blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Venetiaan Ronald

In memoriam John Leefmans

door R.R. Venetiaan

Droefheid overheerst bij de vrienden van John Leefmans, wanneer het bericht ze bereikt, dat de veelzijdige John is heengegaan. En dat ondanks de 79 jaren die hem geschonken zijn en de ernstige problemen met zijn gezondheid waarmee hij de laatste jaren te kampen heeft gehad. Zoeken op het internet levert zoveel belangrijke disciplines van John Leefmans op, dat er een hele batterij aan deskundigen nodig is voor een volledige beschouwing over deze uitzonderlijke, productieve en illustere persoonlijkheid.


Geboren te Nieuw Nickerie op 28 juli 1933 als zoon van een districtsambtenaar, is hij als kind van 5 jaar naar Paramaribo gezonden, waar hij opgroeide en school ging om tenslotte na de afronding van de Sint Paulusschool, in 1948 naar Nederland af te reizen voor het volgen van de middelbare school en daarna de studie rechten aan de Rijks Universiteit Leiden.

Op vijftienjarige leeftijd verliet hij dus zijn geboorteland, vol herinneringen aan, zoals hij dat zelf aangaf de ‘ghostcity’ Paramaribo, de stad zonder verlichting na zonsondergang, naar het ook niet zo welvarende Nederland van na de Tweede Wereldoorlog.

Aan de Leidse Universiteit vond hij zijn weg in de sfeer van het Leidse studentikoze leven, maar hij wist toch zijn energie te geven aan de Surinaamse Studenten Vereniging (SSV), waar wij hem leren kennen als de leider, de voorzitter, neen, ik moet zeggen de praeses van die organisatie. Want de stijl, de taal en ook de oriëntatie in de organisatie, waren gebaseerd op wat gangbaar was in de Leidse studentenverenigingen. Zijn werk voor de SSV weerhield hem er niet van om zijn literaire productie vanaf zijn studentenkamer ook in de Nederlandse studententraditie te stellen en te plaatsen in het Nederlandse studentenblad KAF’T.

Het is een bijzondere keuze wanneer juist John door het SSV-Bestuur dat hem opvolgt in 1957, wordt uitgezonden als eerste afgevaardigde naar een internationale studentenconferentie. Zijn verslag opent de weg voor de SSV naar een maatschappij-geëngageerde organisatie, die zich voortaan uitdrukkelijk ook zou richten op de mobilisatie van de Surinaamse student voor de ontwikkeling van Suriname.
In de periode die dan volgt vinden we John behalve als actief SSV-lid, ook als medeoprichter en eerste hoofdredacteur van het Surinaams Literair Tijdschrift Mamjo en als mandolinist/violist van het Leids Surinaams studentenorkest Cinco Estrellas.

John Leefmans kiest na afronding van zijn rechtenstudie in Leiden voor de Haagse opleiding tot diplomaat en verrast velen met zijn indiensttreding in de Nederlandse diplomatieke dienst.
Niet iedereen is verrast. Zeker niet degenen die John hebben gevolgd in zijn literaire producten gedurende zijn studie. Terwijl tijdgenoten als Slory in Amsterdam en Frank Martinus in Leiden, onder hun schrijversnamen, hun eerste grote bundels produceren respectievelijk getiteld Sarka/Bittere strijd en Stemmen uit Afrika, richt John zich op wat hem goed lijkt in de Leidse studentensfeer, de Leidse mores, en wat het serieuze streven betreft, gaat hij op zoek naar het spoor van de grote Nederlandse schrijvers. Zijn keuze doet ons in die jaren beseffen, dat het recht op een vrije keuze voor elke Surinamer op tafel ligt, overigens onvermijdelijk gekoppeld aan de innerlijke worsteling als gevolg van de eigen mamyo-roots en de eigen mamyo-geschiedenis, waaraan ook Leefmans niet ontkomt. Is dat de boodschap die onze ogen mogen lezen in het gedicht van de latere ‘Jo Löffel’, tijdelijke schuilnaam van Leefmans, dat Michiel van Kempen afdrukt in zijn Spiegel van de Surinaamse Poëzie? De titel luidt: “één kamer, één huis had ‘k hun gedacht” en de tekst:

één kamer, één huis had ‘k hun gedacht
maar toen de bruggen achter ons waren verbrand
en leeg stonden huis en leven
zwierven wij onbegrensd in de golfslag
een ieder voor zich
langs de ruggen van al onze goden
op zoek naar het eigen gezicht
met geleende ogen verblind van ‘t opgejaagde zout,
zwalken langs elkaar
(lichtjaren/melkwegen/ertussen)
totdat wij elk voor zich
(en elk zijn eigen klip en kiel)
aanspoelen en stranden

Het gedicht ‘balling’ mag de lezer zelf opzoeken in dezelfde bron. Het begint met de aangrijpende regel ‘’een moeder gilt in mij” en eindigt met de nu op een voorspelling lijkende uitspraak “sinds sloop de kou in mijn stem”.

Inderdaad. Geestelijk vlijmscherp, maar lichamelijk verzwakt, met moeilijk functionerende longen en stem, was John Leefmans bij de aanbieding van zijn boek met titel en inhoud in het Sranan met de vertaling in het Nederlands ernaast Op’ a batra/ Open die fles aan de President van de Republiek Suriname, vertegenwoordigd door de toenmalige Ambassadeur Joella-Sewnundun. Hij is bij die gelegenheid geëerd met een hoge onderscheiding in de Surinaamse Ereorde van de Gele Ster, voor zijn poëzie en zijn proza en voor zijn actieve bijdrage, met name na zijn pensionering als ambassadeur, aan het cultureel leven van de Surinaamse gemeenschap in Nederland.

Op zaterdag 25 augustus j.l. is John Leefmans vertrokken, op pad naar zijn laatste standplaats in het hiernamaals.
Moge hij daar de eeuwige vrede genieten.
Onze condoleances gaan uit naar zijn vrouw Liesbeth Leefmans-de Wijs, de Familie Leefmans en aan alle Srananmans in Suriname en in Nederland.

Paramaribo, 28 augustus 2012

[overgenomen van Obsession Magazine, 29 augustus 2012]

Vene

Portret van de Surinaamse dichter Vene (Runaldo Ronald Venetiaan), gemaakt door de in Suriname werkzame fotograaf Nicolaas Porter. Nr. 103 in de reeks fotoportretten die Porter in opdracht van de Werkgroep Caraïbische Letteren maakt. Voor informatie kunt U mailen naar: nicolaasporter@hotmail.com. Wie de hele reeks wil zien kan hieronder klikken op het label Werkgroepportretten.

Van Lierlezing: Suriname moet ‘wantok’ ontstijgen

door Stuart Rahan

Leiden – Om de ontwikkeling van Suriname versneld te doen plaatsvinden, moeten politieke partijen hun wantok (taalgroep) ontstijgen. De etnische scheidslijnen moeten doorbroken worden en partijleiders moeten verder kijken dan hun eigen enge belangen. Etnische verzuiling belet nationale ontwikkeling.

Tot deze conclusie kwam de Surinaamse jurist Hugo Fernandes Mendes in zijn lezing ‘Politieke cultuur en leiderschap in Suriname’, tijdens de laatste Van Lier-lezing georganiseerd door de Werkgroep Caraïbische Letteren. De tweejaarlijkse lezing werd vrijdag gehouden op de Universiteit Leiden.

Fernandes Mendes zag dit positieve vooruitzicht zich nu al ontwikkelen bij de VHP. Tijdens de laatste partijverkiezingen werd Chandrikapersad Santhoki met een duidelijk overwicht kandidaat-voorzitter om vervolgens met groot verschil de voorzittershamer over te nemen. ‘Een verhelderend transparante partijdemocratie’, noemde de inleider deze nieuwe politieke ontwikkeling in Suriname.

Karakteristiek

‘In Suriname legt de partijvoorzitter geen politieke verantwoordelijkheid af voor zijn daden, hij wordt niet weggestemd.’ Fernandes Mendes staafde deze stelling door Jagernath Lachmon, Ronald Venetiaan en Willy Soemita als voorbeeld te nemen. ‘Het is karakteristiek voor Suriname: een lange zit met slechte resultaten. Lachmon is de langstzittende partijvoorzitter geweest in de wereldgeschiedenis.’ De daaropvolgende actie van Santhoki keurde hij wel goed. Santhoki begon Surinamers in diaspora te interesseren in investeringen in hun geboorteland. Vroeger was de VHP slechts tijdens de verkiezingen een partij van alle hindostanen maar na de verkiezingen werd het een partij van Lachmon en enkele welgestelde hindostaanse families. ‘Santhoki is niet als de vorige VHP-leiders. Alleen moet hij nog zijn “wantok” ontstijgen om een nationaal leider te zijn’, betoogde Hugo Fernandes Mendes. Hij ziet ondanks de antinationale partijpolitiek van Suriname dat dit kenmerkende leiderschap wel etnische onrusten heeft weten te voorkomen zoals in andere Caraïbische landen. Het merkwaardige van zijn betoog is net zo goed van toepassing op de NDP van president Desi Bouterse. De partij heeft zich vanaf de oprichting afgezet tegen de oude op etnische leest geschoeide partijen hetgeen, zij het gestaag, heeft geresulteerd in de meest overtuigende overwinning in 2010 sinds het herstel van de democratische rechtstaat. ‘De oude politiek heeft de tweede kans sinds 1987 niet benut’, constateerde Fernandes Mendes, die enige hoop put uit de gedachte dat het raciale leiderschap op termijn op z’n retour is. Dat Fernandes Mendes moeite heeft met de persoon Bouterse heeft in zijn beleving alles te maken met zijn veroordeling in Nederland voor drugshandel en het feit dat hij hoofdverdachte is in het decemberproces. ‘Het is het ultieme faillissement van de politiek dat iemand als Bouterse met zijn verleden in drugs en coups heeft kunnen winnen.’

21 DNA-zetels

Dat de vooruitzichten op economisch vlak voor Suriname goed te noemen zijn, is volgens Fernandes Mendes te danken aan het opgezette beleid van de regering-Venetiaan in samenwerking met de toenmalige president van de Centrale Bank van Suriname, André Telting. ‘Zij kozen voor monetaire stabiliteit. Desondanks, Suriname blijft onvoorspelbaar.’ Dat die toekomst onzeker is, heeft ook te maken met onder andere het ontbreken van de anti-corruptiewet en de belangenverstrengeling van politici. Assembleelid Paul Somohardjo van coalitiepartij Pertjajah Luhur is beleidsadviseur op het ministerie van LVV, dat hij als parlementariër kritisch zou moeten volgen. Ronnie Brunswijk van A Combinatie heeft ook een dergelijke functie op het ministerie van Sociale Zaken. De beide mannen verdienen een dubbel inkomen voor werkzaamheden die niet voltijds verricht worden. De politieke belangenverstrengeling is niet nieuw. Jopie Pengel had ten tijde van zijn minister-presidentschap vier departementen onder zich en toucheerde vier afzonderlijke salarissen. ‘Er werd toen niet geprotesteerd’, was zijn conclusie. De moeizame relatie met Nederland is afgebouwd. ‘Wat driehonderd jaar niet met Nederlandse ontwikkelingshulp lukte, lijkt nu met de zuid-zuidrelatie (China en Brazilië) en eigen intellectuelen wel te gaan lukken’, merkte een vrouw in het publiek op. Zij noemde daarbij Staatsolie, waar het wel gelukt is om met eigen inspanning succesvol te zijn. Een ontwikkeling die door referent historicus Hans Ramsoedh onderstreept werd. Hij is van mening dat het aantal politici in Suriname drastisch moet worden verminderd. De Districts- en Ressortraden vindt hij overbodig en het aantal leden van de Nationale Assemblee moet teruggebracht worden tot 21.

R.A.J. van Lier, naar wie de lezing is vernoemd, was van 1949 tot 1980 buitengewoon hoogleraar in de Sociologie en Cultuurkunde van Suriname, de Nederlandse Antillen en het Caraïbisch gebied aan de Rijksuniversiteit Leiden.

[uit de Ware Tijd, 13/02/2012]

Fernandes Mendes: ‘Laatste gong voor oude politiek’

door Peggy Brader

De oude Surinaamse politiek heeft haar langste tijd gehad. “De laatste gong is geslagen”, concludeert jurist Hugo Fernandes Mendes. Hij hield op vrijdag 10 februari de Rudolf van Lier lezing in Leiden. Hij ging in op de Surinaamse politieke cultuur en leiderschap in de afgelopen 70 jaar.

Dat de NDP van Desi Bouterse aan de macht is gekomen, is toch wel een faillissement voor de oude politiek, meent Fernandes Mendes. Bouterse had met zijn ‘heel ingewikkeld cv’ een achterstand. Dat de traditionele partijen desondanks hebben verloren bij de afgelopen verkiezingen, is volgens hem een teken dat de kiezers op een andere manier benaderd willen worden.

Kenmerkend voor de politieke cultuur in de afgelopen decennia is dat er altijd een zekere weerstand is geweest ten opzichte van Nederland, zegt Fernandes Mendes. “Het politieke bewustzijn in Suriname heeft een grote behoefte aan autonomie. Loslating van Nederland speelde al in 1871 en speelt zeker nu.”

Verder zijn politieke leiders in de laatste decennia vooral opgekomen voor de belangen van de eigen etnische groep en niet voor die van het land. Dit heeft Suriname veel schade toegebracht, zegt Fernandes Mendes. Maar niet alleen het land, ook de oude politieke partijen zelf lijden schade. Als voorbeeld verwijst de jurist naar de laatste verkiezingsresultaten, waarbij deze partijen veel kiezers hebben verloren.

‘Functioneel zitvlees’Het goed opgekomen publiek moest lachen toen Fernandes Mendes de woorden ‘functioneel zitvlees’ in de mond nam. Ook een kenmerk van de oude politiek. Hij doelt hiermee op politieke leiders die maar blijven zitten tot ze er zelf genoeg van hebben, of ‘in het harnas sterven.’

Anti-Nederland
In de lange periode dat deze leiders de voorzittershamer hanteren, weten zij zich te omringen met kritiekloze aanhangers. Kritiek leveren staat namelijk gelijk aan verraad. Kiezers raken daarop uitgekeken, legt Fernandes Mendes uit.

Positieve ontwikkelingen
Maar het is niet alleen maar negatief geweest, concludeert de jurist. De traditionele politieke leiders hebben bijgedragen aan het vreedzame omgang tussen de bevolkingsgroepen. Daarmee onderscheidt Suriname zich van landen als Jamaica, Trinidad en Guyana.

Ook roemt hij het monetair beleid dat onder het presidentschap van Ronald Venetiaan (op wie Fernandes Mendes veel kritiek heeft) goed is ontwikkeld, waardoor Suriname nu een positieve economische groei doormaakt. “Daar plukken we nu de vruchten van.”

Kentering
Fernandes Mendes is optimistisch over de kentering die hij waarneemt. Het toelaten van buitenlandse ondernemingen in Suriname en die zodoende te laten concurreren met parastatale bedrijven als Telesur en SLM, ziet hij als tekenen dat de politieke cultuur aan het veranderen is.

Ook de felle verkiezingsstrijd binnen de VHP, waarbij Chandrikapersad Santokhi als leider werd gekozen, ziet hij als een ‘toonbeeld van interne democratie’. Ook een voorbeeld van de kentering. “Het lijkt erop alsof Santokhi de VHP aan het reconstrueren is”, stelt Fernandes Mendes.

Het is afwachten, want er ligt nog een diepe valkuil op de loer voor de VHP. Volgens hem schuilt het gevaar bij de achterban, die nu voor het overgrote deel uit Hindostanen bestaat. Santokhi zal zich moeten ontpoppen als leider van de natie en niet alleen van die etnische groep. De eerste tekenen zijn hoopvol. “Ik hoop op meerdere Santokhi’s”, aldus Fernandes Mendes.

Reshuffling
De roep om ‘reshuffling’ binnen het kabinet vindt Fernandes Mendes een goede ontwikkeling. De oude politiek wilde geen verantwoording afleggen over het functioneren, stelt hij. Toch wil hij niet te vroeg juichen. Het is nu vooral afwachten en kijken of deze trend wordt voortgezet.

De tweejaarlijkse Rudolf van Lier-lezing werd georganiseerd door de Werkgroep Caraïbische Letteren.

Klik hier voor een interview met Fernandes Mendes door Peggy Brader]

[RNW, 13 februari 2012]

Politiek leiderschap

De timing van de Rudolf van Lier Lezing, die Hugo Fernandes Mendes op 10 februari in Leiden hield en die hij wijdde aan de politieke cultuur en het politiek leiderschap in Suriname, liet niets te wensen over. Sinds de verkiezingen van 2010 is er veel te doen over de wijze waarop in het bijzonder Surinaamse partijvoorzitters invulling aan hun functie geven. De balans is snel opgemaakt. De NDP, de Pertjajah Luhur en de ABOP kennen een omstreden leider, de VHP koos kortgeleden een nieuwe leider en de NPS en de KTPI zijn (de eerste nadrukkelijker dan de laatste) op zoek naar een nieuwe leider.

Fernandes Mendes, auteur van onder andere Onafhankelijkheid en parlementair stelstel in Suriname: hoofdlijnen van een nieuw en democratisch staatsbestel, hield het goed opgekomen publiek voor dat de machtsbasis van de traditionele partijen in Suriname in de afgelopen twintig jaar ingrijpend is versmald. Het electoraat heeft de traditionele wijze van politiekvoering afgestraft en de partijleiders zijn onmachtig gebleken om de kiezers het vertrouwen te geven dat de ontwikkeling van Suriname bij hen in goede handen is. Fernandes Mendes zoekt de oorzaak van het sterk teruggelopen vertrouwen in de traditionele leiders in de persoonlijke politiek die zij hebben gevoerd. Met een verwijzing naar The Origins of Political Order van de politicoloog Francis Fukuyama vergeleek hij hen met de Wantoks in Melanesië, een stam die geleid worden door de Grote Man. Iedereen kan de Grote Man worden, maar deze positie is weggelegd voor degene die de behoeften van de stamleden het beste kan vervullen. De introductie van een moderne staat naar Westminster model en van attributen als een parlement, politieke partijen en een leger bracht de Wantoks in verwarring, want zij konden deze vernieuwingen niet accommoderen met de directe bevrediging van hun materiële behoeften door de Grote Man. In veel staten – Suriname is er maar één van – heeft de persoonlijke politiekvoering door de Grote Man kunnen voortbestaan, ondanks de staatsrechtelijke evoluties die bedoeld waren deze politiekvoering in te bedden in een systeem van checks and balances.

Zoals het Wantok-systeem etnische wortels heeft, zo zijn ook de traditionele politieke partijen in Suriname vanaf hun oprichting in de tweede helft van de jaren veertig belangengroepen geweest op een etnisch-religieuze en etnisch-culturele grondslag. Sterke persoonlijkheden wierpen zich op als leider van deze belangengroepen en verdedigden deelbelangen in plaats van nationale belangen. Als Grote Mannen beloonden zij hun kiezers door hen materiële gunsten te verlenen. De groei van de NDP na 1987 en het verwerven van de regeermacht door deze partij in 2010 heeft het failliet aangetoond van de politiekvoering van de traditionele partijen. Dit failliet schrijft Fernandes Mendes vooral toe aan de lange zittingsduur van de leiders van deze partijen. Kiezers raken uitgekeken op weinig daadkrachtige Grote Mannen, die decennialang de teugels in handen houden, zich omringen met slippendragers, slecht kunnen omgaan met kritiek, hervormingen en vernieuwingen tegenhouden, initiatief en debat ontmoedigen en publiekelijk nauwelijks verantwoording afleggen voor hun daden.

Een andere oorzaak voor de neergang van de traditionele partijen zoekt Fernandes Mendes in de veranderde positie van Suriname in de wereld. Vooral de integratie van het land in de eigen regio heeft in de afgelopen twintig jaar effect gehad. De grenzen van Suriname gingen open en frequente bezoeken aan het land door vertegenwoordigers van internationale organisaties en buitenlandse bedrijven en door toeristen hebben het isolement van het land doorbroken en de samenleving van een nieuwe dynamiek voorzien. Was de politiekvoering voorheen vooral naar binnen gericht en konden onwetende kiezers gemakkelijk door gewiekste leiders worden gepaaid, de verbreding van de politieke horizon, ook bij het electoraat, vraagt om een andere aanpak en duidelijker antwoorden op de eisen van de moderne tijd. Grote Mannen kunnen niet langer volstaan met het debiteren van patriottische leuzen en het vrijblijvend aanwakkeren van hoop, maar dienen zich wezenlijk te verhouden tot de snel veranderende wereld en hun werkwijze hierop af te stemmen.

Hoewel Fernandes Mendes concludeerde dat de traditionele politiekvoering achterhaald is, meende hij dat het Wantok-systeem in de kern onaangetast is gebleven. Dat is een interessante bevinding, waar hij overtuigende argumenten voor aandroeg. In zijn analyse betrok hij vooral de NDP. Deze geldt als een multi-etnische partij die meer voeling lijkt te houden met de moderne tijd dan concurrerende partijen. Dit laat onverlet dat de NDP een scherp oog heeft voor de etnische afkomst van de bewoners van de kiesdistricten en bij parlementsverkiezingen de kandidaatstelling daar grotendeels van laat afhangen. Binnen de huidige regeringscoalitie is etniciteit bovendien niet zelden een bepalende factor bij het toewijzen van functies bij de overheid, in staatsbedrijven en op diplomatieke posten. Tenslotte kiest NDP-leider Bouterse er meer dan eens voor om zelf zijn etnische wortels te benoemen. Dat wan ptjin ingi boi (een kleine Indianenjongen) het tot het hoogste politieke ambt van het land heeft gebracht, geldt in Suriname inmiddels als een gevleugelde uitspraak van de president.

Het commentaar van referent Hans Ramsoedh, onder historici vooral bekend als schrijver van het standaardwerk Suriname 1933-1944: koloniale politiek en beleid onder gouverneur Kielstra, had vooral het karakter van een aanvulling. In zijn betoog vroeg Ramsoedh aandacht voor een ander aspect van het werk van Fukuyama, namelijk het onderscheid tussen ‘low trust societies’ en ‘high trust societies’. Volgens hem was Suriname een voorbeeld van een low trust society, een bewering die hij staafde met statistische gegevens waaruit bleek dat het vertrouwen van Surinaamse kiezers in hun leiders zorgwekkend laag is en dat zij opvallend ontevreden zijn over het functioneren van de bestaande politieke instituties. Naar het oordeel van Ramsoedh laten deze data zien dat de legitimiteit van het democratisch bestel in het geding is. Het gebrek aan vertrouwen dat Surinaamse kiezers hebben in hun leiders houdt zijns inziens onder meer verband met de wijdverbreide opvatting dat politici onvoldoende zijn toegerust voor de functies die zij bekleden en met de op ruwe confrontatie gerichte stijl waarmee leden van de Nationale Assemblee elkaar bejegenen. Ramsoedh wees daarnaast op de onvoorspelbaarheid van politieke leiders, die zich zelden laten betrappen op uitgewerkte maatschappijvisies of concrete ideeën over de inrichting van de staat. Als de verkiezingen voorbij zijn, gaat het de Grote Mannen om het verwerven van politieke macht. Bij de onderhandelingen hierover zijn de antecedenten van coalitiepartners bijzaak en worden de historische verhoudingen tussen de deelnemende partijen bij voorkeur buiten de discussie gehouden. De formatie van de zittende regering door politieke leiders die jarenlang elkaars gezworen vijanden waren, heeft volgens Ramsoedh het vertrouwen van het electoraat in de politiek alleen maar verder uitgehold en de instabiliteit van het democratisch bestel versterkt.

De zaal reageerde geanimeerd op het betoog van Fernandes Mendes en de repliek van Ramsoedh. De vragen en opmerkingen uit het publiek gingen onder andere over de achtergronden van de verkiezing van Bouterse tot president, de bijdragen van Euro-Surinamers aan de Surinaamse politiekvoering en de agenda van de zittende regering, meer in het bijzonder op het gebied van het ontwikkelingsbeleid en de relaties met het buitenland. De gepresenteerde opvattingen lieten een voorzichtig optimisme zien over de politieke daadkracht van de regering, die financieel orde op zaken wenst te stellen, economisch met elan aan de weg wil timmeren en afstand wenst te houden tot Nederland. Anderzijds heerste er ook scepsis over de autocratische tendensen van het huidige regime dat hoe dan ook in control lijkt te willen blijven, profiterend van de gezonde monetaire situatie die de vorige regering heeft achtergelaten en ogenschijnlijk onbezorgd over het risico dat de oude afhankelijkheidsrelatie met Nederland voor een nieuwe afhankelijkheidsrelatie met Brazilië of China wordt ingeruild. Fernandes Mendes en Ramsoedh lieten de aanwezigen ruimhartig van hun deskundigheid profiteren en vonden een goede balans tussen reflectie op historische en actuele ontwikkelingen.

Zal de politiekvoering onder de traditionele partijen spoedig veranderen? Bij de VHP lijkt hier een serieus begin mee te zijn gemaakt. In ieder geval is het stokje hier overgenomen door een betrekkelijk jonge en energieke leider die zijn partij een moderner aanzien wenst te geven. Of hij hier werkelijk in zal slagen, zal in de komende jaren blijken. Over de bewegingen binnen de NPS en de KTPI bestaat vooral onduidelijkheid. Voorzitter Venetiaan heeft te kennen gegeven het leiderschap van de NPS te willen overdragen, maar onder de tien leden die publiekelijk hebben aangegeven interesse te hebben in de functie bevinden zich maar enkelen die noemenswaardige ervaring hebben als parlementariër of minister en die in staat moeten worden geacht een aansprekend verhaal te presenteren waarmee de partij zich kan onderscheiden van de NDP. Bij de KTPI heeft één van de ondervoorzitters zich gemeld als uitdager van partijleider Soemita, die op zijn beurt heeft aangegeven in de race te willen blijven voor een nieuwe termijn als voorzitter. Zijn tegenstrever laat er geen gras over groeien. Hij heeft zich in het parlement als een zelfstandige fractie van de KTPI afgesplitst en doet van zich spreken als stichter van nieuwe partijkernen en fel criticaster van de zittende leider. Wie de nieuwe Grote Mannen of Vrouwen van de NPS en KTPI ook mogen worden, wat telt is dat zij hun partij uit het Wantok-systeem manoeuvreren en eigentijdse oplossingen formuleren voor eigentijdse problemen.

Writers Unlimited 2012: Surinamers dromen altijd!

door Stuart Rahan

Den Haag – De één is angstig, de ander wil een perceeltje aan de Saramaccarivier met een hangmatje en voor de derde ligt de toekomst van Suriname in de lucht. Drie verschillende dromen voor drie van origine Surinaamse schrijvers tijdens het literatuurfestival Writers Unlimited 2012. Karin Amatmoekrim, Sheila Sitalsing en Anil Ramdas hebben, onder leiding van presentatrice Noraly Beyer, hun dromen met het publiek gedeeld. Het uitgangspunt was de beroemde speech van dr. Martin Luther King “I have a dream”.

Deze zeventiende editie van het Winternachtenfestival had als thema “Keep on dreaming”, naar aanleiding van de verschillende crisissen, die de wereld momenteel doormaakt. Een economische crisis, een financiële crisis en de Arabische Lente. Een variatie op wat zich in Noord-Afrika afspeelt, was de discussie of er een ‘Hollandse Lente’ moest komen en hoe die zich zou moeten voltrekken. De schrijvers Kader Abdolah (Iran) en Tommy Wieringa (Nederland) stonden tegen over elkaar. Kader Abdolah vond de Nederlandse samenleving een eenheid, terwijl Tommy Wieringa de peroxide Geert Wilders als een splijtzwam bestempelde.

Satellieten en vliegtuigen
Schrijfster Karin Amatmoekrim heeft, met betrekking tot Suriname, angstdromen dat de huidige president Desi Bouterse nooit meer afstand zal nemen van het presidentschap. In haar gelezen column “De hoop en niet de verwachting”, ziet zij een herhaling van de jaren 1980 en 1982. Waar die angst nou precies op gebaseerd is, werd niet duidelijk. “Je kunt niet over Suriname praten zonder het niet over Bouterse te hebben. Ik hoop op een leider die Suriname verdient. Geen boef of drugsbaron.”
Toch blijkt in haar overpeinzing, de persoon van Desi Bouterse niet alle credits te hebben verloren. Amatmoekrim begrijpt heel goed dat Bouterse gekozen heeft voor verbeterde en intensievere samenwerking met het Caraibisch Gebied en zich niet meer richt op de traditionele samenwerkingsverbanden met Nederland en Europa.
Anil Ramdas noemde Cuba en Venezuela cynisch de partners van Bouterse in het Caraibisch Gebied. Volgens Amatmoekrim roept Ramdas maar wat aan de kantlijn, in plaats van zelf te participeren in de ontwikkeling van het land. “Ik begrijp Surinamers heel goed als zij dan roepen: Waar bemoei jij je mee.”
Volgens Ramdas ligt de toekomst van Suriname niet in de landbouw, mijnbouw noch in de bosbouw of de olie. “De toekomst van Suriname hangt in de lucht. In satellieten en vliegtuigen vol Surinamers die naar hun geboorteland terugkeren.” In zijn relaas, dat veel weg had van een anti-Suriname-pleidooi, kon Ramdas weinig zaken bespeuren die goed waren. Toch kan hij geen afstand nemen van zijn geboorteland, het land waar hij zijn eerste kus en vriendin heeft gehad. “Ik eigen mij dat land toe, maar Suriname is niet mijn droom.” In zijn bijdrage droomt hij dat Suriname de 21ste eeuw gaat halen. Leiders als ex-president Ronald Venetiaan ziet hij als mensen die bewust moderne ontwikkelingen hebben tegengehouden. Het land is niet meegegaan met IT en internetgebied.

Wet op zestigplussers
In een gesprek met een vriend, onderdirecteur van de posterijen in Paramaribo, kon Ramdas zich niet voorstellen dat de onderdirecteur de hele stad van WIFI kon voorzien maar het naliet. De reden lag volgens hem in het feit dat de man niet over technische en financiële middelen beschikte, niet de juiste functie bekleedde en zijn superieuren van het ministerie van TCT er geen oor naar hadden. “Suriname heeft geen dromers meer. Albert Helman en Frank Essed waren grote dromers. Essed heeft het achterland opengelegd”, beperkt Ramdas zich. Zelfs zijn Surinaamse privé taxichauffeur moest het ontgelden. De man droomt van een rijk leven met de kweek van pitbulls. Maar elke keer als er een worp is, zijn de puppies binnen enkele dagen dood. Voor elke pup zou de taxichauffeur 900 Surinaamse dollars kunnen verdienen. “Hou op met je pitbullshit. Blijf de gewone taxichauffeur”, sneerde hij de man. Volgens Ramdas zou de overheid Surinaamse studenten in de gelegenheid moeten stellen een studie in het buitenland te voltooien. Bij terugkomst krijgt dan elke afgestudeerde een perceel met een huisje erop.
In de droom vergeet Ramdas echter, dat nergens ter wereld deze luxe vergeven wordt. In het rijke westerse Nederland bijvoorbeeld begint het gros van de afgestudeerden hun maatschappelijke carrière namelijk met het aflossen van hun studieschuld. Toch heeft de vermaarde Surinaamse schrijver één grote droom: Het aannemen van een wet die zestigplussers in Suriname verbiedt, zich verkiesbaar te stellen voor een politieke functie. “Wij willen geen bejaarde leiders die in het verleden leven.”

[uit de Ware Tijd, 24/01/2012]

Trefossalezing Venetiaan gepubliceerd

Op de avond van de 4e Trefossalezing, 14 januari 2012, werd de publicatie van de 3e Trefossalezing gepresenteerd. In 2011 verzorgde drs R.R. Venetiaan deze lezing onder de titel Trefossa ten speri. In de lezing wordt ingegaan op de yeye speri (geestverwanten) van Trefossa. Venetiaan gaat op zoek naar dichters die antwoord hebben gegeven op de trotji [aanhef] van Trefossa. Hij noemt Isselt, Raalte en Slory onder de kop Vier daggetijden. Hij bespreekt verder Dobru en Zapata Jaw, onder Identiteiten, die zijns inziens invulling hebben gegeven aan de verwachting die de voorzang van Trefossa heeft opgeroepen. Tenslotte bespreekt hij Johanna Schouten Elsenhout onder het blok Namens alle Sranan dichters. Schoutenhout zong haar eigen trotji. Door de vele gedichten in de publicatie maken die tot een poëziefeest. In de publicatie zijn ook opgenomen de laudatio (door Johan Roozer) en de toespraak van de laureaat (Ismene Krishnadath) van 2011.

Venetiaan wil afschaffing Sinterklaasfeest

Sinterklaasviering in Suriname is uit den boze. Het feest heeft een racistisch element met zwarte pieten. Dit feest hoort niet thuis in Suriname en moet worden afgeschaft. Ronald Venetiaan (Nieuw Front/NPS) kaart deze kwestie met klem aan in De Nationale Assemblee vandaag.

Venetiaan krijgt de volledige ondersteuning van Assembleevoorzitter Jennifer Simons, de fractieleider van de Mega Combinatie, Ricardo Panka en Melvin Bouva (NDP). Het is opvallend dat grote delen van De Nationale Assemblee zich hult in een laaiende stilte. Panka brengt in herinnering dat Sinterklaas in de jaren tachtig afgeschaft was, maar de viering steekt weer de kop op.

Zuid-Afrika
Venetiaan wijst op de strijd die in Zuid-Afrika is gevoerd tegen apartheid. Het kan niet bij hem in dat dit feest hier toegelaten wordt. Het ergste vindt Venetiaan dat onlangs Sinterklaas gevierd is op het Onafhankelijkheidsplein. Het assembleelid vindt dat de provocatie gestopt moet worden naar het ‘zwarte deel van de Surinaamse bevolking’.

Bouva merkt op dat kinderen verziekt worden met verkeerde denkbeelden over Sinterklaas. Dit kan niet langer getolereerd worden. Simons merkt op dat in elk geval op scholen, waar het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling invloed heeft, geen Sinterklaas gevierd moet worden. “Wat mensen in hun huizen doen, daar hebben wij geen invloed op”, aldus Simons.

Vishnudatt: Wij en ons Verleden wordt over mijn lijk uitgegeven

Assembléelid Theo Vishnudatt (Mega Combinatie/NDP) zegt dat het nieuwe geschiedenisboek Wij en ons Verleden, over zijn lijk zal worden uitgegeven. Hij is lid van de vaste assembleecommissie voor Onderwijs en Volksontwikkeling. Doelende op Nederlandse invloeden, zegt Vishnudatt aan Starnieuws dat “het blauwe oog heeft meegekeken” bij het herschrijven van het geschiedenisboek voor de zesde klas van de basisschool.
Vishnudatt zegt dat het boek “niet alleen verscheurd moet worden maar in de oven moet worden verbrand; het is pure onzin en rommel”. In het boek staat veel informatie over de jaren tachtig en decembermoorden van 1982. Behalve de inhoud heeft een foto van een demonstratie in Nederland met het opschrift ‘Bouterse moordenaar’ voor opschudding gezorgd in de NDP.

Onwaarheden en verdraaiing
De NDP vindt dat het hier om vervalsing gaat van de Surinaamse geschiedenis. De opdracht voor het schrijven van het boek heeft volgens Vishnudatt een raar verloop. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het huidige leerboek, dat al enkele jaren is opgenomen in het curriculum van de basisschool, zou worden herdrukt.

Door de afdeling Curriculum Ontwikkeling was de opdracht gegeven voor een herdruk van 20.000 exemplaren. “Ik zie nu in mijn dossier dat er een aanpassing is gepleegd. Het onderdirectoraat Leermiddelen Productie en Distributie heeft een nieuwe opdracht gegeven voor het schrijven en drukken van het gewraakte boek”, zegt Vishnudatt. Volgens hem is de inhoud volledig geredigeerd door een Nederlandse bril en zijn feiten voorzien van commentaren en onwaarheden.

Rol vaste commissie
Ex-president Ronald Venetiaan (Nieuw Front/NPS) is ook lid van de vaste commissie van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Venetiaan én Vishnudatt zeggen dat de vaste commissie weinig of helemaal geen aandacht heeft besteed aan de inhoud van het boek. De vaste commissie kreeg de exemplaren van minister Raymond Sapoen. De commissie heeft in tweede instantie ook niet gereageerd op een herinneringsschrijven van het ministerie. Venetiaan zegt dat hij slechts de handleiding voor leerkrachten in handen heeft gehad en niet het leerboek voor de leerlingen. Een oordeel geven over de inhoud kan hij nu niet doen. “Ik zal het boek eerst moeten bestuderen”, zegt hij.

Vishnudatt steekt de hand ook in eigen boezem. Hij geeft toe dat de commissie ernstig in gebreke is gebleven tijdig commentaar te leveren naar het Minov. “Ik schuif het niet van me af, maar ik zeg net als assembleevoorzitter Simons, dat het parlement geen uitvoerend orgaan is, maar de ministers. Ik had gedacht dat de bijdrage van de commissie slechts zou zijn om didactisch het materiaal te bekijken en niet inhoudelijk’, zegt Vishnudatt.

Beschuldigingen
‘Wij en ons Verleden’ heeft gezorgd voor politieke verwijten tussen de NDP en het Nieuw Front. De NDP beschuldigde het Nieuw Front ervan in zijn regeerperiode de opdracht te hebben gegeven voor het herschrijven van het boek en daarmee Bouterse, te willen criminaliseren.

Het Nieuw Front sloeg terug en stelde dat de NDP worstelt met het verleden van Bouterse en zich had moeten beraden alvorens hem naar voren te schuiven als president. In een verklaring stelde het Nieuw Front dat Bouterse zijn verleden met de decembermoorden met zich zal blijven meedragen.

[uit Starnieuws, 27 juli 2011]

Kabinet Bouterse: ‘Venetiaan kletst uit zijn nek’

door Pieter Van Maele

Ronald Venetiaan (NPS) heeft zich de woede op de hals gehaald van het kabinet van president Desi Bouterse. Venetiaan, momenteel volksvertegenwoordiger, zei afgelopen maandag in het parlement dat hij vreest voor ‘een nieuwe Hans Valk’ die werkzaam zou zijn op het kabinet van de president.

Het voormalige staatshoofd deed de uitlatingen tijdens de behandeling van de begroting, die op dit moment nog steeds loopt. “Wat is de rol van die witte Nederlander die rondloopt op het kabinet van de president? Ik heb niets tegen blanken, maar Suriname heeft slechte ervaringen met Bouterse en de rol van Nederlanders. Als het er op aankomt zijn het toch Nederlanders die ‘het’ doen. Daarna gaan zijn ze weg en zitten wij met de perikelen”, sprak Venetiaan.

Hij verwees daarmee naar Hans Valk, voormalig hoofd van de Nederlandse Militaire Missie in Suriname. Valk stond voor en vlak na de coup in nauw contact met Bouterse en wordt vaak aangeduid als één van de ‘geestelijke vaders’ van de staatsgreep. Wanneer Valk in 1980 door Den Haag gedwongen wordt van standplaats te veranderen, spreekt Bouterse op diens afscheidsreceptie de gevleugelde woorden: “Zonder u, kolonel, zou de staatsgreep nooit plaatsgevonden hebben.”

‘Onverwerkt trauma’
Het betoog van Venetiaan zet kwaad bloed bij de entourage van president Bouterse. Zij zeggen niet te weten over wie hij het heeft. “De vorige president zit duidelijk nog steeds met een onverwerkt trauma uit de jaren tachtig. Die man kletst uit zijn nek, want als ik om me heen kijk, dan zie ik geen blanke Nederlanders. Misschien bedoelt hij wel mij? Ik ben voor 1975 geboren, als een Nederlander”, reageert Eugène Van der San, directeur van het kabinet, schertsend.

De directeur van het kabinet verwijst de Wereldomroep voor meer informatie door naar Venetiaan zelf. “Als hij zegt dat hij een witte Nederlander heeft gezien, laat hem dan uitleggen wie hij bedoelt. Verder is dit een echt onzinverhaal. Het hele overheidsapparaat zit vol mensen met een Nederlands paspoort. Voor het kabinet werkt ook een Nederlands mediateam (Forward Motion, red), dat een deel van onze communicatie verzorgt. Heeft hij dan ook een allergie voor al die anderen? Neen, hij wil alleen de coupleider van toen desavoueren; en daarom haalt hij er nu weer de staatsgreep bij”, besluit een kwade Van der San.

Venetiaan was verder niet bereikbaar voor commentaar.

[RNW, 30 juni 2011]

Zie over deze kwestie ook het eerdere bericht, klik hier.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter