Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
De boodschap van het dreigende regenwoud
door Michiel van Kempen
Met de tweetalige uitgave Boswachters/ Forest Guardians is iets verontrustends aan de hand. Als je het helemaal openslaat zie je een tekening in houtskool het regenwoud zoals zich dat aan je voordoet wanneer je met een korjaal een van de grote rivieren van Suriname opvaart. Eén dicht, ondoordringbaar gordijn van tinten groen. Die bosrand is op het boekomslag in grijstinten neergezet, neigend naar diepgroen. Maar het lijkt wel alsof de bomen in het gelid staan, als mensen die elkaar omarmen, ogen loeren naar jou, de zwaarbewapende infanterie rukt op.
read on…Normen en waarden vervagen in Botopasi
door Tascha Samuel
Paramaribo – “Botopasi zoals ik dat ken dat bestaat niet meer” is de mening van kunstenaar Isodoor Wens. Daarbij duidt hij niet zozeer op het uiterlijke als wel op de normen en waarden die vroeger heersten, die je met de paplepel werden ingegoten. ‘Vroeger stonden marronmensen in het algemeen bekend als respectvolle mensen. Nette mensen die wisten hoe het hoorde. Nu is er een soort verwildering gaande.”
Volgens Wens is het pijnlijk om dat te moeten constateren. Wens is momenteel in Suriname voor een kunstproject. Hij geeft aan dat als jongeling vroeger je respect voor ouderen en ingetogenheid werd bijgebracht. “Alles wat je wil weten of wat je wil moet je netjes vragen anders ben je fout bezig. Vroeger zou je niet durven zomaar een huis binnen te lopen waar er vreemden zijn. Nu doen ze het gewoon. Ik vind ze net zombies gelijken, afgestompt vanwege de maatschappij waarin ze leven”. Wim Vonk één van de kunstenaars die met Wens werkt en zelf docent is, merkte ook het een en ander op. Zo zou het onderwijs gebrekkig zijn. “Ze leren Nederlands maar zij zijn te onzeker om het te spreken. Ze zijn een beetje ruw, zitten overal aan en breken van alles. Wens vult aan dat door de binnenlandse oorlog veel jonge meisjes toentertijd lange tijd geen onderwijs hebben genoten. Toen zij teruggingen hadden zij geen scholing.
Wim Vonk kunstenaar en docent heeft genoten van zijn tijd in Botopasi. (Foto: Claudio Barker) |
“Ze zeggen het gewoon tegen me, ‘Ietsje’ ik kan niets anders dan kinderen maken.” Volgens Vonk is het nadeel dan ook dat de kinderen thuis geen begeleiding kunnen krijgen bij hun schoolopdrachten. “Ik gaf een kind drie kwartjes, een dubbeltje en een stuiver. Ze nam de twee kwartjes en zie dat is vijftig cent, maar wat is de rest vroeg ze. Dat meisje is elf en zit in de derde klas” illustreert Wens het grote probleem. Marja van Putten die ook meedoet, heeft computerlessen verzorgd aan vrouwen en leerkrachten in het dorp. “Die docenten zijn piepjong. Het is op deze manier niet in balans, oud met nieuw en dat merk je.” Volgens Wens is het zijn droom om gefaseerd terug te komen en deze problematiek te helpen oplossen.
[uit de Ware Tijd, 15/08/2012]
Botopasi inspireert artists in residence
door Tascha Samuel
Paramaribo – De wind waait door de bovenverdieping van Fort Zeelandia. Marja van Putten en Wim Vonk, artiesten ‘in residence’ bij kunstenaar Isodoor Wens, zijn bezig hun tentoonstelling in elkaar te zetten. De expo is open van donderdag 16 augustus om 19:00 uur tot zondag 19 augustus. Het thema Kunst uit Botopasi is afkomstig uit het project van Wens. De kunstenaars hebben tweeënhalve maand gewoond en gewerkt op Botopasi. Wens is geboren op Botopasi en ging op zijn 23ste naar Nederland. Hij studeerde in 1995 van de kunstacademie in Utrecht af en woont er al dertig jaar. “Ik ging om mode te studeren. Ik had namelijk een boetiek en hield van mode maar de kunst trok”, lacht Wens.
Dat was ook even slikken toen hij terugkwam bij zijn ouders. Het concept kunstenaar was onbekend en dan ook nog de vraag ‘wat verdien je eraan’? “Maar toen ik een groot kunstwerk maakte, waren mijn ouders toch wel trots.” In Nederland heeft hij een ruimte genaamd ArtOts – art on the spot.
Kunstenaars kunnen samenwerken, experimenteren en hun werk tentoonstellen. “Ik heb ook een kamer, en kunstenaar/ docent Wim Vonk bleef een keer drie weken slapen en werkte constant. Toen begon in mij het idee te groeien van ‘artist residence’. Een plek bieden aan kunstenaars waar ze afgezonderd aan hun expressie kunnen werken”, legt Wens uit. In 2011 kwam hij voor de eerste keer met dit project naar Suriname. Toen kwam ik met kunstenaars uit New York, Duitsland en Nederland. De eindexpositie was in december 2011 en was vanwege het tijdstip – december – een beetje onderbelicht.
Ongerept bos
In Botopasi langs de Surinamerivier hebben de kunstenaars zich laten inspireren door de omgeving. Het heeft duidelijk zijn weerslag gevonden in hun werk. Voor Van Putten is de ongereptheid van de natuur één van de mooie dingen. “Het verschil zit er echt in dat je veel meer tijd en aandacht geeft aan je werk. Voor mij is het veel meer hoe je werkt. Ik kijk om me heen en dan die bossen in een wirwar in elkaar in tegenstelling tot de Nederlandse waar elke tak berekend en gepland is, dat spreekt tot me.” Haar werk is een explosie van kleuren waarin groen en bruin worden afgewisseld met felle kleuren. Het oerwoud wordt op levendige wijze gepresenteerd. Voor wat reliëf wordt gezorgd door het plakken van gras en zelfs stukjes oude kerstversierselen waarover heen er geschilderd is.
Kleiliefde
Voor Wim Vonk was het een soort ‘afkic proces’ van het lesgeven. “Ik heb 27 jaar lang les gegeven op de Rietveldacademie. Ik heb na lange tijd weer echt vanuit mijn onderbewustzijn kunnen werken. Helemaal los kunnen gaan.” Vonk straalt als hij vertelt over zijn tijd in Botopasi. Hij kon het ‘leraar zijn’ toch niet omzeilen en heeft ook les gegeven aan nieuwsgierige kinderen die dagelijks bij hem aanklopten. “Soms moest ik ze wegsturen”, vult Wens aan. Vonk ontwikkelde een liefdesrelatie met de aanwezige kleibanken en rotsen die telkens verschenen met het wisselen van de getijen. Met de klei maakte hij unieke werken. Ze lijken op een rustiek maanlandschap of de aarde bekeken vanuit ‘Google Earth’. De klei spreidde hij verdund over aquarelpapier. Hierna trok hij lijnen met Oost-Indische inkt. “Ik liet de inkt maar gaan. Als het uitliep liet ik het gaan.” Boven in de nok heeft Vonk vogels gemaakt uit restmateriaal. Een plastiek lepel wordt een bek, ogen gemaakt van Parbo-doppen. De meest onwaarschijnlijke materialen waaronder ook organisch materiaal bladeren en takken worden een mooie vogel.
Ook Wens heeft gewerkt met Oost-Indische inkt. Vanuit het thema ‘dragers’ tekent hij op wit karton het leven van marronvrouwen dat vaak bestaat uit het sjouwen van spullen en het vlechten van elkaars haar. De tekeningen zijn vol rondingen en tonen de marronvrouw als krach tig en zelfstandig op een expressieve manier. “Sjouwen gebeurt dagelijks op het hoofd en als je wat meer geld hebt met behulp van een kruiwagen”, legt Wens uit. De expositie is een ode aan Botopasi en wat het te bieden heeft.
In september zal er in Den Bosch, Nederland een gezamenlijke expositie van al de werken van de artiesten die op Botopasi hun inspiratie hebben opgedaan worden gehouden.
[uit de Ware Tijd, 15/08/2012]