blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Visser Marieke

Herinneringen aan Els Moor (I)

Woensdagmiddag, 9 maart, na 1uur kregen wij van de Openbare School Kwamalasamutu het bericht dat mw. Els Moor is heengegaan. Wij van de OS Kwamalasamutu leerden Els Moor kennen hier in het dorp waar ze de leerkrachten hielp met kindvriendelijk onderwijs en zoveel meer. read on…

DSB: Verbonden, zichtbaar en betrokken 150 jaar dienstbaar aan de Surinaamse samenleving

door Jerry Dewnarain en Els Moor

Inleiding

Dit jaar is De Surinaamsche Bank (DSB) 150 jaar geworden. Ter gelegenheid van dit feit is een gedenkboek uitgegeven. Toen de bank 125 jaar werd, kwam er ook een gedenkboek uit. Dat boek heet Verbonden. Nu, vijfentwintig jaar later, schijnt de bank behalve verbonden aan ook zichtbaar voor en betrokken bij de Surinaamse samenleving te zijn. read on…

Rotary agenda belicht culinaire diversiteit

De bureauagenda van de Rotary Club Paramaribo staat dit jaar in het teken van de culinaire diversiteit van Suriname. Met voorouders afkomstig uit alle windstreken, spreekt het voor zich dat met deze bonte smeltkroes ook een zeer gevarieerde ‘pot’ op tafel komt, meent de sociale club. In de bureauagenda komt dit gegeven duidelijk naar voren. read on…

Karin Amatmoekrim in Suriname

Afgelopen zaterdag, 19 oktober, hield Karin Amatmoekrim haar nieuwe, vijfde roman, De man van veel, ten doop in Suriname, in hotel Torarica. Het boek gaat over een psychotische periode die Anton de Kom in zijn leven doormaakte. Wat de biografische feiten betreft steunt het sterk op de De Kom-biografie van Rob Woortman en Alice Boots, maar Amatmoekrim gebruikt haar eigen verbeelding om op te roepen wat De Kom doormaakte.

Geschiedenis vrijmetselarij Suriname te boek gesteld

door Joop Vernooij

In november 2011 bestond de vrijmetselaarsloge Concordia, de oudste van Suriname, 250 jaar. De oorsprong van de vrijmetselarij in het algemeen ligt in de late middeleeuwen toen gildes, verenigingen van vakgenoten, ontstonden. De bouwvakkers gebruikten hun werkgereedschap als symbolen voor hun vereniging die zich rond 1717 – 1720 vormde en inmiddels is uitgegroeid tot een wereldbroederschap. Met een vakvereniging heeft de vrijmetselarij nu niets meer van doen.

read on…

‘TOR. A People’s Business’: ‘We zijn veel meer dan een hotel’

door Jerry Dewnarain

Torarica werd op 10 juli 2012 vijftig jaar. Het is een hotelbedrijf waar we niet omheen kunnen: het heeft een gevestigde reputatie. Het hotel heeft een 24 uurs-business en speelt een belangrijke rol in de Surinaamse samenleving. Bij het plannen van het jubileumjaar begin 2011 werd daarom besloten een gedenkboek uit te geven, een present voor de gemeenschap. Waarom een boek voor de samenleving? Hoe betrokken is Torarica bij de samenleving of andersom? TOR. A People’s Business. Een halve eeuw Hotel Torarica kwam uit in december 2012. Chandra van Binnendijk en Marieke Visser hebben een memorandum geschreven waarin de vijftig jaar geschiedenis van dit 100% Surinaams bedrijf is vastgelegd.

Cynthia Mc Leod gaf het boek een toegevoegde waarde met haar historische verhalen over de omgeving van Torarica, de Combé. Deze historische beschrijving van Torarica’s locatie maakt onder meer duidelijk dat de Combé vroeger een chique buitenplaats was voor rijken.

Het boek telt acht hoofdstukken en bevat interessante feiten, levendige interviews, prachtige pentekeningen, sfeervolle foto’s op glanzend papier en boeiende historische vertellingen en anekdotes. Zo’n anekdote staat op pagina 63: Aan de achterzijde van het Pool Terrace staat al tachtig jaar een bekende boom: een amandelboom. Deze amandelboom stond vroeger langs de oever van de Surinamerivier. De omgeving stond toen al bij velen bekend als de Kleine Combé. ‘In de periode 1920 – 1940 stond onder deze zelfde amandelboom een keet met een houten vloer. In het weekend speelde er een orkest en de jeugd van Paramaribo verzamelde zich hier bij deze uitspanning, Halikibe genaamd, om te genieten van de muziek en van elkaar. De naam Halikibe (…) roept bij vele senioren herinneringen op uit hun tienerjaren, bijvoorbeeld van jeugdliefde of van… Bububitsjori, een bekende fanatieke danser van toen. Hij was zo lelijk dat niemand met hem wilde dansen. “Je gedraagt je als een Halikibe-prinses!” was een verwijt aan al te uitbundige tieners. (…) Voor tien cent per persoon kon je één keer dansen in de keet Halikibe. (…) Het meisje dat “Halikibe-prinses” genoemd werd, was de favoriet.’

Het boek is voor zowel de huidige generatie als voor ons nageslacht een (sociaal) naslagwerk dat het ontstaan, de groei en de rol van een halve eeuw Torarica beschrijft en herinneringen oproept. TOR. A People’s Business vertelt niet alleen over de geschiedenis van Torarica als bedrijf, maar veel meer onderwerpen komen aan bod, zoals de kunstcollectie die het hotel heeft opgebouwd in de loop der jaren. Uiteraard komt ook de bouwgeschiedenis van het hotel ter sprake. Dat de samenleving betrokken is bij het wel en wee van Torarica blijkt uit het volgende. Als wordt besloten om bijvoorbeeld de lobby te renoveren, moet rekening gehouden worden met zijn originele kleur of de kleur van de stoelen, enzovoort. Deze ruimte met zijn meubels roept heel wat nostalgie op. Velen zijn getrouwd in dit hotel, feesten en shows zijn er georganiseerd. Veranderingen aan het gebouw kunnen dus niet zomaar plaatsvinden. Er wordt rekening gehouden met de gemeenschap. Er bestaat immers heel veel emotie van Surinamers en buitenlanders rond het begrip Torarica. Daarom ‘A People’s Business’!

Elk hoofdstuk maakt steeds een andere boeiende kamerdeur open. TOR. A People’s Business is geen standaard gedenkboek, het geeft geen opsommingen van allerlei bezettingsgraden van de hotelkamers door bezoekers. Een aantal facetten is in kaart gebracht. In het eerste hoofdstuk krijg je de 24 uurs-service te zien, alles wat er gebeurt achter en voor de schermen. Naarmate je verder leest, krijg je steeds meer pareltjes of gouden weetjes aangereikt, het wordt duidelijk dat vijftig jaar Torarica geworteld is in de Surinaamse samenleving en professioneel inspeelt op de behoeftes van toeristen en de economische ontwikkeling in het land zelf. Dit is een waardevol aspect dat door de schrijvers is vastgelegd. Bovendien leggen de foto’s van veel bekende artiesten, missverkiezingen en andere foto’s een stukje sociale geschiedenis van het land vast.

Zoals die van de jaren tachtig. In die periode beleefde het hotel een zeer slechte tijd en toch sloot het zijn deuren niet. Dit gedenkboek geeft veel meer informatie dan vijftig jaar geschiedenis. De samenstellers hebben zich namelijk ook beziggehouden met de vraag hoe het leven in Paramaribo was voordat Torarica bestond, vóór 1962 dus. Waar logeerden de toeristen voorheen? Middels interviews blijkt dat vele pensionnetjes, die hun eigen huisregels hadden, de toeristen opvingen. Hoge gasten zoals koninklijk bezoek, potentiële handelaren en investeerders werden opgevangen dankzij de Surinaamse gastvrijheid. Maar doordat er adequate en professionele opvang ontbrak, werd de roep om een goed hotel op te zetten groter. De bouw van de stuwdam (eind jaren vijftig) en andere sociaaleconomische ontwikkelingen zorgden voor een serieus plan om Hotel Torarica te bouwen. Die bouw duurde bijna twee jaar. Prinses Irene verrichtte op 10 juli 1962 de opening. Dat Torarica veel meer is dan een hotel komt goed uit de verf in dit gedenkboek. TOR. A People’s Business is een hebbeding voor elke boekenkast!

Chandra van Binnendijk & Marieke Visser: TOR. A People’s Busines. Een halve eeuw Hotel Torarica met historische verhalen van Cynthia Mc Leod. Paramaribo, 2012. ISBN 978-99914-7-183-9

Vrijmetselarij in boekvorm

Op woensdag 11 januari wordt Bouwstenen voor een betere wereld; 250 jaar Vrijmetselarij in Suriname gepresenteerd. Het boek is samengesteld door Chandra van Binnendijk en Marieke Visser.

read on…

250 jaar geschiedenis Surinaamse Vrijmetselarij vastgelegd

De 250-jarige geschiedenis van de Vrijmetselarij in Suriname is vastgelegd in een boek. Dinsdag werd het jubileumboek gepresenteerd. Het eerste exemplaar was bestemd voor president Desi Bouterse. Tijdens de receptie werd benadrukt dat de Vrijmetselarij, de Amorc, de Foresters en de Mechanics geen geheimzinnige organisaties zijn. Er wordt steeds meer openheid gegeven. De organisaties hebben hun eigen principes en ritualen maar werken met elkaar samen.

read on…

Naschriften Paramaribo Perspectives

Zojuist verschenen: Paramaribo Perspectives. In het boek zijn de naschriften gebundeld van vijf auteurs over de gesprekken in de context van de tentoonstelling Paramaribo Perspectives. Met bijdragen van Ozkan Golpinar, Marieke Visser, Aspha Bijnaar, Leon Wainwright en Charl Landvreugd.

Een bijzondere avond

door Karin Lachmising & Marieke Visser
Traag bewegen we ons om en door het huis, in cirkels. De fatubangi die Roberto Tjon A Meeuw maakte proberen we nog maar een keertje uit. Wat we voelen is soso lobi, the power of love.

read on…

ik ging op reis & ik kwam thuis

[Weerslag van een reis van Suriname naar Zuid-Afrika, en weer terug, in het kader van een literaire uitwisseling, Diversity is Power II, oktober 2008]

ik
ging
op
reis
&
ik
kwam
thuis
ik ging op reis & ik kwam thuis
dat was alles

meer dan alles is het niet
meer dan alles is er niet

ik ging op reis
& ik nam mee
mijzelf, gefragmenteerd,
wat onbestemd verlangen & verdriet
& heimwee niet

ik kwam thuis
& ik nam mee
mijzelf, gefragmenteerd,
wat onbestemd verlangen & verdriet
& heimwee niet

ging ik op reis
& kwam ik thuis
was dat alles
ben ik die ik was
maar dan anders
mijzelf, gefragmenteerd,
wat onbestemd verlangen & verdriet
& heimwee niet
dat was alles
maar dan anders

meer dan alles is het niet
meer dan alles is er niet

Ik ging dus op reis, in oktober 2008, en ik kwam thuis. Dat was alles. Op het vliegveld in Johannesburg, and hey, we’ve been there, dus zeggen wij the airport in Jo’burg, wachtten wij op het toestel dat ons naar Amsterdam zou brengen. Anne Huits vroeg aan me, eigenlijk was het meer een constatering: “Wat lijkt thuis nu ver weg hè? En wat lijkt het lang geleden dat we vandaar vertrokken.” En ik realiseerde me op dat moment dat dat voor mij niet zo was. Niet langer hingen Van Liers dichtregels als een ontmoedigende tegelspreuk boven mijn hoofd: “Nergens meer thuis te zijn / niet in het uur, niet in het land”. Ik voelde mij thuis, zowel in het uur als in het land, daar op de airport van Jo’burg. Ik was op reis gegaan en ik was thuisgekomen.

Dit besef, a new sense of belonging, de realisatie dat tijd noch plaats van wezenlijk belang zijn voor iemand die door werelden reist en die overal thuis kan zijn, dit alles inspireerde me uiteindelijk tot het schrijven van Brieven uit de woestijn, de novelle waar ik nu mee bezig ben. Ik kwam thuis en dat was niet alles. Ik ging op reis. Ik bleef gewoon thuis maar ging toch verder weg dan ik ooit geweest was. Am I losing you? Wie De Kleine Prins kent weet dat ogenschijnlijke tegenstrijdigheden vaak de grootste waarheden bevatten: “Alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.”

Ik ben er van overtuigd dat wij ieder voor zich onze eigen werkelijkheid creëren. Elk moment van ons leven maken wij keuzes hoe wij de wereld om ons heen ervaren. Leggen we verbanden, kleuren we de lege plekken in, geven we namen aan onze gevoelens, brengen we beweegredenen onder woorden, kiezen we nieuwe reisdoelen. We wandelen ons zelfgekozen pad, we scheppen onze eigen wereld. En soms, soms dan stappen we in elkaars wereld, dan kijken we met ons hart en zien geen muren meer, maar slechts nog open armen. Dan ontmoet je een brada waarvan je niet wist dat je die had en je wordt opgenomen in je nieuwe familie . Je herinnert je iets dat je vergeten was. Je vindt terug wat je dacht voor altijd verloren te hebben. Het kan zijn dat het lot je heel goedgezind is en dat jouw kwetsbare hart in de liefdevolle handen van een volslagen vreemde geheeld wordt, alsof je binnenste der binnensten geen geheimen kent voor die ander. Of dat je je evenbeeld weerspiegeld ziet in een gezicht dat in niets op het jouwe lijkt.

De brieven uit de woestijn vertellen het verhaal van een vrouw die alles achter zich laat: haar bezittingen, de woorden, herinneringen en zelfs gedachten. Op een dag ontwaakt zij en bevindt zich in het hart van de woestijn, in de volmaakte leegte. Langzaam maar zeker geeft ze de wereld om zich heen weer vorm. Na enige tijd verschijnt er nog een vrouw in de leegte, maar die zwijgt in alle talen. De vrouw die er het eerst was begint dan, bevangen door “wat onbestemd verlangen & verdriet / & heimwee niet”, brieven te schrijven, in het zand, aan een vriend, en vindt langzaam maar zeker de weg naar zichzelf terug. Dit is een fragment.

Lieve vriend,

Zal ik je een geheim vertellen? Eens heb ik je getekend, met mijn vingers de contouren van je lichaam in het zand getrokken. Uren heb ik tegen je aan gepraat. Het was zo fijn je te kunnen vertellen over de scherven van mijn herinnering die ik in het mulle zand teruggevonden heb. Eén voor één gaf ik ze een plaats, een mozaïek vormend waarin je steeds duidelijker te herkennen was.

(…)

Hier in het hart van de woestijn leer ik eindelijk om los te laten. Verder van alles vandaan dan ik me ooit heb kunnen voorstellen te zijn, kijk ik naar mijn lege handen waardoor het zand stroomt, eindeloos, eindeloos, zonder dat ik zelfs nog poog om het vast te houden. Dan voel ik mijn hart dat vol is en wil jubelen. Dat doe ik meestal niet, gewoon, omdat er niemand is, behalve de vrouw en ik. Nog steeds is er geen woord over haar lippen gekomen. Ik weet niet eens of wij dezelfde taal spreken.

Maar laatst, toen mijn hart overstroomde, nadat ik de warmte van je nabijheid in mijn bloed had gevoeld, toen werd het me te machtig. Ik begon, lach niet, kerstliederen te zingen, waande mij even omringd door een menigte mensen die dezelfde verbondenheid voelden als ik. En toen ik mijn ogen opende, toen zag ik een zwerm duiven boven onze hoofden cirkelen. Voor het eerst zag ik de vrouw glimlachen. Ze strekte haar armen uit naar de vogels en begon zelfs te bewegen met een bezieldheid die ik nog niet eerder bij haar gezien heb. Ik was uitgelaten. Bleef zingen, terwijl zij in haar handen meeklapte. En ik telde de vogels, de boodschappers van vrede. Zevenentwintig waren het er.

(Marieke Visser – Boxel, 26 maart 2009)

Een beeldverslag van het bezoek aan Zuid-Afrika, gemaakt door Wim Louwrier, is te vinden op You Tube. Deel I hier en Deel II hier.

In vijf delen is op You Tube ook een interview met Marieke Visser en Charles Chang over de reis te beluisteren; het eerste deel hier.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter