Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Tori’s tussen teloorgang en opleving
The end: Verhaaltraditie tussen teloorgang en opleving
Vertelavonden, wedstrijden, workshops: men zou kunnen denken dat tori’s nog op ieders lippen liggen. Maar afgezien van georganiseerde events die de vertelkunst levend houden: wie vertelt eigenlijk nog verhalen? Heeft de traditie een toekomst? Een speurtocht naar plaatsen en mensen die het kunnen weten.
read on…Workshops geven voorsprong op Nationale Voorleeswedstrijd
door Audry Wajwakana
Leerrijke avond op Wereldverteldag
door Audry Wajwakana
Paramaribo – Iedereen kan een ‘tori’ vertellen. Maar niet zoals Guillaume Pool en Hilli Arduin dat doen. Dat bewees het duo weer eens op Wereldverteldag, 20 maart, in de Garage van de Nederlandse Ambassade. Het publiek hing van begin tot eind aan de lippen van de vertelkunstenaars. Met vier verhalen werd het publiek getrakteerd op een leerrijke en ontspannen vertelavond. De vertellingen waren allemaal gebaseerd op het thema fortuin en noodlot.
read on…Wijnand Stomp verteller van het jaar
Arduin en Pool op Wereldverteldag
Storytellingday 2012
Net als vorig jaar zal er ook nu aandacht worden besteed aan de Wordstorytelling Day. Thema is Fortuin & Noodlot.
read on…Wijnand Stomp genomineerd als verteller van het jaar 2013
Wie wordt de nieuwe Ambassadeur van vertellend Nederland? De vijf genomineerden zijn Pauline Seebregts, Philip van der Zee, Sahand Sahebdivani, Wijnand Stomp en Wim Wolbrink! Op Wereldverteldag, woensdag 20 maart, zal de jury in Vertelcafé Mezrab te Amsterdam bekend maken wie van hen de nieuwe Verteller van het Jaar wordt. Lees hieronder meer over deze vertellers!
read on…Nationale voorlees- en verteldag
Op 4 maart is het Nationale Voorlees- en Verteldag. Ook dit jaar is er in dit kader een Voorlees- en Vertelweek en wel van 3 tot en met 10 maart 2013. De bedoeling is dat gedurende deze week extra aandacht zal worden besteed aan voorlees- en vertelactiviteiten. In Suriname zal de Vertelclub van Gerda Bijlhout in deze week op scholen en instellingen, voor kinderen en seniorenburgers, voorlees- en vertelactiviteiten ontplooien en spelletjes doen. Op zondag 3 maart is de aftrap van 16:00- 18:30 uur bij de Nola Hatterman Academie. Hilli Arduin is er om haar nieuwe editie van De prinses die haar haren niet wilde kammen te launchen. Verder boekenverkoop en allerhande leuke activiteiten voor kinderen. Meer info: Mw. Bijlhout G. (Voorzitter) 08777430/ 453656 – gerdabijlhout@gmail.com
Persoonlijke slavernijverhalen weinig verdiepend
door Maayke Botman
Aanleiding voor de bundel Meerstemmig Verleden; Persoonlijke verhalen over het Nederlandse slavernijverleden waren de Interculturele Dialogen in verschillende Amsterdamse buurten waaruit bleek hoezeer de erfenis van het slavernijverleden leeft onder sommigen. Studenten van de master Publieksgeschiedenis van de Universiteit van Amsterdam zijn ermee aan de slag gegaan en hebben het merendeel van de interviews afgenomen. Het vakgebied Publieksgeschiedenis beoogt namelijk een brug te slaan tussen wetenschappelijke historische kennis en het grote publiek. De Nederlandse slavernijgeschiedenis leent zich uitstekend voor een dergelijke exercitie. Enerzijds is er het historisch onderzoek, grotendeels door de ‘usual suspects’ zoals historici Emmer, Oostindie en Den Heijer. Anderzijds zijn er de stemmen van een handjevol Afro-Nederlanders zoals Beryl Biekman, Roy Groenberg en Roy Ristie die af en toe weten door te dringen tot het brede Nederlandse publiek. Bijvoorbeeld rond 1 juli of recentelijk naar aanleiding van de ntr-serie De Slavernij. Daartussen probeert het NiNsee te laveren. De discussie onlangs over deze serie heeft weer laten zien hoe gepolariseerd het debat over de slavernijgeschiedenis is. Of het nou gaat om het perspectief waaruit onderzoek is gedaan, de wijze van herdenken, officiële excuses van het staatshoofd of herstelbetalingen, het leidt vrijwel altijd tot verhitte debatten. In de bundel staat dialoog centraal en in de aanloop naar de interviewers hebben de samenstellers een diverse groep Amsterdammers bijeengebracht, zowel geïnterviewden als interviewers, die met elkaar tijdens een Dialoogmaaltijd van gedachten hebben gewisseld over het thema.
In de inleiding krijgt de lezer een nuttig overzicht van de wijzen waarop in pakweg de afgelopen dertig jaar slavernij in Nederland werd herdacht, welke visies daaraan ten grondslag hebben gelegen en tot welke controverses ze soms hebben geleid. Variërend van monumenten, tot organisatievorming en tot nieuwe herdenkingsvormen als de boottocht naar de Joodse begraafplaats in Ouderkerk aan de Amstel en de Keti-Koti Tafel. Daarnaast wordt kort ingegaan op het slavernijverleden in de geschiedschrijving waarbij de samenstellers een tweedeling zien tussen enerzijds het traditionele historisch onderzoek, voornamelijk uitgevoerd door witte historici, en anderzijds de informele historische kennis die in de orale traditie in de vorm van familieherinneringen, verhalen, en liederen is overgedragen aan de nazaten van slaven. Een ietwat simpele voorstelling van zaken die een problematische dichotomie creëert tussen wit, wetenschappelijk en objectief, en zwart, onwetenschappelijk en subjectief. Het werk van zwarte historici zoals Frank Dragtenstein, Rose Mary Allen, of Leo Balai wordt bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Zo ook het onderzoek van een jonge, opkomende generatie van onderzoekers zoals Markus Balkenhol of Karwan Fatah-Black. Dat is jammer. Aan het eind van de bundel doet NiNsee onderzoeker Aspha Bijnaar in een nabeschouwing een poging om de losse draadjes uit de interviews weer bij elkaar te halen om tot een rode draad te komen. Zij maakt een indeling in grofweg twee stromingen van de wijze waarop er met de slavernijgeschiedenis wordt omgegaan. Een groep laat zich er nauwelijks mee in. Dat zijn voornamelijk witte Nederlanders, nieuwkomers en een kleine groep Surinamers en Antillianen. De laatstgenoemden erkennen de slavernij en de gevolgen ervan maar willen zich er niet te veel op focussen omdat dit de eigen emancipatie zou belemmeren. In een aantal interviews komen exponenten van deze stroming aan het woord. Opvallend is dat in deze interviews het slachtoffer-denken van exponenten van de andere stroming vaak aan de orde komt. Vertegenwoordigers van die tweede stroming zetten zich op meer activistische wijze in voor emancipatie door te strijden voor een formele erkenning van de slavernijgeschiedenis en het afschaffen van allerlei racistische uitingen die voortvloeien uit deze geschiedenis. Waarom hun strijd synoniem is geworden voor slachtoffer-denken blijft in het midden. Het was interessant geweest als dit meer was uitgewerkt.
Hoewel Bijnaar aangeeft dat haar indeling gradueel is, gaat ze met name in op de wijze waarop slavernij herdacht wordt in Afro-Nederlandse kringen. Daarmee gaat ze voorbij aan de witte Nederlandse geïnterviewden en een Koerdische die zich wel inlaten met deze geschiedenis. Zij passen niet zonder meer in de eerste stroming en hun persoonlijke belevingen bieden soms interessante inkijkjes. Temeer omdat een deel van de zwarte geïnterviewden actief is in organisaties die binnen de activistische stroming vallen. Veel van hun perspectieven zijn inmiddels wel bekend. Het is een gemiste kans dat de studenten die geïnterviewd hebben niet zelf met een nabeschouwing zijn gekomen waarin niet alleen de rode draden uit de interviews maar ook een reflectie op hun eigen ervaringen met het onderwerp werden besproken. Nu komt na elk interview een zeer korte reflectie die op den duur storend wordt omdat de studenten telkens hetzelfde aangeven. Namelijk, hoe weinig ze wisten en hoeveel indruk de interviews hebben gemaakt. Dat is een mooi effect van hun opdracht maar voor de lezer weinig prikkelend. Als lezer ken je bovendien halverwege het boek wel zo’n beetje het format van de interviews. Ook dat komt het leesplezier niet altijd ten goede. Ten slotte zijn er nog een paar slordigheden die de samenstellers van de bundel dan wel een redacteur van de uitgeverij eruit hadden moeten halen. Zo wordt bijvoorbeeld in de inleiding de naam van Oostindie foutief geschreven (met trema op de e), en worden de begrippen bridging en bonding aan hem toegeschreven terwijl deze concepten door Robert Putnam in Bowling Alone (2000) zijn gebruikt. Concluderend kan men zich afvragen welke lezersdoelgroep nou eigenlijk bediend wordt in dit boek. Voor lezers die zich beroepsmatig met het onderwerp bezig houden, bevat de bundel weinig nieuwe inzichten en zijn de interviews te weinig verdiepend. Lezers die niet direct verbonden zijn met het onderwerp verwachten wellicht interessante overgeleverde familieverhalen over slavernij, maar daaraan ontbreekt het bijna geheel. Wellicht was het zinniger geweest om hier een mooie, informatieve website van te maken waarin telkens nieuwe persoonlijke verhalen aan toegevoegd kunnen worden.
Paul Knevel, Sara Polak, Sara Tilstra (red.) Meerstemmig Verleden; Persoonlijke verhalen over het Nederlandse slavernijverleden. Amsterdam: KIT Publishers, 2011. 136 p., isbn 978 94 6022 173 6. prijs €15,00.
[uit Oso 2012.1]
Verschillende boodschappen bij elk liefdesverhaal
door Audry Wajwakana
Valentijnsdag in Tori Oso
14 Februari: dag van liefde en geliefden in Tori Oso, Paramaribo.
kom met uw valentine
buurman, buurvrouw
skana, pettum, schatje
a sma, onze maat
het grote geheim
Donderdag 14 februari 2013
Tori Oso, Fred Derbystraat 76, Paramaribo
Inloop : 19.30 uur
Aanvang : 20.00 uur
De toegang is gratis
Uw vertelkunstenaars Hilli Arduin & Guillaume Pool
Informatie: 451129-470268-8637309
Wie wordt de verteller van het jaar 2013?
Een open verkiezing van en door vertellend Nederland
Daarin noem je één naam en beschrijf je in enkele zinnen waarom die persoon Verteller van het Jaar zou moeten worden. In principe kan iedereen verkozen worden, behalve de juryleden. Zie ook de onderstaande criteria. Aan de hand van het aantal stemmen en de meegestuurde motivaties zal de jury op 8 maart a.s. de shortlist bekendmaken van de 5 genomineerden. Ze krijgen een profielpagina die op alle sites van de meewerkende vertelorganisaties geplaatst kan worden. Uit deze lijst kiest de jury uiteindelijk de nieuwe Verteller van het Jaar. Raymond den Boestert zal als Verteller van het Jaar 2012 op 20 maart a.s. de bijbehorende wisseltrofee uitreiken.
MC Tori’s
Tori is het Surinaamse woord voor verhaal, de MC Tori is een warme zondagmiddag waar een (theater)maker het podium van MC overneemt. Geïnspireerd op de actualiteit en persoonlijke fascinaties zal de maker verschillende kunstenaars uitnodigen om de middag in te vullen; muzikaal, theatraal en poëtisch.
zondag 4 november, 15:00 u
MC TORI o.l.v. Hesdy Lonwijk
Deze editie is onder leiding van een echte ‘story teller’, namelijk Hesdy Lonwijk. Hesdy is filmmaker van onder andere de film Color me Bad en Buutvrij, die internationaal op diverse filmfestivals vertoond werden. Buutvrij won zelf een award tijdens het Filmfestival Rotterdam.
zondag 2 december, 15:00 u
MC TORI o.l.v. Niels Nieuborg
Deze middag staat de MC Tori onder leiding van Niels Nieuborg; oprichter van het beroemde restaurant Toko ’94 in Rotterdam, ook bekend als muzikaal platform voor o.a. Ntjam Rosie, Karsu Dönmez en Ronald Snijders en berucht om haar feestjes. Niels maakt nu van het Amsterdamse MC Theater op het Westergasfabriekterrein een muziekwalhalla door zijn muziekprogrammering en ook verzorgt hij het programma bij de ‘buren’ van de North Sea Jazz club. Als echte muziekfanaat zegt Niels; “er is maar weinig qua muziek waar ik niet van houd”.