Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Geschiedenis vrijmetselarij Suriname te boek gesteld
door Joop Vernooij
In november 2011 bestond de vrijmetselaarsloge Concordia, de oudste van Suriname, 250 jaar. De oorsprong van de vrijmetselarij in het algemeen ligt in de late middeleeuwen toen gildes, verenigingen van vakgenoten, ontstonden. De bouwvakkers gebruikten hun werkgereedschap als symbolen voor hun vereniging die zich rond 1717 – 1720 vormde en inmiddels is uitgegroeid tot een wereldbroederschap. Met een vakvereniging heeft de vrijmetselarij nu niets meer van doen.
read on…Het Suriname van Joop Vernooij
door Karel Steenbrink
In Nijmegen (klooster-verzamelhuis Catharijnehof, Rosa de Limastraat) hield Dr. Joop Vernooij zijn nieuwste boek ten doop op vrijdag 18 oktober j.l.
In 1998 publiceerde hij al een voorganger voor dit boek: De Rooms-katholieke gemeente in Suriname. Handboek van de geschiedenis van de Rooms-Katholieke Kerk in Suriname, in eigen beheer uitgegeven. Dat was een boek van 280 bladzijden. Het grootste verschil tussen dat boek en het nieuwe is de moderne tijd: die kreeg in het oude boek 50 bladzijden, in het nieuwe bijna 70, maar in een veel persoonlijker, uitgewerkter en gedetailleerder stijl. Kennelijk heeft de auteur enige afstand genomen van zijn eigen werkterrein. De stijl van het Nederlands is ook heel wat prettiger geworden.
Hoop en tegelijk besef van zwakheid van het gedane werk speelt wellicht mee in het gedicht dat de slotbeschouwing afsluit: (Cándani, ps van Asha van den Bosch):
bouwden wij kerken
uit de muren
te laat kwam hij
de slavernij heeft hij gemist
ook van de immigratie weet hij niets
en weer had hij haast
het bloedbad laat hem koud
Daar moeten we het even mee doen! Daarom toch nog even een suggestie voor een derde versie van dit verhaal, bij een volledige nieuwe editie, ooit nog eens: een paar regels van Shrinivasi, hier alvast 2 keuzes:
Maar zie ik blijf bij U
wanneer de wolken
rood aanlopen.
Vergeet dit niet.
Gedenk mij
wanneer de nacht hierna
eenzaam speelt
met de rivier.
(Uit de editie van Geert Koefoed, Een weinig van het andere..,blz. 55. Het volgende blz. 110)
Voor die dit vol
zo vaal, ze wreed frustreerden
In haar ogen
zie ik de Vader
de Zoon en de Heilige Geest.
Vier Goyse paters even ‘thuis’
t Goy – Vier van oorsprong Goyse paters op leeftijd kwamen afgelopen zondag samen in de katholieke kerk Paus Johannes XXIII in ‘t Goy. Allen zijn opgegroeid in ‘t Goy en werkten na hun opleiding aan het seminarie over de hele wereld. read on…
Gwasi siki: Levensverhalen van Surinaamse mensen die lepra hebben gehad
door Joop Vernooij
De Brabantse dagbladjournalist Paul Spapens heeft samen met beroepsfotograaf Jan Stads een mooi tekst- en fotoboek uitgegeven onder de titel Gwasi siki. Levensverhalen van Surinaamse mensen die lepra hebben gehad.
read on…Een uiteenzetting van de winti-leer
door Joop Vernooij
Juliën Zaalman heeft zes boeken geschreven over Surinaamse winti, voornamelijk in romanvorm of als biografie. In zijn nieuwe boek, A Nyame, pakt hij het anders aan. Hij geeft ‘Een uiteenzetting van de Winti-leer’, min of meer formeel, logisch en systematisch. Zaalman presenteert een uitgebreide proloog onder de titel ‘Er was geen leven en toen was er leven’. Het is een verhaal over het begin van het leven in ‘Nengre-kondre’. Daarin wordt de wereld van dit boek symbolisch voorgesteld.
A Nyame is, volgens Zaalman, Eeuwige Levenskracht, Eeuwige Geest, Eeuwige Macht, Volmaker en Volbrenger, Bestaan en Leven. Die eeuwige kracht van A Nyame uit zich op drie manieren in Het Zijn: als Nyamzangi (1), als Nyamkemponu (2) en als Odumankama (3). Ik ben deze begrippen in dit kader nog niet tegengekomen. Maar wellicht komen die uit het erfgoed van Zaalman. Daarmee tonen we tegelijk een kleine moeilijkheid voor Zaalman en voor ons. Hij hanteert overwegend Nederlands, een beetje Sranan en – laten we het zo noemen – winti-tongo. Hij leeft dus in drie werelden en dat moeten we ook doen om hem te kunnen begrijpen. Dat Zaalman een poging doet de winti-leer uiteen te zetten voor een breder publiek is een grote verdienste. Zeker in het kader van de interreligieuze dialoog waarmee Suriname zoveel ervaring heeft en andere mensen kan voorgaan. Het is de winti-leer van Juliën Zaalman.
Inhoud
Het boek A Nyame is merkwaardig samengesteld. Na de inleiding volgt het eerste hoofdstuk en dat is alleen de spreuk ‘A / ben de / bifo, / bifo / Bende / ben de’ (p. 27). De volgende pagina geeft een uitleg van ‘Bende’, van het veband tussen het ontstaan en het bestaan. In hoofdstuk 2 staat het ook op één pagina in de vorm van een gedicht en is wat langer: ‘A / Nyame / Na En ben de bifo, bifo / sani di de / ma / na En / na sani di de // Het was voor Het Zijn er was / en is Het / AL’. Niet bijzonder spectaculair, maar toch. Zaalman legt uit wat hij verstaat onder A Nyame, de eeuwige geest, macht en levenskracht. In hoofdstuk 3 gaat het ook over A Nyame en worden de drie manieren van het zijn uitgelegd: Nyamzangi (scheppend vermogen), Nyamkemponu (vermogen van levensbesef) en Odumankama (het besef, de tegenstelling en het geweten). Je denkt: dat schiet goed op. Maar dan begint hij in hoofdstuk 4 (pp. 35-144, verdeeld in elf onderdelen, 4.1 tot en met 4.11) met ‘Het geestelijk concept van de mens’. Zaalman geeft uitleg over zijn leer, in 4.1 middels een serie alinea’s (a tot en met u), goed onderscheiden en overzichtelijk. Dat is zijn methode want het volgend onderdeel (4.2) heeft alinea’s van a tot en met w., enzovoort. In dit hoofdstuk komt Anana als de Kracht-Anana ter sprake, evenals de Nana. Hoofdstuk 5 geeft ons een lied tot de Gran Yeye. A Nyame laat zich bezingen als een eeuwige geest (p. 144). Hoofdstuk 6 gaat in op ‘De geestelijke kracht’, terwijl hoofdsuk 7, met de titel ‘Nyamkemponu-Akara’, ‘De mens in Het Zijn’ en ‘De loop van het menselijk leven’ behandelt (pp. 170-211). Het 8ste hoofdstuk gaat over ‘Akara en Nyamzangi’ en sluit af met gedachten over ‘Asamankama – werking van de dood’. Hoofdstuk 9 behandelt de zeven manieren om goed te leven (zeven manifestaties van Nyamkemponu-Akara, terwijl de naam van Akara de toegang van de Nana tot Nyamkemponu is). Hoofdstuk 10 beslaat één pagina en gaat over ‘Bifo a ben de – Voor het er was’. De uiteenzetting eindigt met een reflectie op ‘Het nageslacht’ (hoofdstuk 11). Het geheel samenvattend behandelt Zaalman het thema van wat winti-religie (iets anders dan winti-leer!) met het leven te maken heeft. In zes pagina’s doet hij dat middels een aantal korte stukjes. Dat is het systeem van het hele boek, best moeilijk en vaak nogal abstract, totaal bijna 400 pagina’s. Zaalman sluit af met gedachten over ‘De geestelijke huishouding’, met een ‘Begimofo’ en met ‘Waarin we geloof moeten hebben/ Ini san unu musu bribi’. Hij voegt een legenda toe en vermeldt enkele bronnen voor dit werk.
Voorbeelden
Ik wil enkele voorbeelden geven van gedachten uit de winti-leer om aan te tonen dat Zaalman geen gemakkelijk boek presenteert. ‘Goed of kwaad wordt in het dagelijks leven gedragen door de Nana die dat ondervindt dankzij de invloed van Odumankama-Akara’ (p. 200). ‘In de vrije natuur kan de Nana voldoen aan wat zijn verbeeldingskracht aangeeft, wat te moeten doen om de zaken die hem treffen betekenisvol aan te pakken.’ (p. 246) ‘Doodgaan betekent voor de overledene alles verliezen en het grootste verlies is zijn leven, zijn akara. De Nana raakt de zin van leven met alle beslommeringen van de dag kwijt. Hij is niet meer in staat om zijn lichaam te voelen.’ (p. 286) ‘Het leven kent vele herhalingen, van zaken die zich gisteren, eergisteren of eerder hebben voltrokken. Gebeurtenissen en daden die zich in het heden afspelen, vertonen over vrijwel de gehele linie overeenkomsten met gebeurtenissen en daden die zich in het verleden hebben voorgedaan.’ (p. 363) Moeilijke teksten, iets voor meditatieboeken in welke richting dan ook. Het is een studieboek maar dan nog verwijzen vele accenten naar andere accenten in deze winti-leer.
Bronnen
Zaalman verwijst naar wat zijn bronnen zijn: het leven: dat is altijd een goede bron. Ook naar zijn eigen publicates en gesprekken met vele bonuman, en tata Tinsensi en tata Brofibrokama. Naar mijn mening zijn nog vele andere bronnen te gebruiken. Deze afscherming van de kennis van de Winti-leer is voor mij ondenkbaar.
Karakter
Deze studie heeft naar mijn idee het karakter van een filosofische benadering. Het gaat om de mens die zich een positie moet zien te verwerven, om wat de mens beweegt of zou moeten bewegen. Vaak heeft het betoog ook het karakter van een positieve zedenleer: hoe te handelen naar best vermogen. Kortom, een moksi. Het heeft ook wel iets weg van een ingewikkeld, onzichtbaar netwerk van maakbaarheidsmodellen van mensen, gedachten en werelden. Juist op het moment van het maken van deze recensie ontving ik het boek van de dichter, literator en forensisch psychiater Antoine de Kom, dat als titel heeft Het Misdadige brein. Over het kwaad in onszelf (Querido, 2012). Daarin dus de presentatie van een heel ander soort denken over de mens zelf, dan Zaalman presenteert.
Juliën A. Zaalman: A Nyame. Een uiteenzetting van de Winti-leer, 407 pp., omslagontwerp: Jennifer Shields, print en afwerking: Office World. Paramaribo: Stichting Tata Kwasi Ku Tata Tinsensi. ISBN 978-99914-7-164-8
Dialoogbijeenkomst over kerk, mandir en masdjid
Naar aanleiding van de verschijning van het boek van Jan Schalkwijk over de Hindostaanse zending (zie het bericht hieronder van vandaag) wordt er op zaterdag 16 april in Den Haag een dialoogbijeenkomst gehouden over kerk, mandir en masdjid. Daar komen vragen aan de orde als;
Hoe beleven Hindostaanse Christenen hun godsdienst in de Hindostaanse gemeenschap?
Hoe kijken Hindostaanse Christenen naar het Hindoeïsme en de Islam?
Hoe kijken Hindoes en Moslims naar het Christendom?
Hoe willen de verschillende geloofsgemeenschappen met elkaar omgaan. Welke uitgangspunten kunnen daarbij gehanteerd worden?
IISR, SIN en de EBG organiseren deze dialoogbijeenkomst over de relatie tussen Christendom, Hindoeisme en Islam naar aanleiding van het verschijnen van het boek van Jan Schalkwijk over de geschiedenis van de EBG, en met name de Hindostaanse christenen.
Op de bijeenkomst zal een panel ingaan op deze vragen.
Het panel van de dialoog-bijeenkomst bestaat uit:
– Erik-Jan Stam, predikant van de EBG onder de Hindostanen in Nederland.
– Pandit Attry Ramdhani, voorzitter van de Rammandir in Den Haag.
– Hikmat Mahawatkhan, oud-voorzitter van de Ahmadiyya moskee in Den Haag.
– Joop Vernooij, priester en theoloog.
De bijeenkomst begint met een presentatie van Prof. Dr. Marten Schalkwijk over de studie van zijn vader en van Usha Schalkwijk-Doerga over de persoon van Jan Schalkwijk. Beide sprekers nemen deel aan het panel.
Meer informatie over het boek en de bijeenkomst vindt u hier
De flyer voor de bijeenkomst kunt u hier downloaden.
U kunt zich hier aanmelden voor de bijeenkomst.
Datum: zaterdag 16 april
Aanvang: 19.00 uur (inloop 18.30)
Locatie: Theater Concordia
Adres: Hoge Zand 42, 2512 EM Den Haag
Informatie: 06-41.28.37.85