Op zondag 8 september 2019 hield uitgeverij In de Knipscheer onder de noemer Welkom in het Kleurrijk een presentatie van zijn literaire stal van dit najaar. In het Amsterdamse Podium Mozaïek werden boeken en hun auteurs voorgesteld aan het publiek. Een fotoreportage van André Homan.
Uitgeverij In de Knipscheer, de kleurrijkste uitgever van Nederland, nodigt u uit voor Welkom in het Kleurrijk, een spannende presentatie van de nieuwe boeken uit het Caribisch Gebied, op zondag 8 september 2019 in Theater Podium Mozaïek in Amsterdam. read on…
Op zondag 20 november 2016 hield uitgeverij In de Knipscheer voor de 7de keer zijn jaarlijkse presentatie van haar jongste uitgaven. De uitgeverij bestaat dit jaar 40 jaar. Een fotoimpressie van Aafke Huizinga en Michiel van Kempen. read on…
Op zondagmiddag 20 november 2016 presenteert Uitgeverij In de Knipscheer voor de zesde achtereenvolgende keer haar jaarlijks kleurrijk boekenfeest met nieuwe boeken van overzee. Met film, muziek, voordracht en interview door en/of over o.a. Jeanette Bos, Eric de Brabander, Albert Helman, Michiel van Kempen, Diana Lebacs, Clyde Lo A Njoe, Margarita Molina, Chesley Rach, Jacques Thönissen, Robert Harman Sordam. read on…
Hiermee ben ik aan een voorlopig eindpunt van mijn balans gekomen. Maar het is uiteraard een voorlopig eindpunt, want een dergelijk werk is dynamisch, ontwikkelt zich en is nooit af. Het is nooit volledig noch definitief. Het is werk in uitvoering. Er verschijnen nieuwe auteurs en nieuwe werken, maar ook duiken nieuwe inzichten en perspectieven op die tot aanvulling en herschrijving noodzaken. Daarom deze digitale vorm die geen beperking in omvang of einddatum kent. read on…
Moet een schrijver van Aruba altijd over Aruba schrijven of mag hij zijn inspiratie waar dan ook vandaan halen? Jacques Thönissen heeft een aantal boeken geschreven die zich al dan niet op het eiland afspelen, die hij bij Nederlandse uitgevers heeft weten te plaatsen: drie bij Uitgeverij Conserve – Tranen om de ara (1998), Eilandzigeuner (2000) en De roep van de troepiaal (2004) en vervolgens drie bij Uitgeverij In de Knipscheer – Devah (2010), de verhalenbundel Onder de watapana (2013) en Sarah, de zwarte madonna (2015). read on…
04 1986 – 2015 Het veelstromenland van de moderne literatuur
04.0 Positiebepaling
Net voor het ingaan van de status aparte per 1 januari 1986 sloot de Lago raffinaderij na zestig jaar definitief haar poorten. Het betekende een abrupte crisis van ongekende omvang, waarbij de bevolking op financieel economisch terrein via het inleveren van salaris en door middel van een solidariteitsbelasting net met het ingaan van de status aparte voor reusachtige problemen stond, zoals decennia eerder de autonomie ook al vergezeld was gegaan van problemen rond de lay off in de raffinaderij, waar door automatisering talrijke arbeiders waren ontslagen. read on…
Verhalenbundel Onder de watapana van Jacques Thönissen
Inspiratie laat zich niet afdwingen
“De eerste alinea’s zetten de toon van het verloop van het geheel…”
door Wim Rutgers
Waar haalt een schrijver zijn inspiratie vandaan? Het titelverhaal van Jacques Thönissens verhalenbundel Onder de watapana is de geschiedenis van een schrijver en zijn schrijfwerkzaamheden, een metaverhaal dus dat over het handwerk van de schrijver zelf gaat. De schrijver in dit hij-verhaal loopt de mondi in als hij inspiratie zoekt voor een verhaal of als hij niet weet hoe zijn verhaal verder te schrijven: “om inspiratie op te doen bij het schrijven van een verhaal zocht hij niet eerder bewandelde veldweggetjes of geitenpaden op.” Als de benen bewegen, beweegt de geest.
Interessante stenen
De schrijver-hoofdpersoon hééft wat met stenen die hem inspireren. Onderweg neemt hij steevast zo’n steen mee die hem op weg hebben geholpen bij het schrijven. Zo komt hij bij een paar speciale stenen onder een grote watapana terecht, die hem, terwijl de verteller in een soort van trance verkeert, een prachtverhaal opleveren in perfect geschreven vorm, dat duidelijk over hem zelf als schrijver gaat: “Hij raakte in een toestand van vervoering. Toen hij weer tot zichzelf kwam, zat hij in de houding van ‘de Denker van Rodin’ op een van de keien. De hond had zich naast hem neergevlijd. Een behaaglijk, rustgevend gevoel overviel hem. Hij voelde aan dat hij onder deze watapana de inspiratie zou vinden voor het vervolg van zijn verhaal.”
Maar thuisgekomen blijken de pagina’s blanco te zijn, wat hem noodzaakt het verhaal nogmaals te gaan noteren. Maar als hij de bekende plaats onder de watapana weer opzoekt, blijkt het terrein schoon gebulldozerd te zijn en de stenen verdwenen. Het terrein wordt schoongemaakt voor archeologisch onderzoek, de stenen zijn gestort in de kuil van een afgraving voor zandwinning. De in zijn ogen kostbare speciale stenen worden ‘gered’ omdat de machinist van de bulldozer de verteller (h)erkent als de schrijver van verhalen die zijn vrouw aan de kinderen voorleest voor het slapengaan.
Historische roman
Het metaverhaal bevat nog een aantal trekjes over het schrijven en de positie van de schrijver. Inspiratie laat zich niet afdwingen en komt als bij toeval, want het archeologische materiaal dat in het schoongemaakte terrein rondom de watapana ongetwijfeld gevonden zal worden, zal hem nieuw materiaal opleveren voor een roman waaraan hij bezig is maar die niet wil vlotten over “de periode van de Spaanse overheersing van het eiland.”
Het is een toevalligheid die de schrijver in aanraking brengt met het noodzakelijke materiaal voor zijn volgende grote roman: “hier bevindt zich waarschijnlijk een vindplaats uit de vroeg koloniale periode … in de vorm van een nederzetting of begraafplaats.” Waar hij dacht zijn inspiratie kwijt te zijn, komt ze juist aan de oppervlakte: “De geheimen die de archeoloog niet aan de aarde weet te ontfutselen zal de kei aan mij prijsgeven. Mijn historische roman komt tot stand zonder kladbriefjes, zonder correcties achteraf. Het wordt een bestseller, geloof me. En mijn ervaringen van vandaag vormen een prachtig sluitstuk van het verhaal waarmee ik bezig ben.”
De schrijver als vroedvrouw
Een dergelijk verhaal van automatisch schrijven wordt wel met de term ‘majeutisch’ aangeduid, een term die weergeeft dat een auteur niet de eigenlijke schepper is van zijn verhalen, maar dat deze verhalen al bestaan en slechts door de schrijver aan het licht moeten worden gebracht, zoals een vroedvrouw een baby ‘haalt’. Het bekende gedicht van de Nederlandse dichter Martinus Nijhoff: ‘Het kind en ik’ met zijn beginregel ‘Ik zou een dag uit vissen’ is een mooi voorbeeld, waarbij onder de waterspiegel een klein kind de dichter als het ware voorschrijft wat de dichter ‘nog ooit te schrijven droomt’.
Ook deze schrijver onder de watapana is een dromer, zelfs een fantast, op zoek naar contact met stenen en de natuur, maar vindt thuis zijn evenwicht in de relatie met zijn realistische praktische echtgenote, die hem en zichzelf op een cruise stuurt voor de nodige rust en ontspanning, zodra zijn verhaal af is.
Oeuvre
Na de romans Tranen om de ara (1999 ), Eilandzigeuner (2001), De roep van de troepiaal (2004) en Devah (2010) en enkele jeugdboeken heeft Jacques Thönissen zich aan een verhalenbundel gewaagd. Onder de watapana bevat veertien verhalen van kort naar wat langer met een gemiddelde van zo’n twaalf bladzijden: het kortste enkele pagina’s, het langste ruim dertig, het titelverhaal een twintigtal.
Ze gaan over allerlei onderwerpen uit de Arubaanse realiteit. In hun lokale oriëntatie zijn ze wat je noemt dicht op de huid van de Arubaanse maatschappij geschreven, zoals de verteller die ziet. Behalve een verhaal over het begin van de Arubaanse ‘status aparte’ komen sociaal maatschappelijke aspecten aan de orde, zoals populair volksgeloof, een schijnhuwelijk, een kerstdiner, Nederlanders op het eiland, buitenlanders die een verblijfsvergunning aan de ambtenaar proberen te ontfutselen, drugsproblematiek en eilandelijke tradities, jonge en onervaren Arubaanse meisjesstudenten in Nederland en het gevaar van lover boys, waarna de bundel met een Compa Nanziverhaal besloten wordt.
De verteller in ‘Onder de watapana schrijft met de hand, hij gebruikt een vulpen met ouderwetse inktpatronen en moet niets hebben van een pc of laptop en dergelijke nieuwerwetsigheden: “schrijven was voor hem handwerk.” Maar dat wil niet zeggen dat de verteller zich niet zeer wel bewust is van zijn vakmanschap. Hij heeft de ambitie ooit een bekend auteur te worden. Daarom bewaart hij elk snippertje papier nauwgezet voor een toekomstige autobiografie.
We weten dat we hoofdpersonen in verhalen nooit met de persoon van de auteur mogen gelijkschakelen, maar in dit geval zouden we toch wel kunnen concluderen dat de schrijvende persoon Jacques Thönissen zich intussen terecht mag verheugen over een aardig rijtje publicaties in de boekenkast. Het is nu dus wachten op de historische roman tijdens de Spaanse conquista. Wie weet volgt hier de auteur de verteller wel.
Jacques Thönissen: Onder de watapana; Arubaanse verhalen
In het jeugdboek Spoken, schurken en goudzoekers (2006) vertelt de Arubaanse auteur Jacques Thönissen over het onuitroeibaar populaire geloof in door piraten op het eiland verborgen geweldige schatten. Ook Dooi Dañe wijdt de mooie nog ongepubliceerde vertelling ‘E otro stori di Rooi Taki’ aan het fenomeen. Het is een thema dat telkens weer opduikt in spannende jongensverhalen en in mondelinge overlevering, maar ook in misdaadverhalen voor volwassenen, waarvan D.C. Monahan: The Navigator’s Treasure; Curaçao and the Quest for Columbus’ Lost Gold (2013) een spannend voorbeeld is.
Inhoud
Schepelingen van Columbus die voor zich zelf beginnen en een Maya stam uitroeien om in het bezit van hun goud te komen en dat uiteindelijk op een geheime plaats op Curaçao verbergen; een scheepsjongen die een geschreven verslag daarvan bijhoudt en zo een cruciale rol in het verhaal vervult; een door hem amateuristisch getekende kaart van de verborgen schat die ingenieus verborgen wordt in de synagoge in Willemstad; een bekende archeologe die in het bezit van dat verslag is en na jarenlange studie besluit die Maya schat te achterhalen door een expeditie naar Curaçao te entameren; een uit New England afkomstige politieagent op vakantie op Curaçao die eveneens in de intrige verzeild raakt; een projectontwikkelaar met zijn onlesbare honger naar steeds meer geld dat hij uit zijn projecten wil slepen en die hij wil realiseren op een wel heel ongelegen plek waar de goudschat zich wel eens zou kunnen bevinden; een dame op leeftijd die denkt een puur Amerikaans getto te kunnen realiseren op het eiland waar geen Curaçaoënaar meer welkom is, een rabbi van de synagoge in Willemstad, een geheim genootschap, een … vormen even zovele verhaallijnen in het verhaal dat de tijd van de zestiende tot de 21ste eeuw omvat op vooral het westelijk deel van het eiland, Band’Abou, maar in feite het onder toeristen steeds meer populaire Westpunt.
Ingewikkelde intriges
Naarmate het verhaal vordert stapelen de intriges zich op en komen er na de cliff hangers aan het einde van de hoofdstukken steeds weer onverwachte wendingen in een mooi gestructureerd verhaal, dat stilistisch gezien jammer genoeg nogal wat van de lezer vergt door een van tijd tot tijd wel heel particulier omslachtig geformuleerd taalgebruik. De verteller maakt gebruik van de kennis van het eiland die auteur Monahan heeft opgedaan door zijn afwisselend verblijf in New Hampshire in de VS en het westelijk deel van Curaçao. Hij laat dan ook niet na deze bijzonderheden uitgebreid te vertellen.
Joodse traditie
In feite speelt de joodse traditie een grote rol, vanaf de reizen van de ontdekker en zijn Spaanse ‘conversos’ die de inquisitie van het door de christenen op de Moren heroverde Spanje ontvluchten, maar ook in latere tijden, tot op heden. Het is dan ook de synagoge en zijn rabbi die een belangrijke rol spelen in de uiteindelijke oplossing van het raadsel naar het verdwenen goud. Als dat goud tegen het einde van het verhaal gevonden lijkt te worden, blijken er nazisymbolen en swastika’s in de staven gegrift te zijn, een bewijs dat de eigenlijke schat nog steeds verborgen blijft.
Geschiedenis, fantasie en fantastische histories
Bij dergelijke verhalen gaat het er natuurlijk niet om te veel over de inhoud te zeggen. Het blijft aan de lezer de kronkelingen van de fantasie van de verteller tevolgen. Het moet gezegd dat D.C. Monahan in het genre een interessant verhaal heeft geschreven dat als een page turner gekwalificeerd kan worden. Zo’nverhaal wordt tot de goodreads gerekend, een genre dat niet bezwaard door grote morele thema’s of ingewikkelde psychologische karakterontledingen van de hoofdpersonen, maar vooral gericht is op het vermaak van gemiddelde lezers die in hun vrije lezen voor ontspanning. Als zodanig is het boek zeker geslaagd en vervelen de meer dan driehonderd pagina’s nergens, wegens de steeds weer wisselende perspectieven van de uiteenlopende treasure hunters die verwikkeld raken in hun streven de geweldige schat te achterhalen, ten bate van henzelf of als do gooders voor een eerbaar doel.
Een kleine op ingehouden manier vertelde intieme relatie tussen de Amerikaanse politie agent en de Ierse archeologe onderstreept het good read element van het verhaal. De feestdagen zijn weliswaar voorbij, maar waarom zou het verboden zijn juist in drukke werkdagen en weken wat ontspanning te zoeken in een verhaal als The Navigator’s Treasure als een uitstekend voorbeeld van een ontspannend leesavontuur.
D.C. Monahan:
The Navigator’s Treasure; a Novel; Curaçao & the Quest for Columbus’ Lost Gold
Twin Mountain, New Hampshire: NMP – Nubble Mt. Press
Het eind van het volle jaar 2013 zit er bijna op. Caraïbisch Uitzicht vroeg alle leden van het Bestuur en de Adviesraad van de Werkgroep Caraïbische Letteren om hun top-vijf van culturele evenementen die zij het afgelopen jaar hebben bijgewoond of de beste boeken die zij lazen. Vandaag de tweede aflevering: Adviesraadslid, criticus en hoogleraar Wim Rutgers.
1.
De uitreiking van een eredoctoraat aan Elis Juliana door de University of Curaçao op 18 juni 2013.
2.
De uitreiking van de derde Premio Willem C.J. (Boeli) van Leeuwen op 10 oktober (de geboortedag van Boeli) aan Tanio Kross, Randal Corsen en Carel de Haseth voor onder meer de Papiamentstalige opera Katibu di shon.
3.
De overhandiging van de literaire nalatenschap van Luis H. Daal aan de Mongui Maduro bibliotheek op Curaçao op 5 oktober 2013.
4.
De vijfde tweedelige publicatie in rij van de proceedings van de Annual Eastern Caribbean Island Cultures Conference, een uitgave van de Fundashon pa Planifikashon di Idioma, de University of Curaçao en de Universidad de Puerto Rico, waaraan meer dan 75 lokale en internationale auteurs hebben meegewerkt.
5.
De presentatie van Uitgeverij In de Knipscheer op 8 september van niet minder dan vijf boeken tegelijk van Arubaanse en Curaçaose schrijvers: Giselle Ecury: De rode appel, Joseph Hart: Verkiezingsdans, Els Langenfeld: Porto Marie, Ronny Lobo: Bouwen op drijfzand, Jacques Thönissen: Onder de watapana
De theaterzaal van Podium Mozaïek in Amsterdam was op 8 september jl. uitverkocht. Uitgeverij In de Knipscheer presenteerde vier nieuwe boeken uit het Caraïbisch deel van haar fonds en de belangstelling was gelukkig groot.
Voordat de auteurs met hun laatste werk voorgesteld werden, stond uitgever Franc Knipscheer stil bij het recente overlijden van twee auteurs uit zijn fonds: Elis Juliana en Els Langenfeld. Eigenlijk had Langenfeld op deze middag ook aanwezig moeten zijn met haar nieuwe verhalenbundel Porto Marie. Haar uitgever herdacht haar ontroerd. Het publiek kon een opname bekijken van de presentatie van Porto Marie op Curaçao. Opvallend bij die presentatie was dat Langenfeld nu eens niet een notabele had uitverkoren voor het eerste exemplaar van haar boek. Zij had een beperkte nummertjesloterij georganiseerd. De uitslag was voor alle aanwezigen een verrassing, zagen wij in Amsterdam.
Jacques Thönissen, overgekomen van Aruba, was de eerste auteur die zijn boek mocht tonen. Veertien van zijn Arubaanse verhalen heeft hij onder de titel Onder de watapana bijeengezet. Hij gaf het eerste exemplaar wel aan een notabele: de gevolmachtigde minister van Aruba Edwin Abath. Thönissen las een mooi stukje voor uit één van zijn verhalen, een legende over het ontstaan van Aruba. De legende vertelt dat Curaçao, Bonaire en Aruba ontstaan zijn uit zweetdruppels die de Schepper van hemel en aarde aan het eind van de zesde scheppingsdag op zijn voorhoofd voelde. Die druppels wierp Hij in zee en als kleinste, maar als mooiste eiland ontstond toen Aruba. Het applaus dat na voorlezing van het verhaal opklonk, liet merken dat er heel wat liefhebbers van ‘nos isla stimá’ aanwezig waren.
Peter de Rijk die als redacteur bij uitgeverij In de Knipscheer de boeken van de aanwezige auteurs natuurlijk van haver tot gort kent, had met Thönissen, Ronny Lobo, Giselle Ecury en Joseph (Jopi Hart) steeds een kort gesprek. Daarin ging het nogal eens over de lange weg die er ligt tussen schrijven en publiceren. Een weg die gekenmerkt wordt door veel redigeren en herschrijven. Vooral in het gesprek met Ronny Lobo, die debuteert met de roman Bouwen op drijfzand, werd dit duidelijk.
Het gesprek met Giselle Ecury over haar derde roman De rode appel ging meer over de bouw van het boek. Zij wist op een heldere manier duidelijk te maken wat haar bij het schrijven voor ogen staat.
De laatste in de rij was Joseph Hart. Hij debuteerde als Jopi Hart met de dichtbundel Entregain 2000 bij uitgeverij Carilexis, op Curaçao. De roman Verkiezingsdans, die nu gepresenteerd werd, is een adaptatie van een Engelstalige roman die Hart jaren geleden schreef. Uit het gesprek met De Rijk bleek dat de auteur nogal moeite heeft met het politieke bedrijf op het huidige Curaçao, maar een politiek traktaat is de roman niet geworden. Dat was ook te merken aan de passages die Hart voorlas. Zijn boek had gepresenteerd moeten worden aan de gevolmachtigde minister van Curaçao Marvelyne Wiels, die was helaas verhinderd. Het boek ging naar een plaatsvervangster voor deze middag, Marije Berkhouwer.
Aruba, Bonaire, Curaçao en Nederland, landen en boeken, verhalen en mensen schoven als een mozaïek in elkaar.
Presentator Franc Knipscheer zorgde zelf ook voor afwisseling. Zo presenteerde hij de pas verschenen roman van Janny de Heer: Gentleman in slavernij. Dat is een dikke roman over een Duitse immigrant in het 19deeeuwse Suriname. De schrijfster was er niet. Het eerste exemplaar ging naar haar kleindochter, die weinig woorden nodig had om het boek in ontvangst te nemen.
In 1978 verscheen de verzamelbundel Cultureel Mozaïek van de NederlandseAntillen varianten en constanten onder redactie van René A. Römer. Een zeer informatief boek met een goed oog voor de bestanddelen van het inlegwerk. De Nederlandse Antillen bestaan eigenlijk niet meer, maar het samenspel is gebleven.
Dat bleek op 8 september treffend uit de muzikale omlijsting van de Porto Marie middag. Die was in handen van Izaline Calister, begeleid door gitarist Ulrich de Jesus. Voor de pauze zong Calister het mooie lied Gracias a la vida van Mercedes Sosa. Het tweede optreden sloten zij af met een opwekkend liedje over Compa Nanzi die de rest van de wereld weer te slim af was. Hij weet de jeuk, ontstaan tijdens het opschonen van een veld met brandnetels, mooi te benutten. Misschien als het soort politicus waar Jopi Hart de buik vol van heeft?
Terwijl dit allemaal gebeurde aan de Bos en Lommerweg vond bij de Vereniging Ons Suriname aan de Zeeburgerdijk een soortgelijke middag plaats. Daar waren o.a. Antoine de Kom en Karin Amatmoekrim aanwezig. De muziek was er in handen van Sanne Landvreugd.
Laten we hopen dat volgend jaar deze twee bijeenkomsten niet op dezelfde dag georganiseerd worden. Auteurs en de boeken verdienen dat. De potentiële lezers trouwens ook. Maar het tij is waarschijnlijk inmiddels al gekeerd. Op 13 oktober a.s. organiseert uitgeverij In de Knipscheer in de OBA een Antilliaans en Surinaams boekenprogramma met onder andere Janny de Heer en Eric de Brabander. Muziek zal er zijn van de groep FTTP van Frank Ong-Alok. De middag wordt gehouden onder de titel Een droom die ik heb.
Dat is ook de titel van een nieuwe bundel gedichten van de markante dichteres Nydia Ecury (1926-2012). Een van haar bundels Kantika pa Mama Tera / Songs for Mother Earth schreef ze speciaal om het Caraïbisch mozaïek bijeen te houden, staat er op de achterflap van dat boek.
Tijdens haar leven stelde zij nog een Nederlandstalige bundel samen. De presentatie hiervan zal op 13 oktober voor de liefhebbers van haar poëzie een mooi moment zijn. En naar ik hoop ook voor nieuwe lezers.
Deze website beoogt geen enkel winstoogmerk. Door middel van de website wil de Werkgroep het publiek kennis laten maken met nieuws uit en over de Caraïbische regio. De Werkgroep neemt daartoe onder meer berichten over van andere sites, zonder dat het ons altijd mogelijk is rechthebbenden vooraf te attenderen op de overname. Mocht iemand bezwaar hebben tegen overname van tekst- of beeldmateriaal, laat ons dit weten, dan verwijderen wij het materiaal.
Reacties op berichten worden alleen geplaatst indien voorzien van voor- en achternaam.