blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: wereldliteratuur

Vooys over transnationalisme en wereldliteratuur

Het zojuist verschenen nieuwe nummer van het tijdschrift voor letteren Vooys is geheel gewijd aan het thema Transnationalisme & Wereldliteratuur. read on…

The Greatest Books of All Time, As Voted by 125 Famous Authors

by Maria Popova

Why Tolstoy is 11.6% better than Shakespeare.

“Reading is the nourishment that lets you do interesting work,” Jennifer Egan once said. This intersection of reading and writing is both a necessary bi-directional life skill for us mere mortals and a secret of iconic writers’ success, as bespoken by their personal libraries. The Top Ten: Writers Pick Their Favorite Books asks 125 of modernity’s greatest British and American writers — including Norman Mailer, Ann Patchett, Jonathan Franzen, Claire Messud, and Joyce Carol Oates — “to provide a list, ranked, in order, of what [they] consider the ten greatest works of fiction of all time– novels, story collections, plays, or poems.”

read on…

Maftoen Amini – De groene sneeuw

Ik zag
dat in die lange winter de sneeuw groen was
ik werd wakker, verrast,
dat dezelfde sneeuw
in de schittering van de zon ontdooide en
de lege plaatsen opvulde met het zuivere groen
als van een groen verkeerslicht.Ja, het groene licht
voor het passeren van een kille waarheid
naar een koele leugen
als mijn onware ontwaken
tussen het slapen door

desondanks zei de liefde
dat de groene sneeuw waarheid noch leugen is
het is een mogelijke schoonheid
die met de betekenis van het seizoen speelt
zodat de hoop niet zonder toeschouwer achterblijft…

[Maftoen Amini (Perzië, 1926)]

Bhagavad Gita seminar

door Sushma Biere

Vier dagen hebben meer dan tweehonderd belangstellenden kennis opgedaan tijdens het Bhagavad Gita seminar dat gehouden werd in ballroom Lalla Rookh. De presentator, Vijay Misri (36), heeft op een interactieve wijze de kennis overgedragen in het Nederlands.

read on…

American literature massively overrated: Jhumpa Lahiri at Jaipur Literature Fest

Jaipur – Indian American author Jhumpa Lahiri believes that American literature is massively overrated and that current reading habits are transformed by the mainstream.
“Our reading habits are transformed by the mainstream and to be frank, I find American literature massively overrated,” the 46-year-old author said at the ongoing Jaipur Literature Festival on Saturday.
Lahiri was in conversation with American author Jonathan Frazen, British writer Jim Crace and Chinese author Xiaolu Guo who has also written books in English during the session “The Global Novel”.
“It is shameful that there is lack of translation in the American market. I know I am making a judgment, but I guess that is what it is. Living out of the US gives you a completely different perspective,” said the author.
Panelists during Saturday’s session were unanimous that the English language served as a common bridge to link different cultures and reach out to more people.
Lahiri’s most recent fiction The Lowland, a tale of two brothers set in Kolkata of the 1960s was nominated for the 2013 Man Booker Prize but did not win it.
The London-born daughter of immigrants from West Bengal who is famed for her novels and short stories about immigrant experiences relocated to Italy two years ago. She said she felt compelled to compare the literary scenario in America and in Italy.
“I was very surprised to find the number of translated books in Italy. Seven of their best books of the year were translations of works from different countries,” she said.
The author said she was currently reading in Italian to overcome her superficial knowledge of literature in that language.
“I have lived in America and was exposed to Anglophone literature like many of you. But it was freeing to see such kind of recognition given to other works in other countries,” Lahiri said.
Outlining the journey of her books, beginning with an initial rough idea to the ultimate draft, Lahiri said she never knew how a book would eventually turn out or what its climax entailed.
“I never have an idea in my mind beforehand. I just expect to be happy and satisfied when I am finished with the book,” she said.
Lahiri is the author of three previous books and with her debut collection of stories, Interpreter of Maladies, bagging her a Pulitzer Prize.
[from The Times of India, January 18, 2014]

Dieren in de klassieke en moderne wereldliteratuur

door Jerry Dewnarain

Verhalen over dieren zijn heel oud. De oude Germanen kennen al verhalen waarin dieren de hoofdrol spelen. En lang voor het begin van de christelijke jaartelling zijn er in India reeds fabels in omloop. Dat zijn korte dierenverhalen met een duidelijke moraal. Dit genre is via Griekenland en het Romeinse Rijk naar West-Europa gekomen. De bekende verzameling fabels van de Griekse dichter Aesopus (6de eeuw v. Chr.) wordt in het Latijn vertaald. In de 13de eeuw verschijnt een aantal fabels van Aesopus in het Middelnederlands onder de titel ‘Esopet’. Naast de fabel komen in West-Europa uitgebreidere dierenverhalen voor, die worden opgeschreven in Latijn en de volkstaal. Ze zijn minder moraliserend en vooral satirisch. Doorheen de eeuwen gebruikte men dieren om op bedekte wijze kritiek te leveren wanneer dat niet openlijk kon. Denk maar aan onze anansitori die op het achtererf van de masra door slaven verteld werden en waarin vaak flink de spot gedreven werd met de masra. Hierna volgt slechts een greep uit de vele voorbeelden in de wereldliteratuur waarbij dieren een belangrijke rol spelen.
In Frankrijk ontstaat een hele reeks dierenverhalen met de vos als hoofdpersoon. Samen vormen deze verhalen uiteindelijk de Roman de Renart. Een van deze verhalen, ‘Le Plaid’ (Het Pleidooi), levert stof voor misschien wel het populairste epische gedicht van de middeleeuwse Vlaamstalige letterkunde, Van den Vos Reinaerde. Reinaert lijkt op Anansi: hij is werkelijk iedereen te slim af. Middels Reinaert wilde de schrijver Willem laten zien dat de maatschappij doortrokken is van ‘Reinaerden’. Zijn streken kon men iedere dag tegenkomen. Anansi is met de slaven meegekomen uit Afrika, waar hij een soort godheid was. Dat verandert snel onder de slavernij. Met zijn streken gaat Anansi het verzet tegen alles wat autoriteit heeft, personifiëren. En dat doet hij nog steeds! Hij heeft de slavernij overleefd en is nog steeds een populaire verhaalfiguur.
Een ander voorbeeld van een fabeldier is de Centaur. Deze komt uit de Griekse mythologie en is half mens, half paard. De benaming is voluit ‘hippocentaurus’ (paardmens). Men stelt zich de Centaur voor als een paard met een menselijk bovenlijf. Centauren worden meestal afgeschilderd als brute, beestachtige wezens met als wapen pijl en boog of een knuppel. Het laatste  wapen benadrukt zijn wilde karakter.
In de hindoeïstische mythologie is er ook zo’n half mens, half dier: Garuda of Garoeda (mythisch wezen, half mens, half adelaar). Thailand en Indonesië hebben Garuda zelfs als nationaal symbool. Een duidelijk voorbeeld van hoe culturen van verschillende volken elkaar beïnvloeden. Garuda is ook een god of bovennatuurlijk wezen in boeddhisme en hindoeïsme. Hij is het rijdier van de hindoegod Vishnu, en daarnaast de aartsvijand van slangen. Dit trekje heeft hij overgenomen van zijn moeder, die ooit ruzie had met een andere bijvrouw en haar meerdere, Kadru, de moeder aller slangen. De gloed van Garuda is oogverblindend waardoor de goden ten onrechte dachten dat hij Agni was, de vuurgod, en hem aanbaden. Garoeda wordt afgebeeld als een wezen met kop, bek, vleugels en staart van een arend.In de literatuur van de laatste eeuwen zijn dieren enorm populair. Een voorbeeld is ‘Moby-Dick’ (1851) van Herman Melville. Mobi-Dick is genoemd naar een ongewoon grote en agressieve witte potvis die een centrale rol speelt. Deze potvis zou zoveel rampen hebben veroorzaakt voor de walvisvaarders dat het dier uitgroeide tot een mythe. Het boek maakt gebruik van gestileerde taal, humor, metaforen en symboliek om meerdere thema’s aan te snijden, zoals sociale

Een wit konijn met horloge; een rups met waterpijp; een baby die in een biggetje verandert en een kat die altijd grijnst; een theedrinkende haas; een soepschildpad en een griffioen die de kreeftenquadrille dansen – er is geen roman (en geen kinderboek) waarin zoveel dieren een rol spelen als in Alice in Wonderland (1865/1871) van Lewis Carroll. De wereld waarin Alice verzeild raakt, spot met alle normen, waarden, wetten en regels van het dagelijks leven. De zevenjarige Alice volgt – in haar droom – Wit Konijn door een gat in de grond, om na een lange val terecht te komen in een vreemde wereld waar eetbare paddenstoelen vreemde effecten hebben, poezen kunnen praten, bloemen levend worden, cricket wordt gespeeld met egels en flamingo’s, enzovoort. Haar avonturen worden door Carroll verteld met veel gevoel voor woordspelingen, grappige omdraaiingen en vlotte gesprekken.
Ook in Alleen op de wereld van Hector Malot (1830-1907) spelen dieren een rol. Het gaat over de vondeling Rémi die na veel omzwervingen zijn echte moeder vindt. De eerste acht jaren groeit hij op bij zijn pleegmoeder Barberin. Dan wordt hij verkocht aan een straatmuzikant, Vitalis, die met een groepje dieren door het land trekt: het aapje Joli-Coeur en de drie honden Capi, Zerbino en Dolce. Wanneer Rémi’s kameraad Joli-Coeur sterft aan longontsteking en Vitalis spoedig daarna volgt, trekt hij alleen met zijn hond Capi de wereld rond. Na veel ontberingen ontdekt hij het geheim van zijn afkomst.En dan het fascinerende jeugdboek Nils Holgerssons wonderbare reis (1906) van de Zweedse Selma Lagerlöf (1858-1940) waarvoor ze in 1909 de Nobelprijs kreeg. Ik denk dat velen dit prachtige boek kennen over de ondeugende, pesterige jongen Nils die betoverd wordt door een kabouter en op de rug van de jonge gans Márti temidden van een zwerm ganzen een reis over heel Zweden maakt naar Lapland, een reis vol spannende avonturen en vooral wijze lessen.

Van veel recenter datum is het boek Animal Farm (1945) van de Britse schrijver/journalist George Orwell. Het satirische verhaal gaat over een groep dieren die er genoeg van hebben als slaven van de mensheid te leven, en die de macht in eigen handen nemen. Het loopt uiteindelijk – anders dan de meeste dieren verwachtten – uit op een tirannie. Met Animal Farm bekritiseert Orwell het totalitaire politieke systeem van de Sovjet-Unie na de oktoberrevolutie. Na een revolte op een boerderij, waarbij de mensen verjaagd worden, nemen de varkens, die de doctrine van animalisme hebben ontwikkeld en de revolutie hebben geleid, geleidelijk aan de touwtjes in handen op het bedrijf. Twee varkens, Napoleon en Sneeuwbal, raken verwikkeld in een machtsstrijd die in de uitwijzing van Sneeuwbal culmineert. Het leven op het landbouwbedrijf wordt harder en harder voor de rest van de dieren. De varkens leggen steeds meer controles aan hen op terwijl ze voor zichzelf voorrechten opeisen. Uiteindelijk is alles wat van de ‘Principes van Animalisme’ overblijft de regel dat ‘alle dieren gelijk zijn, maar sommige meer gelijk dan andere’. Elke stap in deze ontwikkeling wordt gerechtvaardigd middels propaganda. Met een groep wrede honden als stok achter de deur, drukt Napoleon zijn zin door en zorgt hij voor een luxe leven voor zichzelf. De varkens gaan op twee benen lopen. In de laatste scène bekijken de dieren de varkens en mensen, maar kunnen geen verschil meer zien. Een boek over dieren dat tot op de huidige dag niet veel aan actualiteit heeft verloren!Al met al, dieren vervullen een belangrijke rol in het leven van de mens. Zij zijn door de eeuwen heen beschreven in de literatuur. Daarin zien wij dat aan dieren verschillende functies en symbolische betekenissen worden toegekend. In het oude India was de aap een heilig dier, het symbool van kracht, trouw en opoffering. Ook in China werden de apen met veel eerbetoon omringd. In de christelijke iconografie is de betekenis van de aap zeer negatief, als karikatuur van de mens en symbool van de ondeugden ijdelheid (met een spiegel in de hand), begeerte en onkuisheid. Het symbool van de adelaar wordt veel gebruikt op wapens en vlaggen. De adelaar heeft verschillende symbolische betekenissen. De belangrijkste is koning der vogels als symbool voor macht en overwinning. Dit symbool werd bijvoorbeeld gebruikt op vaandels van de Romeinen, maar ook de oude Egyptenaren, Azteken en andere inheemse volken gebruikten de adelaar daarvoor. Ook in Surinaamse ingi-verhalen vervult hij die rol.

In de westerse samenleving staat de hond symbool voor trouw en opoffering. Bij de oude Grieken werd de hond gezien als een magisch dier met macht over leven en dood. In Egypte werden honden naast hun meesters begraven om hen te begeleiden naar de volgende wereld. De Romeinen en Grieken gebruikten de term hond ook als een denigrerende benaming en tegenwoordig zijn hond en teef nog steeds beledigende woorden. Dieren blijven de mens eeuwig intrigeren.

Jouw Mooie Kapitein in Suriname

Opvoering van het literair toneelstuk Ton Beau Capitaine: pièce en un acte et quatre tableaux (Seuil, 1987),  in het Nederlands vertaald als Jouw Mooie Kapitein, in Suriname.
Het Caribisch gebied heeft een rijke vertel- en literaire traditie en kent een groot aantal literaire prijswinnaars, waaronder Nobelprijzen. Veel voorkomende thema’s in de Caribische literatuur zijn het ver van huis wonen en werken van kostwinners en ook hoe mensen en hun families zich ver van hun geliefden handhaven. Dit theaterstuk vertelt van een Haïtiaanse man die als landarbeider op het eiland Guadeloupe werkt om er de kost te verdienen. Hij communiceert met zijn geliefde echtgenote in Haïti via cassettebandjes. De vrouw horen we wel in de opvoering, maar we zien haar niet.

 

Jouw Mooie Kapitein heeft al lange tijd ons hart gestolen. Vandaar dat we verheugd zijn in samenwerking met  de organisatie voor Gemeenschapswerk NAKS en de Nederlandse Ambassade in Paramaribo het theaterstuk op te kunnen voeren in Suriname.
We stellen het zeer op prijs indien u één van de opvoeringen op donderdag 25 juli, vrijdag 26 juli of zaterdag 27 juli 2013 om 19.30 uur wilt bijwonen.
Vanwege de beperkte capaciteit van de zaal is toegang alleen mogelijk na aanmelding via NAKS cultorgnaks@yahoo.com of joronk@hotmail.com; telefoon: 499033
Jouw Mooie Kapitein door Simone Schwarz-Bart
Naar een idee en vertaling van Lucia Nankoe
Plaats: Theater Unique, Frederik Derbystraat 23-25 (voorheen Rust en Vredestraat)
Datum: donderdag 25 juli 2013, vrijdag 26 juli 2013 en zaterdag 27 juli 2013.
Aanvang: 19.30 uur; duur: één uur.
Entree: SRD 25,-.
Vertaling, inleiding en dramaturgie: Lucia Nankoe
Acteur en regie: Maikel van Hetten
Vrouwenstem:  Izaline Calister
Techniek: Brian Maston en Ewald van Es
Muziek: Jacques Schwarz-Bart
Productie: José Komen

‘Waar de blanke top der duinen’

Chimamanda Ngozi Adichie: ‘Het gevaar van één enkel verhaal’

door Christine F. Samsom
Een collegezaal in Oxford-GB, met een paar honderd, afwisselend ademloos luisterende, schaterlachende en ontroerde toehoorders. Op het podium een prachtige, jonge vrouw, de in 1977 in Nigeria geboren schrijfster: Chimamanda Ngozi Adichie. De lezing is georganiseerd door de TED-conference en kan onder andere hier bekeken worden. TED staat voor Technology, Entertainment, Design en heeft als motto ‘Ideas worth spreading’ oftewel ‘Ideeën die het waard zijn verspreid te worden’. TED-conferenties worden sinds 1984 – eerst in Californië, maar nu over de hele wereld – gehouden, waarvoor sprekers worden uitgenodigd die iets te zeggen hebben, die nieuwe ideeën of projecten meer bekendheid willen geven. In achttien minuten mogen ze dat doen en Chimamanda doet het in 2009 op sublieme wijze.
 Ze begint met te vertellen over haar jeugd en haar grote bakru voor lezen en schrijven, over de Engelse en Amerikaanse kinderboeken die ze las en over de verhaaltjes die ze vanaf haar zevende voor haar moeder schreef en tekende, waarin alleen witte mensen met blauwe ogen voorkwamen, die appels aten, ginger-ale dronken, in de sneeuw speelden en over het weer klaagden. Op de achtergrond hoor ik Dobru zeggen: ‘De Rijn komt bij Lobith in ons land’, met de klemtoon op ‘ons’ en ‘De Batavieren zijn onze voorouders’, met de nadruk op ‘onze’. Vandaar de wrange grap die lang onder Surinamers in Nederland de ronde deed: ‘Ben jij wel eens in Zuid-Amerika geweest?’
Chimamanda denkt dus in haar kinder- en tienerjaren dat boeken over vreemdelingen moeten gaan en over situaties die in haar land niet voorkomen, waarmee ze zich niet kan identificeren. Totdat ze Afrikaanse schrijvers als de onlangs overleden Chinua Achebe en Camara Laye ontdekt en ‘een mentale verandering’ van haar inzicht in literatuur beleeft. Ze zegt letterlijk in haar toespraak: ‘Wat de ontdekking van Afrikaanse schrijvers voor mij deed, was dit: Het heeft mij gered van het hebben van één enkel verhaal van wat boeken zijn.’
Als Chimamanda in de VS gaat studeren, realiseert ze zich dat heel veel mensen ‘het gevaar van één enkel verhaal’ niet inzien. Dat gevaar zit hem in gebrek aan kennis, vooringenomenheid en macht. Ze geeft in haar lezing een aantal voorbeelden van één enkel verhaal: haar Amerikaanse kamergenote op de campus van de universiteit complimenteert haar met het perfecte Oxford-Engels dat Chimamanda spreekt, is teleurgesteld als Chimamanda een fan blijkt van Mariah Carey in plaats van de muziek van haar ‘stam’ te draaien, verbaast zich erover dat Chimamanda op een fornuis kan koken en denkt dat Afrika één land is, waar alleen maar ellende en misère is, in plaats van het op één na grootste werelddeel met meer dan vijftig onafhankelijke landen, waarvan Nigeria met 170 miljoen inwoners tot de grootste behoort en waar behalve die miserabele armen ook gewoon ontwikkelde, kunstzinnige, belezen mensen wonen, waar een geweldig gevarieerde muziektraditie bestaat en een omvangrijke filmindustrie: Nollywood. Het enige dat de medestudente voelt als ze over Afrika spreekt, is ‘neerbuigend, goedbedoeld medelijden’.
Maar Chimamanda zelf schaamt zich ook over haar eigen vooringenomenheid als ze een bezoek brengt aan Mexico. De Amerikaanse media hebben zo’n eenzijdig beeld geschapen van Mexicanen als één enkel verhaal over ‘mensen die het gezondheidssysteem zitten te flessen, stiekem de grens oversteken, gearresteerd worden aan de grens, dat soort dingen.’ Die mening herziet ze radicaal als ze met gewone Mexicanen te maken krijgt. Wat Chimamanda heel duidelijk maakt in haar toespraak: ‘Ik heb altijd het gevoel gehad, dat het onmogelijk is om een goed contact te hebben met een plek of persoon zonder verbondenheid met alle verhalen over die plek en die persoon. De consequentie van het enkele verhaal is dit: Het ontdoet mensen van hun waardigheid. Het belemmert onze erkenning van menselijke gelijkwaardigheid. Het benadrukt hoe verschillend we van elkaar zijn eerder dan hoe gelijkwaardig.
Hoe verhalen verteld worden, wie ze vertelt, wanneer ze verteld worden, hoeveel verhalen er verteld worden, dit alles is werkelijk cruciaal, ook in het onderwijs. Nog één keer Chimamanda Adichie: ‘Telkens als ik thuis ben, word ik geconfronteerd met de gebruikelijke oorzaken van irritatie voor de meeste Nigerianen: onze gebrekkige infrastructuur, onze mislukte regering. Maar ook met de ongelofelijke veerkracht van de mensen die opbloeien ondanks de overheid, eerder dan dankzij.’ Komt dat niet bekend over?
Het ministerie van Onderwijs heeft de macht om ons onderwijs te verbeteren. Wat is de bedoeling van de deskundigen (?) van de taskforce voorbereiding onderwijsinnovatie en het Basic Education Improvement Program (BEIP) die taalboeken uit Nederland laten komen die qua inhoud niet mogen worden aangepast aan de belevingswereld van het Surinaamse kind? Moeten onze kinderen weer gaan zingen ‘Waar de blanke top der duinen’ met als refrein ‘k Heb u lief, mijn Nederland’?

To be or not to be, that’s the question

door Jerry Dewnarain

Zelfdoding wordt al heel vroeg in de wereldliteratuur besproken. Pyramus en Thisbe waren twee Babylonische geliefden, die door een misverstand allebei zichzelf doodden voor hun liefde. Ovidius schreef in 1 na Chr. over hen in de Metamorfosen. Shakespeare bewerkte een Italiaanse versie van het verhaal voor Romeo en Julia in 1591/1596. Ook bevat zijn Hamlet (1603) in act 3, scene 1 een beroemde monoloog over zelfdoding, die begint met de woorden ‘To be or not to be, that’s the question’. Schopenhauer, een Duitse filosoof, schreef in Die Welt als Wille und Vorstellung (1819) een commentaar op deze monoloog, waarin hij betoogt dat de keuze tussen ‘zijn of niet zijn’ een gemakkelijke is. De ellende in de wereld maakt niet-zijn verkieslijk, maar dat zelfdoding niet de garantie biedt op het totaal niet-zijn. In De goddelijke komedie (eerste helft van de 14de eeuw) beschrijft Dante hoe hij verdwaalt in een duister woud, dat wel gezien wordt als allegorie voor plannen tot zelfdoding. Tijdens zijn reis door de hel komt hij door een bos waar zelfdoders gestraft worden. In zijn tijd zag de christelijke kerk zelfdoding als een zonde en een belediging van God. Zelfs in deze tijd wordt dat nog zo gezien binnen bepaalde gemeenschappen.

In Azijn in mijn aderen bespreekt de Haagse schrijver van hindostaanse komaf, Orchida Bachnoe, eveneens dit eeuwenoude thema uit de wereldliteratuur. Met haar boek wil zij de problematiek van zelfdoding bespreekbaar maken onder jongeren. Dit onderwerp is namelijk een groot taboe binnen de hindostaanse gemeenschap, zowel in Nederland als in Suriname en komt veel voor in deze bevolkingsgroep. Het is zelfs algemeen bekend dat hindostanen het verdelgingsmiddel grammoxone gebruiken bij zelfdoding. Hierdoor heeft dit gevaarlijke middel tegen onkruid de naam ‘koeliecola’ gekregen. Ook onverdunde azijn blijkt een favoriet middel te zijn om de ‘aderen te verdunnen’ en vervolgens de pijp uit te gaan.

Met Azijn in mijn aderen heeft Bachnoe vastwel de gevoelige snaren van velen binnen deze gemeenschap geraakt. Deze roman is gebaseerd op waar gebeurde verhalen en bestaat uit twee delen. In deel 1 is Anjani aan het woord en in deel twee Teela. De ruimte is Den Haag en Mumbai, de stad van de Bollywood-filmsterren. Deze twee hoofdfiguren zijn allebei gek op Bollywood-filmsterren die grote invloed hebben op deze hindostaanse meisjes. Een van de filmsterren, Tara Ishara, doodt zichzelf en dat schopt Anjani’s leven behoorlijk in de war. Tara Ishara’s geest blijft in Anjani’s hoofd voortleven. De meisjes zijn klasgenoten op een middelbare school in Den Haag. Anjani is enig kind van haar ouders. ‘Papa verdiende fortuinen bij een investeringsbedrijf en mama zat thuis te poetsen, te koken en te roddelen aan de telefoon of Bollywoodfilms te kijken’ (p. 13). Haar vriendin Teela woont met haar moeder in bij oom Katahar die haar seksueel misbruikt. ‘Vaak had ik me afgevraagd of mama wel beseft wat er aan de hand was. Had ze me dan nooit horen schreeuwen als oom Katahar aan me zat?’ (p. 83). Anjani en Teela delen elkaars problemen: ze worstelen met de dood en vinden hun toevlucht in drank, drugs en seks.

Veel hindostaanse problematiek komt aan bod. Zo ook incest, waarbij de moeder Teela weigert te geloven dat haar dochter door oom Katahar seksueel wordt misbruikt. ‘Ik wil niet dat je zo praat over je oom. Hij is een goede man. Hij heeft vrouw en kinderen. Wat denk je dat ze met ons gaan doen als ze horen hoe ondankbaar je bent?’ Bachnoe ziet de Bollywood-film als een van de boosdoeners in de problematiek van zelfdoding. Volgens haar wordt zelfdoding in bepaalde Bollywood-films verheerlijkt: zelfdoding wordt voorgesteld als de oplossing voor problemen. Ook Anil Ramdas had kritiek op de Bollywood-filmindustrie, doch ook hij doodde zichzelf. Geen wonder dat dit boek aan hem is opgedragen.

Bachnoe hangt met haar Azijn in mijn aderen de vuile was van een gesloten gemeenschap dapper genoeg buiten. Voor mijn part mag zij nog een paar keer een wasje draaien, want de was is vuil genoeg! Dat is dus de meerwaarde van dit boek. Ook bespreekt zij een serieus onderwerp dat jongeren bezighoudt: ze verbreekt taboes door jongeren zelf als hoofdfiguren te gebruiken om hun eigen kommer en kwel aan de lezer kenbaar te maken. Dat doet zij heel knap door in deel twee van het boek haar hoofdfiguren te beschrijven alsof ze de acteurs zijn in een Bollywood-film. Azijn in mijn aderen is daarom een aanrader voor de literatuurlijst van middelbare scholieren. ‘To be or not to be, that will still be a question.’

Orchida Bachnoe: Azijn in mijn aderen. Haarlem: In de Knipscheer, 2012. ISBN 978 90 6265 693 6

Besme Abb weWelid weMenfes Qiddus Ahadu Amlak

(In naam van de voorouder, de zoon en de heilige eeuwige adem, de enige bron)

In oktober verschijnt een boek met gedichten en poëzie van een drietal mensen. Een drietal mensen die elkaar hebben gevonden in hun gezamenlijke liefde en bewondering voor het keizerlijke echtpaar uit Ethiopië. Door hen liefdevol Vader of Moeder genoemd of Alpha en Omega, gaat het hier om Haile Selassie I en Woyzero Menen. In dit bijzondere echtpaar herkennen zij alle drie de allerhoogste eigenschappen waar een mens naar kan streven. Een volmaaktheid zo vaak afwezig in onze huidige maatschappij. Een waardigheid die het leven van deze dichters optilt uit de grauwheid van hun dagelijkse bestaan.

In de geest van Selassie wat drie-eenheid betekent, vertellen deze drie dichters ieder drieëndertig verhalen. En zo komt deze drie-eenheid uit op drie maal drieëndertig is negenennegentig verhalen, opgevangen en tot woorden omgevormd, vanuit het diepst van hun ziel. Alle drie ervaren ze dat deze woorden hen gegeven zijn, op momenten dat ze er wakker voor waren, op het moment dat ze het horen konden. Ook al was dit in het midden van de nacht. Als de woorden verschenen, moesten zij er gehoor aan geven. Alle drie zijn zij ervan overtuigd dat het niet om hen gaat als vertolkers van deze woorden, maar om de bron waaruit deze woorden ontstonden. In den beginne was het Woord.

Deze bundel heet Qererto wat in het Amharinja, de officiële voertaal van Ethiopië, zoiets als strijdliederen betekent. En strijdliederen is de juiste benaming voor deze verzameling van gedichten en poëzie. Ze bezingen de strijd, zowel de uiterlijke strijd tegen misstanden, onderdrukking, uitbuiting en racisme die in het hedendaagse Babylon aan de orde van de dag zijn, als een innerlijke strijd. Een innerlijke strijd om het echte van het onechte te scheiden, om diep in jezelf dwars door de dualiteit van het menselijke bestaan, een plaats van eenheid te vinden. In die zin ademen de teksten de inspiratie uit van hen die hen voortgingen en gaan; Vader en Moeder.

 

Het drietal bestaat uit Mystic, Orsine Walden, aka HanSéMuYe Oheema Amba en Roland van Reenen. Mystic en HanSéMuYe Oheema Amba, stammen beiden vanuit de Afrikaanse, of anders gezegd, de Ethiopische diaspora. Roland is geboren en getogen in Nederland. Alle drie echter hebben echter een spirituele nationaliteit die vanuit Ethiopië stamt. Niet zo vreemd als je bedenkt dat Ethiopië de bakermat is van alle menselijke beschaving.

Mystic schrijft al jarenlang poëzie en zou met zijn oeuvre vele boeken kunnen vullen. In zijn poëzie wisselen hard en zacht heel natuurlijk af. De harde bruine korst aan de buitenkant, maar het zachte brood aan de binnenkant. Zijn woorden kunnen teder zijn, en getuigen van een diepe natuurlijke schoonheid, maar kunnen ook oproepen tot gerechtigheid en revolutie.

Orsine Walden schrijft ook al vele jaren poëzie. Zij is bekend vanwege haar spoken word performances, waar zij als een waarlijk Afrikaanse koningin haar werken tot leven brengt. Poëzie in het Nederlands, Engels, Sranang Tongo en Samaaka Tongo.

Vooral die laatsten, geschreven in haar stamtaal van de Saamaka´s, dragen een muzikaliteit uit, die zelfs diegenen in vervoering brengen, die deze taal niet machtig zijn. Orsine brengt je zoals zij het zelf noemt words from the heart of spirits.

Roland van Reenen heeft een tweetal boeken op zijn naam staan. In 2010 verscheen van hem de roman One Love en recentelijk verscheen van zijn hand de dichtbundel Ik en Ik in Gedicht. Zijn werk is doordrenkt met een fascinatie voor de mystieke eenheid waar dichters al eeuwen over reppen. Een mystieke eenheid die, eenmaal gevonden in je zelf, alle grenzen van cultuur, religie en ras overstijgt.

Chagga verhalen

15 Beroemde Chagga verhalen / 15 Famous Chagga stories (rondom de berg Kilimanjaro, Tanzania)

Binnenkort verschijnt bij Demer Uitgeverij een tweetalige (Nederlands & Engels) verhalenbundel met 15 Chagga verhalen. De verhalen zijn opgeschreven door O. Mtuweta H. Tesha (voormalig ambassadeur Tanzania in o.a. India, Maleisië, Singapore, Indonesië, Nepal) en vertaald, vanuit het Engels, door zijn kleindochter Melissa Yvonne Tesha, 15 jaar oud, die in Rotterdam woont. Hannie Rouweler tekende voor de redactie van de verhalen.
.

Fragment uit een verhaal:

Kutoliye begon met één enkele koe die zijn vader hem gaf als erfenis, met een gebed dat zij moge groeien en vermenigvuldigen. Zijn vrouw gaf een overvloed van veevoeder aan het dier zodat ze snel en groot groeide – shima nyi kimndo. Tijd ging voorbij, met Kutoliye en zijn vrouw die een kudde van verscheidene vee opbouwde die op de originele koe was gebaseerd. Zijn welvaart was zo echt dat zijn vriend Myamu hem om een koe op lening vroeg. Dit was een reeds lang gevestigde traditie waarbij de ontvanger het dier als zijnde van hemzelf behandelt. De eerste nakomeling – iwache lyesauwo – zou naar Kutoliye gaan, de tweede naar Myamu terwijl de derde met de verouderende koe aan de eigenaar, Kutoliye zou worden teruggegeven. Dit systeem om koeien op huur te lenen – iare umbe maakt het voor elke volwassene mogelijk om wat vee te houden en te bezitten.

Kutoliye began with a single cow which his father gave him for his inheritance, with a prayer that she may increase and multiply. His wife gave plenty of fodder to the animal so that she grew fast and big – shima nyi kimndo. Time passed, with Kutoliye and his wife building a herd of several cattle based on the original cow. His prosperity was so real that his friend Myamu asked him for a cow on loan. This was a well-established tradition whereby the receiver takes care of the animal as his own. The first offspring – iwache lyesauwo would go to Kutoliye, the second to Myamu while the third would be given back with the aging cow to the owner, Kutoliye. This system of giving out cows on hire – iare umbe makes it possible for every adult to keep and possess some cattle.

De uitgave kost € 20,-( excl. verzendkosten) en is nu al rechtstreeks via deze website te bestellen.

Of vanaf 1 april bij Demer Uitgeverij, klik hier of hier.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter