte vrouw:
“Als hij ’s avonds in bed bij zijn vrouw ging liggen en naar haar lieve, blanke gezichtje keek, vroeg hij zich af of de schuld van haar voorouders over was gegaan op haar, zoals het verdriet van de zijne als vanzelf door hem werd geërfd.”
Adek was tegen zijn zin opgenomen in een psychiatrische inrichting. Zijn vrouw had daarvoor gezorgd. Amatmoekrim schetst het gevoel van verraad dat door Adek ging. Als Nel hem komt bezoeken zegt hij:
“Ik vertrouwde je. Jou alleen, vertrouwde ik. En je hebt me hier laten opsluiten als een beest. Juist jij.’
Ze greep naar haar buik, alsof hij haar een onzichtbaar mes in de maag had gestoken, alsof hij het een kwartslag draaide, het eruit trok en haar er opnieuw mee stak, en ze huilde geluidloos, met haar mond wijd open en haar ogen vol ongeloof, en hij wist dat hij haar een wond had toegebracht die nooit meer zou helen.”
De roman eindigt met het ontslag van Adek uit de inrichting, drie maanden later. Hij was genezen. In een prachtige documentaire die Ida Does over Anton de Kom heeft gemaakt vertelt dochter Judith hoe haar vader als een herboren man terugkwam en weer die lieve vader was die ze altijd gekend had. Het drama van de familie De Kom is nauw verweven met het historische drama van koloniaal Suriname. Adek ligt begraven in Nederland. Zijn vrouw die Suriname later veelvuldig zou bezoeken ligt begraven in Suriname. Alle pogingen van witte historici zoals John Jansen van Galen, Gert Oostindie, Rob Woortman en Alice Boots [op wier werk Amatmoekrim steunt voor de biografische data – red. CU], om Adek te laten verworden tot een man van weinig betekenis voor Suriname, zijn vruchteloos gebleken. Met haar roman De man van veel heeft Amatmoekrim vanuit de invalshoek van literatuur een belangrijke bijdrage geleverd aan de identificatie van deze historische figuur.

[van Starnieuws, 21 oktober 2013]

Karin Amatmoekrim in Suriname

Afgelopen zaterdag, 19 oktober, hield Karin Amatmoekrim haar nieuwe, vijfde roman, De man van veel, ten doop in Suriname, in hotel Torarica. Het boek gaat over een psychotische periode die Anton de Kom in zijn leven doormaakte. Wat de biografische feiten betreft steunt het sterk op de De Kom-biografie van Rob Woortman en Alice Boots, maar Amatmoekrim gebruikt haar eigen verbeelding om op te roepen wat De Kom doormaakte.

Nieuwe biografie over Anton de Kom aangekondigd

Eén van de wetenschappelijke projecten van IISR is de productie van een nieuwe biografie over Anton de Kom. Jarenlang is De Kom verguisd door de exponenten van het wetenschappelijk kolonialisme. Hij werd beschouwd als een zielige figuur die een boek heeft geproduceerd dat wetenschappelijks niets voorstelt. Het boek was een emotionele schreeuw zonder een wetenschappelijke basis. De Kom werd gepresenteerd als een volksmenner die in de jaren dertig de Surinaamse massa’s manipuleerde en bracht tot onverantwoordelijke daden van verzet tegen het kolonialisme.

Aan het eind van de jaren zestig komt een nieuwe generatie Surinamers op die De Kom herontdekt als de intellectueel die een anti-koloniale visie op de geschiedenis heeft ontwikkeld. Dat is de start van een periode waarin De Kom uitgroeit tot een icoon van de anti-koloniale beweging. In zijn boek Van Priary tot en met De Kom – de geschiedenis van het verzet tegen het kolonialisme 1630-1940 wijdt Sandew Hira een hoofdstuk aan De Kom en zijn strijd tegen het kolonialisme.
In het publieke leven van de Surinaamse gemeenschap in Suriname en Nederland krijgt De Kom steeds meer respect en waardering. Er komen standbeelden en documentaires. De Universiteit van Suriname wordt naar hem genoemd. Er verschijnen herdrukken van zijn boek. Een biografie zou niet lang op zich laten wachten.

In 2009 publiceren Alice Boots en Rob Woortman hun biografie van Anton de Kom. Ze spelen in op de grote belangstelling voor De Kom bij de nieuwe generatie.
Tot grote verbazing van veel Surinamers blijkt de biografie geschreven te zijn in de lijn van het wetenschappelijk kolonialisme. Sandew Hira heeft in zijn columns de biografie bekritiseerd als koloniale visie op De Kom.
De discussie over de betekenis van De Kom is actueler dan ooit omdat de hele geschiedschrijving van Suriname nu op de schop staat. Grote groepen mensen erkennen de noodzaak van het dekoloniseren van de geschiedschrijving. Daarin staan twee stromingen diametraal tegenover elkaar: de stroming van het wetenschappelijk kolonialisme tegenover de stroming van Decolonizing the Mind.

In dat kader speelt de biografie van Boots en Woortman de rol van de verdediger van de visie van het wetenschappelijk kolonialisme op De Kom.
Daarom is er een nieuwe biografie nodig die Anton de Kom plaats in het kader van die andere visie.

Sandew Hira heeft de taak op zich genomen om die nieuwe biografie te maken. Daarin zal het leven en werk van Anton de Kom alsmede zijn betekenis voor Suriname vanuit een dekoloniale optiek beschreven en geanalyseerd worden. In de biografie zullen ook de verschillen met de visie van het wetenschappelijk kolonialisme worden besproken.

De biografie zal in 2015 verschijnen, deelt Hira mee. Of Hira’s 30-delige Encyclopedie van de koloniale geschiedenis van Suriname 1848-1954, aangekondigd voor 25 november 2010 en in te tekenen voor 3.000,- euro, dan ook al uit zal zijn, meldt het persbericht niet.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter