blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Troon Edward

Amatmoekrim en Tjon Sie Fat bij Veronsur

Op zondag 1 december interviewt Henna Goudzand Nahar de auteurs Karin Amatmoekrim en Paul Tjon Sie Fat bij de Vereniging Ons Suriname in Amsterdam.
De man van veel  
In december 1939 wordt een Surinaamse man gedwongen opgenomen in een Haags gesticht. Aanvankelijk lijkt hij – op zijn afkomst na – niet veel anders dan de andere patiënten. In de gesprekken met zijn arts ontwikkelt zich echter een overweldigend beeld van een rijk, misschien wel te rijk, leven. Anton is banneling, schrijver, staatsvijand van de Nederlandse overheid en zwarte echtgenoot van de blanke, Haagse Petronella. Wanneer na zijn vrijlating de oorlog uitbreekt, gaat hij bijna te onder aan zijn idealen. In deze opzienbarende nieuwe roman van Karin Amatmoekrim wordt het verhaal van Anton de Kom, die zijn leven gaf voor het verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog, voor eens en voor altijd uit de vergetelheid gehaald. De man van veel gaat over de waanzin van een man wiens plannen te groot lijken voor deze wereld.
Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname
van de fotojournalisten Ranu Abhelakh en Edward Troon, is een fotoboek, met meer dan 280 foto’s over het leven van personen met een Chinese achtergrond in Suriname. Het boek verschijnt ter gelegenheid van 160 jaar Chinese vestiging in Suriname. Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname kan worden gezien als de eerste uitvoerige Surinaamse fotoreportage van een cultureel-etnische groep in Suriname. Sinoloog Paul Tjon Sie Fat versterkt het geheel inhoudelijk met een inleiding, korte fototeksten en thematische samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk.
Zondag 1 december 2013
Van 15:00 – 18:00 uur
Vereniging Ons Suriname
Zeeburgerdijk 19a
1093 SK Amsterdam
T: 020-693 50 57
E: info@veronsur.org
(gratis parkeren | gratis toegang)

Slordigheden in boek over Chinezen

door William Man A Hing

Beyond the Shopkeeper’s Counter: Images of Chinese: Life in Suriname. Onder deze naam is van Ranu Abhelakh, Paul Tjon Sie Fat en Edward Troon vorige week een groot fotoboek over leven en werken van de Chinese bevolkingsgroep in Suriname verschenen. Na een voorwoord van Micle Fung You Kee (= 洪有记 )  worden de verschillende bezigheden van plaatselijke Chinezen in de loop der tijden in zeven rubrieken uitgebeeld en in het Engels en Chinees toegelicht.

read on…

Omu Sneisi

door Nicolaas Porter  

Eindelijk een mooi fotoboek over de Chinese gemeenschap in Suriname. Prachtige foto’s die ook het gewone dagelijkse leven van onze Chinese medeburgers in beeld brengen. In die zin niet echt een luxe te noemen omdat voor veel mensen de Chinese gemeenschap zal worden beleefd als een boeiend, rijk geschakeerd maar toch ook ondoordringbaar bolwerk van afgescheidenheid. Voor de meesten van ons zal een ontmoeting met de ‘Chinees’ neerkomen op het aanschaffen van noodzakelijke levensmiddelen bij een van de vele lokale supermarkten of een gang naar een van de eetgelegenheden om te genieten van de bijzondere Chinese keuken. Dat is in Suriname zo, maar zeker ook in de rest van de wereld.    

Dit fotoboek is absoluut een verrijking te noemen, doordat het op een knappe manier de schijnwerpers richt op een groep die een onlosmakelijk onderdeel vormt van het ‘palet Suriname’. En toch blijft er ook iets knagen. In de tekst (van Paul Tjon Sie Fat) tref ik een intrigerende zin aan: ‘Dit fotoboek is uniek omdat het beschouwd kan worden als een ontdekkingstocht van beelden van de Chinese gemeenschap maar die beelden geven eigenlijk een intieme blik op de Surinaamse gemeenschap’.      

Vanuit een bepaald perspectief zou deze uitspraak te rechtvaardigen zijn, immers maakt de Chinese gemeenschap deel uit van de gemeenschap in zijn geheel. Maar juist dat verwarrende gevoel van afgescheidenheid wat ik persoonlijk (en ik denk velen met mij) vaak beleef als ik in interactie wil treden met de Chinezen komt bij mij op, ook bij het doornemen van de foto’s in dit boek, dat ik ergens naar kijk waar ik niet echt een onderdeel van ben of makkelijk kan worden. De Chinese gemeenschap lijkt op de een of andere manier sterk naar binnen gericht. Dit is een verschijnsel dat bij de ‘nieuwe’ Chinezen veel sterker kan worden ervaren dan bij de ‘oude’ Chinezen. Dat gevoel zal ongetwijfeld nog worden versterkt bij niet aanwezige beheersing van andere talen dan het Chinees.

Toch biedt dit boek perspectieven. Het in beeld brengen van een bepaalde culturele groep kan als een eerste stap naar een verdiepte kennismaking worden ervaren, maar laten we niet uit het oog verliezen dat dit slechts een eerste stap is. Vanuit de Chinese gemeenschap zou het een aanleiding kunnen zijn zich meer open te stellen voor daadwerkelijke interactie. Voor de Surinaamse gemeenschap als geheel kan het aanleiding zijn zich meer te verdiepen in de culturele aspecten van deze boeiende groep binnen het totaal van onze gemeenschap. Samenleven heeft nadrukkelijk veel meer aspecten dan economische betrekkingen. Dit prachtige fotoboek getuigt hiervan.    

Ranu Abhelakh (photography), Paul Tjon Sie Fat (text), Edward Troon (photography): Beyond the Shopkeeper’s Counter. Images of Chinese Life in Suriname. ISBN 978-99914-7-233-1

Fotojournalisten geven kijk op leven Chinezen in Suriname

De fotojournalisten Ranu Abhelakh en Edward Troon presenteren een boek met ruim 280 foto’s over het leven van personen met een Chinese achtergrond in Suriname. Dit boek verschijnt ter gelegenheid van 160 jaar Chinese vestiging in Suriname.

Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname wordt op 16 oktober 2013 gepresenteerd in Riverside Shadien. De fotojournalisten stellen dat het boek gezien kan worden als de eerste uitvoerige Surinaamse fotoreportage van een cultureel-etnische groep in Suriname. In dit fotoboek staat centraal dat de foto’s de verhalen van de mensen vertellen. Abhelakh en Troon hebben de geportretteerden steeds vastgelegd als Surinamers.
Sinoloog Paul Tjon Sie Fat versterkt het geheel inhoudelijk met zijn inleiding, korte fototeksten en thematische samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk. Hij beschrijft aspecten van het dagelijkse leven, de economische activiteiten en de jaarlijkse hoogtijdagen van deze bijzondere groep Surinamers en ingezetenen. Het is de eerste Surinaamse publicatie die in twee wereldtalen verschijnt: Engels en Chinees.
Tegenwicht
De makers geloven dat hun werk een tegenwicht kan zijn voor de stereotypering van bevolkingsgroepen – in dit geval de Chinezen – in Suriname. Met hun werk tonen zij namelijk aan hoe volledig ingeburgerd de Chinese cultuur en afkomst geworden zijn in de Surinaamse realiteit; vaak is de grens tussen ‘wij’ en ‘zij’ nauwelijks te trekken.
Beyond the Shopkeeper’s Counter; Images of Chinese Life in Suriname is interessant voor een ieder met belangstelling voor het huidige Suriname. Met deze publicatie, die een visuele tijdsopname is, hopen de auteurs, een bijdrage te leveren aan de documentatie van één van de vele gezichten van de Surinaamse identiteit.
[van Starnieuws, 12 oktober 2013]

Jarige Morpurgo volgt het nieuws op de voet

door Edward Troon

Hij herdenkt vandaag zijn 89ste geboortedag. Leo Morpurgo, oud-hoofdredacteur van de Ware Tijd, is nog even scherp als tijdens zijn hoogtijdagen. Hij volgt alle vier kranten dagelijks op de voet en ook het online nieuws gaat niet aan hem voorbij. Hoewel hij nu toeschouwer is en niet meer in de openbaarheid treedt, geeft hij na enig aandringen toch zijn mening over de journalistiek. 

“Gezien mijn leeftijd wil ik buiten het nieuwsgebeuren blijven, maar toch knaagt het aan mij dat ik er niet meer bij ben. Journalistiek zit eenmaal in het bloed”, zegt Morpurgo aan Starnieuws. Zijn journalistieke loopbaan begon in 1943 bij Het Nieuws , het dagblad van zijn vader Alfred Morpurgo. In 1961 werd hij hoofdredacteur van de Ware Tijd . Hij stopte in 1996 met de actieve journalistiek, na een carrière van 53 jaar, waarbij hij zijn stempel heeft gedrukt op de journalistieke geschiedenis van Suriname.

Verrijking 
Morpurgo heeft de technologische ontwikkeling op mediagebied bijgehouden en past het nog steeds toe. Hij kan zich nog goed herinneren dat de krant vroeger letter voor letter in lood werd gezet. Daarna kwam de typemachine. De composer, een elektronische typemachine, leek een revolutie in de jaren tachtig. Met de komst van de computer ging de verandering bij de krant heel snel. De krantenwereld is nu volledig gedigitaliseerd.

Morpurgo volgt via zijn computer de hele wereld. “Ik volg niet alleen het nieuws, maar geniet via YouTube van de muziek”, zegt de oud-hoofdredacteur. Over het medialandschap merkt Morpurgo op dat er goede ontwikkelingen zijn. “Er is een groot aanbod wat een verrijking betekent. Maar ik kan mij enorm aan verkeerd gebruik van woorden ergeren. Ik lees weer dat er acht ‘nieuwbakken’ substituut-officieren bijgekomen zijn. Het is een neerbuigend woord, maar dat weet de redactie blijkbaar niet”, merkt Morpurgo op. Hij hoopt dat journalisten beter zullen letten op het taalgebruik.
De jarige ziet goede ontwikkelingen waarbij journalisten bereid zijn zich te scholen in het vak, doelende op de trainingsweek van de Surinaamse Vereniging van Journalisten, waar zijn naam ook genoemd werd.

[uit Starnieuws, 10 februari 2013]

Vuurdans, hoogtepunt van Earth Hour

door Edward Troon

Suriname was zaterdagavond één van de 147 landen waar het licht tijdens ‘Earth Hour’ werd gedoofd. Deze wereldwijde happening, een initiatief van het World Wildlife Fund (WWF), werd net als vorig jaar op het Onafhankelijkheidsplein gehouden.

Honderden mensen kwamen op het Plein bijeen om de grootste vrijwilligers actie ter wereld te ondersteunen. Sommigen hadden kaarsen en waxinelichtjes bij zich. Velen maakten er een picknick avond van. Tarpoline zeiltjes werden uitgespreid, koelboxen met drankjes uitgestald en uit de tassen de versnaperingen genuttigd.

Spektakel
Om vijf voor half negen was het presidentieel paleis donker. De fakkeldragers omringden het eerste podium, waarop het koor plechtig en uit volle borst ‘Mi kondre tru, mi lobi yu’ ten gehore bracht. Natuurlijk zonder elektrische versterking, anders hoefde het licht toch niet uit. Terwijl het koor meer liederen zong, maakten de aanwezigen zich ongerust over de stralende verlichting van het ministerie van Financiën, De Nationale Assemblee, de Congreshal en de standbeelden van Lachmon en Pengel. Eindelijk, om kwart voor negen had men de lichtschakelaar bij deze gebouwen ook omgezet. Zelfs de vlaggen op het plein wapperden in het donker.

Inmiddels werd het publiek in beweging gebracht door de ‘Alla Kondre Dron’ gedirigeerd door Wilgo Baarn. De tabla, sambura, apinti drum en andere slaginstrumenten hoeven nooit elektrisch te worden versterkt. De tonen van de ‘Alla Kondre Dron’ vloeiden soepel over in de muziek van de capoeira (spreek uit Kapuwera). Deze Braziliaanse gevechtsdans was de perfecte inleiding naar het hoogtepunt van de avond: de vuurdans.

Succes
De vuurdans is gevaarlijk en spectaculair. De houtstapel werd netjes gerangschikt, vakkundig in brand gestoken, wat een mooie hoge vlam opleverde die het omringende publiek in een gele gloed zette. De ohhh’s en ahhhh’s klonken luid nadat de Marron artiesten het vuur hadden uitgedanst. Vakkundig werden de laatste gloeiende houtjes door een danser al zittend uitgedrukt, zodat de brandweer in de kazerne kon blijven.

Tegen half tien werden mini hete luchtballonen opgelaten waarmee de Surinaamse versie van Earth Hour werd afgesloten. Het cijfermatige succes van gisteravond zal pas komende week bekend zijn. Tijdens het evenement van vorig jaar werd in totaal 4% minder elektriciteit gebruikt dan gebruikelijk op dat tijdstip. Voor de mensen op het Onafhankelijkheidsplein was de avond echter mooi en succesvol. De verbinding met de aarde was duidelijk voelbaar.

Earth Hour is een symbolische actie, waarmee op sympathieke wijze aandacht gevraagd wordt voor de toestand waarin de aarde zich bevindt en acties ondernomen worden om dit te verbeteren. De gezamenlijke impact van de ruim 7 miljard mensen op aarde is dusdanig dat we per jaar anderhalf keer zoveel consumeren als dat de aarde kan opbrengen.

[uit Starnieuws, 1 april 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter