blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Welles Irene

Kinderboekenfestival Commewijne

Op woensdag 24 april wordt het Kinderboekenfestival te Nieuw Amsterdam, Commewijne geopend. Het thema van het festival is www.welzijn en de slogan luidt ‘Met mijn eigen idee werk ik goed mee, zodat ik zelf ook welzijn beleef!’ De officiële en feestelijke opening is van 17.00 – 19.00 in het openluchtmuseum te Nieuw Amsterdam. Het festival is open voor scholen en algemeen publiek op donderdag, vrijdag en zaterdag, zowel in de ochtend- als in de middaguren. Schrijversgroep ’77 heeft een stand op het festival en daar kunt u onder andere Irene Welles, Hilli Arduin, Sombra, Alphons Levens, Kadi Kartokromo kunnen ontmoeten.

Nieuw boek Irene Welles

door Ismene Krishnadath
Een ontroerend verhaal, waarvan de lange titel Mildred Vlaming vertelt: Xiao Wen en Xiao Li, mijn chineesjes al veel weggeeft. Op de omslag zijn de chinese namen ook in chinese karakters gedrukt over een roodglimmende chinese lamp op een gele achtergrond, helaas minder goed leesbaar. Maatschappelijk werkster Mildred Vlaming had drie jaar lang de zorg over twee verwaarloosde Chinese kinderen. Dit deed zij met veel liefde, tot de kinderen door hun opa werden teruggehaald naar China. Centraal in het boekje is de liefdevolle relatie tussen het gezin van Mildred en de kinderen. Ook over cultuurbotsingen lezen we veel. Minder leuk vond ik dat Mildred de jongens onmiddellijk Surinaams/westerse namen gaf. Het deed me denken aan de slaventijd, toen de slaven door hun meesters nieuwe namen kregen om hun eigen identiteit te vergeten. Gelukkig heeft Irene wel de chinese namen in de titel opgenomen en we leren in het boek dat ‘xiao’ de betekenis heeft van ‘kleine’. Dit herkende ik terug in de namen van sommige chinese winkels. Het verhaal van de jongens is een prachtig gegeven dat uitgewerkt kan worden tot een volwaardige roman. Dan zouden ook de voorgeschiedenis van de jongens en de zoektocht van de chinese opa moeten worden uitgewerkt.

Opening Kinderboekenfestival in Atjoni

Woensdag 27 februari wordt het eerste kinderboekenfestival van 2013 in Suriname geopend te Atjoni. Het festival is vooral bedoeld scholen uit Brokopondo en het Boven-Surinamegebied. Het thema is  ‘www.welzijn’ en de slogan luidt: Met mijn eigen idee werk ik goed mee, zodat ik zelf ook welzijn beleef! Voor Schrijversgroep ’77 zullen Deborah Gobardhan en Irene Welles participeren. Leden worden gevraagd inkijkexemplaren mee te geven van hun boeken, zodat ook deze regio kennis kan nemen van het werk van S’77 leden. De opening is van  11.00 uur -13.00 uur op het festivalterrein te Atjoni. Het festival zelf duurt tot en met 29 februari.

Dagu Tori

Het nieuwste boek van Irene Welles heet Dagu Tori; drie verhaaltjes over honden. Aan de toon, de simpele woordkeuze, de simpele verhaalbouw en het grote lettertype, kan je merken dat de verhalen voor kinderen zijn geschreven. Het thema ‘hond’ past goed bij de leefwereld van kinderen. Elk huis in Suriname kent wel één, meestal meerdere honden, elk met zijn eigen geschiedenis. Daarmee heeft Irene dus in de roos geschoten. Jammer is dat de zinnen zo achter elkaar doorlopen. Een indeling in alinea’s zou het blad overzichtelijker hebben gemaakt. Jammer ook van de spelfouten (Dobermann soms met dubbele nn en dan weer met enkele n). Het boek is qua illustraties een stuk minder druk dan Irene’s voorgaande publicaties. In dit boek is gewerkt met duidelijke kleurenfoto’s van de honden en van het aapje, dat ook in het boek voorkomt.

Kindergedichten van Irene Welles-Burke

door Ismene Krishnadath

Dit is alweer de vierde publicatie van Irene Welles. Zeven gedichten voor kinderen van 10 tot en met 12 jaar in de taal die zij op late leeftijd herontdekte, het Sranan. Het boekje is genoemd naar het laatste gedicht Ukuten. De kick-off vond plaats tijdens het kinderboekenfestival in Saramacca. De meeste gedichten zijn al een tijdje bekend, omdat Irene ze eerder heeft voorgedragen op scholen en in de stand van Schrijversgroep ’77 tijdens vorige kinderboekenfestivals. Zoals in haar eerdere gedichtenbundels, heeft ze zowel de schrijf-, als de spreekwijze opgenomen en een Nederlandse vertaling. Het is goed dat ze de spreekwijze heeft opgenomen omdat veel kinderen helaas geen onderwijs in het Sranan krijgen en dus niet gewend zijn aan de schrijfwijze. Het boek is ruim geïllustreerd. Het is jammer dat er zoveel verschillende lettertypes zijn gehanteerd en de lay-out weinig consistent is. Dit maakt het boekje een nogal druk. Toch zou ik dit boekje een belangrijk moment in de kinderboekengeschiedenis van Suriname willen noemen. Het idee om een boekje met Sranan gedichten voor deze leeftijdsgroep uit te brengen is erg progressief, omdat in onderwijskringen vooral wordt gehamerd op het Nederlands en men weinig oog heeft voor onze taalrijkdom. Irene Welles geeft aan dat het anders kan.

Kinderboekenfestival 2012: ‘Voor Suriname een feest als elk kind leest’

Groningen – De Nationale Stichting Kinderboekenfestival Suriname opende de deuren van het kinderboekenfestival in Groningen. Honderden schoolkinderen huppelden gisteren van de ene attractie naar de andere. Op het Kermisterrein in Groningen staan tientallen tentjes met verschillende attracties. Alle activiteiten hadden alle boeken en het leesplezier voor kinderen.

Op de eerste dag van het Kinderboekenfestival liepen kinderen van de lagere school en van de MULO plezierig door elkaar. Yvonne Caprino, de organisatrice van het festival, zette het evenement op met als hoofdthema ‘Voor Suriname een feest als elk kind leest’. “Kinderen moeten leesplezier ervaren. Alle attracties op het Kinderboekenfestival proberen de kinderen op hun manier een boek te laten beleven. Ze kunnen tekenen, muziek maken, spelletjes spelen en nog zoveel meer.” Er was veel te doen, op het midden van het terrein stonden grote borden die kinderen naar hartenlust te lijf kunnen gaan met verf en penseel. In een ander tentje konden de kinderen levend ganzenbord spelen. Nog wat verderop konden ze kijken naar de poppenkast of luisteren naar iemand die hen een boek voorlas. In elk tentje was er wel iets anders te doen.

Creatief met boeken

Veel blinkende oogjes en brede glimlachen waren er te zien op het Kermisterrein. “Een boek lezen moet niet iets saais zijn waar je later een bespreking in netjes Nederlands op school over moet geven. Het is iets leuks maar elk kind ervaart het op een andere manier. Op het Kinderboekenfestival kunnen ze alle manieren uitproberen. Ze zijn vrij in hun creativiteit”, aldus Caprino. En de kinderen zijn het daar helemaal mee eens.

Giarzino Deuzarain zit nog op de lagere school en vindt het festival bijzonder spannend. “Ik hou van lezen en vind alles heel erg leuk hier. In een tentje heb ik zelf al een boek gekocht.” De kinderen die een zakcentje van hun ouders meekregen kunnen in één van de twee boekhandels boeken kopen. Giarzino had het boek Avontuurlijke reis van Gerbrand Fenijn gekocht. De schrijvers zelf komen hier ook hun boeken voorstellen. Zo komt de Schrijversgroep ‘77 langs en komt schrijver Bravu even een kijkje nemen en een praatje maken met de kinderen. Het zijn alvast boeiende dagen voor kinderen op het Kermisterrein in Groningen. Het Kinderboekenfestival duurt nog tot en met woensdag 29 februari. Uiteindelijk zullen meer dan vierduizend kinderen uit verschillende scholen uit Saramacca, Coronie, Wanica en Nickerie deelgenomen hebben aan dit festival.

Drie presentaties

Tijdens het Kinderboekenfestival 2012 te Groningen Saramacca, vonden op de tweede avond drie presentaties plaats. Allereerst was er het bundeltje Ukuten (Hengeltijd) van Irene Welles-Burke. Het zijn gedichtjes voor de jeugd van ongeveer 10 tot 14 jaar. De gedichtjes zijn in het Sranan geschreven en voorzien van een Nederlandse vertaling. Maar dat niet alleen, het Sranan is zowel in schrijftaal als in spreektaal opgenomen. De schrijfster is van mening dat te weinig Surinamers hun eigen taal correct kunnen schrijven.

Irene Welles heeft de leerlingen van de Nieuwe Christelijke School te Paramaribo gevraagd tekeningen bij de gedichten te maken. Het is een bijzonder leuk geheel geworden en zeker aan te bevelen voor ouders en leerkrachten die hun kinderen op een leuke manier kennis willen laten maken met poëzie.

Creatief en leerzaam
Ook nieuw is Caribo, een spel ontworpen en ontwikkeld door Gerrit Barron. Het is een spannend gezelschapsspel (met duidelijke spelregels in vier talen) dat een beroep doet op de creativiteit en de intelligentie van de spelers. Het heeft te maken met vier Caricom-vliegvelden en vier Caribische luchtvaartmaatschappijen. En nu maar proberen om je vliegtuigen veilig aan de grond te krijgen!

Zeer leerzaam en boeiend was ook de inleiding van Els Moor en Jerry Dewnarain over Klassiekers in de literatuur. Boeken als Pippi Langkous, Alleen op de Wereld en Pinokkio en nog veel meer titels kwamen aan de orde. De klassiekers hebben als belangrijk kenmerk dat ze universeel zijn. Ze spreken iedereen aan en dan maakt het niet uit waar het verhaal zich afspeelt en wie de hoofdpersoon is.

Op zoek naar geluk
Klassiekers hebben ook een gemeenschappelijk thema: de reis van de mens op zoek naar het geluk. Samen met de bezoekers van workshop werden verschillende titels besproken en werd gezocht naar de universele kenmerken.

Els Moor benadrukte dat, hoewel Surinaamse boeken heel erg belangrijk zijn voor Surinaamse kinderen, er ook ruimte moet zijn voor de bredere horizon. Van de inhoud van de workshop is een boekje gemaakt na het lezen waarvan men een goede indruk heeft van wat klassiekers zijn.

[naar een bericht van Julie Bervoets in de Ware Tijd, 28/02/2012, en een bericht in Starnieuws van 29/02/2012]

Mama Etty

Irene Welles en Ismene Krishnadath bij de presentatie van Welles’ dichtbundel Suma frede fu leysi in 2008.

read on…

Dichtende laatbloeier

door Iris Klapwijk

Ze is 74, maar dat valt niet aan haar te zien. Opgewekt zit Irene Welles-Burke in de tuin van haar huis. Het ene half jaar woont ze in Nederland en als het daar koud wordt komt ze voor het andere half jaar naar Suriname. Drie jaar geleden begon Welles-Burke gedichten te schrijven en onlangs is haar tweede boekje gepubliceerd: Fa y’o krey [Waarom huil je].

Op haar achttiende vertrok Welles-Burke met haar ouders en al haar broers en zussen naar Nederland. Meer dan dertig jaar werkte ze als onderwijzeres in Schagen. Toen veertien jaar geleden haar man overleed, kwam ze terug naar Suriname en sindsdien is ze ieder jaar terug blijven komen.

Pas op haar 71ste is ze begonnen met het schrijven van gedichten. “Het dichten is iets wat mij overkwam, als een klap. Ik heb altijd al wel verhaaltjes geschreven, maar dat waren meer herinneringen voor mezelf. Ik hoorde een Surinaamse voordrachtskunstenares op een literair festival in Paramaribo die haar eigen gedichten voordroeg en dacht: ‘dat wil ik ook’. Je kan het natuurlijk wel willen, maar of je het dan ook echt kan is een tweede vraag. Ik heb een potlood gepakt en over alles wat ik zag en wat me raakte ben ik gaan dichten. Een vogeltje op de stoel bijvoorbeeld. Vanaf dat moment bleven de gedichten komen.” Waar Welles-Burke zich het meest over verbaasde was de taal. “Ik had al jaren geen Sranan meer gesproken en toch kwamen de gedichten zo in me op. Toen ik klein was, mochten we dat helemaal niet spreken. Als mijn oma mij in het Sranan aansprak en ik zou in het Sranan antwoorden, was dat onbeleefd. We moesten altijd Nederlands praten. Ik heb wel spellingslessen genomen. Zat ik daar met mijn zeventig jaar in de klas bij twintig- en dertigjarigen. Maar toch leer je elke keer weer bij. Blijkbaar was de taal wel weggezakt maar niet verdwenen. Ik wil met mijn gedichten ook laten zien dat je soms niet meer weet dat iets er is, maar dat het diep van binnen toch is te vinden.”

In haar nieuwste boekje Fa y’o krey staan elf gedichten. Niet alleen in het Sranan, Welles-Burke heeft de gedichten ook vertaald in het Nederlands en het Engels. Ze gaan over allerlei dingen die zij om zich heen ziet en die ze voelt. Welles-Burke publiceert in eigen beheer. “Het probleem met gedichten is dat uitgevers er niet in geïnteresseerd zijn. Als je bij een uitgever aanklopt, krijg je altijd hetzelfde antwoord: ‘Mevrouw, we doen geen gedichten.’ Alleen als je een hele bekende schrijver bent. En ik snap het ook wel, mensen lezen ook nauwelijks nog gedichten. Dat is overal zo en in Suriname denk ik nog erger. Toch wil ik mensen graag gedichten laten lezen, vandaar dat ik het zelf heb uitgegeven.”

[uit Parbode, 16 mei 2009]

Boekpresentaties Mama Etty en Voor mij ben je hier

De laatste woensdagavond in mei, de 25ste, is het in Paramaribo weer Schrijversgroepavond en dit keer een gevarieerd programma in verband met de presentatie van de boeken Mama Etty en Voor mij ben je hier.

Na twee gedichtenbundels vond Irene Welles het tijd om haar verhalen te delen met het publiek. Mama Etty, met de nieuwsgierig makende ondertitel Gi soso ososma, is het resultaat. Het boek heeft maar liefst 26 verhalen, waarin gewone dingen uit het leven door Irene’s beschrijving iets bijzonders krijgen. Kadi Kartokromo interviewt Irene. Verder zijn er voordrachten van Sombra en Arlette Codfried en een djembe presentatie van Boike Tojo.

Na de pauze komt het boek Voor mij ben je hier in de spotlight. Dit boek werd samengesteld door Michiel van Kempen ter gelegenheid van 35 jaar onafhankelijkheid. Zestien auteurs leverden een bijdrage aan dit boek dat al eerder gepresenteerd is in Nederland. Op 25 mei vertellen Ismene Krishnadath en Tessa Leuwsha (foto links) iets meer over hun bijdrage aan het boek. Tessa Leuwsha schreef ‘High five, zand erover’ over de vriendschap tussen twee jongens. Ismene Krishnadaths verhaal heet ‘Adempauze’ en geeft, in de ontmoeting van de twee hoofdfiguren, een visie op de geschiedenis en toekomst van Haïti. Ismene Krishnadath vertelt meer over haar kijk op Haiti en de spirituele rol die Haïti kan spelen in de wereldgeschiedenis. De conferencier van de avond is Willy Alberga.

[bericht van Schrijversgroep ’77]

Start Kinderboekenfestival in Nickerie

Op 30 april gaat op het terrein van het Cultureel Centrum Nickerie het kinderboekenfestival Nickerie van start. Drie dagen lang kan Nickerie, dank zij het harde werk van de Nationale Stichting Kinderboekenfestival, genieten van boeken en boekactiviteiten. De ochtenden zijn speciaal voor de leerlingen van de ruim dertig scholen die Nickerie rijk is. In de middaguren zijn de kleine stands open voor het algemeen publiek. In de grote publieksstand zijn er wedstrijd- en optredens. Schrijversgroep wordt vertegenwoordigd door Sombra, Irene Welles, Carla Sanichar, Arlette Codfried en Ismene Krishnadath. Deze laatste is ook schrijfster van het jaar voor het Kinderboekenfestival 2011.

Kinderboekenfestival van start in Albina

Op maandag 28 februari gaat de eerste ronde van het Surinaamse Kinderboekenfestival 2011 van start in Albina. De karavaan met standhouders vertrekt reeds op zondag naar het grensplaatsje aan de Marowijnerivier. Van Schrijversgroep ’77 gaan Irene Welles, Sombra en Ismene Krishnadath mee. De laatste is schrijfster van het Kinderboekenfestival 2011. Zo’n drieduizend kinderen van scholen in Marowijne zullen het festival bezoeken. De tientallen stands bieden allerlei leuke activiteiten die bedoeld zijn om de interesse voor het boek te wekken. Tijdens het festival worden ook de finales gehouden van de vele wedstrijden waarop de kinderen via de school zijn voorbereid, zoals voorlezen, vertellen, rap en drama.

Tori Oso-avond over Coronie

De laatste woensdag van februari, de 23ste, is het weer Tori Oso avond van Schrijversgroep ’77. De avond wordt gewijd aan het district Coronie, op speciaal verzoek van Sombra, die er geboren en getogen is. De avond start met slides van Coronie, van de dvd die de FVAS maakte in het kader van het kunstproject Coronie in 2004, waar ook Sombra aan meedeed. Daarna zal Sombra vertellen over de geschiedenis van Coronie en de huidige situatie. Zijn voordracht heet Fa a du kon tak Coronie tan so no no de en is in het Sranan. Hij gaat in op de rol van de kerk en de politiek. Vervolgens presenteert Els Moor het boek Dromers, doemdenkers en doorzetters; verhalen van mensen en gebouwen in Coronie van Fineke van der Veen, Dick ter Steege and Chandra van Binnendijk. Dit boek maakt deel uit van de expositie De verleiding van Coronie, die momenteel te bezichtigen is in Den Haag, Nederland. Het boek zal te koop zijn op de Schrijversgroepavond. Na de pauze zingt Carla Rees over Coronie en Irene Welles leest een verhaal voor. Dan is het tijd voor vragen, opmerkingen en aanvullingen vanuit het publiek. Het belooft een interessante avond te worden.
De toegang is vrij.
Tori Oso. Frederik Derbystraat 76., Paramaribo.
Tijd 20.00 – 22.00u.
Meer info: Sombra (8571510) of Ismene Krishnadath (8912005)

[Bericht van Schrijversgroep ’77]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter