blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Witteveen Iteke

Op Curaçao betekent mijn witte huid nog vaak ‘je hoort er niet bij’

Het is een taboe, maar de tint van je huid doet ertoe op Curaçao. En dat wordt je als witte Nederlander op PVV-achtige wijze ingepeperd, merkt journalist Dick Drayer.

read on…

Eerbetoon aan culturele voorgangers: Pater Paul Brenneker en Elis Juliana

door Ieteke ‘Inchi’ Witteveen

Verzamelen, bewaren, documenteren en overdracht van kennis van ouderen, het bestuderen van de geschiedenis en geheugen van onze mensen van binnen uit. Alleen op die manier kan de gedachtenwereld van onze bevolking begrepen worden.  

Dé pioniers voor deze grote culturele taak op Curaçao zijn ongetwijfeld Pater P.H.F. (Paul) Brenneker (1912–1996) en Elis Juliana (1927-2013). In het kader van de viering van Kulturismo 2009 zette de Fundashon National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM). samen met APNA de schijnwerpers op deze grondleggers van cultureel onderzoek en van de nationale collectie cultureel erfgoed. Dat gebeurde via een expositie Altá di Kòrsou, over de voornaamste altaren van Curaçao een publicatie Altá i Santunan di Kòrsou en de onthulling van een naambord op de patio van het gebouw waar NAAM is gevestigd, bekend als de oude leeszaal.Paul Brenneker, een bevlogen katholieke geestelijke van de Orde van Dominicanen, geboren op 7 mei 1912 in Limburg, liet bij zijn overlijden op 7 februari 1996, een grote culturele erfenis achter: ruim honderd publicaties, prenten, foto’s, gedichten, een grote collectie met geluidopnames van zang en verhalen en duizenden artefacten, die hij samen met zijn vriend Elis Juliana vanaf de jaren vijftig verzamelde op Curaçao, Bonaire, Aruba, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Door publicaties als Lekete Minawa (1958) Benta – oude liederen- (1959), Curaçaoensia – volkskundige aantekeningen over Curaçao(1961), Brua (1966), en de tien delen Sambumbu (1969 -1975) geeft hij ons toegang tot directe bronnen voor nader onderzoek. Naar de ontwikkeling van Guene bijvoorbeeld als voorloper van het Papiamentu, naar volksreligie en verzet tegen de slavernij. Of voor het opdoen van inspiratie voor artistiek werk, zoals musici als Angel Salsbach, Etzel Provence in de jaren zestig, gevolgd door Ronchi Matthew tot Izaline Calister voor het scheppen van Curaçaose jazz. Brenneker combineerde zijn liefde voor de lokale cultuur met naastenliefde. Dat laatste maakte hij duurzaam via de stichting voor daklozen (Stichting Kas Pa nos Tur) en broodlozen (Stichting Pam Pa mi Ruman).  

Elis Juliana werd op 8 augustus 1927 in Nieuw Nederland, tussen de Oranjestraat en Penstraat, geboren. Het was de tijd dat Shell migranten uit het hele Caribische gebied naar Curaçao bracht. De radio deed zijn entree, de showbizz en het verenigingsleven vierden hoogtij. Geconfronteerd met de veranderingen van de moderne tijd ging de jonge Juliana op zoek naar de eigen identiteit, die van zichzelf en die van het Curaçaose volk. Hij begon als voordrachtkunstenaar. Al spoedig ontpopte hij zich als een artiest van velerlei kunnen, – dichter, verteller, tekenaar, beeldhouwer, verhalenschrijver – , maar hij begaf zich ook op het pad van onderzoeker naar de eigen cultuur. Wat begon uit nieuwsgierigheid en om inspiratie op te doen voor verhalen en voordrachten, groeide uit tot een passie: het bezoeken van ouderen als bron van informatie en kennis. Daarbij ontmoette hij Paul Brenneker. Door hun verschillende culturele achtergrond, – een Curaçaose volksjongen en een Limburgse priester – , vulden ze elkaar bij dit etnografische veldwerk voortreffelijk aan. Elis Juliana kan bogen op een lijst van ruim 50 publicaties, waaronder zijn eerste dichtbundelFlor di datu, ziin verhalen als Wazo riba ròndu (1967, 1981, 1988), Guia Etnológiko I, II, III en zijn filosofie OPI I, II, III, IV, Organisashon Planifikashon Independensia (1979, 1980, 1983, 1988).

De grote verdienste van het onderzoek van Brenneker en Juliana is dat zij de cultuur van de jaren van voor en tijdens de modernisering in de twintigste eeuw op een systematische wijze hebben gedocumenteerd. Ze verzamelden een onvervangbare schat aan informatie met een rijkdom aan gegevens uit de orale geschiedenis, maar ook vele objecten, als getuigenis van de materiële culturele erfenis. Die objecten variëren van huisgerei, documenten, religieuze objecten tot muziekinstrumenten en kunst. De collectie zelf is in 2001 officieel overgedragen aan de Fundashon NAAM. Een representatief deel daarvan is ten toon gesteld in het Curaçaos Museum en Museo Tula en vanaf 17 september tot 12 februari 2010 in de expositie Altá di Kòrsou, bij NAAM.

Wat nog onvoldoende aandacht heeft gehad is de unieke verzameling van 1400 liederen, muziek en verhalen die Brenneker en Elis Juliana in de jaren vijftig, zes jaren lang op eigen kracht en met heel veel inzet hebben verzameld en dat in 1975 is overgedragen aan de Fundashon Zikinza, toen ondergebracht bij het Centraal Historisch Archief aan de Roodeweg. Angel Salsbach, initiatiefnemer en secretaris van Fundashon Zinkinza, memoreerde hun werk bij de opening van het documentatiecentrum Zikinza in 1975 aldus:   “Seis aña largu Elis i Brenneker a kana ku aparatonan primitivo, riba nan mes forsa sin medionan finansiero nesesario i kolektá e herensha kultural di e masa di pueblo Antiano ku tantu a wòrdu kritiká den “El Curaçao que se va”.

E prome kontako tabata ku Iya di Wanota ku e tempu ei, esta mas ku 10 aña pasá, tabatin 80 aña di edat. Mulando su maishi chikitu riba un piedra el a kanta e prome kantika “Zuntan, zuntan zun klintan”. Despues a tumba pa Seru Fortuna i otro luganan na Kòrsou i Boneiru. E kamindanan tabata kamindanan di problema, pasobra ta kon ta kanta un kantika di rema boto, planta maishi, kap palu, koba buraku sintá den un stul di zoya den kas o riba un banki pariba di kas? Hopi biaha un pal’i basora ku a funkshoná komo rema, chapi o piki a sirbi komo yabi pa habri porta di kanto. Pero hopi biaha tambe mester a bai kas i bolbe bèk despues ora machi o pachi su kurpa tin mas grasia.” (uit: na Apertura di Sentro di Dokumentashon Zikinza, Angel Salsbach, 7 di februari 1975)

De serie ‘Het Nationaal Museum vormen we tezamen’ verschijnt ook in Extra en The Daily Herald. Reacties op en suggesties voor bijdragen zijn van harte welkom. U kunt National Archaeological Anthropological Memory Management (NAAM) bereiken op het Johan van Walbeeckplein 13, telefoon (09) 462 1933, fax (09) 462 1936, e-mail: info@naam.an, website www.naam.an  

[van de website van NAAM, 19-09-2009]

Handzame kennismaking in boekvorm met Curaçao

door Jeroen Heuvel

Het Engelstalige boek Contemporary Curaçao, met hoogglanzend papier en in een stevige kaft, uitgegeven door Caribpublishing, is een goed geschreven handboek voor toeristen die de sociaal-culturele historie en economie van ons eiland in beknopte vorm willen leren kennen en voor bewoners die geïnteresseerd zijn in aspecten van onze samenleving die ze wellicht nog niet of niet zo goed kennen.

read on…

Boek Contemporary Caribbean is uit

Met trots werd gisteravond bij de UNA het boek Contemporary Caribbean gepresenteerd. Het boek bevat 27 artikelen over onder meer de geschiedenis, economie, kunst, cultuur en wetgeving van Curaçao, geschreven door lokale experts. Voor: uitgever René Offermans, auteurs Jennifer Smit en Rose Mary Allen, achter: samenstellers Wim Kamps, Ieteke Witteveen en Guido Rojer jr.

Contemporary Curaçao

Contemporary Curaçao is a collection of 26 articles that covers topics ranging from history, economics, law, gender issues, and sustainability to art and culture. It presents a compact but thorough introduction to the island of Curaçao. All articles have been written by local academic experts. The book is an excellent tool for those who are in need of an overview of the island’s historic and current issues.
Chapters:
·         curaçao at a glance
·         curaçao in caribbean perspective
·         demographics
·         a brief history of curaçao
·         the great slave rebellion of curaçao in 1795
·         may 30, 1969
·         curaçao at a constitutional crossroads
·         archaeology
·         willemstad curaçao, a unesco world heritage city
·         selected aspects of curaçao’s economy
·         curaçao law
·         education in curaçao
·         media in curacao – news travels fast
·         Papiamentu
·         population and ethnicity
·         anthropology in an era of transformation in the dutch caribbean societies
·         religious syncretism in curaçao
·         contemporary women
·         women in the labor market of curaçao
·         museums in curaçao
·         music and identity in curaçao
·         literature in curaçao
·         visual arts in curaçao
·         the architectural development in curaçao
·         curaçao and sustainability: some observations
·         curaçao’s drinking water
·         terrestrial ecology (plants and animals)
Contemporary Curaçao; A Caribbean Community
Wim Kamps, Ieteke Witteveen en Guido Rojer jr.
SWP Publishers, Amsterdam
ISBN: 9789088504037
e-ISBN: 9789088504457
Bovenkant formulier
Prijs: € 17.00

Tula: Beeldschone verfilming van Curaçao

door Mario Kleinmoedig
Laat ik dan ook maar iets schrijven over Tula The Revolt: Vooropgesteld: ik vind de film een mooi verhaal na 2 keer zien. Critici als Sandew Hira vinden dat schrijver Leinders een zwakke Tula historische neerzet [zie Hira’s stuk hieronder].
De tragiek is dat mijn inziens die Tula vrij goed overeenkomt met de ‘officiële’ geschiedschrijving op Curaçao. Dus, als deze Tula historisch niet klopt, dan is het probleem niet Leinders. Leinders kon mogelijk niet anders dan de versie volgen, die iedere Curacaoënaar in de geschiedenisles krijgt, gebaseerd op het boek van Charles Do Rego, dat weer gebaseerd is op het boek van Prof Yandi Paula. Ikzelf zag ooit glimpsen van een ander mogelijk verhaal waar Sandew aan refereert door niet naar het betoog van Paula te kijken, maar naar de citaten en anekdotes en ze dialectisch te lezen in de stijl van Eduardo Galeano. Ja dan zie je een andere Tula. En misschien is de meest gegronde kritiek wel dat de martelingen tijdens het verhoor en de executie zelf niet zijn weergeven, want die zijn in alle versies hetzelfde.
Ik heb nooit het boek van Hira gelezen, lijkt me machtig interessant. Maar ook Hira meldt niet, neem ik aan, dat volgens Venezolaanse historici Bazjan en Mercier 4 maanden eerder nog meegedaan hadden met de slavenopstand van Chirino in Coro. En hij weet misschien ook niet van de theorieën van Bernard Marchena van de Brion Stichting over de betrokkenheid van republikeins en fransgezinde blanken (anti oranje) in Otrobanda, waaronder Pierre Brion, de vader van Luis, die de slaven met wapens geholpen zouden hebben. En ook niet van het smaldeel dat klaarlag in Guadeloupe om naar Curaçao te zeilen, en het eiland te bezetten voor de Bataafse Republiek, als Tula de stad had bereikt.

Als ik ooit zo’n boek zou schrijven, moet ik dan Hira’s boek een mislukking noemen? Ik denk niet, ik dank Hartog, ik dank Paula, ik dank Do Rego, ik dank Domacassé, ik dank Hira en Caine, ik dank Leinders en van Stapele en alle anderen van goede wil. Als ik ooit een boek zou schrijven noem ik het: Tula Rewritten, maar of dat het echte verhaal zou zijn weet ook ik niet.. In ieder geval zou ik voor de verfilming wel Dolph van Stapele erbij halen. In tegenstelling tot een recensie van Caribisch Uitzicht [bedoeld is het stuk van Dick Gilsing, dat is overgenomen uit moviescene.nl – zie hier, red. CU] vind ik het een beeldschone en herkenbare verfilming van Curaçao zonder de stereotiepe landmarks…

Commentaar van Ini Statia:
Ik stelde gisteren bij het NAAM een vraag hierover aan het panel; ik wees op het verhaal van Pierre Lauffer dat mijns inziens uit de orale traditie komt. Lauffer voert een personage op (een oude man) in Westpunt die het verhaal over Tula aan kinderen doorvertelt. De oude man is dan zogenaamd aan het woord over Tula. Zelfs de ‘verbeelde'(?) afkomst van Tula wordt door Lauffer genoemd: hij zou de zoon van een prins uit Mali zijn en behoren tot een bepaalde etnische groep (de naam ben ik nu even kwijt). Ik vroeg of dit een fantasie van Lauffer was of dat dit echt zo in de orale geschiedenis werd verteld. Maar dit bleef toch nog onduidelijk voor me. Gisteren werden ook onder andere bronnen in Venezuela en Spanje genoemd.

Commentaar van IetekeWitteveen:
Ini, terecht doe je recht aan ook de orale geschiedenis. Of Tula van koninklijk oorsprong is, weet ik niet. Er is meer bekend over de grote cimarron van Curacao, de man achter de mei revolt in 1795 in Coro en achter Leonardo Chirino, Jose de La Caridad Gonzalez. Hij hielp Leonardo Chirino en Ik schreef daar in de jaren 90 over na raadplegen van o.a. Antillas y Tierra Firma van Carlos Gonzalez Batista en enkele Venezolaanse achiefstukken. Hierbij een fragment uit mijn artikeltje van 2006, dat ook in het Papiamentu en Engels verscheen (….) José Caridad Gonzalez Van José Caridad Gonzalez is bekend dat hij ‘een neger uit een belangrijk voorgeslacht’ was, die behalve zijn moedertaal, het Luango, ook Papiamentu, Frans en Spaans sprak. Hij was zeer belezen en werd aangesproken als ‘Doctor’. Deze ‘Doctor’ hielp vele slaven uit Curaçao te vluchten. Jose Caridad Gonzalez vertoefde vaak in wijk La Guinea. Hij bemiddelde regelmatig, ten gunste van de zwarte bevolking, bij conflicten om landbezit. Caridad Gonzalez en Chirino onderhielden contacten met Haïti, waar in 1794 de onafhankelijke staat Haïti was afgekondigd met als principes Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, met Curaçao en Europa. De Venezolaanse vrijheidsstrijders waren, in tegenstelling tot hun lotgenoten in Curaçao onder leiding van Tula drie maanden later, bij de opstand slechts gewapend met stokken en machetes. De wapens die José Caridad had bemachtigd werden onderschept. De opstand werd binnen een dag neergeslagen; de gewonde en gevangengenomen vrijheidsstrijders werden ter plekke zonder vorm van proces onthoofd, onder wie als eerste José Caridad Gonzalez. De koloniale troepen vermoordden daarna ook bewoners van de buurt La Guinea. José Leonardo Chirino ontkwam, maar werd daarna gevangen genomen en op 10 december 1796 na een proces in Caracas ter dood veroordeeld en opgehangen. (eind fragment artikel serie Cultureel Erfgoed, I. Witteveen, 25 mei 2006). Bastiaan Carpata was vermoedelijk ook bij de Coro opstand afwezig en vluchtte met een tiental anderen naar Curaçao.

Bastian Carpata
Uit Nederlandse documenten over de slavenopstand van 1795 op Curaçao weten we dat een van de voornaamste leiders van de Curaçaose slavenopstand, Bastian Carpata, samen met negen andere slaven, gevangen heeft gezeten in Coro en gedeporteerd werd naar Curaçao. Waarschijnlijk gebeurde dit vlak voor de opstand van 17 augustus 1795 op Curaçao, want een slaaf met de naam Jean Forcade werd tot gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij het naliet de Nederlandse autoriteiten te informeren dat hij Bastian Carpata had gezien in Venezuela.
Bronnen:
– Dr. A.F. Paula: Slave Revolts: the cases of Curaçao and Saint Martin, paper UNESCO African Diaspora: The Making of the Atlantic World. 28 June – 1 July 2003, Curaçao
– L. de Palm, E lantamentu di 1795, Datos Oral, Curaçao, 1995 – Luis Arturo Domínguez, Rebelión en la Sierra. Caracas, Venezuela, 1995
– Idem: Vivencia de un Rito Loango en el Tambú, 1988
– Carlos Conzalez Batista, Antillas y Tierra Firme, Caracas, Venezuela, 1995
– Jose Millet y Manuel Ruiz Villa: Proyecto de investigación socio-cultural cubano-venezolano, april 2006

Commentaar Louis Philippe Römer:
Yes, het is goed om de Spaanstalige bronnen meer aandacht te geven.

Commentaar Gladys J. Do Rego-Kuster:
Wat Louis Philippe Römer hierboven schrijft klopt. Ook ik wacht al jaren op die documenten. Stukken die bijvoorbeeld om wat voor reden dan ook zijn overgeslagen, bijv. vanwege “niet relevant genoeg” voor de archivaris en speurder. Ook in andere archieven ligt nog wat braakliggend terrein, zoals bijv. die van andere koloniale mogendheden die direct of indirect een band hadden met ons eiland. Het ziet er dus naar uit dat voor de volgende generatie historici nog best wat werk te verzetten is. Hierbij wat aantekeningen: 1) Het is aan te raden om alle documenten cq bewijsmateriaal dat nog naar boven mag komen, zoals Mario Kleinmoedig hierboven stelt, vanuit het dialectisch perspectief te analyseren, dan wel te beoordelen. Beoordeel de scibent als een kind van zijn tijd (eind 18e-begin 19e eeuw). Blijf de vraag stellen uit wiens brein en pen het kwam. Wat was zijn/haar maatschappelijke positionering in die periode en voorál: wat was het doel van die reportage? In de nu toegankelijke documenten (notulen van verhoren en de rechtsgang) valt nogal eens te bespeuren hoe getuigen hun rol in het geheel trachtten af te schermen door plotselinge geheugenverlies, valse verklaringen, dan wel rechtstreekse meineed. Ook in die tijd waren, met name gezien de toegepaste verhoormethoden, menselijke verdedigingsmechanismen niet zeldzaam noch vreemd. 2) Orale overleveringen zijn zonder meer zeer belangrijk en ook vaak het laagje goud dat de wens van elke onderzoeker in vergulling doet gaan. Maar het eerste gebod van elke onderzoeker, dus zeker ook van de orale geschiedkundige, is het kritisch toetsen van de waarheid, dwz de vervuilingsgraad daarvan. Ook moet worden nagegaan uit welke bron de orale overleveraar zijn/haar informatie en of mening oorspronkelijk vandaan heeft. Het zou best kunnen dat de 90 jarige man die Inchi (Witteveen Ieteke) rond 1990 heeft gesproken, het theaterstuk van Pacheco Domacasse/Tone Brulin (1971) had gezien, of de voor die tijd indrukwekkende media campagne, tegenslag en heiza daaromheen had gevolgd. De leuze – Liberté, Egalité, Fraternité-, kwam in het theaterstuk zeer prominent voor en werd ook door jongeren die het stuk hadden gezien als politiek leidraad overgenomen. De respondent van Inchi zou in de periode dat dit stuk werd uitgevoerd ± 50 jaar zijn geweest. Dit stuk was zonder meer een ‘landmark’. Beelden van dit theaterstuk staan in het boek Tula (1973) van historicus dr. Johan Hartog afgedrukt. Het research en de productie van het boek van dr. Hartog gebeurde overigens in opdracht van het Eilandgebied Curaçao omdat, quote “… een nauwkeurige vastlegging van het geschiedkundig verloop noodzakelijk is, omdat wij anders verzanden in een discussie over een begrip waaraan de grondslag ontbreekt”…. Lees het boek en met name di Inleiding van Hartog er rustig op na, want TULA still LIVES on…

Commentaar Gilbert Bacilio:
Puntonan fuerte di Tula ‘The Revolt: “Un pida istoria importante, esensial i di reperkushon spiritual, mental, físiko i sosial INMENSO di Kòrsou ta skibí komo skrept pa pelíkula. E istoria akí awor ta filmá i a drenta mundu, partikularmente e mundo sinematográfiko. Globo por sera konosí awor ku Kòrsou, ku un parti importante di istoria di Kòrsou i ku e gran heroe nashonal di Kòrsou, TULA. Paisahenan presioso di Kòrsou ta filmá. Ora bo mira e pelíkula bo mester rekonosé ku Kòrsou ta un pèrla den Karibe! Diferente aktor lokal ta partisipá den un pelíkula di taye profeshonal i internashonal. E ta enfoká riba temanan di vital importansha manera: Vishon, Ideal, Diálogo, Lucha, Kurashi, Perseveransha, Liderasgo, Amor i Traishon.Puntonan débil: A pèrdè un oportunidat pa pone na mi pareser un Tula ainda mas fuerte mentalmente i spiritualmente, ainda mas vishonario, mas audas i mas inteligente riba pantaya, manera semper mi a lesa i siña di dje. A pèrdè un gran oportunidat pa laga mundu tende i sera konosí ku nos idioma Papiamentu. Mi a spera sikiera un esena kaminda Tula i Bazjan por ehèmpel ta reuní den sekreto i ta interkambiá idea òf ta planeá strategia na Papiamentu. Ta bon pa kòrda ku Tula tabata papia diferente idioma. Lo tabata tremendo pa laga mundu, via di e gran pelíkula akí, tende e presioso i heróiko idioma aki ku a vense ya pa siglo diferente opstákulo, manera opstákulo polítiko, legal/hurídiko,religioso i sosial kultural. Bazjan Carpata mester a profilá na mi opinion mas prominente den e pelíkula akí, mas ‘man drechi’ di Tula i na mas okashon den diálogo kuné. Nos Giovanni Abath tambe e ora ei lo por a profilá mihó komo aktor, representando Bazjan Carpata. Si a skohe mes pa duna Tula un muhé, ku pa ami no tabata nesesario, aunke e ta un eskoho konosí i tradishonal pa duna un istoria mas liña i mas karni i wesu, ami lo a preferá di mira un muhé mas fuerte, mas vishonario, realmente un sosten na su banda, den kama pero tambe pafó di kama. E punto fuerte di e eskoho aki si ta ku e pelíkula por kaba ku un fruta di nan dos. Esaki ta duna bèrdat, speransa pa un mihó futuro i ku mas Tula lo nase pa sigui ku e proseso largu i importante di emansipashon di hende en general i di e Yu di Kòrsou en partikular. En todo kaso un bon pelíkula, bon filmá, bunita paisahe, informativo i edukativo i ku sigur ta bale la pena pa mira. Pabien na tur ku a aportá di un òf otro manera na su realisashon. Ken ta sigui ku e siguiente pelíkula òf obra di teatro riba Tula?

Commentaar Artwell Cain:
Ik heb de film Tula de revolt vanavond gezien. Het is oké. De makers lijken zich aan het beschikbare historische materieel te houden. Het verhaal komt bekend voor. Hier en daar zijn scènes gedramatiseerd. Dat maakte het geheel spannender, maar de uitkomst was al bekend. De film heeft een zeker documentaire gehalte . Ieder die over Tula gelezen heeft, kan slechts zeggen dat het min of meer zo is gegaan, volgens het historische relaas. Uiteraard zal het verhaal anders te vertellen zijn op het moment dat meer informatie en gegevens worden ontdekt. De rol van Louis Mercier gaf veel dekoloniaal plezier. Dit in tegenstelling tot de rol van Koro, de verrader die slechts aan zijn eigen vrijheid dacht en zodanig handelde. Het spreekt voor zich dat er meer Koro’s dan Tula’s in de samenleving te vinden zijn toen en nu.

[overgenomen van Facebook]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter