blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Wayana

Het schoolreisje: omkeervoorleesboek in 8 talen

door Jerry Dewnarain

De kinderboekenschrijfsters Hilli Arduin en Indra Hu hebben de handen ineengeslagen. Het eindproduct is een omkeervoorleesboek. Het boek bevat één voorleesverhaal geschreven in acht moedertalen van Suriname. De makers van dit boek hebben gekozen voor een aparte vormgeving: een omkeerboek dat uitgegeven is door Stichting Rupsje Regenboog.

read on…

Wayana

door Hilde Neus

In het diepe binnenland werd een meisje geboren dat tegen alle verwachtingen in door haar verzorgers op haar vijfde naar Paramaribo werd gestuurd om naar school te gaan. Meer in de lijn der verwachting lag dat de keuze op haar halfbroer zou vallen, maar oma gaf al aan: ‘Zij gaat terugkomen en ze gaat de gemeenschap helpen’. Bij Jupta Itoewaki zit deze boodschap, die tevens een opdracht is, in haar botten.

read on…

Nationale dag Der Inheemsen Volken in Suriname

Programma: Nationale dag Der Inheemsen volken in Suriname 9 augustus 2019 Palmentuin, Paramaribo read on…

De eerste reis van de Wayana naar de stad

door Els Moor (+)

De Wayana, een inheems volk uit het Amazone-gebied, leven in Brazilië, Frans-Guyana en Suriname. In Suriname wonen ze in verschillende dorpen, onder andere Kawemhakan, op de grens met Frans-Guyana. Tegenwoordig komen er veel bezoekers daar, onder andere eco-toeristen. De inheemse samenlevingen zijn niet meer alleen bepaald door hun eenheid met de natuur, maar ook door sterk veranderende sociale omstandigheden waarin geld een grote rol speelt. read on…

Naar de stad. De eerste reis van de Wayana naar Paramaribo

Naar de stad. De eerste reis van de Wayana naar Paramaribo is een informatief lees-, kijk- en doe-boekje. De Wayana vormen een bevolkingsgroep die vanaf 1868 vanuit Brazilië naar Suriname (Palumeu- en Tapanahonyrivier) is gemigreerd. De belangrijkste persoon in het boekje is Kananoe Apetina, de stichter van het dorp Apetina/Puleowimë aan de Tapanahonyrivier. read on…

Sieraden – makers & dragers

Met de wintertentoonstelling Sieraden – maskers & dragers presenteert Museum Volkenkunde de grootste verzameling sieraden in een Nederlands museum ooit. Sieraden uit de museumverzameling aangevuld met hedendaagse sieraden van toonaangevende ontwerpers uit de hele wereld, meer dan 1000 in totaal, staan garant voor volop kijkplezier, verbazing en bewondering. Behalve ‘hoe mensen zich wereldwijd versieren’, zoomt de tentoonstelling ook volop in op de makers, maaktechnieken en bijzondere verhalen. read on…

Bea Vianen 80

De laatste woensdag van deze maand is de viering van onze Onafhankelijkheidsdag. De Schrijversgroep ’77 houdt daarom haar welbekende ‘laatste woensdag’ op donderdag 26 november a.s. Wij zullen het in het eerste deel van het programma met u hebben over het werk van de literaire grootheid Bea Vianen, die onlangs 80 jaar oud is geworden. read on…

Stuwdammen en wegen… Niet voor de Wayana en Trio?

door Christine F. Samsom

Met het aanbreken van de kleine regentijd is het probleem van stroomtekorten en distributie van stroom, de zogenaamde loadshedding, van de baan, tot de volgende droge tijd… De mensen van het binnenland hadden leedvermaak. Moesten zij het niet al jaren met vier uur stroom per 24 uur doen? Waar ikzelf het meest voor vreesde, was dat het Tapajai-project weer van stal zou worden gehaald, maar die vrees blijkt voorlopig ongegrond. Hoelang is voorlopig? En wat willen de direct betrokkenen, de inheemsen en marrons in het gebied eigenlijk? read on…

Stuwdammen en wegen in het Surinaamse binnenland

Boekpresentatie in literaire boekhandel De Evenaar
Op donderdag 9 oktober vindt in literaire boekhandel De Evenaar in Amsterdam de presentatie plaats van het boek Stuwdammen en wegen in het Surinaamse Binnenland. Gevolgen voor Wayana en Trio. Dit rijkelijk met foto’s geïllustreerde boek is geschreven door Maja Haanskorf, hoofdredacteur van La Chispa. read on…

Inheemsen: Overleven, bouwen en wonen

Met betrekking tot het overleven van Surinaamse inheemse volken, over hoe ze wonen en zelf hun hutten bouwen, zijn interessante boeken geschreven. Een keuze. read on…

Suriname in Boedapest

door Michiel van Kempen

Als ik uitgenodigd word om colleges te komen geven in Hongarije, dan weet ik dat ik me erop moet voorbereiden dat alles wat ik over Suriname en de Antillen (jaja, de voormalige…) ga vertellen volstrekt nieuw is voor het toeluisterend publiek, voor de studenten evenzeer als voor de docenten. Wat creolen zijn en waar die vandaan komen, wat hindostanen zijn en dat die de meerderheid van de Surinaamse bevolking uitmaken, dat boeroes en protestant blanku niet hetzelfde zijn als witte Nederlanders, wat het verschil is tussen Papiamentu en Sranantongo enz. enz. enz. Het lijkt daar waarachtig Nederland wel!

Hoe veraf en vreemd ook in tal van opzichten, er is ook heel veel dat de Hongaren herkennen in de positie van landen met een kleine cultuur aan de periferie van de grote culturen. Grote groepen landgenoten buiten het land van herkomst: de Hongaren weten er alles van. Wat nationalisme is en wat dan kan teweegbrengen: vraag het de Hongaren. Het speet me dat er daags voor mijn aankomst een opvoering was van een zwaar-romantische opera van Erkel, maar mijn gastvrouwe, prof. Judit Gera van de Eötvös Lórand Universiteit in Boedapest, smeet direct het lid op mijn neus: die vreselijke opera’s van Erkel worden alleen misbruikt door rechts-nationalistisch Hongarije. Toen ik in de metro de affiches voor de opera zag met een agressieve adelaar, begreep ik dat mijn vraag of er nog sprake was van een enigszins kritische enscenering, volstrekt buiten de orde was. Dan hadden ze die afgrijselijke adelaar wel de kleuren van Greenpeace gegeven.

De colleges lopen zoals wel te voorzien was: met een gretig-nieuwsgierig publiek en weinig respons; het Nederlands is een lastige taal voor Hongaarse studenten. Ze vinden het fascinerend om Pierre Lauffer te horen en Edgar Cairo en Michael Slory in beeld te zien. Hilariteit is er als ik vermeld dat in 1910 de Hongaar Franz Pavel Killinger een staatsgreep in Suriname wilde plegen. (‘Waar Hongaren komen, komt er chaos,’ reageerde twee jaar geleden een glunderende Gabór Pusztai van de universiteit van Debrecen al.) En grote verbazing is er als ik iedereen uitnodig naar zijn schoenen te kijken, voordat ik Slory’s gedicht over Jan Ernst Matzeliger behandel, de Surinaamse uitvinder van de schoenmachine.

Ik had niet verwacht dat ik in een van de tientallen musea of honderden boekwinkels van Boedapest enig spoor van de Caraïben zou vinden. Het zou wel weer blijven bij de cuba libreof de Curaçao blue in een cocktailbar. Op mijn eerste dag trof ik niets aan, behalve een tag op de rots achter het beroemde mineraalbadhotel Gellert: ‘Quito Nicolaas was here.’

Maar de tweede dag pakte heel anders uit. Ik stond wat besluiteloos op de Kosuth Tér, het plein voor het indrukwekkende gotische parlementspaleis aan de Donau: er waren geen kaartjes meer voor de rondleiding, en ik besloot het plein over te steken naar het Volkenkundig Museum. De kassajuffrouw keek mij enigszins meewarig aan toen ik vroeg of het museum ook  iets tentoonstelde over Zuid-Amerika. Ja, er was wel een tentoonstelling over Amazone-Indianen, mompelde ze enigszins gegêneerd, maar (nu brak er licht door in haar stem) ik zou toch zeker niet vergeten de prachtige collectie Hongaarse volkskunst te gaan zien, met hetzelfde ticket van 8 euro? Ik beloofde het, met twee vingers zwerend op de adelaar van Erkel.

Al direct in de eerste zaal van de Amazone-tenoonstelling sta ik perplex van verbazing: zekere Lajos Boglár is geboren in Sao Paulo als zoon van de Hongaarse consul. Hij zal als antropoloog zijn hele leven wijden aan onderzoek naar de Zuid-Amerikaanse Indianen en komt te werken bij dezelfde universiteit waar ik nu gastcolleges geef. Omdat hij familie heeft in Brazilië, krijgt hij als een van de weinige wetenschappers tijdens de communistische periode toestemming om veldwerk te doen in het buitenland. Hij verzamelt gegevens, maakt foto’s en films en brengt een enorme collectie voorwerpen bijeen, waarvan een honderdtal uit Suriname, vooral van de Wayana! Het is zijn collectie,  samen met de verzameling van het Volkenkundig Museum, die het fundament van de tentoonstelling vormt. Suriname prominent aanwezig in het gigantische Romeins-pompeuze museumgebouw in hartje Boedapest!

Natuurlijk gaat de tentoonstelling over de bedreigingen voor de inheemse stammen in het Amazonegebied. Maar het lijkt alsof dat maar een side-line is, die de actualiteit nu eenmaal vraagt om sshoolkindertjes naar het museum te krijgen. De expositie geeft een volwaardig beeld van het leven van de Amazone-volkeren. Tal van pottenbakkersvoorwerpen zie ik voorbijkomen, voornamelijk uit 1896 maar bijna alsof ze door dezelfde hand zijn gebakken als de Karaïbse schaal uit Galibi van een eeuw later die ikzelf in huis heb staan. Er zijn prachtig geconserveerde hoofdtooien van kleurrijke vogelveren, er zijn armbanden, voetversieringen, halskettingen. Er zijn kunstige maskers, jachtvoorwerpen, landbouwwerktuigen, kledingstukken, danskostuums, draagbanden, voorwerpen voor het bereiden van cassave en ander eten. En al legt de begeleidende tekst me uit dat zowat elke stam en elk dorp zijn eigen karakteristieken heeft, mij valt toch ook vooral op hoezeer de techniek en de versieringen van volkeren die vaak heel ver uit elkaar wonen, met elkaar overeenstemmen.

Merkwaardig is dat de catalogus die de expositie begeleidt, met geen woord van Suriname rept, alsof de collectie van Lajos Boglár pas goed is bekeken toen de catalogustekst al af was. Maar wat geeft het: de prachtige kleurenfoto’s vermelden dan wel dat dit of dat voorwerp uit Venezuela komt, mijn hoofd is zo vrij om erbij te denken: het had evengoed uit Suriname kunnen zijn. Wetenschappelijk is dat niet, maar ik ben dan ook geen antropoloog, al zou ik graag een hele middag hier college geven aan die gretige Hongaarse studenten. Want als je enthousiast kunt worden voor het schoeisel van Jan Ernst Matzeliger, dan toch zeker ook voor de kolibriveertjes in de Indianentooien.

Het Wayana-dorp Pirëuime / Apetina

The village of Pirëuime, locally referred to as Apetina, was established between 1938 and 1942 as a result of a mass exodus of the Wayana tribe from Brazil. Existing tribal warfare in Brazil compelled many Wayanas to seek increased chances of survival in neighboring Guyana and Suriname. Tribe members traveled from the Paru River in Northern Brazil, over the Tumuchumac Mountain Ridge on the Southern border of Suriname, into the Palumeu River, finally setting up close to 70 small camps along the Tapanahoni River.

Beste,

De informatie op uw website over het dorp Apetina lijkt overgenomen
van Wikipedia. Hierin staat een vergissing. Het dorp is niet rond 1940
gesticht, maar rond 1956. Dit jaartal is het resultaat van onderzoek
a.d.h.v. id-cards. Ik heb gevraagd wie waar geboren is (Wehejok of
Puleowime) en de grens bleek rond 1956 te liggen. De geboortejaren
zijn rond 1960 door de missionarissen geschat, dus ze kunnen er bij
kinderen die vanaf 1955 geboren zijn, niet ver naast gezeten hebben.
Uit de mondelinge overlevering blijkt ook dat ze in 1952 (t.t.v. de
medische expeditie en de 2e reis van deze familie naar Par’bo) zéker
nog in Wehejok woonden. Het dorp Wehejok van Apetina is rond 1930
gesticht. Zeker is dat het er in 1936 al enige tijd was. Zodra ik tijd
heb zal ik dit ook op Wikipedia wijzigen. E.e.a. staat in een boekje
dat ik geschreven heb. Ik zal u hier spoedig meer info over sturen.
‘Naar de stad. De eerste reis van de Wayana naar Paramaribo

met vr. groet,
Truus Kleijwegt

Klik hier voor de nieuwe website van Kuluwayak over Apetina

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter