blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: uitgeverij

Gered door softporno

Literatuur of lectuur? (4)

Op de Buchmesse in Frankfurt blijkt dat het sappelen is in de uitgeverij – behalve voor uitgevers met E.L. James of andere softporno in het fonds. read on…

Een plot of géén plot, dat is de vraag

Literatuur of lectuur? (2)
Wat is er eigenlijk literair aan een literaire thriller, vroeg Bertram Mourits zich vorige week af. Volgens thrillerrecensent Gert Jan de Vries stelt hij de verkeerde vragen. read on…

Het einde van de literatuur

Literatuur of lectuur? (1)

 

Deze week werd gevierd dat Nicci French, de pioniers van de literaire thriller in Nederland, hun vijfmiljoenste boek verkochten. Maar wat is er in ’s hemelsnaam literair aan een ‘literaire thriller’?

read on…

Sekou keynote speaker at V.I. Writers Association first conference

Great Bay, St. Martin (April 1, 2014) — St. Martin author Lasana M. Sekou was the keynote speaker at the first conference of the Virgin Islands Writers Association (VIWA) held in St. Croix on Monday, March 31, 2014, said VIWA principal Valerie Combie.
 
“One major concern of our writers is to get their work published. The committee thought that Mr. Sekou could enlighten us on the process by describing some of the challenges a writer may encounter, especially a writer in the Caribbean,” said Combie, who is an associate professor of English at the University of the Virgin Islands (UVI).
 
During his presentation Sekou pointed out challenges writers may face during the writing process and in preparing their manuscript for an agent or publisher to consider or review for publication. He also gave tips on tackling these challenges.
 
Sekou was also asked to “tell us about the possibility of having our work published by House of Nehesi Publishers,” said Combie. Sekou is the projects director at House of Nehesi Publishers (HNP).
 
Valerie Combie,
UVI associate professor,
organizer of the Virgin Islands
Writers Association Conference
Mostly VI writers from St. Croix attended the one-day conference where about 10 writers read from their book or manuscript. One high school drama group performed three monologues. The conference started at 8 AM and concluded at 3 PM. UVI dean Dr. Simon Jones-Hendrikson, folklorist Wayne “Bully” Peterson, Annette Michael, Dr. Frank Mills, doctoral student Brianna J. Grantham, Dr. David Gould, and high school student Victoria Smith, were among the readers.
Sekou’s 50-minute presentation included a question-and-answer period and a reading from the French Quarter cockfight story is his book Brotherhood of The Spurs. He also promoted the upcoming 12th annual St. Martin Book Fair among conference participants.
 
The theme of the writers conference was “The Faces of V.I. Writers” – organized in collaboration with the Virgin Islands Writing Project and UVI. 
.

Workshop Corrigeren en persklaarmaken

Volgens welke regels moet je een tekst corrigeren? En hoe train je jezelf in het signaleren van oneffenheden in teksten? Als corrector en persklaarmaker teken je fouten aan die de grammatica, de spelling en de interpunctie betreffen. Ook let je op stijl en het consequente gebruik van woorden, termen en schrijfwijzen. Op deze eendaagse cursus leer je niet alleen goed te corrigeren en persklaar te maken, maar krijg je ook informatie over het vak van bureauredacteur.

Docenten: Rob van Rossum (bureauredacteur Querido) en Rob Zweedijk (bureauredacteur Athenaeum-Polak & Van Gennep)
Plaats: uitgeverij Querido, Singel 262, Amsterdam
Datum: Vrijdag 14 februari of vrijdag 28 februari
Tijd: 9.30 uur – 17.00 uur
Kosten: €150 (inclusief lunch, koffie en thee)
Inschrijving: info@queridoacademie.nl o.v.v. ‘Workshop corrigeren + gewenste datum’
Je inschrijving dient uiterlijk 10 februari 2014 bij de Querido Academie binnen te zijn.
Minimum aantal deelnemers: 6 / maximum aantal deelnemers: 20

Facebook-pagina voor e-dichtbundels

MartsArts PoetryPictures is een aparte facebook-pagina gestart voor het toegankelijk maken en promoten van e-gedichtenbundels. Dit omdat ik er regelmatig mooie voorbij komen. Dus als jíj ook een e-bundel ergens beschikbaar hebt of er goede weet, plaats ze op deze pagina en help deze pagina bekend te maken onder jouw fb-contacten!

Kijk op Facebook op Poëzie gebundeld
of maak contact via infoi@martsarts.nl

Hitblog Boekface wil boekenwereld ondersteunen

Maak een foto met een boek voor je kop. Dat is in het kort het idee achter de Nederlandse hitblog van Vera de Kort

door Sabine Kok
In februari 2013 ging Boekface van start, nadat De Kort een foto van zichzelf had gemaakt op een strand in Bonaire. Ze poseerde daarop met het door haar zus Maartje de Kort uit het Portugees vertaalde boek Gabriela van de Braziliaanse auteur Jorge Amado. Haar broer, die de foto per mail onder ogen kreeg, reageerde met: ‘Boekface!’

In februari verspreidde  De Kort de eerste foto’s via Twitter (@boekface). Inmiddels heeft ze  er honderden van over de hele wereld ontvangen, onder meer met boekfaces van de covers van Knausgård en John Williams’ Stoner. De foto’s verzamelt ze op Boekface.wordpress.com en op de gelijknamige Facebookpagina.

De Kort wil naar eigen zeggen met Boekface volwassenen en kinderen aansporen een boek op te pakken. Daarom zoekt ze bij ieder boekface een recensie. ‘Het is Boekface erom te doen de Nederlandse boekenwereld te ondersteunen’, aldus De Kort op haar blog. ‘Bij Boekface gaat het vooral om Nederlandse literatuur of naar het Nederlands vertaalde literatuur, samen met de geboekfacete en zijn/haar boek.’

Landelijke kranten Telegraaf, AD, NRC en de Volkskrant besteedden inmiddels aandacht aan het Boekface-fenomeen en Van Dale koos het woord ‘Boekfacen’ op 11 september tot woord van de dag. ‘Alleen al het woord boekface heeft alles in zich om een begrip te worden’, aldus Van Dale. ‘Een begrip à la planking, owling en natuurlijk catbearding, woorden voor hypes die eerder al internationaal aansloegen.’
Makkelijk is het trouwens niet om het eigen gezicht vloeiend in een cover te laten overgaan. De Kort op NRC.nl: ‘Ik verbaas me erover hoeveel moeite mensen doen om die perfecte passende foto te maken. Een meisje twitterde laatst een foto met de tekst ‘na 100 pogingen is het gelukt’.
Zie ook (tevens voor diegenen die zelf een Boekface willen inzenden):

Wereldbibliotheek wordt overgenomen door Nieuw Amsterdam

door Chrétien Breukers

Toen de redactie van De Contrabas vanmiddag in de Frankfurter Hof Bitburger pilsen zat te drinken, verscheen een aangeschoten Robbert Ammerlaan aan de bar.

‘Vrienden,’ zei hij.

Wij knikten en bestelden voor hem ook een glas bier.

‘Hebben jullie,’ sprak hij, ineens zeer coherent, gelezen dat Joost Nijssen ontkent dat hij in gesprek is geweest met De Bezige Bij. Of andersom. Dat De Bezige Bij zijn uitgeverij probeerde over te nemen?’

Wij knikten. Zeker. Dat hadden wij gelezen.

‘Welnu, dan heb ik écht nieuws.’

‘Welk?’

‘Er is een andere overname aanstaande.’

‘Welke?’

‘De Wereldbibliotheek wordt overgenomen.’

‘Echt?’

‘Zeker.’

’Nou, en?’

‘Na meer dan 100 jaar zelfstandigheid komt er een eind aan het bedrijf De Wereldbibliotheek.’

‘Echt waar?’

‘Heel echt waar.’

‘Wat gaat er met het bedrijf gebeuren?’

‘Het wordt, zoals ik zei, overgenomen.’

‘Maar door welk bedrijf dan?’

‘Door Nieuw Amsterdam!’

Nou ja.

Meteen verlieten we de Frankfurter Hof, op zoek naar bevestiging van dit gerucht.

[van De Contrabas, 8 januari 2014; het gerucht is waar gebleken.]

Kader Abdolah slachtoffer van mensenhandel

door Coen Peppelenbos

Het is maar een klein bericht in de Volkskrant, maar er wordt door de betrokkenen vooral heel veel niet gezegd. Kader Abdolah gaat weg bij zijn uitgever De Geus en stapt over naar Prometheus. Abdolah geeft aan de krant de volgende reden: ‘Het is een proces waar ik zelf geen directe invloed op had. Zoals toen ik mijn vaderland verliet en mij ineens in Nederland bevond.’ read on…

Eet een boek!

door Joost Nijsen

Dit wordt een oproep aan de CPNB. Ik kan Eppo, de Herr Direktor, natuurlijk even bellen, maar dan kunt u niet meeluisteren. Dus langs deze openbare weg het volgende.

read on…

Droom en realiteit in Joe Fortin: City Store

Publiceren in eigen beheer
door Wim RutgersWanneer is of wordt een schrijver een schrijver? Volgens het Nederlandse Fonds voor de Letteren zijn schrijvers volgens de website onder voorwaarden subsidiabel nadat ze tenminste één boek bij een erkende uitgeverij gepubliceerd hebben. Dat lukt dan misschien nog als je in het Nederlands schrijft en uitgegeven wordt door een Nederlandse uitgeverij, zoals de laatste tijd nogal wat Arubaanse schrijvers die in Nederland wonen gedaan hebben en doen. Maar als je in het Papiamento schrijft, wat dan? Dan wordt het hooguit een afspraak met uitgeeforganisaties als freemusketeers.nl of lulu.com. waarbij auteurs dan terecht kunnen en daarbij zelf voorwaarden voor professionele begeleiding kunnen inroepen. Diverse websites van deze organisaties wijzen de weg naar zowel de mogelijkheden als de gevaren van deze methode.

Wie deze publicatiemogelijkheid niet wil, kan dan uiteindelijk kiezen voor publicatie in eigen beheer, waarbij de schrijver alles in eigen hand houdt: van manuscript tot gedrukte tekst, via een eigen lay out-ontwerp, illustraties, omslag en alle begeleidende noodzakelijke teksten, waarna nog de distributie naar boekhandel en bibliotheek volgt. Dan gaat vaak hopeloos mis, maar als een auteur echt kan schrijven en voldoende kritisch vermogen heeft, kan ook dit in onze situatie aardige resultaten opleveren.
Een schrijver ben je wanneer je de lezer iets inhoudelijks en thematisch interessants te bieden hebt en daarvoor dan ook een eigen persoonlijke stijl en doordachte structuur hebt weten te verwezenlijken. En dat zoiets prima in eigen beheer kan heeft Carel de Haseth wel bewezen met zijn Katibu di shon (1988), dat eerst in eenvoudige vorm in eigen beheer werd gepubliceerd en pas later bij een uitgever terecht kwam, vertaald werd in het Nederlands en Duits en het zelfs tot een operavoorstelling bracht.
Op Aruba publiceert Jossy Tromp in eigen beheer vanuit het principe van ‘Book on demand’ en ‘Publishing and print on demand’, een procédé dat steeds meer gebruikt wordt nu de technische mogelijkheden beschikbaar zijn om ook (heel) kleine oplagen te drukken. Zo bracht hij niet alleen vijf verhalenbundeltjes en een dichtbundeltje uit, maar is zijn werk momenteel ook onderwerp van een dissertatieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam bij hoogleraar Michiel van Kempen die daar West Indische letterkunde doceert. Twee succesverhalen van publiceren in eigen beheer, een vorm die in het buitenland misschien slechts een gering aanzien kent, maar in onze situatie van kleinschaligheid zeer wel kan voldoen.
De promovendus van Jossy Tromp’s werk is zijn (ei)landgenoot J.L. (Joe) Fortin (San Nicolas 1967), die nu ook een verhaalbundel van kwaliteit in eigen beheer op de markt heeft gezet: City Store. De schrijver studeerde Latin American Studies aan de Universiteit van Leiden en heeft in het verleden ook op ons eiland en elders daarover lezingen verzorgd.
Lezers moeten zich door de eenvoudige vorm van deze uitgaven in eigen beheer niet laten bedriegen, want dat zegt in dit voorbeeld niets over de belangwekkende inhoud. Bij eerste lezing van de elf korte verhalen voelde ik hoe deze auteur ertoe kwam om juist de verhalen van Jossy Tromp voor een dissertatie onderzoek te kiezen. Beiden zijn sterk beïnvloed door het Latijns-Amerikaanse magische realisme, lo real maravilloso.
Inhoud
In de verhalen van Joe Fortin lopen realiteit en het magische van fantasie en droom dooreen. Neem nou bijvoorbeeld het titelverhaal van de bundel: ‘City Store’. Zo’n verhaal begint heel realistisch als een jeugdherinnering over een jongetje – de ‘ik’ van het verhaal – die als jongste kind thuis erg aan zijn moeder hangt en met haar boodschappen gaat doen bij de stoffenzaak van Uncle Louis. Heel herkenbaar. Maar meteen zegt de ik er dan bij dat hij zich niet thuis voelt in de donkere en sombere winkel, hij geeft de winkelier de naam van Daedalus en dwaalt er in het labyrint van stoffen op zoek naar de Minotaurus als zijn moeder haar boodschappen doet. Daarmee wordt het tot dan toe realistische verhaal in het mythologische getrokken, iets wat direct daarna weer wordt opgeheven door het dan weer realistische vervolg als ze weer buiten zijn en een aantal andere winkels bezoeken. Er ontstaat zo een realistisch beeld van San Nicolas in voorbije tijden. Maar de scène bij Uncle Louis blijft hangen in het lezersgeheugen. Realiteit en magie wisselen elkaar af.
Als moeder en zoon in de City Store van señor Violinus belanden, zegt deze tegen het jongetje dat hij dromen verkoopt: ‘ami ta bende soñonan’. Voor één gulden wil hij een droom aan de ‘ik’ verkopen, voor het jongetje natuurlijk een hoop geld, maar hij gaat sparen. Hij geeft na verloop van de tijd inderdaad de gespaarde gulden, maar … krijgt er niets voor terug! Denkt hij.
De tijd verloopt en na vele jaren sluit City Store bij gebrek aan clientèle. De nu jongeman geworden ‘ik’ heeft zijn droom nooit gekregen, maar dan … volwassen geworden constateert hij tot zijn verbazing dat City Store weer open is, geheel in de stijl van vroeger, alsof de tijd heeft stilgestaan. Hij gaat naar binnen en praat uitgebreid met señor Violinus en belooft spoedig terug te komen. Maar als de ‘ik’ dan buiten naar zijn auto gaat, ziet hij tot zijn schrik en verbazing dat de winkel geheel verwaarloosd toch nog steeds hermetisch gesloten is, waarbij in de beleving van de ‘ik’ verleden, heden en oneindige toekomst zich verenigen: ‘Mi a para babuca pa mira door di e bentana susha pa tempo y olvido. Paden tur cos tabata tapa cu stof di recuerdo. Tabatin un popchi sunu y tur sushi ta para mira cu wowonan di infinito.’ 
In de droom herleeft een momentje het verleden. Bij Uncle Louis aan het begin van het verhaal betrof dit misschien nog kinderfantasie, maar het visioen rond de City Store van señor Violinus betreft de herinnering van de volwassene.
Ook overige verhalen ademen een sfeer van het supra-natuurlijke, zoals het beginverhaal van een gelukkig huwelijk dat evenwel overschaduwd wordt door kinderloosheid – een realistisch gegeven dat echter eindigt op wrange bovennatuurlijke wijze. Andere verhalen betreffen een stervensproces, kinderangsten en verlangens, in jeugdjaren ervaren geheimzinnigheden en gedrag van volwassenen die zich bedreigend keren zich tegen de ‘ik’. Een verscheidenheid van onderwerpen maar steeds met een ondergrond van geheimzinnigheid en de ondoorgrondelijkheid van droom en werkelijkheid. Het slot van de bundel is daarvan een goed voorbeeld als een dubbelzinnig vampierverhaal over de instructie tot in de kleinste details hoe deze een naaimachine gebruikt om de juiste kleding te naaien voor zijn nachtelijke werk, zoals een spin zijn prooi vangt in zijn web: “Ta mescos cu un cas di haraña bo ta traha.”.
Een personages als Marianita zwerft over het eiland en door de mondi – su perigrinacion infinito – nadat haar man verdronk bij Boca Mahos, waarna allerlei geheimzinnige folkloristische veronderstellingen van volksgeloof rond haar persoon en haar verlaten en verwaarloosde huis ontstaan: “Kisas e alma di Marianita a podera die cas pa asina forma un simbolo di e ultimo indjan di e tribo ca tabata biba na e isla.”
Intertekstualiteit
Door intertekstuele verwijzingen uit de mondiale literatuur verbindt Fortin het eiland met de wereld. In het verhaal ‘Autosugestion’ spreekt de ik-verteller met een van de Franstalige surrealisten bij uitstek, Comte de Leautrémont, over diens bekende werk Les Chants de Maldoror, dat gaat over een misantropisch en volstrekt kwaadaardig satanische figuur. Het verhaal eindigt met de waarschuwing: “Si bo sigui mi bos lo bo bira un persona tristo.” Comte de Leautrémont was het pseudoniem van de uit Uruguay afkomstige Isidor-Lucien Ducasse (1846-1870), bekend om zijn surrealisme. Daarmee geeft Fortin een heldere hint hoe hij zelf zijn werk gelezen wil zien.
Voor het gegeven van ‘E yamada di leu’ verwijst de verteller de lezer nadrukkelijk naar Jorge Luis Borges’ verhaal ‘El otro’ waarin een oudere auteur een jongere versie van zichzelf ontmoet. Fortin draait dit gegeven om door van de jongere uit te gaan die een droomvisioen van zelfconfrontatie krijgt over wie hij in zijn ouderdom zal worden.
In het verhaal over transgender en homoseksualiteit ‘Flor y sumpiña’ zijn echo’s van de tele-novela Topacio, die in de jaren tachtig door de Venezolaanse televisie uitgezonden werd. Carnaval biedt de twee vrienden Flor en Sumpiña de mogelijkheid uit de kast te komen, maar omdat ze overigens maatschappelijk volstrekt niet worden geaccepteerd besluit Flor te migreren.

Zo bieden de elf verhalen in de bundel een grote verscheidenheid aan onderwerpen, waarbij de verteller in weinig pagina’s mysterieuze en intrigerende verhalen weet neer te zetten. De meeste verhalen zijn in de ik-vorm, maar er zijn ook enkele verhalen in de derde persoon. Jeugd en herinnering spelen een belangrijke rol. De auteur hanteert daarbij een verzorgde taal in een eenvoudige schrijfstijl, met mooie beschrijvingen van locaties en personages.

We hebben hier te maken met een relatief kleine in eigen beheer eenvoudig uitgegeven bundel, maar met een inhoud die er wezen mag. Aruba heeft er een schrijver bij.
J.L. Fortin: City Store
Imprenta: Lulu.com
2013
91 pagina’s

Hoe uitgevers en boekhandels hun plek verliezen

door Geert Poorthuis

Wie denkt dat hij over een jaar of vijf in de Nederlandse boekhandel nog het complete actuele aanbod van nieuwe boeken aantreft, heeft het mis: een groot deel van de boeken verschijnt dan nog alleen digitaal. Die trend is nu al zichtbaar in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Daar is een kwart van de boeken op de digitale bestsellerlijsten afkomstig van auteurs die aan ‘self-publishing’ doen, zonder tussenkomst van uitgeverijen en boekhandels.  

read on…
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter