blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Vargas Llosa Mario

Reiken naar het onbereikbare

door Walter Lotens

Van ‘Graanrepubliek’ tot ‘Wij, de mens’

Elk boek van Westerman is een boeiende zoektocht waarin je als lezer door de goede pen van de auteur meegezogen wordt. De Westermaniaanse manier van werken is intussen bekend: hij vertrekt van een vraagstelling (en eventueel enkele subthema’s), werkt zich grondig in de materie in – zie zijn uitvoerige literatuurverwijzing achteraan bij de verantwoording -, gaat vervolgens op pad, reist dan als het moet heel de aardbol af, schrijft zich ook zelf in het verhaal in en dat alles doet hij met de nodige literaire puntigheid. Zijn publicaties die in zestien talen beschikbaar zijn doen internationaal overal belletjes rinkelen.

read on…

Een bittere nasmaak

Ik zal het maar dadelijk opbiechten: ik heb een haat-liefde verhouding met Mario Vargas Llosa. Vandaar deze ‘gekleurde’ bespreking van een liefhebber die allicht daardoor ook veel strenger is: ‘Bittere tijden’ is geen ‘Feest van de bok’. Verre van. 

read on…

Over het werk van Mario Vargas Llosa

door Els Moor

Boekerij Meulenhoff te Amsterdam heeft het in het Nederlands vertaalde werk van Mario Vargas Llosa uitgegeven. Zeventien romans en één verhalenbundel, zijn debuut uit 1959. Zijn eerste roman, De stad en de honden, vertaling van 1963, is gebaseerd op ervaringen van de jonge auteur op de militaire academie. In 1965 verscheen Het groene huis. Voor Suriname is dat een boeiende roman, die voor een deel in het bos speelt met rivieren, bootjes met ‘botoman’ en dorpen waar verschillende talen gesproken worden, en voor een deel in een stadje, waar een onbekende man een hoerentent bouwt. Woede van de pater! Het is fictie, maar realistische fictie. De structuur is knap met verschillende verhaallijnen die langs elkaar lopen, maar de lezer ontdekt dat ze wel met elkaar te maken hebben. read on…

Fragment uit De bescheiden held van Mario Vargas Llosa

[Felícito, de bescheiden held, zit met een collega van een ander vervoersbedrijf koffie te drinken in een cafeetje:]

‘Is jou nooit zoiets overkomen?’ vroeg Felícito. ‘Heb jij nooit zo’n briefje ontvangen waarin ze je chanteren?’ Hij zag tot zijn verbazing dat de Rooie Vignolo een rare uitdrukking op zijn gezicht kreeg, zich verslikte en even niet wist wat hij moest antwoorden. Er was een schuldig lichtje in zijn omfloerste ogen, hij knipperde voortdurend en vermeed de blik van de ander. read on…

De bescheiden held: recente roman van Mario Vargas Llosa

door Els Moor

Van de Peruaanse auteur en Nobelprijswinnaar Mario Vargas Llosa (1936) is in 2013 weer een roman verschenen, de Nederlandse vertaling is van 2014. De thematiek van dit lijvige werk (346 pagina’s) heeft alles te maken met chantage, bedrog en jaloezie en dat alles uiteraard vanuit de enorme geldzucht in onze kapitalistische wereld. Overal spelen deze problemen, vooral in steden, ook in ons continent. read on…

Met onderdrukkers en onderdrukten

door Godeke Donner

Een wervelend, caleidoscopisch boek is het geworden, het nieuwe boek van de Nobelprijswinnaar voor literatuur 2010 Mario Vargas Llosa. De droom van de Ier (El sueño del celta, vertaald door Aline Glastra van Loon) gaat over de Ier Roger Casement, een historische figuur die leefde van 1864 tot 1916. Toen werd hij beschuldigd van hoogverraad, in Engeland terechtgesteld door ophanging. Als idealist zo niet wereldverbeteraar had hij twintig jaar in Congo, zeven jaar in het Amazonegebied en anderhalf in Duitsland doorgebracht. Net als onze Multatuli beschreef hij de wantoestanden die hij zowel in de Belgische kolonie als in Brazilië op het spoor kwam.

Het is een wonderlijk toeval dat De droom van de Ier zo kort na David Van Reybroucks Congo verschijnt – de roman valt samen met het hoofdstuk ‘Bliksemsche Vuiligheid, Congo onder Leopold II’ in Van Reybroucks boek, en in Vargas Llosa’s dankbetuiging wordt hij dan ook speciaal vermeld. Het betreft de episode van het ontstaan van de Congo-Vrijstaat. Vargas Llosa’s hoofdpersoon is echter een blanke, een ambtsdrager. Casement verandert in een kritisch toeschouwer en uiteindelijk aanklager.

De breed uitwaaierende roman krijgt de vorm van een drieluik, en speelt zich achtereenvolgens af in Afrika, Zuid-Amerika en Duitsland. Daartussen wordt steeds naar de cel in Pentonville Prison geschakeld waar Casement zijn vonnis afwacht. Maar het begon anders. In dienst van een Engelse rederij maakte hij in de jaren zeventig en tachtig van de negentiende eeuw drie reizen naar West-Afrika en raakte zo enthousiast dat hij zijn baan in de handel eraan gaf en besloot in Afrika te blijven.

‘Dat deed hij op een geëxalteerde manier en, zoals hij tegen zijn oom Edward zei: “Alsof het een van die kruistochten betrof die in de middeleeuwen naar het Oosten werden ondernomen om Jeruzalem te bevrijden.”’

Congo

Als Brits consul koestert hij de droom ‘de primitieve bevolking vooruit te helpen’. De Britse regering vraagt Casement ter plekke vast te stellen wat er waar is van de schanddaden begaan tegen de Congolezen onder Leopold II. Niet lang na aankomst wordt zijn grootste wens vervuld: deel uit te maken van een expeditie onder leiding van de beroemdste avonturier op Afrikaanse bodem, Henry Morton Stanley.

Eerst schrijft Casement nog vol bewondering over zijn jeugdheld, omdat Stanley en zijn reisgenoten ‘door te doen wat ze deden de speerpunt waren van de vooruitgang in deze wereld waar het stenen tijdperk dat Europa al sinds vele eeuwen achter zich had gelaten nog maar nauwelijks was aangevangen’. Pas later beseft hij dat kolonisator België en de grote Stanley een sinister spel spelen: in elk gehucht dat de expeditie aandoet, laat Stanley, nadat hij kralen en snuisterijen heeft uitgedeeld en met behulp van tolken de gebruikelijke (zij het niet begrepen) verklaringen heeft gegeven, de stamhoofden en medicijnmannen in het Frans geschreven contracten tekenen, waarbij ze zich verplichten onderdak te verlenen aan de nieuwe bestuurders, in hun onderhoud te voorzien en arbeidskrachten en gidsen te leveren voor de exploitatie van rubber.

Casement schrijft dat hij zich een ‘pion in het schaakspel’ voelde zoals hij zijn eerste jaren in Congo had meegewerkt aan het opbouwen van de Congo-Vrijstaat. Als hij Leopold onder vier ogen ontmoet, schrijft hij dat de koning op hem de indruk maakt van een pronkzieke, narcistische man.

Vargas Llosa is Roger Casement op het spoor gekomen door een biografie die hij las over Joseph Conrad. Inderdaad hebben Casement en Conrad elkaar uitgebreid leren kennen, eerst in Congo en naderhand in Engeland. Toen Casement hem daar gelukwenste met zijn nieuwe Congolese roman Heart of Darkness die hem tot in zijn ziel had geroerd, pakte Conrad zijn handen vast, en zei:

‘U had als mede-auteur van dit boek genoemd moeten worden, Casement. Zonder u had ik hem nooit kunnen schrijven. U hebt het zand uit mijn ogen gewreven. Wat betreft Afrika en wat betreft Congo-Vrijstaat. En over het ondier dat mens heet.’

Amazonia

Terwijl inmiddels de Ierse droom in Casement is ontwaakt en hij een voorvechter wordt van onafhankelijkheid, reist hij als Brits consul naar een nieuw continent. In Brazilië wachten hem net als in Congo de verschrikkingen van uitbuiting van de lokale bevolking, ditmaal de Amazone-Indianen. Nog persoonlijker wordt zijn strijd tegen de gewetenloze bewindvoerders van de Peruvian Amazon Company als hij zich realiseert dat Ieren en Indianen hetzelfde lot ondergaan. In zijn dagboek tekent hij op:

‘Ieren bevinden zich in dezelfde situatie als de Huitoto’s, de Bora’s, de Andoques en de Muimanes in Putumayo. Wij zijn gedoemd voorgoed gekoloniseerd en uitgebuit te worden als we, om de vrijheid te verkrijgen, blijven vertrouwen op de wetten, de instanties en de regeringen van Engeland. Nooit zullen ze ons de vrijheid geven. Waarom zou het Britse Rijk dat ons koloniseert dat doen als het er niet hardhandig toe wordt gedwongen en onder druk gezet? Die druk kan alleen met wapens worden uitgeoefend.’

Ierland

Dit idee zou hem de rest van zijn leven bijblijven. Zijn droom wordt zijn missie als hij in Duitsland probeert steun te krijgen voor de Ierse onafhankelijkheid. Hij krijgt daar een welwillend oor en zelfs lijkt het erop dat Duitsland wapens zal leveren en mogelijk tot een invasie zal overgaan. Uiteindelijk blijkt dat het Reich totaal geen belangstelling heeft voor de bevrijding van Ierland. Het had het idee van een gezamenlijke actie met de Ierse revolutionairen nooit serieus genomen. Het is op zijn minst naïef geweest van Roger Casement te denken dat hij de Duitsers kon oplijnen voor zijn Ierse droom. De uitkomst van al zijn pogingen Duitsland tot bondgenoot van de Ierse vrijheidsstrijd te maken, is dat hij door de Engelse regering wordt beschuldigd van hoogverraad.

Vargas Llosa heeft een droom van een boek geschreven. We krijgen een persoonlijk relaas over ontmoetingen met koning Leopold II, Stanley, Conrad, de Amerikaanse president William Howard Taft, met onderdrukkers en onderdrukten. Hij zet ons middenin de geschiedenis die voorafgaat aan de Eerste Wereldoorlog.

Dat hij voor een roman, niet voor een biografie, heeft gekozen om het leven van Roger Casement aan de vergetelheid te ontrukken, is ons geluk. Natuurlijk, er ging uitgebreid historisch onderzoek op drie continenten aan vooraf. Maar als romanschrijver had hij de vrijheid om de feitelijke gebeurtenissen van een eigen interpretatie te voorzien en de hoofdpersoon een persoonlijke stem te geven. Was het een biografie over Roger Casement geweest dan had die minder recht gedaan aan de dramatiek van zijn levensloop. Juist omdat Vargas Llosa zijn vertelling steeds afwisselt met de uren die Casement in zijn cel doorbrengt – in het ongewisse nog over zijn lot – wordt de spanning er tot het einde in gehouden. Je ziet de schrijver zich afvragen hoe zo’n nobel mens als Casement van verraad beschuldigd kan worden.

Het steeds terugkerende thema bij Vargas Llosa is de houding van het individu tegenover de vigerende machtsverhoudingen. Die houding kan er een van gehoorzaamheid of een van revolte zijn. Roger Casement belichaamt de man die in opstand komt tegen het kolonialisme in al zijn verschijningsvormen, ver weg, in Congo en Brazilië of dichtbij, in Engeland.

‘Een schrijver moet niet in een standbeeld veranderen,’ zei hij. ‘Ik vind dat een schrijver niet in zijn bibliotheek moet blijven zitten, afgesneden van de wereld zoals Proust. Ik wil deel uitmaken van de alledaagse werkelijkheid. Daarom ben ik ook nog journalist.’ (Vargas Llosa schrijft naast boeken en essays ook een tweewekelijkse column voor de Spaanse krant El País.)

Een paar jaar geleden heb ik Vargas Llosa ontmoet in Pamplona waar men in juli traditioneel voor dezelfde stieren uitrent die ’s middags in de arena het loodje leggen. Ten aanzien van stierengevechten nam hij overigens geen moreel standpunt in. Hij is erudiet, galant en met ontzag sprak hij over Nederland dat als klein land zoveel wereld had beheerst. Nu hij de Congo zo uitgebreid heeft belicht en Roger Casement de eerste aanklager van koloniale praktijken heeft genoemd, rest één vraag. Wie zorgt ervoor dat Mario Vargas Llosa de Max Havelaar onder ogen krijgt?

Godeke Donner studeerde Nederlandse Letterkunde en Algemene Literatuurwetenschap en woonde onder andere in Madrid, Buenos Aires, Paramaribo en Jakarta. Ze schreef boekrecensies voor verschillende kranten.

Mario Vargas Llosa, De droom van de Ier
Amsterdam: Meulenhoff
ISBN: 9789029087551
Pagina’s: 399
€ 19,95

[van www.athenaeum.nl]

Vargas Llosa hekelt dictaturen, Chinese pers negeert zijn woorden

Dictatoriale regeringen corrumperen de samenleving. Dat heeft de Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa gezegd in een toespraak tot studenten in China. De Chinese pers deed verslag van de toespraak, maar maakte geen melding van Vargas Llosa’s politieke uitspraken.

Vargas Llosa hield zijn toespraak gisteren aan de Universiteit voor Internationale Studies in Shanghai, die hem een eredoctoraat heeft verleend. Hij zei met zijn roman Gesprek in de Kathedraal uit 1969 te hebben willen laten zien ‘hoe een dictatoriale en autoritaire regering de hele samenleving corrumpeert’ en ‘de minder politieke activiteiten eigenlijk vergiftigt’. Vargas Llosa refereerde daarbij niet rechtstreeks aan China.

‘Politiek zou niet alleen moeten worden overgelaten aan politici, want als dat gebeurt begint het fout te gaan met de politiek’, zei Vargas Llosa in zijn toespraak tot studenten Spaans. ‘Elke burger zou moeten deelnemen aan het politieke leven. Die betrokkenheid kan de beste keuzes opleveren.’

Alleen literatuur

In de Chinese pers werd alleen vermeld wat Vargas Llosa zei over literatuur en over het winnen van de Nobelprijs voor literatuur. De schrijver kreeg die prijs vorig jaar en hij vertelde dat hij het daarna zo druk had met interviews dat hij niet meer aan schrijven toekwam.

Vorig jaar wekte Vargas Llosa het ongenoegen van de Chinese regering door steun te betuigen aan de dissident Liu Xiaobo, die elf jaar gevangenisstraf uitzit wegens staatsondermijning en in 2010 de Nobelprijs voor de vrede kreeg. Toen hij zijn Nobelprijs kreeg uitgereikt noemde Vargas Llosa Liu ‘een Chinese strijder’ en een voorvechter van democratie in zijn land. In 1990 deed de schrijver in zijn land mee aan de presidentsverkiezingen. Hij verloor toen van Alberto Fujimori.

[AP/Trouw, 15 juni 2011]

Uitspraken Mario Vargas Llosa doen politiek stof opwaaien

door Marjolein Corjanus

Nobelprijswinnaar Literatuur Mario Vargas Llosa heeft zich de woede van politiek correct Peru op de hals gehaald met harde uitspraken over de aanstaande tweede ronde van de presidentsverkiezingen. In een televisie-interview ging hij zover om de keuze tussen de twee eindkandidaten te vergelijken met een keuze tussen “kanker” en “aids”. Politieke commentatoren in Peru en daarbuiten kwalificeren de uitlatingen van de doorgaans zo gerespecteerde schrijver als onverantwoordelijk, naïef en gestoord.

read on…

Een vis tussen de haaien

door Mieke Groen

Hij verblijft graag in bibliotheken zoals de Reading Room van het British Museum in Londen,waar hij To the Finland Station van Edmund Wilson las. Het zijn de schoonheid van de leeszaal en het blauwig licht uit de koepel geweest die zijn enthousiasme voor de socialistische idee hebben versterkt. Hij houdt van de orgie van kleuren in de schilderijen van Monet, van het burgerlijk paradijs in de schilderijen van Vermeer en van het Alexandrië in de gedichten van Kavafis. Hij wil spreken in de taal van de hartstocht, bewondert de edelmoedigheid van Nelson Mandela en verwondert zich over de Salzburger Festspiele.

In zijn in 2002 in het Nederlands vertaalde essaybundel over politiek, cultuur en actuele gebeurtenissen El lenguaje de la pasión (De taal van de hartstocht) vraagt de van oorsprong Peruaanse schrijver/politicus, nu Spaans staatsburger Mario Vargas Llosa (1936) zich af waar de tijd is gebleven dat toneelstukken en opera’s mensen zo irriteerden dat het kwam tot opstand en geweld. In Salzburg genoot hij in 1998 van de opera Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Bertolt Brecht op muziek van Kurt Weill. Opvallend vindt hij het, dat al die heren in smoking en dames met kostbare juwelen in het Grosses Festspielhaus, zo enthousiast waren over een zó maatschappijkritische opera. Zouden ze ook klappen voor een door hem gezongen versie van het Communistisch Manifest? Hij vindt de Festspiele ‘een uiting van het triomferende kapitalisme in zijn meest voldane en minst getraumatiseerde vorm.’

Het is de politicus in Vargas Llosa die tot zo’n conclusie komt. Zijn essays, die eerder als columns verschenen in het Spaanse dagblad El País, moet je goed lezen, want hij wikt en weegt en brengt belangrijke onderwerpen ter sprake, die bij eerste lezing saai en voorspelbaar lijken. Eigenlijk aarzelt Vargas Llosa altijd tussen analyse en vervoering. Zijn politieke overtuiging begon, zoals bij alle intellectuele denkers van zijn continent in de jaren zestig, met een bewondering voor het marxisme. Fidel Castro was zijn voorbeeld, maar toen in 1971 de dichter Herberto Padilla gevangen werd gezet vanwege een ‘subversief’ gedicht kwam dat zo hard aan dat hij afstand nam van dit fanatisme door zich vanaf die tijd sociaal-democraat te noemen.Hij flirtte met het kapitalisme, het systeem van de ‘aangeboren gulzigheid’, maar volgens hem toch het beste systeem, niet om welvaart te verdelen, maar om welvaart te produceren. Hij noemde het geschikt als ‘shock-therapie’ om de wereldmarkt te veroveren met producten uit Latijns-Amerika en om op zijn continent de ogen te openen voor de verworvenheden op het gebied van sociale zekerheid, bescherming van mensenrechten en individuele vrijheid. Vargas Llosa moest er dan ook niets van hebben toen in 1987 president Garcia in Peru banken, verzekeringswezen en financiële instellingen wilde nationaliseren en hij richtte de politieke groepering Movimiento Libertad op. Hij voerde in 1989 campagne om president te worden, niet uit verlangen naar macht, maar omdat hij iets wilde doen aan de verarming van Peru en de terreur van de querillabeweging Sendero Luminoso (Lichtend Pad). Tevergeefs, want aan het eind van de campagne werd hij plotseling gepasseerd door de tot dan toe onbekende onafhankelijkekandidaat Alberto Fujimori. Dat de schrijver van romans als Het groene huis en De oorlog van het einde van de wereld zijn literaire ziel drie jaar lang wijdde aan het politieke bedrijf was een opmerkelijke gebeurtenis, waarvan hij later zei dat hij zich had gevoeld als een vis tussen de haaien. Hij was gedesillusioneerd en schreef de teleurstelling en het cynisme over zijn ervaringen in de actieve politiek van zich af in de autobiografie De vis in het water. Er waren een paar jaar voor nodig, maar hij herstelde zich als schrijver. In 1995 verscheen zijn eerste roman na het presidentsavontuur De geesten van de Andes en een paar jaar later Het feest van de bok, een briljante roman over dictatuur, in dit geval in de Dominicaanse Republiek, waar Rafael Leónidas Trujillo het politieke tot het persoonlijke maakte. Dertig jaar lang was hij alleenheerser en mensen werden een verlengstuk van zijn wil – ‘In dit huis is Trujillo de baas’ hing in die tijd in bijna iedere huiskamer. In zijn jeugd in Lima, op de cadettenschool Colegio Militar Leoncido Prado, waar Vargas Llosa van zijn vader een beetje man moest worden, leerde hij het machismo kennen. Het bepaalde voor een groot deel de thematiek van zijn werk en hij schreef er direct in zijn eerste roman De stad en de honden (1963) al over. Hij ziet machismo als ‘het kwaad’ van alle Latijns-Amerikaanse landen, leidend tot staatsgrepen en corruptie.

Eén moraal

Tijdens de in 2002 gehouden prestigieuze Nexusconferentie bleek in een forumdiscussie de overtuiging van Vargas Llosa dat schrijvers in het belang van goede literatuur over het kwade moeten schrijven. Hij is van mening, dat politici in het belang van fatsoenlijk bestuur kennis dienen te nemen van hartstochten, dromen en waanideeën uit de wereld van intellectueel nauwkeurige literatuur. Literatuur en politiek vormen dan misschien een antagonistische combinatie, het is de schrijver in Vargas Llosa die de politiek kennis toewenst van literatuur en kunst, als ‘patrimonium’ bij het zoeken naar orde in tijden van chaos. In De taal van de hartstocht is hij de politicus die graag orde schept, zoals bijvoorbeeld in het essay ‘De moraal van cynici’. Hij verwijst naar het onderscheid dat de Duitse socioloog Max Weber in 1919 maakte tussen twee vormen van moraal: die van de overtuiging en die van de verantwoordelijkheid. In het belang van beschaving en democratie bepleit hij voor deze tijd een overstijging van die tweedeling door te kiezen voor één moraal: ‘…met zijn gedeelde onzekerheden, uitdagingen en gevaren en binnen die moraal zijn de overtuiging en de verantwoordelijkheid even ondeelbaar als de stem en het woord of de beide kanten van een munt.’

Mario Vargas Llosa, De taal van de hartstocht (vertaling: Aline Glastra van Loon)
Amsterdam, Meulenhoff, 2002

Nobelprijswinnaar Vargas Llosa zwichtte voor Spaanse censuur

De Peruviaanse Nobelprijswinnaar Literatuur Mario Vargas Llosa heeft er in de jaren zestig mee ingestemd dat zijn werk werd gecensureerd in het Spanje van Franco, zo onthult de Spaanse krant El País. In de begindagen van zijn literaire carrière was Vargas Llosa er blijkbaar zo tuk op dat zijn roman De stad en de honden (1963 – La ciudad y los perros) in Spanje zou verschijnen, dat hij een aantal ingrepen van de censor voor lief nam.

[Lees hier verder]

Woonhuis Vargas Llosa wordt schrijversmuseum

De Peruviaanse overheid wil de woning waar Mario Vargas Llosa (74) de eerste jaren van zijn leven doorbracht omvormen tot een museum. Nobelprijswinnaar Llosa woonde met zijn moeder en haar familie enkele jaren in het huis in Arequipa voor ze naar Bolivia verhuisden. Hij keerde op zijn tiende terug naar Peru, waar hij in Lima ging wonen.

[Lees hier verder]

Mario Vargas Llosa: Europa war die Wiege des Bösen

Mario Vargas Llosas neuer Roman; Europa war die Wiege des Bösen

von Paul Ingendaay, Madrid

Mario Vargas Llosa stellt in Madrid seinen neuen Roman Der Traum des Kelten vor. Er handelt von den europäischen Verbrechen der Kolonialzeit. Und er erscheint in Deutschland überraschenderweise nicht bei Suhrkamp, sondern bei Rowohlt.

Da steht er auf dem Podium des Madrider Kulturzentrums Casa de América und lässt sich feiern, bleibt aber bescheiden, und wer es nicht glaubte, müsste nur den wohlüberlegten Sätzen in seinem weichen peruanischen Spanisch lauschen: Mario Vargas Llosa hat mit vierundsiebzig Jahren die höchste Ehrung der literarischen Welt erfahren, aber der Nobelpreis ist für einen, der einem so strengen Arbeitsrhythmus folgt wie er, ein schlimmer Zeitfresser.
„Ich versuche, meine Schreibroutine beizubehalten“, sagt er, „aber es ist nicht einfach. Menschen belagern mein Haus. Ich schlafe zwei, drei Stunden pro Nacht, wenn ich überhaupt schlafe.“ Er habe nie daran gedacht, diese Auszeichnung zu erhalten, sondern wollte immer nur „gute Bücher schreiben“.

Lees hier verder in de Frankfurter Allgemeine

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter