Op donderdag 27 mei 2021 ondertekenden Rita Rahman, voorzitter van de Werkgroep Caraïbische Letteren, en... Lees verder →
Braziliaanse nazi’s hielden kindslaven op ranch
door Willeke Tersteeg
Kind nummer 23: ’We werkten tot onze handen bloedden’
Een foto van een voetbalteam bij een Braziliaanse boerderij, daterend uit 1930 waarop ook een vlag is te zien met een hakenkruis, riep de nodige vragen op bij de ontdekker van het plaatje. Naast foto’s uit die tijd met verwijzingen naar nazi’s, werden ook stenen met swastika-symbolen gevonden op het terrein. Onderzoek wijst uit dat de ranch werd gebruikt door nazi-sympathisanten die kindslaven hielden.
[Lees hier verder in De Morgen van 21 januari 2014]
Suriname en WO II: strijders in de Oost (3 en slot)
door William L. Man A Hing
40. Waller, Charles Edmund,
Paramaribo: 10-08-1913, Ls Sld Inf Knil.(commies-redacteur dept. van Justitie).
vader: ChE Waller / moeder: JS Vries;
contactadres: ChE Waller, Batavia;
25-02-1943: overleden aan “bacillary dysentery” in Changi hospitaal te Singapore. [inv. no. 457]
Aanvankelijk Changi Cemetery, later overgebracht naar: Nederlands ereveld Menteng Pulo, Jakarta;
Suriname en WO II: strijders in de Oost (2)
door William L. Man A Hing
Geerling, Ernst Willem,
Ben-Commewijne: 18-10-1907, Mlt Sld Knil.
vader: H Geerling;
contactadres: Sri Soepartia, Wlari, Java;
12-02-1945: “Died of perforative peritonitis”, Borneo POW Camp; Kamp Batu Lintang, Kuching, Sarawak, Maleisië;
[inv. no. 429]
Suriname en WO II: strijders in de Oost (1)
door William L. Man A Hing
De geschiedenis van Surinaamse migranten naar het vroegere Nederlands-Oost-Indië geniet nauwelijks enige bekendheid. Door de interneringskaarten van de Japanse bezetter kan een duidelijk beeld worden verkregen van de lotgevallen van vroegere landgenoten in de periode van de Tweede Wereldoorlog. Persoonsgegevens uit de nasleep van de oorlog in de Bersiap-tijd zijn uit andere bronnen.
read on…Surinamers in WO II: geen eenduidige strijd
door Guno Jones
In Teken en zie de Wereld heeft Jules Rijssen de herinneringen van oorlogsveteranen uit Suriname aan de vergetelheid ontrukt. Op basis van Oral History heeft de auteur bloot weten te leggen hoe deze veteranen, 31 mannen en zes vrouwen, betekenis hebben gehecht aan de Tweede Wereldoorlog. Eerder historiografisch werk heeft al in kaart gebracht dat militairen uit het toenmalige ‘rijksdeel’ Suriname in uiteenlopende geografische gebieden en functies bij de Tweede Wereldoorlog betrokken zijn geweest: als schutter of stads- en landwacht (in Suriname), als marinier en gunner, in het verzet in Nederland, als militair in Nederland en Europa, als verpleegkundige en in de strijd tegen het Japanse leger. Het vernieuwende karakter van dit boek is dat Rijssen een ‘geschiedenis in herinneringen’ in kaart heeft gebracht, door de veteranen zelf aan het woord te laten (p.11-12).
read on…Antillianen in de Tweede Wereldoorlog
Eerste kranslegging voor (ex-) rijksgenoten
Zaterdag 4 mei 2013 vindt de eerste kranslegging speciaal voor gesneuvelde (ex-)rijksgenoten plaats op het Ereveld in Loenen (bij Apeldoorn).
read on…Gesneuvelde Surinaamse zeelieden herdacht
Aanvang: 15.00 uur
Kranslegging
Twee minuten stilte
Bloemendefilé
Sociaal samenzijn
Einde: 16.00 uur
KNSM-laan 311 | 1019 LE Amsterdam
Te bereiken met o.v. bus 48 vanaf A’dam C.S.
en tram 10 vanaf Weesperplein (halte Azartplein)
Echte verzetshelden in CBK Zuidoost
Een Strijdersmonument zoals ‘Baba en Mai’
Uitgangspunten
Eerste stap natievorming
Onze Afrikaanse landgenoten hebben deze ‘culture backing’ helaas nooit gehad waarvan onze Aziatische landgenoten aldoor gretig gebruik hebben gemaakt. Deze Aziaten zouden 1 juli ‘Keti Koti Dey’, moeten uitroepen tot een soort ‘thanks giving day’ naar de Creolen toe, omdat het vooral de Creolen waren die met hun Sranantongo, de Aziatische arbeidscontracten wegwijs hebben gemaakt in het westerse leefpatroon van de Europeanen en vooral ook in hun spreektaal en onderwijs in Suriname. Voor de Aziatische contractarbeiders in Suriname, kwam deze kennis echt niet uit de lucht vallen! Zij zijn daarbij liefdevol geholpen door al de anderen die hier al waren.
Historisch bezien was dit de eerste stap in ons proces tot natievorming in Suriname. In ons toekomstig Nationaal Museum (!) zal dit proces, dat later door ‘papa’ Lachmon verbroedering werd genoemd, nadrukkelijk worden beklemtoond. Deze verbroederingspolitiek moet nog altijd ideologisch goed verwoord worden en dat lijkt een prachtige taak te zijn voor de voormalige vicepresident en kroonprins, de vitale historicus Ramdien Sardjoe.
Workshops
Het is ook goed te vermelden dat het Hindostaanse monument van ‘Baba en Mai’ op de Suralco-plant door meer niet-Hindostanen is gemaakt dan door Hindostanen zelf. En alles gebeurde heel liefdevol en met heel veel enthousiasme! Waarom kan het strijdersmonument van de president ook niet zo worden gemaakt, door jonge en oude kunstenaars onder het toezicht van ervaren beeldhouwers uit al die landen van onze ‘roots’? Het strijdersmonument zal Suriname dan echt niet meer dan twintig procent kosten dan wat er nu voor wordt gevraagd, dus een vijfde deel van de huidige vraagprijs. Suriname heeft binnen korte tijd ook ervaren beeldhouwers in eigen land. Dat moet ook het nut zijn van zo een workshop.
Het mooie voorbeeld van het monument van ‘Baba en Mai’, moeten jonge kunstenaars ook niet vergeten. Het monument is in Suriname ontworpen, hier geboetseerd door een Surinamer en ook hier bij Suralco gegoten en het staat er sinds 1993, dus al twintig jaar, nog altijd in al zijn pracht en praal vlakbij het kabinet van de president…dus onder het toeziende oog van de ‘goede man’. Het strijdersmonument komt dan op het Onafhankelijkheidsplein te staan en de president kan ervan genieten als hij op de zondagmorgen met zijn ‘Gopestwatwa’ gaat wandelen op het plein. Want de gepensioneerde president-directeur ‘broer Henk’ van de Suralco is er nog altijd fit en gezond en hij zal zeker willen helpen. En als de president zijn zakelijke adviseur Dipo, ook vraagt om de ‘deals’ voor Suriname te sluiten op zijn vele zakenreizen, kost dat ons ook geen geld. Wat let ons nog?
Stichting Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam presenteert: ‘Opdat wij niet vergeten’
In Kruithuis 1740 in het Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam is het nu nog stil. Maar over een paar dagen worden hier verhalen verteld: Surinamers, mannen én vrouwen, die in de Tweede Wereldoorlog als militaire vrijwilligers overzee gingen, delen hun herinneringen, in woorden en beelden, omlijst door voorwerpen.
Op vrijdag 10 augustus a.s. om 10:30 uur is het museumcafé van het Openluchtmuseum de ontmoetingsplek voor Surinaamse oorlogsveteranen. Dan wordt het boek Teken en zie de wereld gepresenteerd, een uitgave van KITPublishers. En de documentaire Opdat wij niet vergeten van Fawaka Creations beleeft zijn première. Beide producties omlijsten de openstelling van de expositie Opdat wij niet vergeten.
In 2011 schonk de Federatie van Oud-strijders en Ex-militairen in Suriname haar collectie aan de Stichting Openluchtmuseum Fort Nieuw Amsterdam (SOFNA). Voorwaarde voor de aanvaarding van de schenking was deze collectie in een permanente expositie te tonen. SOFNA accepteerde de schenking die bestaat uit foto’s en enkele voorwerpen: een slaapmatje, een kompas, lintjes, een legerjasje, een sabel. Er is meer, vertellen de heren Dest en Van Russel van de Federatie. Maar die soms zeer dierbare dingen liggen nog bij mensen thuis, of bij de weduwen of de kinderen. Het blijkt voor sommigen moeilijk te zijn om er afstand van te doen. Dat is te begrijpen, het zijn tastbare getuigenissen van een ingrijpende periode in het leven van de toen jonge Surinamers.
De expositie kreeg de titel: Opdat wij niet vergeten. En wie luistert naar de verhalen, begrijpt waarom. Voor de gelijknamige documentaire interviewde Dave Edhard van Fawaka Creations enkele veteranen over de keuzes die ze maakten en waarom, hoe de oorlog hun leven heeft veranderd. Wie de documentaire bekijkt, kan misschien een heel klein beetje invoelen wat oorlog met mensen doet. Daarom is het belangrijk om niet te vergeten.
Bij de herdenking van de oorlogslachtoffers op 4 mei 2012 had de voorzitter van de Federatie dhr. Fred van Russel, de eer het boek Teken en zie de wereld van de auteur Jules Rijssen te mogen overhandigen aan de oud-strijders en ex-militairen of aan hun familie, nog voor de officiële presentatie. In het boek staan 37 verhalen met foto’s, herinneringen van Surinaamse mannen en vrouwen die als vrijwilligers en dienstplichtigen werden uitgezonden overzee in de Tweede Wereldoorlog en in de Korea-oorlog. Wie waren die militaire vrijwilligers? Wat gebeurde er met hen op de slagvelden? Hoe heeft die oorlog hun jonge levens direct beïnvloed? Wie waren de Surinamers die in Nederland in het verzet gingen? Welk effect had de Koreaanse oorlog op die jongens die na hun Nederlands-Indië-ervaring voor nog een ‘tour’ bijtekenden? Hoe hebben de ervaringen het verloop van hun verdere leven beïnvloed?
Het boek is opgedragen aan alle Surinamers die niet terugkwamen van de oorlog. Op 4 mei jl. tijdens de herdenking bij het Monument voor de Gevallenen gaf de heer Van Russel aan dat herdenking alleen niet genoeg is. Er moet meer bekendheid en waardering komen voor wat de veteranen hebben gedaan in de oorlog. Een bezoek aan Kruithuis 1740 kan hieraan bijdragen en is dan ook een must.
[Dagblad Suriname, 7 augustus 2012]
Twee boeken over Aruba in de Tweede Wereldoorlog
Twee boeken van Adolf (Dufi) Kock over gebeurtenissen nabij Aruba in de Tweede Wereldoorlog: over het tot zinken gebrachte Duitse vrachtschip Antilla en over een torpedo bij de ontmanteling waarvan vier militairen omkwamen. De tekst is in het Papiamentu en Engels.
Eerste foto’s ooit van executies Nederlands leger in Indië
door Lidy Nicolasen
Voor het eerst in de geschiedenis zijn foto’s opgedoken van executies die zeer waarschijnlijk zijn uitgevoerd door het Nederlandse leger tijdens de politionele acties in voormalig Nederlands-Indië. De foto’s komen uit het privéalbum van een soldaat die diende als dienstplichtige in Nederlands-Indië.
Op de foto’s is de liquidatie te zien van drie Indonesiërs. Ze staan met de rug naar het vuurpeloton aan de rand van een greppel op het moment dat ze worden beschoten. De greppel ligt vol lijken van geëxecuteerden, blijkt op een tweede foto. Aan de rand staan twee Nederlandse militairen, te herkennen aan hun uniform.
Nooit eerder
Deskundigen van het oorlogsinstituut NIOD en van het Nederlandse Instituut voor Militaire Historie (NIMH) zeggen dergelijke foto’s nooit eerder te hebben gezien. ‘Het zijn geen alledaagse foto’s en het is beslist niet zo dat iedere Indiëmilitair dit soort foto’s mee naar huis bracht’, aldus een medewerker van het NIMH.
Ook bij het NIOD zijn soortgelijke foto’s onbekend, zegt René Kok. ‘We hebben heel veel albums hier. Je zit te wachten op het moment dat zo’n foto opduikt en dat is nu. Eerder heb ik dit nooit gezien.’ De geraadpleegde historici twijfelen niet aan de echtheid. De exacte plaats noch de toedracht van de executie is bekend. Mogelijk levert nader onderzoek meer details op.
De maker is een soldaat uit Enschede. Hij is inmiddels overleden. Hij werd uitgezonden in 1947, kort voor de eerste politionele actie, en hij is pas in 1950 teruggehaald, na de soevereiniteitsoverdracht. Hij diende bij de artillerie. In de Korpsgeschiedenis van zijn onderdeel wordt geen melding gemaakt van executies. Vermoedelijk heeft de artillerie alleen bijstand verleend aan de Speciale Troepen of infanteristen, die wel executies uitvoerden.
Bekend zijn de executies in de Javaanse kampong Rawagede en op Zuid-Celebes. De nabestaanden van de slachtoffers van Rawagede werd vorig jaar een schadevergoeding toegekend. De staat moet nog reageren op de aanklacht die is ingediend tegen de standrechtelijke executies op Zuid-Celebes. Hoeveel Indonesiërs bij beide acties precies zijn omgekomen, is niet bekend. De soldaat heeft nooit ruchtbaarheid gegeven aan het bestaan van de foto’s. Zijn albums zouden ook nooit zijn opgemerkt, als ze niet onlangs waren gevonden in een vuilcontainer in Enschede. Wie ze daarin heeft gegooid, is niet bekend.
De eigenaar van de albums was kinderloos en zou de laatste jaren alleen hebben geleefd. Vuilcontainer Een medewerker van het Gemeentearchief van Enschede zag de oude albums liggen in de vuilcontainer en hij besloot ze eruit te vissen. De gemeente Enschede verzamelt vaker foto’s om de levensloop van de eigen inwoners te kunnen illustreren. De albums zouden alsnog terzijde zijn gelegd, als de archivarissen niet waren gealarmeerd door foto’s van een gevangenentransport. Op dat moment besloten ze het album nog eens door te nemen waarbij ze stuitten op de foto’s van de executies.
Onlangs riepen drie historische instituten de regering op opnieuw onderzoek te doen naar de politionele acties tussen 1945 en 1950, om te kunnen begrijpen wat voor oorlog er in Indonesië is gevoerd. Het kabinet heeft nog niet gereageerd.
[uit de Volkskrant, 10/07/12]