blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Wieringa Tommy

Stijlvol sterven (1)

Wat betekent een huis. De muren rond een holte. Het betekent binnen, het beschermt je tegen buiten. Nu stond binnen op het punt buiten te worden.


door Peter Meel

Een van de attracties van de roman Caesarion van Tommy Wieringa is de overdonderende aanwezigheid van de vader van hoofdpersoon Ludwig Unger. De uit Oostenrijk afkomstige Bodo Schultz is een conceptueel kunstenaar, die visionaire en groteske projecten realiseert die doordrenkt zijn van haat en vernietigingsdrang. De misantropische en gewelddadige kanten van deze duistere figuur worden door Wieringa met veel stilistische brille geschilderd. Als vader heeft Schultz voor Ludwig nooit echt bestaan. Hij was afwezig in het gezin waarin Ludwig alleen met zijn moeder opgroeide. Met deze vrijgevochten vrouw onderhield hij een obsessieve relatie.

read on…

Writers Unlimited 2012: Surinamers dromen altijd!

door Stuart Rahan

Den Haag – De één is angstig, de ander wil een perceeltje aan de Saramaccarivier met een hangmatje en voor de derde ligt de toekomst van Suriname in de lucht. Drie verschillende dromen voor drie van origine Surinaamse schrijvers tijdens het literatuurfestival Writers Unlimited 2012. Karin Amatmoekrim, Sheila Sitalsing en Anil Ramdas hebben, onder leiding van presentatrice Noraly Beyer, hun dromen met het publiek gedeeld. Het uitgangspunt was de beroemde speech van dr. Martin Luther King “I have a dream”.

Deze zeventiende editie van het Winternachtenfestival had als thema “Keep on dreaming”, naar aanleiding van de verschillende crisissen, die de wereld momenteel doormaakt. Een economische crisis, een financiële crisis en de Arabische Lente. Een variatie op wat zich in Noord-Afrika afspeelt, was de discussie of er een ‘Hollandse Lente’ moest komen en hoe die zich zou moeten voltrekken. De schrijvers Kader Abdolah (Iran) en Tommy Wieringa (Nederland) stonden tegen over elkaar. Kader Abdolah vond de Nederlandse samenleving een eenheid, terwijl Tommy Wieringa de peroxide Geert Wilders als een splijtzwam bestempelde.

Satellieten en vliegtuigen
Schrijfster Karin Amatmoekrim heeft, met betrekking tot Suriname, angstdromen dat de huidige president Desi Bouterse nooit meer afstand zal nemen van het presidentschap. In haar gelezen column “De hoop en niet de verwachting”, ziet zij een herhaling van de jaren 1980 en 1982. Waar die angst nou precies op gebaseerd is, werd niet duidelijk. “Je kunt niet over Suriname praten zonder het niet over Bouterse te hebben. Ik hoop op een leider die Suriname verdient. Geen boef of drugsbaron.”
Toch blijkt in haar overpeinzing, de persoon van Desi Bouterse niet alle credits te hebben verloren. Amatmoekrim begrijpt heel goed dat Bouterse gekozen heeft voor verbeterde en intensievere samenwerking met het Caraibisch Gebied en zich niet meer richt op de traditionele samenwerkingsverbanden met Nederland en Europa.
Anil Ramdas noemde Cuba en Venezuela cynisch de partners van Bouterse in het Caraibisch Gebied. Volgens Amatmoekrim roept Ramdas maar wat aan de kantlijn, in plaats van zelf te participeren in de ontwikkeling van het land. “Ik begrijp Surinamers heel goed als zij dan roepen: Waar bemoei jij je mee.”
Volgens Ramdas ligt de toekomst van Suriname niet in de landbouw, mijnbouw noch in de bosbouw of de olie. “De toekomst van Suriname hangt in de lucht. In satellieten en vliegtuigen vol Surinamers die naar hun geboorteland terugkeren.” In zijn relaas, dat veel weg had van een anti-Suriname-pleidooi, kon Ramdas weinig zaken bespeuren die goed waren. Toch kan hij geen afstand nemen van zijn geboorteland, het land waar hij zijn eerste kus en vriendin heeft gehad. “Ik eigen mij dat land toe, maar Suriname is niet mijn droom.” In zijn bijdrage droomt hij dat Suriname de 21ste eeuw gaat halen. Leiders als ex-president Ronald Venetiaan ziet hij als mensen die bewust moderne ontwikkelingen hebben tegengehouden. Het land is niet meegegaan met IT en internetgebied.

Wet op zestigplussers
In een gesprek met een vriend, onderdirecteur van de posterijen in Paramaribo, kon Ramdas zich niet voorstellen dat de onderdirecteur de hele stad van WIFI kon voorzien maar het naliet. De reden lag volgens hem in het feit dat de man niet over technische en financiële middelen beschikte, niet de juiste functie bekleedde en zijn superieuren van het ministerie van TCT er geen oor naar hadden. “Suriname heeft geen dromers meer. Albert Helman en Frank Essed waren grote dromers. Essed heeft het achterland opengelegd”, beperkt Ramdas zich. Zelfs zijn Surinaamse privé taxichauffeur moest het ontgelden. De man droomt van een rijk leven met de kweek van pitbulls. Maar elke keer als er een worp is, zijn de puppies binnen enkele dagen dood. Voor elke pup zou de taxichauffeur 900 Surinaamse dollars kunnen verdienen. “Hou op met je pitbullshit. Blijf de gewone taxichauffeur”, sneerde hij de man. Volgens Ramdas zou de overheid Surinaamse studenten in de gelegenheid moeten stellen een studie in het buitenland te voltooien. Bij terugkomst krijgt dan elke afgestudeerde een perceel met een huisje erop.
In de droom vergeet Ramdas echter, dat nergens ter wereld deze luxe vergeven wordt. In het rijke westerse Nederland bijvoorbeeld begint het gros van de afgestudeerden hun maatschappelijke carrière namelijk met het aflossen van hun studieschuld. Toch heeft de vermaarde Surinaamse schrijver één grote droom: Het aannemen van een wet die zestigplussers in Suriname verbiedt, zich verkiesbaar te stellen voor een politieke functie. “Wij willen geen bejaarde leiders die in het verleden leven.”

[uit de Ware Tijd, 24/01/2012]

Komend weekend: Winternachten!

Van 19 tot en met 22 januari vindt Writers Unlimited – Winternachten Festival Den Haag plaats. Dit jaar is het thema van het festival ‘Keep on Dreaming’ een knipoog naar de dromers, de gelovers in utopieën, de najagers van idealen, dat is het thema van het Writers Unlimited – Winternachten Festival. Schrijvers uit Nederland en ver daarbuiten spreken zich uit over hun dromen, ze dromen met ons over vrijheid en hoe die verwezenlijkt kan worden. Writers Unlimited – Winternachten Festival biedt een mengeling van actualiteit en literatuur, muziek en film in een gevarieerd programma in Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag en dit jaar kunt u voor het eerst op vrijdag en zaterdag eten in het theater. Bijna 100 schrijvers, journalisten, presentatoren en musici uit de hele wereld treden op.

 

Winternacht 1 biedt een grote variatie van literaire programma’s, muziek, film en dans in de zalen en foyer van Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag. Met een kaartje kunt u bij alle programma’s vrij in – en uitlopen.

Vanavond vertellen Tommy Wieringa, Nazmiye Oral en Kader Abdolah in De Hollandse lente hoe ons land er uit zou kunnen zien, buigen Bas Heijne en de Britse filosoof John Gray zich over de vraag of wij van elkaar moeten houden en schreeuwen schrijvers hun woede van zich af in Mad as Hell.

Meer hoogtepunten: How to be a Dictator in Africa, Wet Dreams on a Winter’s Night, de debutanten van Extaze, Nigeria and Oil: The Novel and the Movie. U kunt naar de indringende film over de Groene Revolutie in Iran (The Green Wave) en naar het ontroerende The Glass House over een uniek rehabilitatiecentrum in Teheran. Er is muziek van Ghalia Benali, de Batiband en Trio Koenijn en in de foyer kunt u Cubaans leren dansen.

Winternacht 2 biedt een grote variatie van literaire programma’s, muziek, film en dans in de zalen en foyer van Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag.

De avond begint met de opzwepende klanken van het Ghana Community Choir. In Schatgravers horen we Arthur Japin, Annejet van der Zijl en Said el Haji over de inspiratie die zij vinden in de geschiedenis. Adriaan van Dis praat met een Indonesische en een Zuid-Afrikaanse schrijfster over Vergeven of Vergeten. Robert Vuijsje is te gast in Lust and Colour en in Burger King of Burgerschap gaat het over het ‘burgervertrouwen’.

De Surinaamse auteurs Karin Amatmoekrim, Anil Ramdas, Sheila Sitalsing en Noraly Beyer spreken over hun dromen voor Suriname, we spelen het Groot Dubbelspel Vertaalspel met Frank Martinus Arion, er treden hele jonge dichters op in Who’s Afraid of Youth en dit jaar zijn er stripschrijvers/tekenaars als Peter Milligan en Inge Heremans te gast in het programma Comics and Taboos.

U kunt naar de film, o.a. naar de aangrijpende documentaire die Cindy Kerseborn maakte over Edgar Caïro, een boek of wat uitzoeken bij de stand van Paagman in de foyer of naar VPRO de Avonden live, waar Willem Jan Otten en de andere genomineerden van de VSB Poëzieprijs te gast zijn.

Het festival eindigt op zondagmiddag 22 januari in de Koninklijke Schouwburg met de Hommage aan Hella, een feestelijke bijeenkomst waarin leven en werk van Hella Haasse worden gevierd, met o.a. optredens van Loes Luca en Willem Nijholt. Aansluitend worden de Jan Campert-prijzen van de Gemeente Den Haag uitgereikt, waaronder de Constantijn Huygens-prijs.

Bibi

door Tommy Wieringa

In Zomergasten liet de journaliste Step Vaessen vorige week een fragment zien waarin Indonesische moslims onder het aanroepen van hun god de lijken van tegenstanders vertrapten onder hun voeten. Met het islamitische geloof had dat niks te maken, betoogde de journaliste. De amokmakers waren betaald door lokale machthebbers, het geloof werd hier misbruikt voor persoonlijke doelen die met macht en geld te maken hadden.

Zoals er voor sommige mensen geen enkel verband bestaat tussen de woorden van Wilders en de moorden op Utøya, heeft de inhoud van de Koran niets te maken met misdaden die in naam van het geloof door moslims worden begaan.

Het zou een interessant onderwerp van studie zijn om het verband aan te tonen tussen geweld en mensen die woorden letterlijk opvatten – tussen misdaden en wat in taal wordt uitgedrukt.

Iedere moslim zal moeten accepteren dat het geloof dat hij aanhangt niet alleen oproept tot samenleven in vrede, maar ook tot het vernietigen van mensen die een ander geloof aanhangen. Het is een kwestie van persoonlijke smaak en humeur of de gelovige de gewelddadige geloofsartikelen letterlijk of figuurlijk opvat. De bewering ‘Islam is vrede’, zoals ik eens zag op een protestbord bij de herdenking van Theo van Gogh, is niet zozeer een leugen als wel een halve waarheid. Geen moslim kan de geloofsartikelen ontkennen die oproepen tot haat en het doden van christenen, homoseksuelen en overspelige vrouwen – dogma’s die op elk moment actief gemaakt kunnen worden om hun schadelijke inhoud te laten gelden. Islam is zowel vrede als oorlog, zowel liefde als haat. Het ligt een beetje aan de tijd en de omstandigheden hoe een geloof wordt opgevat. Daarin schuilt het wezenlijke, eeuwige gevaar van de monotheïstische godsdiensten.

Nathalie Righton schreef in de Volkskrant van maandag een knappe reportage over Aasia Bibi (foto links), een christelijke Pakistaanse vrouw die ter dood werd veroordeeld omdat ze de profeet zou hebben beledigd. Op de foto zien we drie vriendelijke, oude mannetjes uit hetzelfde dorp als Bibi; in een reisgids zou de foto ons aansporen een bezoek te brengen aan dit pittoreske Oost-Pakistaanse dorp met zijn gastvrije inwoners. Nu luidt het onderschrift: ‘Inwoners van streng islamistische gehucht Ittanwali in Oost-Pakistan vinden dat de christelijke Aasia Bibi ter dood gebracht moet worden. Mocht de staat het doodvonnis niet voltrekken, knopen ze haar persoonlijk op aan de hoogste boom’.

Dit zijn geen goede moslims, zullen sommigen zeggen. Dit zijn de zuiverste onder de moslims, zeggen weer anderen. Omdat het allebei waar is, verdient het geloof ons eeuwige wantrouwen. Betrand Russell schreef: ‘Ik beschouw de godsdienst als een ziekte, ontstaan uit vrees, en als een bron van enorme ellende voor het menselijk ras.’

Tommy Wieringa – Jericho

Op zondagmorgen zaten Verschoor en ik te vissen langs de vaart. We hadden al heel wat gevangen, gretige visjes die glitterden in het warme zonlicht. Aan het eind van de dijkweg kwam een zonderlinge gestalte aan, met vreemde zaken behangen, waarvan we alleen de silhouetten zagen. Eenmaal dichterbij zag ik dat het een jongeman was die een cello in zijn armen droeg en op zijn rug een vioolkoffer had. Hij zwoegde onder zijn last, hij had niet eens de puf om ons te groeten. Hij droeg een zwarte broek met een wit overhemd erboven. Op zijn hoofd stond een hoed met veren. Verschoor en ik keken de jongeman na, bij elk huis op de dijk dat hij passeerde verwachtten we dat hij zou stoppen en aanbellen, maar zijn doel lag verderop, nog voorbij de bocht in de vaart, waar hij uit ons zicht verdween. ‘Snap jij dat nou’, zei Verschoor. Hij zonk terug in zijn voorovergebogen positie en tuurde weer naar zijn dobber.

We hadden een cultuurdrager gezien, iemand die cultuur droeg. Wij zaten in de schaduw van een knotwilg, maar hij droeg een cello en een viool onder de brandende zon en zette de instrumenten niet één keer in het gras langs de weg om uit te rusten, terwijl het een zware last moest zijn, vooral die cello; de jongeman had transpiratieplekken op zijn hemd. Misschien liep hij zo het hele land door, een éénmans-mars-der-beschaving, zonder dat hij het zo noemde, zonder nadruk en rumoer, omdat hij het wezen van beschaving begreep. Stilzwijgend stelde hij zichzelf ten voorbeeld, en liet niets dan vragen achter.

‘Je hebt beet’, zei Verschoor.

Misschien, dacht ik, was dat het enige juiste antwoord op die getapte provocatief-populistische methode die onze huidige volksvertegenwoordigers zo goed past: stoïcijns te blijven, het gebral van de machtsdronken conciërges te beantwoorden met een zacht geneuried Gute Nacht, kortom elitair te zijn, al was het alleen maar om de beschuldiging van elitarisme wáár te maken, omdat je immers dubbel verloren hebt als je er eerst van wordt beschuldigd en het vervolgens niet eens blijkt te zijn. Innerlijke weerbaarheid tonen, een programma van verhevigde scheppingsdrang volgen, de daad voor het woord laten gaan, in een tijd dat juist de woorden verdacht zijn en veelal hun doel missen. Niet schreeuwen tegen de bezuinigingen, niet naar het Binnenhof gaan om te protesteren, nee, zangles nemen. Zeven keer rond Jericho lopen, Laß irre Hunde heulen / Vor ihres Herren Haus zingen, kalm de eerste scheuren in de muren afwachten.

 

Tommy Wieringa – Radio Mozart

Ooit las ik het bericht dat kinderen die veel aan de muziek van Mozart werden blootgesteld, beter leerden denken. Sindsdien luister ik vrijwel uitsluitend naar Mozart als ik werk. Baat het niet etc. Een notoir tegendraadse vriend uit Utrecht noemt Mozart steevast ‘die overschatte Alpencomponist’, maar de polemiek is zijn natuur, zodat ik om hem moet lachen maar niet naar hem luister, en naar Mozart des te meer.

(Zelfs met de klarinetkwintetten, uitgevoerd door David Shifrin en het Emerson String Quartet, bracht ik hem niet op andere gedachten.)

In december was ik een paar dagen in Wenen, ik bracht veel tijd op mijn hotelkamer door om een verhaal te schrijven voor het voorjaarsnummer van het tijdschrift Kortverhaal. De iPod maalde door de 2.7 dagen muziek van Mozart die ik mettertijd verzameld heb, pas na een dag realiseerde ik me dat ik het werk van de componist beluisterde náást het huis waar hij het componeerde. Dat was iets moois, om ernaar te luisteren in de Domgasse, op een paar meter van de geboorteplaats ervan.

Pasgeleden ontdekte ik Radio Mozart, via iTunes. Daarop selecteer je je genrevoorkeur waarna zich opeens 117 radiostations uit de hele wereld aandienen die onafgebroken klassieke muziek ten gehore brengen. Geheimzinnige radio! Van het ‘akelig klagen van de Mexicaanse Hond op de zelfgebouwde radio’ (Jan Vrijman) tot en met een stem uit Tijuana die Mendelssohn aankondigt, radio blijft een zaak van Ah, the world! Oh, the world!

Ik luister nu dag in dag uit naar Radio Mozart, een Franstalige zender met een minimum aan presentatie en reclame. Ik ben in de literatuur beland: in het verhaal ‘Mozart in het oerwoud’ schrijft Boeli van Leeuwen over een radiostation in de Amazone dat 24 uur per dag Mozart uitzendt. De eigenaar van het station is een Armeniër met een haakneus die meer van Mozart houdt dan van zijn eigen moeder. ‘De Armeniër had een beeld van papier-maché laten maken dat Mozart voor moest stellen, compleet met witte pruik, kniekousen en schoenen met zilveren gespen. Op de sterfdag van de meester liet hij het beeld op een sede gestatoria in het dorp ronddragen. En omdat ik op vijf december in het dorp aankwam, heb ik dat wonderlijke eerbetoon meegemaakt. Alle radio’s in het dorp waren afgestemd op het Requiem en Indiaanse meisjes, gezeten op de laagste takken in de bomen, lieten bloemen naar beneden dwarrelen, zodat het leek of het bloesems regende.’ Als de processie ten einde is, barst de Armeniër in tranen uit en jammert ‘Mozart, Mozart, du zerbrichst mir das Herz’.

‘Mozart in het oerwoud’ is een schitterend verhaal dat zich alleen in Zuid-Amerika kan afspelen. Het was een van de laatste dingen die Van Leeuwen schreef, een verhaal dat hij nog moest vertellen voordat hij zijn pen voorgoed neerlegde.

[Overgenomen uit Dagblad De Pers, 8 maart 2011]

Tommy Wieringa is auteur van onder meer de roman Caesarion.

Abdelkader Benali maakt nieuwe zesdelige serie boekentelevisie

 

20090905 Werkgroep Caraïbische Letteren. OBA. Lelu! Lelu!  (Abdelkader Benali), Rappa. ©Roeland F

Abdelkader Benali (links) naast Rappa. Foto © Roeland Fossen

De Nederlands-Marokkaanse schrijver Abdelkader Benali maakte vorig jaar een goede beurt met zijn tv-programma Benali in Boeken. Daarin nam hij een aantal auteurs op sleeptouw om hen over de impact van een stad op hun schrijverschap te laten praten. Vanaf 10 april komt hij terug bij de NTR (op Nederland 2) met een nieuw tv-programma dat eenvoudigweg Benali Boekt heet. Zes zondagavonden lang, tussen 22.55 en 23.20 uur, trekt hij op met Nederlandse schrijvers, “op zoek naar hun persoonlijke drijfveren.” In de ontmoetingen duikt Benali het privéleven van de schrijvers in en gaat hij met ze op zoek naar de bron van hun schrijverschap. Wat zet hun pen in beweging? De serie levert “soms onthullende verhalen op over de relatie tussen de geschreven boeken en het persoonlijke leven”, zo wordt aangekondigd. Centraal staan de auteurs Connie Palmen, Doeschka Meijsing, Tommy Wieringa, Thomas Rosenboom, Leon de Winter en Ramsey Nasr. Zo reist Benali met Connie Palmen naar het huis in Zuid-Frankrijk, “waar ze rouwt om haar overleden echtgenoot Hans van Mierlo”, gaat hij op bezoek bij Leon de Winter in zijn Amerikaanse woonplaats Los Angeles en zeilt hij met Thomas Rosenboom terug naar ervaringen uit zijn jeugd. Vanaf zondag 15 mei 2011 is Benali ook present in het NTR-programma Het Beloofde Land, een vijfdelige serie over de invloed van migratie op de Nederlandse samenleving.

Tommy Wieringa als Writer-in-Residence naar het NIAS

Schrijver Tommy Wieringa zal vanaf 1 februari a.s. op uitnodiging van het Nederlands Letterenfonds vijf maanden als Writer-in-Residence werken aan het Netherlands Institute for Advanced Study (NIAS) in Wassenaar. Hij zal zich aan het NIAS concentreren op zijn nieuwe roman met de werktitel Exodus, een migratiegeschiedenis.

Wieringa (1967) schreef eerder onder andere de romans Alles over Tristan (Halewijnprijs, 2002), Joe Speedboot (F. Bordewijkprijs, 2006) en Caesarion (2009). Zijn reisverhalen werden gebundeld in Ik was nooit in Isfahaan (2006). In 2007 verscheen De dynamica van de begeerte, een onderzoek naar de oorsprong van begeerte en de grote rol van pornografie in de moderne wereld. De boeken van Tommy Wieringa verschijnen bij uitgeverij De Bezige Bij voor de Nederlandse markt en worden wereldwijd vertaald.

In september 2011 ontvangt het NIAS nog twee Fonds-fellows. Christiaan Weijts (1976), auteur van onder andere Art. 285b en Via Cappello 23, zal Wieringa opvolgen als Writer-in-Residence. Vertaler Roemeens, Jan Willem Bos (1954) zal gelijktijdig voor vijf maanden zijn intrek nemen als Translator-in-Residence.

Zowel het Writer-in-Residence programma, als het Translator-in-Residence programma zijn een gezamenlijk initiatief van het NIAS en het Nederlands Letterenfonds.

Toeten noch blazen

door Tommy Wieringa

In Vrij Nederland wordt de staatssecretaris van Cultuur geïnterviewd. Het gesprek maakt veel duidelijk. Wie hoopt dat Halbe Zijlstra ondanks eerdere berichtgeving misschien toch over enig verstand van zaken beschikt, liefst over het terrein waarop hij werkzaam is, zal teleurgesteld zijn. Op de vraag of je een kenner moet zijn om een goede staatssecretaris van Cultuur te worden, antwoordt hij: ‘Het woord “kenner” roept al op dat je tot een groep met een bepaalde smaak moet behoren om een oordeel over kunst te hebben. Maar kunst is heel breed, van het Nederlands Danstheater tot musicals. Ik vind dat je ver moet blijven van het oordeel dat het een beter is dan het ander.’

read on…

Van Leeuwens echo in Wieringa’s Caesarion

door Kim Wassens

[Kim Wassens behaalde op 26 oktober j.l. haar Mastersdiploma in de Geesteswetenschappen bij de leerstoel West-Indische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, met de scriptie Van Leeuwens echo in Wieringa’s Caesarion. Voor deze blogspot maakte zij deze samenvatting.]

read on…

Tommy Wieringa – Fascist

In de winter komen er veel vogels naar het terras achter het huis, ik heb de bomen volgehangen met vetbollen en pindanetten. Het is een plezierig gezicht, al die vogels, met het Basisboek Flora en Fauna van Nederland in de hand leer ik hoe ze heten en wat hun eigenschappen zijn. Afgelopen winter had ik grote moeite een van de terrasgasten te determineren. Hij leek sprekend op een vink maar had een opvallende grijze vlek in de nek die de vink niet heeft. Ik maakte er foto’s van en stuurde die naar Kees Moeliker, die regelmatig over vreemde vogels schrijft in het weekblad van NRC Handelsblad.

read on…

Tommy Wieringa – Haven

Het is een fijne boot, licht, van aluminium, geen diepgang, heel geschikt voor het ondiepe wateren die ik bevaar. De man van wie ik de boot koop zegt dat de sluis bij Nauerna tot een uur gesloten is, ik zal moeten wachten voor ik erdoor kan om naar huis te varen. Ik dood de tijd op de kofferbakmarkt in Assendelft. Onder een dichte hemel, verspreid over een parkeerplaats en een drassig weiland, ligt de wereld aan rotzooi uitgestald. Aan sommige handelaren kleeft het woord ‘genoeglijk’. Ze hebben er schik van, van de wereld die aan hun povere koopwaar voorbij trekt. Het spel, niet de knikkers. Ik verlaat de markt met een hengel, een peddel en een paraplu.
In mijn nieuwe, snelle boot glip ik tussen de sluisdeuren bij Nauerna door en voor me opent zich de ruimte van het IJ. Gashendel open, het donkere water schiet onder me langs. Ribbelwater, nauwelijks golven.Een woud van rode kranen steekt de hemel in. Lange, lege vlaktes. Ik heb ontzag voor zulke landschappen. Opgeschoten gras, struiken, een eenzame boom hier en daar. Ik passeer binnenvaartschepen en knikkebollende kajuitbootjes vol kinderen met zwemvestjes. Mijn gedachten blijven even haken aan de kleine kat die ik op de basaltblokken zag. Waar zou hij thuishoren? In het landschap van vlaktes en kranen was nergens een huis te zien.
De havens, hun namen. Afrikahaven. Amerikahaven. Westhaven.
Jongemannendromen.In het museum van Ellis Island hangt een foto van twee immigranten, broers uit Zierikzee. De foto is genomen tijdens hun wachttijd in het vagevuur van Ellis Island. Het kartonnetje op hun borst schrijft dat ze zijn geadministreerd onder nummer 35. De kleine en mogelijk jongere broer kijkt in de camera, de ander kijkt schuin weg naar een punt boven de horizon. Ze hebben fijn getekende gezichten en smalle lippen, in hun blik ligt een ernstig, eerbaar leven. Arbeid die misschien te zwaar is voor hun gestel, maar de kunst om te verdragen.In 1969, voor mijn herinnering begint, vaart een jong echtpaar aan boord van de Prins der Nederlanden over hetzelfde water als ik nu. Ze verlaten Nederland met opluchting en een vage ongerustheid. Aan de overkant van de Atlantische Oceaan, op een rots van diabaas in zee, zullen ze een nieuw huis vinden, nieuwe vrienden ontmoeten en nieuwe verlangens koesteren. Ik kan ze niet zien vanaf hier, mijn ouders, maar stel me voor wat het betekent als mijn vader zegt dat hij daar, aan boord van de Prins der Nederlanden, op een vroege morgen door een patrijspoort keek en zijn nieuwe leven zag; de kade van Oranjestad, geblakerd in de zon.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter