blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Steege Dick ter

Tori Oso-avond over Coronie

De laatste woensdag van februari, de 23ste, is het weer Tori Oso avond van Schrijversgroep ’77. De avond wordt gewijd aan het district Coronie, op speciaal verzoek van Sombra, die er geboren en getogen is. De avond start met slides van Coronie, van de dvd die de FVAS maakte in het kader van het kunstproject Coronie in 2004, waar ook Sombra aan meedeed. Daarna zal Sombra vertellen over de geschiedenis van Coronie en de huidige situatie. Zijn voordracht heet Fa a du kon tak Coronie tan so no no de en is in het Sranan. Hij gaat in op de rol van de kerk en de politiek. Vervolgens presenteert Els Moor het boek Dromers, doemdenkers en doorzetters; verhalen van mensen en gebouwen in Coronie van Fineke van der Veen, Dick ter Steege and Chandra van Binnendijk. Dit boek maakt deel uit van de expositie De verleiding van Coronie, die momenteel te bezichtigen is in Den Haag, Nederland. Het boek zal te koop zijn op de Schrijversgroepavond. Na de pauze zingt Carla Rees over Coronie en Irene Welles leest een verhaal voor. Dan is het tijd voor vragen, opmerkingen en aanvullingen vanuit het publiek. Het belooft een interessante avond te worden.
De toegang is vrij.
Tori Oso. Frederik Derbystraat 76., Paramaribo.
Tijd 20.00 – 22.00u.
Meer info: Sombra (8571510) of Ismene Krishnadath (8912005)

[Bericht van Schrijversgroep ’77]

Expo en boekpresentatie over Coronie in Den Haag

Op zaterdag 12 februari, 16.00 uur vindt in de Haagse Kunstkring, Denneweg 64, Den Haag, de opening plaats van de expositie De Verleiding van Coronie/2, en tevens de boekpresentatie van Dromers, doemdenkers en doorzetters; verhalen van mensen en gebouwen in Coronie. Coronie is het kleinste district van Suriname, met nog geen 3.000 inwoners.

Het begon zoals veel liefdes beginnen, met de verleiding door uiterlijk schoon: de oude houten huizen met de ruime erven; het vele groen; de wuivende kokospalmen. Ook de plaatsnamen intrigeerden: Inverness, Mary’s Hope, Hague, John, Bantaskine, Burnside. Waar kwamen die namen vandaan? Al snel volgden meer vragen: wie wonen hier, wat leeft er achter de rustige façade? Hoe was het hier vroeger; waar zijn de oude verhalen? En welke toekomst heeft dit schaars bewoonde gebied? Kunnen de karakteristiek gebouwen beschermd worden voor verder verval? Is Coronie een voorbeeld van een nostalgisch paradijs, of van een plattelandsstreek die langzaam leegbloedt – zoals elders in de wereld?

Langzaam rijpte het idee om de oude huizen en de verhalen van de inwoners te documenteren, vast te leggen voor het nageslacht. Zeker omdat het voor een deel een verdwijnende wereld betreft: veel oude huizen zakken langzaam in elkaar; de ouderen die over vroeger kunnen vertellen zijn van zeer hoge leeftijd. Zo ontstond het boek Dromers, doemdenkers en doorzetters; verhalen van mensen en gebouwen in Coronie.

Coronie is ook een inspiratiebron voor kunstenaars. Op het welkomsbord dat je ziet bij binnenkomst van het district staat: Coronie: Vredig, Vrij en Vriendelijk. Maar al snel merk je, dat onder de zichtbare vredigheid de onvrede broeit. En vrij? Vrij om iedere paar jaar te stemmen, maar niet gehoord te worden? Vriendelijkheid, ja, dat is precies onze zwakke plek, zei iemand, want omdat we vriendelijk zijn, denkt iedereen dat ze ons Coronianen in de maling kunnen nemen. Maar is Coronie wel zo vriendelijk? Nee, zeggen diverse mensen, er heerst achterdocht en jaloezie. Ja, zeggen anderen, het is een heerlijke, rustige plaats om te leven. De paradox van Coronie is een bron van inspiratie voor kunstenaars. Je kunt je eigen projecties maken, je eigen ‘Coronie’ scheppen: de groene rust van Coronie werkt als een spiegel die je eigen dromen, nachtmerries en beelden weerspiegelt.

In de expo De verleiding van Coronie/2 laten acht Surinaamse kunstenaars (en een uit Den Haag) hun visie op Coronie zien. Een ander deel van de expositie, gemaakt door Dick ter Steege en Fineke van der Veen, sluit aan bij het boek en laat de realiteit van Coronie zien. Panelen met bouwhistorische informatie die het resultaat tonen van onderzoek naar de meest karakteristieke gebouwen van Coronie. Foto’s van Coronianen en van fenomenen als het openluchtmuseum en de ruïne van de kokosfabriek – ooit de trots van Coronie.

Over de auteurs

Fineke van der Veen (1947). Opleidingen in onderwijs, journalistiek en beeldende kunst. Zij werkte tot 2006 in diverse beleidsfuncties bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, o.a. op het terrein van gender, vrede en veiligheid, met name in Zuid-Amerika en het Caribische Gebied; Afghanistan en Soedan. Momenteel werkt zij via haar bureau Art & Story (beeld & tekst) aan (internationale) projecten zoals ‘Coronie!’ en ‘Cross Point’, een samenwerkingsproject van Europese beeldend kunstenaars.

Dick ter Steege (1949). Na zijn opleiding tot architect aan de TU Delft werkte hij meer dan 30 jaar in een groot aantal ontwikkelingslanden. De laatste tien jaar heeft hij zich gespecialiseerd in de revitalisering van historische steden en gebouwen in o.a. Indonesië, Yemen, Ghana, Roemenië en Azerbeijan. Na een recente opleiding tot bouwhistoricus legt hij zich meer toe op de analyse van gebouwen en historische structuren. Hij is momenteel naast in Suriname actief in Indonesië, Iran, Georgië en Zambia.

Chandra van Binnendijk (Paramaribo, 1953) werkt in Suriname als publicist en redacteur. Na jaren in de journalistiek – voor zowel lokale als Caribische media – verplaatste haar werkterrein zich naar kunst en cultuur, voornamelijk de beeldende kunst. Ze was als schrijfster, samensteller en mederegisseur betrokken bij lokale documentaires en deed onderzoek en productie voor diverse projecten van filmmakers. Voor KIT Publishers schreef zij met co-auteur Paul Faber Sranan, Cultuur van Suriname (1992); Twintig jaar beeldende kunst in Suriname 1975-1995 (1995) en Beeldende kunst in Suriname, de twintigste eeuw (2000). In 2010 was ze betrokken bij de tentoonstelling en het boek Paramaribo SPAN, Hedendaagse beeldende kunst in Suriname en de tentoonstelling en de publicatie Schaafijs en wilde bussen, Straatkunst in Suriname.

Dromers, doemdenkers en doorzetters. Verhalen van mensen en gebouwen in Coronie.
Auteurs: Fineke van der Veen, Dick ter Steege en Chandra van Binnendijk,
ISBN 9789460221163
Paperback, 192 pagina’s, € 24,50
Uitgever: KIT Publishers
Verkrijgbaar in boekhandel, bij de uitgever en via internet.

De expositie De verleiding van Coronie/2 in De Haagse Kunstkring, is te zien van 12 februari t/m 1 maart 2011

Coronie blues!

door Stuart Rahan

Als ik aan Coronie denk, denk ik aan een kort gedichtje. K’koloni, klein maal plettig, Zo je lenne, Zo je valle, Zo je bleke je stene balle. Grappig voor allochtone Coronianen, maar de oer-Coroniaan kan daar niet om lachen. Coronie leeft bij veel Surinamers slechts in de herinnering, omdat een levendige voorstelling weinig tot de verbeelding spreekt. Kokosnoten, honing, varkens en een steeds kleiner wordend gebied als gevolg van de opslokking door de zee zijn reacties die je krijgt als je over Coronie praat. O ja, vergeet de muskieten niet. Over ontwikkeling wordt nauwelijks gesproken want in plaats van een bevolkingstoename tonen bevolkingscijfers aan dat er sprake is van een negatieve geboorteaanwas. Klinkt raar, maar er verlaten meer bewoners hun Coroniaanse geboortegrond dan er Coroniaantjes ter wereld komen. Hoe weinig mensen er wonen, bleek ook tijdens de afgelopen verkiezingen. Toen de stembussen landelijk om 19.00u sloten, wisten Anton Paal en Remie Tarnadi om 19.05u dat zij de nieuwe assembléeleden waren van hun district.

 

Zo snel waren de weinige stemmen geteld in het district, dat rond de drieduizend bewoners telt. Het lijkt allemaal somber als je bedenkt dat ontwikkeling voornamelijk door menselijk kapitaal tot stand komt. Van de volwassenen werkt bijna tachtig procent in overheidsdienst – een vorm van verkapte bijstand – of krijgt geld van Sociale Zaken. Een man op een bank in de schaduw vraagt: “Zie je die drie dames aan de overkant? Ze zijn aan het werk, ze zijn van Milieubeheer.” “Ze zitten te zitten”, zeg ik en ik schiet in de lach. “U lacht”, zegt de man. “Ik kan ook huilen”, zeg ik, “want het is triest.” We praten nog wat tot de man zegt dat ik een andere keer terug moet komen, hij moet nu met de bus naar Paramaribo. Ik neem afscheid. Als ik na een uur dezelfde weg terug wandel, zitten niet alleen de drie dames nog op dezelfde plek, maar ook de man. “Is de bus niet gekomen?”, vraag ik. “Hij komt zo”, is het antwoord. Dit zou zomaar een scenario kunnen zijn uit een slapstick maar helaas is dit de pure werkelijkheid in het Coronie van 2010, opgetekend in Dromers, doemdenkers en doorzetters. Verhalen van mensen en gebouwen in Coronie. De samenstellers zijn Fineke van der Veen, Dick ter Steege en Chandra van Binnendijk en de uitgever is KIT Publishers Amsterdam.

De overwegend verveloze en vaak krom en scheef staande woningen, die overigens ooit in prachtige bouwstijlen zijn neergezet, geven een beeld van een landschap dat langzaam dreigt weg te zakken in een moeras van de eigen vergane folkloristische glorie. De wil en moed om er een halt aan toe te roepen lijken vergaan. Dat Coronie nu op deze manier vastgelegd wordt, is prijzenswaardig. Prijzenswaardig omdat met het tempo van verval wij misschien over enkele decennia zullen zeggen: “Gelukkig hebben wij de foto’s nog.” Maar de uitgave van dit historische overzicht kan ook gezien worden als een initiatief om te komen tot serieuze wederopbouw. Het boek bevat ook bouwtekeningen van de bestaande architectuur en met een beetje geld, inzet en creativiteit kan het comateuze kokosdistrict weer tot leven worden gewekt. Jaren geleden verhuisde ik mijn grootmoeder naar Wageningen toen op de vroege ochtend een varken zo groot als een ezel voor mijn auto opdook. Remmen en ontwijken lukten niet meer. Ik sloeg het beest omver. Na een paar seconden stond het beduusd op en liep door als uit een coma ontwaakt. Dit varken kan symbool staan voor Coronie want zoals Coronianen over hun district zeggen: A tranga n’agu, a swit’ n’agu nanga a moi n’agu. [Het is sterk als een varken, lekker als een varken en mooi als een varken.]

[uit De Ware Tijd, 2 december 2010]

Dromers, doemdenkers en doorzetters

Bij KIT Publishers verscheen onlangs Dromers, doemdenkers en doorzetters; Verhalen van mensen en gebouwen in Coronie, van Fineke van der Veen, Dick ter Steege en Chandra van Binnendijk.

“Het begon zoals veel liefdes beginnen, met de verleiding van uiterlijke schoonheid: de oude houten huizen met de ruime erven; het vele groen; de wuivende kokospalmen. Ook de plaatsnamen intrigeerden: Inverness, Mary’s Hope, Hague. Waar kwamen die namen vandaan? Al snel volgden meer vragen: wie wonen hier, wat leeft er achter de rustige façade? Hoe was het hier vroeger; waar zijn de oude verhalen? En welke toekomst heeft dit schaars bewoonde gebied? Kunnen de karakteristiek gebouwen beschermd worden voor verder verval?”

Coronie is een unieke plek met een unieke geschiedenis. Het district grenst in het noorden aan de Atlantische Oceaan, in het westen aan Nickerie, in het zuiden aan Sipaliwini en in het oosten aan de Coppenamerivier. Het district beslaat 3.902 km² en ontleent zijn naam aan de Coronakreek. Aan weerszijden van de huidige autoweg waren vroeger plantages die vanaf 1808 door Engelse en Schotse kolonisten zijn aangelegd. Uit die periode stammen plaatsnamen als Burnside, Totness, Iverness en Hamilton. Het werk op de plantage werd gedaan door slaven. Daar kwam een einde aan na 1 juli 1863, de dag waarop na Engeland en Frankrijk ook Nederland eindelijk de slavernij afschafte.

In 1863 waren er in Coronie een grote suikerplantage, negen katoenplantages en een aantal kleinere plantages met voornamelijk voedselgewassen. De plantage-eigenaren waren niet in staat de nu vrije arbeiders loon te betalen. Het gevolg was dat de arbeiders delen van de plantages tegen gunstige voorwaarden konden kopen. Op de nieuwe percelen werden kokospalmen geplant, een teelt die ook nu nog belangrijk is voor Coronie. Daarnaast zijn de varkensteelt, visserij, rijstbouw van belang. Uit Coronie komt ook de zeer gewaardeerde Parwahoning.

Met deze middelen van bestaan leefden de bewoners van Coronie na 1863 in redelijke welstand, wat ook tot uiting komt in de woningbouw. Uit die tijd stammen de historische houten huizen en (overheids)gebouwen. De meeste bebouwing ligt aan weerszijde van de hoofdweg die parallel aan de zeekust loopt.

Tot de jaren ’40 van de vorige eeuw lag Coronie nogal geïsoleerd wegens het ontbreken van een weg. Er was een schelpenrits die diende als weg voor lokaal verkeer. Het district was verder uitsluitend te bereiken over het water. Dit veranderde toen de Saramaccaweg werd doorgetrokken naar Boskamp, de verbinding over water tussen Boskamp en Jenny werd verbeterd en de weg van Jenny doorliep naar de belangrijkste plaats, Totness.

Na de periode van welstand is het district al jaren geplaagd door verval en trekken jongeren weg naar Paramaribo.

In Dromers, doemdenkers en doorzetters wordt een momentopname gepresenteerd: een documentaire van oude huizen en van verhalen van bewoners van Coronie. Gevat in een historisch kader en ruim voorzien van foto’s en tekeningen. Daarnaast bevat het boek 48 pagina’s bouwhistorisch cahier met dvd.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter