blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Werkgroep Caraïbische Letteren

2 juni 2024: Eerste Caraïbische Filmdag

Op zondag 2 juni 2024 organiseert de Werkgroep Caraïbische Letteren de Eerste Caraïbische Filmdag in het Slachtstraat Filmtheater in Utrecht. Een hele dag lang zal een selectie te zien zijn uit het grote aanbod van oude Caraïbische films plus enkele van de allernieuwste films, afgewisseld met korte toelichtingen en q&a’s met de makers.

read on…

De ziel van Tula in onze Literatuur

Spiegel van 160 jaar na de Afschaffing van de Slavernij

door Quito Nicolaas

Aan de vooravond van de eeuwwisseling naar de 21e eeuw gingen zelforganisaties in Nederland zoals Caribbean Lagoon (Utrecht) aandacht besteden aan de Arubaanse/Antilliaanse literatuur. De Zondagmiddag was gereserveerd voor de post-koloniale literatuur. Deze bijeenkomsten waren bedoeld om de eigen cultuur en literatuur onder de Arubaanse gemeenschap in Nederland bij te brengen. En er hopende dat men bewust werd van de eigen cultuur in het buitenland, waarvoor je echt niet hoefde te schamen. Een tendens die je steeds vaker tegenkomt onder migranten. Met de oprichting van de Werkgroep Caraïbische Letteren en zijn blog Caraïbisch Uitzicht en de stichting Simia Literario werd doelgericht gestreefd naar de opleving van de Caribische literatuur in Nederland.

read on…

Gaat het om het Caribisch Perspectief, of meer over Kleurrijk en Erkenning?

Tekst van de 7de Cola Debrot-lezing door Rita Rahman

Zoals aangekondigd stel ik mij vanmiddag de vraag of in het werk van Caribisch Nederlandse schrijvers het Caribisch perspectief centraal kan blijven staan of enkel hun eigen integratie in Nederland. Tussen die twee opties vermoed ik een spanningsveld, een conflict dat tot innerlijke onrust, tot ongemak of zelfs een permanente spagaat aanleiding kan geven. Ontegenzeggelijk zal dit spanningsveld het schrijfwerk onder druk zetten, en daarmee ook de creatieve inspiratie.

read on…

Jaarverslag 2022 Werkgroep Caraïbische Letteren

De Werkgroep Caribische Letteren heeft in 2022 vier keer vergaderd op 22 januari, 7 mei, 28 juni en 14 november.
Bestuursleden: Rita Rahman (Voorzitter), Michiel van Kempen (Vicevoorzitter), Peter Meel, Noraly Beyer, Charlotte Doornhein, Bert Reinders (Penningmeester), Raoul de Jong, Julien Ignacio en Paulette Smit (Secretaris).

read on…

Beleidsplan Werkgroep Caraïbische Letteren 2025-2028

Het Programma 2025-2028 van de Werkgroep Caraïbische Letteren van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.

Rita Rahman en Anja van Bergen

Oktober 2023

Inhoudsopgave

I. Aanleiding. 2

II. Perspectief 3

III. Organisatie 4

IV. Beleid. 5

Doelstellingen. 5

Stakeholders en Doelgroep. 6

Programma. 6

IV. Marketing en Publiciteit 8

V. Kosten Meerjaren Programma 2025-2028. 9

VI. Financiën. 10

Bijlagen. 10

De Begroting. 10

I.             Aanleiding

De Werkgroep Caraïbische Letteren is in 2006 opgericht als jongste werkgroep van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, zoals aangevangen in 1766 als letterkundig-historisch genootschap in Leiden.

Met de oprichting in 2006 werd de Werkgroep Caraïbische Letteren niet alleen de jongste werkgroep van de Maatschappij, maar ook de kleurrijkste gemeenschap van woordkunstenaars (literair, historisch, en cultureel) schrijvend vanuit een Caraïbisch perspectief en door schrijvers met wortels in het Caraïbisch deel van het Koninkrijk en Suriname.  

In dat deel van de Caraïbische Regio, ooit het woongebied van inheemsen, werd tijdens de Nederlandse kolonisatie de bevolking behalve met Nederlandse kolonisten ook en vooral uitgebreid met volksplantingen uit Afrika en Azië. Naast introductie van de Nederlandse taal had ook vermenging plaats met cultuuruitingen afkomstig uit Afrika en Azië. Het heeft echter nog lang geduurd voordat de vanuit de Caraïbische regio zich ontwikkelende kleurrijke dicht-, vertel- en schrijfkunst een eigen voetafdruk binnen de Nederlandse Letteren en in de lees en vertelcultuur in Nederland mocht stabiliseren.

Uit die herhaalde oproep en de strijd voor gelijkwaardige behandeling en acceptatie als volwaardig onderdeel van de Nederlandse literatuur is het historisch recht tot inclusie voortgekomen, zoals recent ook vastgelegd in het Nederlandse cultuur- en letterenbeleid.

De contouren van het werkveld en de uitdaging voor de Werkgroep Caraïbische Letteren is hiermee in beeld.

II.            Perspectief

Hoewel het aantal Nederlandse uitgevers dat het werk van Caraïbische schrijvers publiceert langzaamaan toeneemt en hoewel een gestaag vermeerderend aantal Caraïbisch-Nederlandse schrijvers zich mag verheugen in de toename van lezers in Nederland, lovende recensies en de toekenning van literaire prijzen, is het proces van inclusie voor wederzijdse letterkundige verrijking nog verre van voltooid. Er is ruimte voor meer en beter, en voor het opheffen van enkele beperkingen. Door het opkomend populisme, discriminatie en de sterke individualisering in Nederland, worden Caribisch-Nederlandse schrijvers op de letterenmarkt bovendien in toenemende mate veronderstelt vooral aandacht te hebben voor hun eigen persoonlijke integratie in Nederland in plaats van het onder de aandacht brengen van het Caribisch perspectief dat tot aan het eind van de 20ste eeuw altijd een centrale plaats in het werk van die schrijvers innam. Daarnaast is de promotie door de Werkgroep voor gelijkwaardige inclusie van Caribisch-Nederlandse schrijvers en hun werk in de Nederlandse letterkunde, tot nog toe in Nederland enigszins beperkt gebleven tot de organisatie van evenementen in Amsterdam. Niet verwonderlijk, Amsterdam is het centrum van literaire uitgevers en schrijvers in Nederland, en veel literaire promotieactiviteiten en evenementen spelen zich vooral in die stad af. Vermeldenswaard in deze is de bijzonder grote inzet van professor Michiel van Kempen, hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam, de bijzondere leerstoel Nederlands-Caraïbische Letteren vanwege de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, met steun van de Vereniging KITLV en KITLV/KNAW.  

Budgettaire beperkingen hebben in hoge mate de verdere geografische spreiding van de op inclusie gerichte evenementen van de Werkgroep Caribische Letteren belemmerd.  Ook heeft de Werkgroep als gevolg niet of nauwelijks kunnen bijdragen aan de verrijking van het literaire leven op de Antillen en in Suriname.

Tegen de achtergrond van het recent hernieuwd cultuur en letterenbeleid en verruimde subsidiemogelijkheden heeft de Werkgroep Caraïbische Letteren besloten om in de komende vijf jaren over te gaan tot voorzichtige uitbreiding, verdieping en geografische spreiding van haar activiteiten, en wel als volgt:  1. De reguliere activiteiten van de Werkgroep worden niet langer uitsluitend in Amsterdam georganiseerd, maar ook bewust ingezet in andere (grote) steden; 2. Er wordt daarbij meer samengewerkt met de afdelingen en overige werkgroepen van de Maatschappij in die andere  steden (o.a. Groningen, Nijmegen, Utrecht, Den Haag, Tilburg, Maastricht) waarbij ook aanwezige Letteren organisaties en organisaties van Surinamers en Antillianen worden betrokken; 3. Er wordt, zei het bescheiden, meer gedaan aan overzeese uitwisseling waardoor er zowel ‘gebracht als gehaald’ kan worden; en 4. Puttend uit de ervaringen in het herdenkingsjaar koloniaal- en slavernijverleden zet de Werkgroep ook in op het in beeld krijgen en ondervangen van geconstateerde mogelijke weerstanden tegen inclusie op het erf van de Nederlandse Letteren.      

Een doorkijk heeft tegen deze achtergrond geresulteerd in het meerjarenplan van de Werkgroep Caraïbische Letteren voor de periode januari 2025 tot en met december 2028.

Graag bieden wij u dit Programma Werkgroep Caraïbische Letteren 2025-2028 voor subsidiering aan.

III.          De Organisatie

In 2022 heeft de Werkgroep in overleg met het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde een eigen stichting opgericht, de Stichting Werkgroep Caraïbische Letteren. Dit om de toegang tot ondersteunende fondsen en daarmee verruiming van samenwerking in Nederland en in de Caribische Regio te kunnen realiseren. Als Stichting kan de Werkgroep aanvullend fondsen werven en door de verkregen ANBI-status kunnen donaties van derden benut worden om tot een meer slagvaardige Werkgroep-organisatie te komen. Op die manier kan de voetprint van de Caraïbische Letteren in Nederland daadwerkelijk groeien. Het voorliggend Werkgroep programma 2.0 heeft vanaf januari 2024 ook een bescheiden professionele infrastructuur, richt zich op Nederland breed op inclusiviteit, diversiteit en een bescheiden internationale uitwisseling met de Caraïbische landen van het Koninkrijk en Suriname.

De Werkgroep heeft voor de uitvoering van het programma per 1 november 2023 een programmamanager in dienst genomen voor 8 uren per week op basis van een ZZP contract. Door het aantrekken van de vaste programmamanager kan de Werkgroep haar doelstellingen beter realiseren. Voor de actief betrokken vrijwilligers van de Werkgroep betekent het dat zij professioneel worden bijgestaan. Hierdoor kan de Werkgroep ook beter aansluiten op het recent aangescherpte Nederlandse cultuur- en Letterenbeleid en de daaruit voortvloeiende projecten consequent in uitvoering brengen.

De Stichting Werkgroep Caraïbische Letteren heeft een Dagelijks Bestuur van drie leden, die samen met de overige zes leden van de Werkgroep (in totaal thans 9 leden met uitzicht op 11 leden), de Werkgroep Caraïbische Letteren vormen. De Werkgroep is bepalend voor het meerjarenbeleid, de programmering, publiciteit, en evaluatie van de activiteiten en evenementen.

Het Dagelijks Bestuur is in het bijzonder verantwoordelijk voor de financiële en juridische zaken en de algehele rekenschap van de Werkgroep. Het Dagelijks Bestuur bewaakt ook dat zowel de stakeholders als de doelgroep inbreng hebben in de programmering van activiteiten van de Werkgroep. Het Dagelijks Bestuur ziet erop toe dat de code diversiteit en inclusie in het Nederlandse cultuurbeleid in de Werkgroep wordt toegepast. Dat geldt ook voor de toepassing van de codes eerlijke voorzieningen (fair practises) en deugdelijk bestuur (good governance), zo als vastgelegd in het Nederlandse cultuurbeleid.

Leden van de Werkgroep zijn vrijwilligers met een actieve inbreng van hun expertise en creativiteit op basis van vrijwilligheid. Er wordt doorgaans 4x per jaar vergaderd, waarvan 2 x fysiek en 2 x online. Er wordt jaarlijks inhoudelijk en financieel verslag afgelegd aan de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De jaarverslagen worden gepubliceerd op de Website van de Werkgroep.  

De Stakeholders van de Werkgroep Caraïbische Letteren

De Werkgroep heeft een Adviesraad waarin onder andere ook vertegenwoordigers van culturele organisaties en schrijvers die woonachtig zijn in de Caribische landen en Suriname, zitting hebben. Het merendeel van de Caribisch-Nederlandse Schrijvers, dichters, en podiumkunstenaars, de Caribische schrijversorganisaties in Nederland, alsook in de landen van het Koninkrijk en Suriname, wordt door de Werkgroep actief betrokken bij de programmering.

Ook biedt de Werkgroep met de Blog Caribisch Uitzicht[1] aan stakeholders en andere geïnteresseerden een platform voor informatie-uitwisseling en dialoog.

De Adviesraad en het boven beschreven netwerk van organisaties vormen tezamen de stakeholders van de Werkgroep.  

De Werkgroep gelooft dat de zichtbaarheid en verdere uitdieping van de onderlinge relaties moet worden onderhouden, dat afstemming en samenwerking doeltreffend moet zijn en dat de nieuwe generaties blijvend geïnformeerd en gevoed dienen te worden met het gedachtengoed bezien vanuit Caribisch perspectief, vanuit gelijkwaardigheid, en vanuit een gedeelde toekomst. Allen zijn zij erbij gebaat dat de Caraïbische Letteren (literair, als ook historische en onderzoeksverslagen) als immaterieel erfgoed een essentieel onderdeel vormen van het cultureel landschap in het Koninkrijk der Nederlanden.

 

IV.          Beleid

De Doelstellingen

1. De primaire doelstelling van de Werkgroep betreft het zoeken naar innovatieve manieren om het lezen van Caribisch-Nederlandse literatuur, verhalen, poëzie, vertelkunst, en podiumkunst te stimuleren en meer mensen kennis te laten maken met Caribisch-Nederlandse schrijvers en hun literaire betrokkenheid vanuit een Caribisch perspectief.

2. Met het organiseren van culturele ontmoetingen in Nederland, uitwisselingen en samenwerkingen overzee rond letteren, woord en podiumkunst wil de Werkgroep de kwaliteit en diversiteit van Caraïbische Letteren versterken en uitdragen, zowel in Nederland als op de Caribische eilanden van het Koninkrijk en in Suriname.

3.  Als Werkgroep van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde wil de Werkgroep Caribisch-Nederlandse schrijvers (dat zijn schrijvers met Caribische wortels en of schrijvend vanuit een Caribisch perspectief) bijstaan in hun streven naar gelijkwaardige deelname aan woordkunst en letterkundige ontwikkeling in Nederland.  

Het gaat bij de realisering van de doelstelling van de Werkgroep in hoofdzaak om:

  1. Presenteren: Caribisch-Nederlandse schrijvers en podiumkunstenaars die hun werk presenteren waarbij integratie op de Nederlandse literatuurmarkt in gelijkwaardigheid een rol speelt, maar ook de verrijking van de Nederlandse literatuur door de Caribische schrijfkunst. Dit vanuit een gemeenschappelijke maar verdeeld verleden, naar een gedeelde toekomst. Bij het presenteren wordt het Nederlandse publiek meegenomen in een andere werkelijkheid en in de context van de ander. Menigeen is zich er niet van bewust dat de Caribische schrijfkunst, historisch bepaald een volwaardig en verrijkend onderdeel vormt van de Nederlandse Letteren.  
  2. Produceren: In lezingen, educatieve trajecten, informatieplatforms, podcasts en boekproducties worden essays, overdenkingen en analyses van en over de Caribisch-Nederlandse Letteren uitgebracht. Ook discussie- en dialoog bijeenkomsten rond relevante thema’s (migratie, discriminatie, historische interpretaties) worden onder de aandacht gebracht.
  3. Overdragen: Bij het gericht overdragen van kennis en expertise staan specifieke doelgroepen centraal en worden bescheiden uitwisselingsprojecten tussen Nederland, Suriname en de Caribische landen van het Koninkrijk georganiseerd.  

De Doelgroep

Culturele overdracht richt zich vanuit duurzaamheid doorgaans vooral op jongeren. In het geval van de Caraïbische Letteren moet echter met het oog op inclusie (het ruimte maken voor Caraïbische Letteren binnen de Nederlandse Letteren) tegelijkertijd ook op andere groepen van de Nederlandse lezersmarkt worden afgestemd. Het Nederlandse publiek vanaf 20 jaar wordt daarom benaderd inclusief Surinaamse en Antilliaanse diaspora.

Tot de doelgroep van het programma van de Werkgroep hoort ook het publiek in Suriname en in de Caribische landen dat betrokken wordt bij de bescheiden Caribisch-Nederlandse uitwisselingstrajecten. In de georganiseerde activiteiten en evenementen van de Werkgroep wordt ingezet op publiek met een open houding en een naar buiten gerichte nieuwsgierige blik. Het programma-aanbod van de Werkgroep is vernieuwend van aanpak vanuit Caribisch perspectief en met schrijvers met Caribische wortels, juist in de eeuw van IPhone, Netflix en tik-tok. Zo hoopt de Werkgroep bij te dragen aan zowel de kwaliteit als diversiteit van zowel de Nederlandse als de Caraïbische Letteren.  

    Het Programma

Sinds haar oprichting heeft de Werkgroep jaarlijks een drietal terugkerende evenementen georganiseerd. Daarbij werd de primaire doelstelling van de Werkgroep onder de aandacht van het Nederlandse publiek gebracht.

Aan het blijvend op zoek zijn naar innovatieve manieren om het lezen van Caribisch-Nederlandse Letteren te stimuleren, meer mensen in Nederland te laten kennismaken met Caribische literatuur, verhalen, poëzie, vertelkunst, en podiumkunst, zal de programmering vanaf 2024 worden uitgebreid en worden de volgende evenementen georganiseerd:  

  • Jaarlijks heeft in het najaar een Caraïbische Letteren Dag plaats. De Letteren Dag is een dagprogramma die ieder jaar van vorm en inhoud verschilt, en waarin Caribische schrijvers en dichters of andere vertelkunstenaars, de hoofdrol spelen. Vanaf 2024 zal de Caraïbische Letteren Dag afwisselend in verschillende grote steden in Nederland georganiseerd worden, waarbij zo mogelijk ook samengewerkt wordt met andere werkgroepen en afdelingen van de Maatschappij en lokale organisaties van stakeholders. De organisatie van een aparte Caraïbische Letteren dag voor de jeugd, zoals in het verleden in Amsterdam met OBA plaats had, wordt ook gecontinueerd en mogelijk breder ingezet. De Caraïbische Letteren Dag 2022 was in deze de eerste oefening buiten Amsterdam. De dag, in samenwerking met HNI in Rotterdam georganiseerd, stond in het teken van het grenzeloze karakter van literatuur in het algemeen en de Caribische dicht- en vertelkunst in het bijzonder. Tijdens de 2022 Letteren Dag werd de door de Werkgroep uitgegeven publicatie “Dat Wij Zongen” gepresenteerd, waarin het werk van twintig Caribische schrijvers om nooit te vergeten door twintig andere, veelal jongere Caribische schrijvers, werden geanalyseerd. Een schitterend eind had de dag met de aankondiging van schrijver Raoul de Jong dat hij voor de Boekenweek 2023 als eerste Caribische schrijver ooit, het Essay mocht schrijven. Hoewel geen onderdeel van de voorliggende subsidieaanvraag 2025-2028, zal de Caribische Letteren Dag 2024 in Leiden plaats hebben, in een actieve samenwerking met de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (inclusief overige werkgroepen en afdelingen), zo is recent afgesproken. Onder de titel ‘Beelden van elkaar in de Letteren’ wordt tegen de achtergrond van het herdenkingsjaar slavernij en koloniaal verleden) gewerkt aan de invulling van de dag in 2024.          
  • De Werkgroep zal in de komende vier jaar ook continuïteit geven aan letterenrelevante dialoogbijeenkomsten voor studenten en academici. De dialoogbijeenkomsten staan gepland voor om het ene jaar. Onder de titel Van Lier-lezing betreft het een presentatie gevolgd door dialoog over relevante thema’s binnen Caraïbische Letteren over maatschappelijk relevant samenlevingsonderzoek. Dit in navolging van Rudolf van Lier, sociale wetenschapper met Surinaamse wortels, die in zijn tijd (1972 eerste druk van zijn publicatie ‘Samenleving in een Grensgebied’) een begrip bepalende studie over de pluriforme culturele samenleving in Suriname heeft verricht. Met de komst van nieuwe lichtingen migranten in de jaren 1970-2000, uit onder andere de oud kolonies van Nederland en Marokko en Turkije, is het debat over de pluriforme samenleving en de integratie in Nederland, opgeschikt door het debat over ‘het drama van de multiculturele samenleving’ (2000, Paul Scheffers). Na een rumoerige periode over uitsluiting van mensen van niet-westerse afkomst, niet acceptatie van een bi-culturele identiteit, ontworteling en verplichting tot aanpassing aan de dominante westerse cultuur, kwam het debat in Nederland na 2022 in iets rustiger vaarwater terecht met de acceptatie in het Nederlandse cultuurbeleid van de noodzaak tot culturele inclusie en diversiteit. Daar hebben de door de Werkgroep Caraïbische Letteren georganiseerde Van Lier-lezingen na 2006 zondermeer aan bijgedragen.Vanuit Caribisch perspectief wordt het debat nu gericht op de contouren van nieuwe multiculturele samenlevingen.   
  • Jaarlijks wordt door de Werkgroep Caraïbische Letteren ook de Cola Debrot-lezing georganiseerd. De naam van de lezing refereert aan de in Bonaire geboren en op Curaçao opgegroeide schrijver Cola Debrot. Zijn schrijven houdt tot op de dag van vandaag de gemoederen bezig over de achterliggende filosofische motieven in met name het boek “Mijn Zuster de Negerin”. Het debat gaat over de vraag of Debrot in zijn schrijven juist existentialistische of psychologisch koloniale verhoudingen centraal stelt of dat het enkel om dekolonisatie en antiracisme gaat. In het kader van de Debrot-lezing staan daarom schrijvers met wortels in de Caribische Regio of schrijvend vanuit een Caribisch perspectief stil bij filosofische, psychologische en sociaalmaatschappelijke aspecten van ontworteling of juist nieuwe worteling. De eerste Cola Debrot-lezing werd gegeven door Nobelprijswinnaar Derek

Walcott, daarna volgden Ana Menéndez, Antoine de Kom, Karin Amatmoekrim, Stephan Sanders, Tessa Leuwsha, Rita Rahman en Julien Ignacio.

  • Aan het programma van de Werkgroep 2.0 is met ingang van januari 2024 een nieuwe activiteit toegevoegd. Het betreft de jaarlijkse Anil Ramdas–filmdag. De in 2012 overleden Surinaams-Nederlandse schrijver heeft zowel in Nederlandse televisieprogramma’s, in door hem met Nederlandse filmers gemaakte documentaires, en in de vele columns en essays in Nederlandse kranten en tijdschriften, indringende beelden over en weer gemaakt. Over een periode van meer dan drie decennia heeft hij het Nederlandse publiek op de scherpte van de snee een spiegelbeeld voorgehouden over ontworteling van migranten en het gedwongen opleggen van een verwrongen onderklasse identiteit aan deze migranten. Voor deze filmdag wordt geput uit de archieven van onder andere het EYE-museum, het Festival by the Sea en Curaçao International Film Festival. Aan het eind van de vertoning volgt een publiek debat. Er blijkt een ruime hoeveelheid documentaires, speelfilms en kinderfilms in de archieven voorhanden te zijn, waarbij Caribisch-Nederlandse en Caribische schrijvers betrokken zijn en waarbij juist de thema’s die Anil Ramdas benadrukte aan de orde komen. Dit aan de Werkgroep ter beschikking gesteld beeldmateriaal vormt ook een goed aanknopingspunt voor debatten over grotere toegankelijkheid en waardering van het Caribisch cultuuraanbod binnen de Nederlandse letterencultuur.
  • Met het oog op een bescheiden internationale bijdrage/ programmering van de Werkgroep, zal met nadruk op bevordering van de maatschappelijke waarde van cultuur in de Caribische landen van het Koninkrijk en Suriname, eens in de drie jaar en in actieve samenwerking met lokale stakeholders, een gezamenlijk evenement georganiseerd. Dit evenement kan zowel overzee als in Nederland of simultaan plaatsvinden. Dit programmaonderdeel staat te boek als het Nydia Ecury Internationaal programma van de Werkgroep Caraïbische Letteren. Nydia Ecury, geboren op Aruba, studeerde Engels en journalistiek in Canada, waarna zij zich voor het stichten van een familie op Curaçao vestigde. Baanbrekend werden vervolgens haar vertalingen van wereldberoemde toneelstukken (uit het Engels, Spaans en Frans), waarmee zij Mondiale Letteren Erfgoed in de Caribische landen van het Koninkrijk ook in het Papiamento onder de aandacht wist te brengen. Waardering kreeg ze als voorvechtster van deze internationale ontsluiting en tegelijkertijd vormden haar eigen dichtbundels de internationale aansluiting van literairwerk in het Papiamento. Het eerste internationaal project van de Werkgroep betreft de organisatie in 2026 de co-organisatie van een

vierdaagse tik-tok traject simultaan in Nederland, de Caribische eilanden en Suriname. Het onderwerp van het tik-tok over grenzen evenement is “schone

rivieren en een schone zee zoals Inheemse vertellers en Caraïbische dansers dat toen deden en nu doen”.

Marketing en Publiciteit

De zichtbaarheid en herkenbaarheid van alle projecten die de stichting jaarlijks realiseert, worden doorgezet in het virtuele domein met een nieuwe Website.

Door koppeling van de bekende Instagram, Facebook, Tik Tok en YouTube aan deze website, wordt de ‘thuisbasis’ van de Werkgroep in het brede veld van virtuele communicatie

gepositioneerd.

Vanuit deze website zullen de verschillende evenementen worden opgezet en gepromoot. Hiervoor zal de stichting een samenwerking aangaan met een Marketing bedrijf dat de

onlinestrategie en inrichtring zal neerzetten, onderhouden en evalueren. De marketing en promotie per evenement zal worden ingezet van uit de Website en doorgetrokken worden over het hele spectrum dat de traditionele en online media beslaat. Voorzien van alle benodigde informatie en een frisse, herkenbare visuele branding wordt een

strategie ontwikkelt per evenement met een pakkende content voor de verschillende social media platforms wordt gebruikt. Door het creëren van een community rondom elke activiteit

van de Werkgroep Caraïbische Letteren, kan de Werkgroep haar positie als organisatie versterken en zal de zichtbaarheid in het virtuele veld vergroten.

Na afloop van elk evenement is er gerichte nazorg en evaluatie. Er wordt niet alleen naar het succes van het evenement gekeken aan de hand van de vooraf vastgestelde doelen en

publieksaantallen, maar is ook gericht op een grondige marketing gerichte debriefing en feedback. Dit om zo waardevolle inzichten te verkrijgen die kunnen worden gebruikt

voor de toekomstige en vervolg initiatieven. Het doel is om zo een duurzaam en positief spoor achter te laten dat verder gaat dan het evenement zelf.

De bestaande Blog van het Caribisch Uitzicht blijft naast de nieuwe activiteiten bestaan, omdat het omvangrijke vaste publiek (jaarlijks meer dan 1miljoen bezoekers) gewend is daar

informatie en de ontwikkelingen op Caribisch Literair gebied terug te vinden. De Blog Caraïbisch Uitzicht zal daarom worden toegevoegd aan de nieuw uit te zetten branding lijn.

      De inhoud van de Blog blijft intern door de Werkgroep onderhouden worden.  


Het huis van alle talen

Het Huis van alle Talen is samenwerkingsplatform voor co-creatie. De collecties in de OBA zijn de voedingsbodem voor dialoog tussen verschillende talen en culturen. Het Huis werkt samen met bestaande communities en ambassadeurs binnen gemeenschappen of (sub)culturen. Samen met deze partners geeft Het Huis vorm en inhoud aan de collectie en activiteiten. Eén van deze partners is de Werkgroep Caraïbische Letteren.

read on…

Fijne Feestdagen en een gezond 2022!

Felis Pasku di Nasimentu i un dushi aña nobo

read on…

Jaarverslag 2020-2021

JAARVERSLAG WERKGROEP CARIBISCHE LETTEREN 2020-2021

Het bestuur van de Werkgroep bestaat deze periode uit: Michiel van Kempen (voorzitter), Peter Meel, Noraly Beyer, Charlotte Doornhein, Valika Smeulders, Raoul de Jong, Julien Ignacio, Bert Reinders (penningmeester) en Paulette Smit (secretaris).

Later trad toe: Rita Rahman die op 4 juli 2020 als nieuwe voorzitter werd benoemd. Afgesproken wordt dat Michiel van Kempen een jaar lang optreedt als vicevoorzitter.

read on…

Jaarverslag 2019-2020

JAARVERSLAG 2019-2020 WERKGROEP CARAÏBISCHE LETTEREN

Het bestuur bestond in het verslagjaar 2019 uit: Michiel van Kempen (voorzitter), Paulette Smit (secretaris), Peter Meel, Noraly Beyer, Valika Smeulders, Charlotte Doornhein en Bert Reinders (penningmeester). Op 3 juli 2019 traden toe: Raoul de Jong en Julien Ignacio.

read on…

Jaarverslag 2018-2019

Jaarverslag Werkgroep Caribische Letteren 2018-2019

Het bestuur bestond in het huidige verslagjaar uit: Michiel van Kempen (voorzitter), Paulette Smit (secretaris), Peter Meel, Noraly Beyer, Valika Smeulders en Charlotte Doornhein. De functie van vicevoorzitter is vacant.

read on…

Ik haat Sinterklaas

 door Solange Leibovici

Een paar jaar geleden las ik een interessant artikel van sociaal-psycholoog Diederik Stapel, die onderzoek had gedaan over Sinterklaas. Het moet indrukwekkend zijn geweest, want hij had voor zijn onderzoek meer dan 2 miljoen euro van NWO gekregen, het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek. Stapel had kleuters twee plaatjes laten zien, een met daarop Sinterklaas en een met een tuinkabouter. Afgaande op de reacties van de kleuters, concludeerde Stapel dat Sinterklaas kinderen socialer maakt en aanzet tot het delen van snoep met andere kinderen. Nu is mijn eigen ervaring dat kinderen niet zo graag snoep delen, en dat Sinterklaas veel stress en faalangst veroorzaakt, maar ook afgunst en jaloezie. Ik zette dus wat vraagtekens bij zijn onderzoek.  

Ik besloot toen een eigen onderzoek te starten (ik werkte toen nog bij de vakgroep literatuurwetenschap van de Universiteit van Amsterdam, en daar kun je onderzoek doen naar wat je ook maar wilt). Ik besloot daarvoor de Kerstman te kiezen, en onderzocht de reacties van duizenden kinderen op 122 scholen in Parijs. Ik koos Parijs omdat ik daar dan een tijdje mocht verblijven, allemaal op kosten van NWO. Ik liet de kinderen zelf ook twee plaatjes zien: een van de Kerstman, en een van Sinterklaas. Het werd met andere woorden een comparatieve studie. Bij de Kerstman werden de kinderen blij en begonnen ze spontaan te lachen, terwijl ze bij Sinterklaas bang werden en in huilen uitbarstten, sommige van hen moesten zelfs overgeven van ellende. Mijn conclusie was helder en wetenschappelijk verantwoord: Franse kinderen houden niet van Sinterklaas, sterker nog, ze zijn bang voor hem. Ze houden van de Kerstman. De data voor dit onderzoek heb ik overigens niet meer, want ik heb per ongeluk de doos waarin ze zaten weggegooid.        

Maar er was in Nederland nogal wat weerstand tegen mijn onderzoek, want als je aan Sinterklaas komt, kom je aan de Nederlandse traditie, en daarom besloot ik alles uit te leggen in een autobiografisch boek waarin ik mijn eigen ervaringen met Sinterklaas en de Kerstman vertelde. Tenslotte had professor Diederik dat ook gedaan. Ik heb tot mijn veertiende in Frankrijk gewoond, en de kerst was daar voor kinderen de mooiste tijd van het jaar. We vieren de kerst op 24 december met een groot diner met familie en vrienden. Sommige mensen gaan daarna naar de nachtmis, maar aangezien wij helemaal van God los waren deden we dat niet. Om 10 uur werden alle kinderen in bed gestopt, terwijl de ouders vrolijk doorgingen met champagne drinken. Om 12 uur werden we wakker gemaakt, we renden naar beneden waar onder de kerstboom onze cadeaus op ons lagen te wachten. Het was elk jaar weer een moment van verbazing, intense vreugde en vervulling van dromen die ons wekenlang hadden beziggehouden. Je hoorde het scheuren van glanzend pakpapier en kreten van opperste geluk. Na een tijdje gingen we weer slapen, doodmoe en tevreden. De volgende dag was de echte kerstdag, dat duurt in Frankrijk maar een dag in tegenstelling tot Nederland, waar kerst geloof ik 4 dagen duurt. Dan speelden we met het nieuwe speelgoed, de nieuwe poppen kregen een naam en we verdiepten ons in de kinderboeken die we hadden gekregen. Inderdaad jongens en meisjes, in dat verre verleden lazen kinderen nog boeken.    

Toen verhuisden we naar Amsterdam. De eerste keer dat ik Sinterklaas vierde (als je het ‘vieren’ kunt noemen) was op een school in Amsterdam West. Iedereen moest een papiertje kiezen waar een naam op stond, en voor hem of haar een surprise maken (dat hield in: een ingewikkelde verpakking die niets van het cadeau zelf prijs mocht geven) en natuurlijk een gedicht, waarin je de ander zo grappig mogelijk belachelijk probeert te maken. Mijn moeder moest het gedicht voor mij schrijven, want ik sprak nauwelijks Nederlands. En toen kwam Sinterklaas langs de schoollokalen, een enge man met een vreemde hoed op zijn hoofd, gevolgd door zwart geschminkte types die vieze bruine dingetjes rondstrooiden. De ‘knechten’ waren dat, en ik voelde dat als een ridiculisering van het donker-zijn, vreemd praten en anders-zijn, iets waar ik me mee identificeerde. Bij ons thuis zou dit absoluut taboe zijn geweest, als verwijzing naar een rijke koloniale historie. De VOC-mentaliteit wordt dat hier prijzend genoemd. En hoewel ik al lang niet meer in wat dan ook geloofde, en zeker niet in Sinterklaas, werd ik bevangen door verschrikkelijke angst. Ik had geen idee wat er ging gebeuren, ik trilde van de zenuwen. Er werden eerst liedjes gezongen met idiote teksten zoals ‘De zak van Sinterklaas, jongen jongen wat een baas’, liedjes die ik niet kende en waar ik niets van begreep, maar de jongens zaten stiekem te lachen en ik vermoedde dat het om iets smerigs ging.    

De gedichten werden voorgelezen, en snel was ik aan de beurt. Met overslaande stem las ik het gedicht voor, en iedereen lachte om mijn accent. Ik gaf mijn presentje, dat achteloos in een hoek werd gesmeten. Na een tijdje moest ik zelf naar voren komen en bij de Sint op schoot zitten. Hij rook naar mottenballen en zweet. Hij vroeg of ik een lief meisje was geweest en ik antwoordde bibberend: jaaa, wat natuurlijk niet helemaal met de waarheid overeenkwam. Ik las mijn gedicht voor (dat ging over een maffe Française), en kreeg mijn cadeautje, dat ingepakt was in iets dat leek op poep van een heel zieke hond. Mijn klasgenoten kwamen niet meer bij toen ik door het gore spul moest wroeten om bij het presentje te komen. Wat dat was weet ik niet meer. Sindsdien haat ik Sinterklaas. Ik vind hem eng met zijn roede (gelukkig had ik me toen nog niet in de psychoanalyse verdiept en ook nog niet Gerard Reve gelezen) en met zijn zak, waarin hij stoute kindertjes stopt en naar het zuiden ontvoert. En wat bisschoppen met die kindertjes doen, dat weten we inmiddels maar al te goed. Dat heb ik toen waarschijnlijk haarscherp aangevoeld. Nee, geef mij maar die lieve Kerstman, die draagt geen mijter maar een rode muts, hij heeft geen knechten maar rendieren met geweien zo zacht als fluweel. Hij is er alleen om cadeaus uit te delen, en ik heb nog nooit gehoord dat hij een stout kind had meegenomen. En hij bestaat echt, want een paar jaar geleden heb ik hem ontmoet, vlakbij Rovaniemi in het Noorden van Finland. We spraken toen even, en hij vertrouwde mij toe dat hij ook niet zo gek is op Sinterklaas. Het was een gelukkige dag.  

[Tekst uitgesproken tijdens de Sinterklaasviering van de Werkgroep Caraïbische Letteren, Perdu, Amsterdam, 6 december 2012]

Het 5000ste bericht op deze blogspot!

Vandaag, zaterdag 25 augustus 2012, verschijnt het 5000stebericht op deze blogspot, Caraïbisch Uitzicht. Deze blog bestaat nu ruim vier jaar en heeft zijn bestaansrecht dubbel en dik bewezen. Dagelijks biedt deze blogspot berichten over de literatuur en cultuur van het Caraïbisch gebied en wat daarvan overal over de wereld te bespeuren valt. Vaak eigen berichten, besprekingen en aankondigingen, plus een ruime keuze uit het beste van wat de media aan beide zijden van de oceaan publiceren. Tot vandaag leverde dat ruim anderhalf miljoen bezoeken op: 1.540.000.  

Enkele cijfers

Natuurlijk besteden wij hier aandacht aan alle nieuwe boekuitgaven: 394 recensies verschenen hier, 176 berichten over boekpresentaties, 120 over lezingen, daarnaast ook vele tientallen over de positie van de schrijver, de boekhandel, de uitgeverij, ontwikkelingen op het internet en het terrein van de digitalisering. Trots zijn we op de serie van nu in totaal 168 schrijversportretten die Nicolaas Porter voor ons maakte (te vinden onder het label Werkgroepportretten). Er verschenen 405 gedichten, 128 columns,62 reisverslagen,  45 essays, 45 verhalen. Er verschenen 120 In memoriams: vooral het overlijden van Clark Accord en Anil Ramdas kreeg bijzondere aandacht.    

Maar daarnaast is er consequent aandacht geweest voor beeldende kunst (289 berichten),  theater (225), muziek, architectuur, dans, erfgoed, talen en fotografie – we proberen de berichten zoveel mogelijk te voorzien van hoogwaardige afbeeldingen, dat lukt vaak, maar bij sommige meer journalistieke items niet altijd.    

Open oog

Al is Caraïbisch Uitzicht primair een cultureel blog, we houden wel altijd een open oog voor ontwikkelingen in de wereld. Er is veel aandacht voor geschiedenis (met 192 berichten over de slavernij!), kolonialisme en dekolonisatie, veel aandacht ook voor onderwijs, en wetenschap, journalistiek en kranten, en berichten over mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting vinden hier altijd een plekje.    

Populairste berichten

Deze blog trekt lezers van over de hele wereld. Het grootste aantal bezoekers kregen deze drie berichten:

1.       Blue skies voor Sonny Boy (4560 bezoekers; gepubliceerd op 18 januari 2011)
2.       Chinese Theme Park Uses Porn Poster to Advertise for Pirates of the Caribbean Ride (2801; gepubliceerd op 7 juni 2011)
3.       Miss India Suriname is verdieping cultuurbeleving (2463; gepubliceerd op 23 oktober 2010)  

Veelbesproken auteurs zijn Anton de Kom, Cynthia Mc Leod, Clark Accord, Pierre Lauffer, Michael Slory, Boeli van Leeuwen, Karin Amatmoekrim, Edgar Cairo, Giselle Ecury, Rihana Jamaludin,  Elis Juliana, Diana Lebacs, Bernardo Ashetu. Albert Helman, S. Sombra, Raj Mohan, Anil Ramdas, Dobru, Trefossa, Ismene Krishnadath, Ruth San A Jong, Walter Palm, Rappa en Robert Vuijsje. Vaste bijdragers zijn Carry-Ann Tjong-Ayong, Quito Nicolaas, Jeroen Heuvel, Carl Haarnack, Fred de Haas, Michiel van Kempen, Aart Broek, Els Moor, Peter Meel, Ken Mangroelal, Dwight Isebia, Wim Rutgers, Henry Habibe, Willem van Lit en Nicolaas Porter.  

Toekomst

Deze blog is een non-profit-activiteit, niemand wordt ervoor betaald. We zijn afhankelijk van de welwillendheid van mensen die berichten aanleveren. Dat mag nog groeien, daarvoor is alle ruimte. Wie zich geroepen voelt iets aan te leveren: een bericht, verhaal, gedicht, tekening of wat dan ook: aarzel niet en stuur het naar het emailadres Werkgroepcarlet@gmail.com.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter