Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Met taal kun je ook spelen
door Els Moor
Een vierde klas komt binnen in de stand ‘Lees je wijs!’. De stoelen staan in een kring, echt rond. ‘Ga maar staan en zet je tas op je stoel’, zegt de juf die de activiteit leidt. ‘Vinden jullie spelen leuk?’ ‘Jaaaa, spelen is leuk’. ‘Waarmee spelen jullie?’ En dan komen er veel antwoorden: met een bal, met een pop, games op de computer, met vrienden samen spelen, en zo gaat het door. ‘Kun je ook met taal spelen?’ read on…
Door lezen groeien we
door Els Moor
Wat kinderen kunnen leren op het Kinderboekenfestival is dat je door te lezen kan groeien. Niet in de lengte of de breedte, je wordt niet langer of dikker door te lezen, maar je persoonlijkheid kan groeien. Verhalen weerspiegelen immers altijd op een speciale, sprookjesachtige, spannende, emotionele of humoristische manier, iets van het leven. read on…
Dieren in de Surinaamse kinderliteratuur: info voor jeugdbegeleiders
door Els Moor
Kinderen hebben over het algemeen belangstelling voor dieren. Ze vinden het dan ook fijn om verhalen over dieren te horen of om er boeken over te lezen en de plaatjes te bekijken. In ons land met zijn rijke natuur leven veel-veel dieren, van verschillende soorten. Wilde dieren in het bos, maar ook tamme bij mensen. Er zijn verhalen over dieren van vroeger, zoals over Kantjil en Anansi, maar kinderboekenschrijvers van nu hebben zelf verhalen verzonnen waarin dieren een belangrijke rol spelen, of boeken met illustraties zodat kinderen de verschillende dieren leren kennen. We geven hieronder een overzicht van kinderboeken waarin dieren belangrijk zijn. Dat zijn er heel wat, maar vanwege de ruimte moeten we een keuze maken.
read on…In verhalen klimmen we in bomen
door redactie dWTL
Verkoopdag Surinaamse kinderboeken
Op zaterdag 1 september dit jaar organiseert de Stichting Projekten op haar terrein aan de Dokter Sophie Redmondstraat 172 in Paramaribo een verkoopdag van Surinaamse kinderboeken die vanaf het kinderboekenfestival 2000 zijn uitgegeven. De stichting die zich al jaren inzet om lezen tot een plezierige activiteit voor kinderen te maken, moedigt opvoeders aan om kinderen vaker voor te lezen en om creatieve activiteiten met boeken te ontplooien, zodat kinderen leesplezier ervaren. Als kinderen van jongs af aan met boeken geconfronteerd worden en van (voor)lezen houden, is de kans groot dat ze later ook zelf een boek pakken om te lezen.
Lezen betekent méér weten! Lezen stimuleert de fantasie, de creativiteit, de taal- en denkontwikkeling! Lezen opent de deur naar ontwikkeling!
Met de boekenverkoop die van 10.00 tot 16.00 uur wordt gehouden, hoopt de stichting meer ouders in de gelegenheid te stellen om kinderboeken aan te schaffen, waarmee de kinderen hun vakantietijd kunnen doorbrengen. Tijdens deze verkoopdag worden boeken namelijk met kortingen vanaf 10 tot en met 40% verkocht.
Enkele kinderboeken die in de afgelopen jaren door de stichting zijn uitgegeven en met korting verkocht worden, zijn Het boek van Sam en Kim van Cynthia Mc Leod, Dyompo’s reis om de wereld van Orlando Emauels, Roy kan drijven van Henna Goudzand, De grote en de kleine hengelaar van Cobi Pengel, Boomkikker zingt van Carine Fraanje, Ballon Blaas van Marilyn Simons, Okorié en Agambé van Sherida van Loon, Awari en de kip van Wim Veer, Belevenissen van een muizenfamilie van Joyce Pereira, Tjubi u matu! Red ons bos! van Eveline Wielzen, de verhalenbundel Lezen verbindt schrijver en kind en de Amaisa-serie.
Er zijn kinderboeken voor de allerkleinsten en boeken voor kinderen van de bovenbouw. Ook het handboek Lees je wijs; Hoe bevorderen we leesplezier bij kinderen? met creatieve verwerkingsvormen bij Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur, samengesteld door Els Moor zal met korting verkocht worden. De kinderboeken kunnen apart worden gekocht, maar er is ook een mogelijkheid om met meer voordeel boekpakketten te kopen. Boekie Woekie zal tijdens de boekverkoop aanwezig zijn en enkele voorleeskampioenen zullen voorlezen.
Een leesonderzoekje
door Els Moor
In mijn stand, ‘Lees je wijs!’, deed ik tijdens het afgelopen Kinderboekenfestival in Suriname wederom een eenvoudig onderzoek. Welk boek kiest een kind dat deze stand, met bijna alle verschenen Surinaamse kinderboeken, bezoekt. Die keuze kan spontaan zijn: een boek dat veel aantrekkingskracht voor het kind heeft en dat het doorneemt om te kijken of het inderdaad zo mooi, spannend of herkenbaar is. Het kan ook zijn dat een kind een boek kiest dat het al gelezen heeft en dat gebeurt meestal bij kinderen die al een ruime leeservaring hebben.
Tijdens de ochtenden van maandag tot en met vrijdag kwamen er vierde, vijfde en zesde klassen in de stand voor creatieve activiteiten met boeken. Op het eind kregen ze de gelegenheid om hun keuze te maken. Dat was niet verplicht: niet iedereen deed het. 202 kinderen hebben hun keuze voor een boek gemaakt. 65 boeken werden gekozen. Voor de zoveelste maal was de Amaisa-serie van Stichting Projekten de grote winnaar: 28 kinderen kozen voor deze serie van eenvoudige, duidelijk geïllustreerde boekjes over het dagelijks leven van het meisje Amaisa in een dorp in het binnenland. Uiterst eenvoudige stof, maar wel aantrekkelijk. De schrijvers van wie het werk het meest genoemd werd, zijn Francis Vriendwijk (16 x) en Wim Veer (14x). Twee nieuwe boeken, Laat mij niet alleen van Indra Hu en Draken en Heksendrank van Marja Themen-Sliggers kregen allebei 7 stemmen. Waarschijnlijk onder invloed van de presentaties en van ervaren lezers.
Wat zien we dus weer? Gemakkelijk leesbare boekjes met veel duidelijke illustraties (bij Wim Veer boekjes over dieren met veel foto’s) zijn populair. Ik zag het ook aan de geboeide gezichten van kinderen die met zulke boekjes bezig waren. De moeilijkheidsgraad van een boek hangt samen met het leesniveau en de leeservaring van het kind. Als je nu voor Amaisa kiest en je krijgt de smaak van het lezen erdoor te pakken, kom je zeker ooit bij Draken en heksendrank of mooie buitenlandse ‘klassiekers’. Wie doorgaat met lezen is niet ‘Alleen op de wereld’.
Biblion en onze kinderboeken
door Els Moor
NDB-Biblion is een Nederlandse organisatie die dienstverlenend werkt voor bibliotheken. Door boeken, geselecteerd op kwaliteit en aanwinst, te leveren aan bibliotheken in ’n uitleenbare versie, voor jarenlang gebruik. De organisatie geeft zelf vakliteratuur uit, met name over leesbevordering. De doelstelling is productontwikkeling en -verbetering. Biblion denkt mee!
Medewerkers schrijven recensies over pas verschenen boeken en geven de kwaliteit aan met betrekking tot inhoud, vorm en taal, maar ook uitvoering (illustraties, lay-out en stevigheid van het boek). Biblion ontving recente Surinaamse kinderboeken en maakte daarover de gebruikelijke recensies. We geven enkele voorbeelden van die recensies alsook van de recensies in ‘dWTL’, over dezelfde boeken middels onze ‘kinderredactie’. De vraag: Hoe anders wordt er aan weerszijden van de oceaan gekeken naar Surinaamse kinderboeken?
Van Wim Veer is de tuinman en de apen, naar een oud boeddhistisch verhaal. Het is geen boekje met foto’s van dieren, zoals we van hem gewend zijn, maar met kleurige tekeningen van Ginoh Soerodimedjo. Het gaat over een koning met een erf vol fruitbomen. Hij heeft een goede tuinman, maar die moet een tijdje weg wegens familiezaken. Hij laat de apen voor de jonge boomplantjes zorgen. Dat gaat fout: ze trekken ze uit de grond om te kijken hoe groot de wortels al zijn. Als de tuinman terugkomt, zijn er geen jonge boompjes meer. Tegen de koning noemt de tuinman de apen ‘dom’. Maar de koning vindt de tuinman ‘dom’.
Marianne Schoonen, recensent van Biblion, vertelt het verhaal alleen maar na, zonder ander commentaar dan dat de tekst en de tekeningen ‘een Surinaamse inslag’ hebben. Wat is dat? Dit is geen Surinaams verhaal en dat maakt Wim Veer er zeker niet van en de illustrator al helemaal niet. De tekeningen zien er Aziatisch uit, het landschap ook. De vruchtbomen zijn bomen die wij hier ook hebben met ‘manje, bacove, advocaat en pommerak’. Die namen zijn Surinaams, ja, duidelijk voor de jonge lezers, maar verder is er niets ‘typisch Surinaams’. Kritiek heeft Schoonen op de kaft, die wel hard is, maar te dun en de bladzijden die aan elkaar plakken bij het openleggen.
Onze recensie van Marja Themen-Sliggers en haar team heeft kritiek op het feit dat de titel geen hoofdletter heeft, terwijl in het boek wel overal hoofdletters staan. De jeugdige recensenten vinden het leuk voor kinderen, dat ze in dit verhaal de apen kunnen herkennen als kwata-apen en de vruchten als hun eigen vruchten. Duidelijk wordt gezegd dat de tekeningen de boeddhistische sfeer goed weergeven en het commentaar op het verhaal is: ‘Binnen de boeddhistische filosofie is de verantwoordelijkheid van de mens een belangrijk item. Boeddha zelf zwierf over de wereld en ontmoette mensen met allerlei problemen… en werd wijs. Tuinman wist dus best wel wat de koning bedoelde!’ Hier wordt duidelijk een stukje uitleg gegeven over de achtergrond van het verhaal.
Van Susan van Dijk-Leefmans is de driedelige serie over het paard Manga. In het eerste deel krijgt het meisje Zarina, die op een boerderij woont, haar cadeau en sluit het paard vriendschap met andere dieren, vooral met Rambo, een bruine ram met een zwarte buik. In deel twee komt een mannelijk paard Manga dekken. Ze vinden elkaar leuk en Rambo wordt letterlijk ziek van jaloezie. Gelukkig weet Manga hem liefdevol te redden. In het derde deel wordt de verjaardag van Manga gevierd, nota bene mét de klas en de meester van Zarina.
T. Mortier is de recensent van Biblion. Hij of zij beweert: ‘Het verhaal van Manga is het eerste in een reeks van drie, maar doet niet uitkijken naar meer. De verhaallijn heeft weinig om het lijf en de tekst lijkt niet geredigeerd.’ Voor de tekeningen van Reginald Kartowirjo heeft de criticus geen goed woord over en de vormgeving wordt afgedaan met het woord ‘ondermaats’. Deze kritiek wordt letterlijk herhaald bij deel 2 en 3, alsof het om hetzelfde boekje gaat.
Marja en haar jonge medewerkers gaan uitgebreid in op de inhoud van de drie delen. De relatie en zelfs de vriendschap tussen verschillende dieren vinden de kinderen boeiend en ze geven voorbeelden die ze zelf meegemaakt hebben. Ook boeit de schoolmeester hen die nadat hij Zarina op een vervelende manier strafwerk heeft gegeven, toch naar het feest komt, nota bene met zijn jonge kaaiman. Ze hebben terechte kritiek op sommige tekeningen die de tekst niet helemaal dekken.
De schrijfster zelf vroegen we of de boekjes het ‘doen’ in Suriname. Dat is zeker zo. Deel 2 is zelfs al uitverkocht en kinderen op een school waar ze ermee kwam, werken met creatieve werkvormen en herkenden de verliefdheid en de jaloezie. Ze gaven voorbeelden uit eigen ervaring. Een meisje van 9 jaar belde haar zelfs thuis op om te vertellen dat ze al 5 jaar verliefd is op dezelfde jongen! Susan is het wel eens met de kritiek op de tekeningen en praat erover met haar illustrator.
Wat zien we? In deze en ook in andere recensies van Surinaamse kinderboeken door Biblion valt op dat de recensenten het verhaal niet op zijn authentieke waarde kunnen beoordelen, omdat ze de leefwereld van Surinaamse kinderen niet kennen, noch de ontwikkelingsfase waarin de Surinaamse kinder- en jeugdliteratuur zich bevindt. Met enerzijds kinderen die het Nederlands goed beheersen en lezen en anderzijds heel veel kinderen – vooral in district en binnenland – voor wie Nederlands een tweede taal is of zelfs een vreemde taal (voor de Trio bijvoorbeeld). Voor die kinderen zijn teksten moeilijk, waardoor ze behoefte hebben aan eenvoudige, herkenbare verhalen met duidelijke plaatjes. Misschien is het een goed idee om Lees je wijs!, een handboek van de Surinaamse jeugdliteratuur, naar Biblion te sturen, zodat ze beter kunnen inschatten wat de inhoudelijke kwaliteit van de boeken is. Anderzijds is het goed dat de Surinaamse schrijvers en uitgevers gewezen worden op technische onvolkomenheden van hun boeken.
Het is ook belangrijk dat Surinaamse auteurs zelf kunnen bepalen welke boeken passen in Nederlandse bibliotheken voor de Nederlandse kinderen. Min of meer universele boeken wat inhoud en taalgebruik betreft. Technisch gezien moet alles uiteraard in orde zijn!
Voor hen die hun boek een plaats willen geven in Nederlandse bibliotheken het e-mailadres van Biblion: mi@nbdbiblion.nl. Telefoon: 0031-703377733. Ook Kidztori, Surinaams opvoedkundig tijdschrift, heeft een vaste rubriek over lezen en Surinaamse kinderboeken. Bij de besprekingen wordt gebruik gemaakt van ‘Lees je wijs!’, met werkvormen en tips hoe de kinderen om kunnen gaan met literatuur.
[uit de Ware Tijd, 28/01/2012]
De tuinman en de apen
Hoe krijg je een ‘happy end’?
door Els Moor & Marja Themen
Er zijn nogal wat opvoeders die vinden dat voor kinderen een verhaal altijd positief moet aflopen. Er mogen allerlei gevaarlijke of griezelige dingen gebeuren, maar op het eind moet alles weer goedkomen. In de Surinaamse jeugdliteratuur waarvan vele verhalen bewerkingen zijn uit de orale cultuur, is dat echter lang niet altijd zo.
Pikin Todo en Pikin Sneki, een echt Surinaams vertelsel noemt Francis Vriendwijk het. En dat is het ook; een kikkertje en een kleine slang, die vriendjes zijn, zo verschillend en toch vriendjes, dat kennen we wel in ons land, maar een slang en een kikker… dat is te mooi om waar te zijn. Ze hebben een goede tijd samen en dan ontdekken ze via hun ouders dat kikkertje eigenlijk eten voor slangetje is. Gelukkig dat kikkertje het op tijd te horen krijgt: hij wordt niet opgegeten, maar zijn vriend is hij kwijt en daarover heeft hij verdriet. Het is geen fatale afloop, maar ook geen goede. In gesprekken over het verhaal op Kinderboekenfestival met kinderen, zie je herkenning. ‘Ik mag ook niet met mijn vriendinnetje spelen’, zei een meisje, ‘omdat onze ouders ruzie hebben.’ Maar hoe dan ook: Pikin-Todo werd niet opgegeten.
Er is zelfs een oplossing waardoor ze vriendjes kunnen blijven. Doordat Pikin Todo elke dag een broodje brengt voor Pikin Sneki, waardoor hij zijn vriendje niet opeet en ze toch kunnen spelen, een happy end dus. Marijke van Mil heeft dit als einde verzonnen voor haar versie van deze oude Surinaamse vertelling, Kikkertje & Slangetje. Dit is zo tegennatuurlijk, zo ongeloofwaardig dat het verhaal erdoor onderuit gehaald wordt. Niet alles kan nou eenmaal mooi en romantisch aflopen. Ook hierover hebben kinderen gepraat op Kinderboekenfestival, ze hebben de twee verhalen rond dezelfde bron vergeleken en ze geven allemaal de voorkeur aan Pikin-Todo en Pikin-Sneki.
Een ander voorbeeld: De tuinman en de apen van Wim Veer. Het is een bewerking van een boeddhistisch sprookje en heeft ook niet bepaald een happy end; wel een einde waar je van alles mee kunt, waar kinderen op verschillende manieren verder over kunnen nadenken en over kunnen praten.
En neem dan ‘Jejeta’ uit de bundel Saramaccaanse vertellingen Hielientie Daytie. Het is een mooi verhaal, prachtig dat die moeder het kind krijgt waar ze zo naar verlangt, Jejeta, uit zeeschuim, Sukuma. Maar dan moet wel aan een belangrijke voorwaarde voldaan worden, ze mag nooit ‘Sukuma’ genoemd worden, anders wordt ze weer schuim. Na jaren komt die vreselijke Anasi (Saramaccaanse variant van Anansi) en die krijgt het voor elkaar Jejeta in een situatie te brengen waarin hij die voorwaarde schendt. Jejeta wordt weer schuim en haar moeder is haar kwijt.
Het is een beeld dat we herkennen, ook nu, door hebzucht, kwaadspreken of jaloezie doet de ene mens de ander iets negatiefs aan. En het leven is, vooral in het binnenland vaak al moeilijk genoeg. Ondanks alle moeilijkheden, iedere dag weer leven, dat is al vanaf de slaventijd ‘overleven’. En de Surinaamse literatuur staat bol van dit thema. Lees maar de Anansiverhalen van Ismene Krishnadath en Anansi dala van Marylin Simons. Allemaal kinderverhalen, maar in de wereld van spin Anansi wordt de keiharde mensenwereld weerspiegeld.
‘Kot Ede Nombu’ eveneens uit de Saramaccaanse bundel, is ook zo’n keiharde vertelling, over een jongen met een gebrek, dat hem aangedaan wordt doordat twee mensen in een woedebui hem allebei naar zich toe trekken en hij scheurt. Sindsdien wordt hij vreselijk gepest. Uiteindelijk loopt dit verhaal wel goed af, doordat hij zelf besluit om met zijn geliefde die hij dan heeft het dorp uit te gaan en elders te gaan wonen..
Verhalen, ook voor de jeugd, zijn een spiegel van een maatschappij. Als je een dikke bult op je hoofd hebt en ja kijkt in de spiegel, is die bult niet verdwenen. Maar je kunt hem ook laten opereren en dan ben je later in de spiegel een stuk mooier. Zelf iets doen om je situatie te verbeteren is een belangrijk motief. Je kunt dat op een egocentrische, slechte manier doen, zoals Anansi vaak doet, en dan loopt het met hem niet goed af, maar ook op een manier die blijk geeft van nadenken. En dan loopt het goed af, ook in een verhaal. Okorié en Agambé, uit het boek van Sherida Sabajo, zijn twee jongens uit het binnenland, een uit een inheems dorp en een uit een marrondorp. Ze zijn verdwaald in het bos en komen elkaar tegen. De ene is bang en huilt, de ander zoekt oplossingen voor alle problemen. Tenslotte ziet hij een ‘telefoonboom’ en begrijpt dat die redding kan brengen. Hij slaat erop en het geluid weerklinkt door het bos. De families van de beide jongens vinden elkaar bij de jongens. Ze zijn gered en de dorpen onderhouden sindsdien vriendschapsbanden.
‘Welzijn’ is nu een aantal jaren het thema van het Kinderboekenfestival. Een prachtig thema om over te praten in de klas of elders met kinderen. Hoe bereik je dat je in ‘welzijn’ leeft? Verhalen laten het vaak zien: door na te denken, samen te werken en hulp te bieden en als dat gebeurt is er een ‘happy end’!
Het verhaaltje is dan uit , zoals Wim Veer laat zien in ‘Misi Powisi’:
[…] en met zijn hele
grote snuit
blaast kleine pakira
het verhaaltje uit..
Besproken boeken:
Francis Vriendwijk: 3 Surinaamse vertellingen. Koprokanu tan de, Bigi-Bere’Bigi-Ede en Fini-Futu, Pikin-Todo en Pikin-Sneki (2010)
Marijke van Mil: Kikkertje en Slangetje, Uitgeverij Vasallucci, Amsterdam, 2001
Hielentie Daytie, Saramaccaanse vertellingen. Uitgever: VGOV, Paramaribo, 2006
Ismene Krishnadath: Nieuwe streken van koniman Anansi, Paramaribo, 1989
idem, Bruine bonen met zoutvlees, Paramaribo 1992
idem, Anansi keert terug naar de 81ste afslag, Paramaribo, 1997
Marylin Simons: Anansi dala, uitgegeven door stichting PCO Suriname, Paramaribo, 2004
Sherida Sabajo: Okorié en Agambé, een uitgave van De nationale Stichting Kinderboekenfestival, Paramaribo, 2008
Wim Veer: misi powisi, Paramaribo, 2008
De tuinman en de apen
door Marja Themen-Sliggers, Denzley, Xaviera, Jaïr en Jamar
Waarom heeft de titel van het nieuwste boekje van Wim Veer, de tuinman en de apen, geen hoofdletter, terwijl in de tekst alle zinnen wel met een hoofdletter beginnen, met mooi versierde hoofdletters nog wel? Inderdaad, de titel is strak gezet terwijl binnenin het boekje een zwierige, een antiek aandoende stijl is gebruikt, met rijke versiersels. De teksten zijn in een apart kader geplaatst op bladzijden die allemaal helemaal geïllustreerd zijn. Alle platen beslaan de volledige pagina. Prachtig!
Het verhaal van de tuinman en de apen is gebaseerd op een boeddhistisch sprookje en door de illustraties kun je die sfeer ook proeven. Wim Veer heeft altijd in zijn boekjes foto’s als illustraties, maar deze keer passen tekeningen van Ginoh Soerodimedjo heel goed.
De koning proeft graag van het fruit waar hij zo dol op is. Volgens Denzley is het leuk voor kleuters om de vruchten te herkennen in de platen. Ook de apen zijn voor de kinderen herkenbaar als onze eigen kwatta-apen. Het verhaal begint net als een echt sprookje met: ‘Er was eens, heel lang geleden in een ver land…’. Het gaat over een tuinman, die de tuin en de vruchtbomen van de koning moet onderhouden. Als hij een paar weken weg moet, besluit hij de zorg voor de tuin en de nieuwe aanplant over te dragen aan de troep apen, die in de tuin leeft. Is dat wel een verstandig besluit? Het wordt natuurlijk niks. Apen kunnen niet voor vruchtbomen zorgen en de nieuwe aanplant is vernietigd als de tuinman terugkeert. Het verhaaltje eindigt als volgt: …’Tuinman durfde het haast niet aan de koning te vertellen, maar het moest wel. “Die apen hebben alle plantjes uit de grond getrokken om te zien wie het meeste water nodig had”, zei hij. “Zulke domme dieren heb ik nog nooit gezien”. “Maar de man die dacht dat apen voor zijn tuin konden zorgen is toch eigenlijk nog veel dommer“, zei de koning.
En de tuinman moest hem wel gelijk geven.’ […]
De kinderen spraken lang over het einde van dit verhaal. In dit geval was de conclusie van hun discussie: Jaïr was het hartgrondig met de koning eens, maar Xaviera was zachtmoediger, tuinman had het toch goed bedoeld, terwijl Denzley had verwacht dat de koning met een straf zou komen voor de tuinman. Immers, in die oude tijd gaven koningen wrede straffen, vond hij.
Binnen de Boeddhistische filosofie is de verantwoordelijkheid van de mens een belangrijk item en natuurlijk ‘wijsheid’. Boeddha zelf zwierf over de wereld en ontmoette mensen met allerlei problemen… en werd wijs! Dus tuinman wist wel wat de koning bedoelde!
De tuinman en de apen, auteur Wim Veer, illustraties Ginoh Soerodimedjo, druk Quick Offset Print, ISBN 978-99914-51-00-8